Verbeteren van te nat grasland??? Eerst de ontwatering verbeteren!!! Dan pas opnieuw inzaaien Naleving van wachttermijn voor aan mengvoeder toegevoegde additieven en diergeneesmiddelen MINISTER BRAKS: KOPERGEHALTE VARKENSVOER VERLAGEN W il men in lage gebieden een goede perceelsontwatering krijgen met sloten, dan zal men elke 80 a 40 meter een sloot moeten maken van minimaal 80 cm diep. Voor het ver krijgen van een stevige slootkant, is B ij aanwezigheid van goede af B ij onvoldoende diepe afvoerslo ten zijn greppels een noodmaatregel voor een goede perceelsontwatering. A Is kleine ingesloten laagtes de oorzaak zijn van natte plekken met als gevolg vertrappen, kan een be werking met het kilverbord voor het zaaiklaar maken van het perceel een goede verbetering brengen. S oms is een te hoog organische stof gehalte van de bovengrond de oor zaak van het vertrappen van de zode. Om hierin verbetering te bereiken, zal een grondbewerking nodig zijn, welke een verschraling van de bovengrond tot gevolg heeft. Afhan kelijk van de opbouw van de grond kan deze bewerking bestaan uit woelen, diepploegen, bezanden of diepspitten. In het belang van konsument en export: Gestegen graanexport Gemeenschap. O ok dit jaar zal in de maanden augustus en september weer veel grasland opnieuw worden ingezaaid. Dit zijn de percelen, waarvan de grasmat de laatste tijd veel slechter is geworden. In veel gevallen is wateroverschot de voornaamste oorzaak van de achteruizgang van de grasmat. Een vernieuwing van de zode heeft op deze percelen in het algemeen weinig zin als niet aan de verbetering van de ontwatering gewerkt wordt. In natte perioden zal spoedig weer wateroverlast op treden met als gevolg, verdwijnen van de goede grassen en vertrappen en stukrijden van de zode. Oorzaken van slechte ontwatering en draagkracht D e voornaamste oorzaken van een slechte ontwatering of slechte draag kracht zijn Te hoge grondwaterstand. Ingesloten lage plekken in de percelen. Te hoog organische stof gehalte van de bovengrond. Verlaging van de grondwaterstand O m een goede draagkracht van de zode te krijgen is, ook in natteperio- den, een grondwaterstand van min stens 30 cm onder maaiveld gewenst. Om dit te bereiken is een slootwa- terpeil nodig van minimaal 80 cm onder maaiveld. In sommige gebie den zijn de slootwaterpeilen van de afvoersloten te hoog om dit te kun nen bereiken en zal men in overleg me^ het waterschap of de gemeente Door de heer G. Lommerse, spe cialist Bodemaangelegen bij het Konsulentschap voor de Rund veehouderij en de Akkerbouw te Waalre. moeten proberen om hierin verbete ring te krijgen. Is verlaging van deze slootwaterpei len op korte termijn niet mogelijk, dan kan een onderbemaling een goede oplossing zijn. Als wel goede afvoersloten aanwezig zijn kan de ontwatering binnen de percelen worden aangepast door het maken van perceelssloten of door het laten aanbrengen van een buisdrainage. Perceelsontwatering door middel van sloten op zandgrond vaak een taludhelling gewenst van 1 op P/2, zodat de sloot een bovenbreedte krijgt van 3 meter. Sloten geven dus veel land- verlies en zijn bovendien lastig bij de bewerking van de percelen. Tevens vragen sloten veel onderhoud. Ontwatering door middel van sloten ondervindt in de praktijk terecht veel bezwaren. Ontwatering door middel van drainage voersloten is op de meeste gronden een ontwatering door aanleg van een buisdrainage veel aantrekkelijker als een ontwatering met sloten. Men heeft geen landverlies, minder on derhoud en beter bewerkbare perce len. Bij een drainafstand van 15 meter kunnen de investeringskosten van graslanddrainage worden geraamd op 1.750 per ha. Dejaarkosten aan rente, afschrijving en onderhoud be dragen dan 170,— per ha. Als men draineren kan bereiken, dat de weideperiode met 10 dagen wordt verlengd, heeft men de jaarkosten van de drainage al ruim terugver diend. Ontwatering door middel van greppels De greppels moeten minstens 30 cm diep zijn en liefst niet langer dan 100 meter. Bij een ronde ligging van het grasland tussen de greppels kan de onderlinge afstand 15 meter zijn. Denk aan flinke brede kopakkers van 10 meter in verband met de me chanisatie. Belangrijk is de greppels regelmatig schoon te maken. Ingetrapte grep pels zijn een extra infektiebron voor parasieten en slakken, die de lever- bot overbrengen. Ingesloten lage plekken Zijn er grotere nivoverschillen in het perceel, dan zal alleen met perceel segalisatie een blijvende verbetering mogelijk zijn. Te hoog organische stof gehalte van de bovengrond Moet een perceel grasland opnieuw worden ingezaaid, bekijk dan altijd of de ontwatering een oorzaak van de slechte grasmat is. Na een gras landvernieuwing zonder verbetering van de ontwatering, kornen vaak binnen twee jaar weer veel slechte grassen in het perceel voor. Bij graslandvernieuwing eerst de ontwatering 7.0 nodig verbeteren. De moeilijkheden bij de export van vlees in 1980, in verband met trichi nen, Salmonella's en hormonen, heeft de veehouderij en de betrokken handel en industrie bijzonder grote schade toegebracht. Het is niet voor het eerst dat het exporterende be drijfsleven met handelsbelemmerin gen wordt geconfronteerd vanwege het vóórkomen van ongewenste stof fen in vlees en vleeswaren. Wel be kend zijn de hormoonaffaire's in de jaren zestig en de zogenaamde HCB- affaire bij de export van hammen naar de V.S. in de beginjaren zeventig. Niet alleen trichinen. Salmonella's en hormonen staan op het ogenblik in de belangstelling. Het gebruik van stoffen met profylactische eigen schappen, zoals antibiotica, cocci- diostatica, groei-bevorderende stof fen en diergeneesmiddelen in de veehouderij wordt door de consu menten en de landen waarheen Ne derland exporteert steeds kritischer bekeken. Vaak is er al of niet terecht aandacht voor de volksgezondheids- aspekten. De eerdergenoemde recente gebeur tenissen benadrukten de noodzaak om veehouderijprodukten te produ ceren die voldoen aan de hoge eisen die afnemers daaraan tegenwoordig stellen. Om in de toekomst de kans op han delsbelemmeringen te verminderen, zal het nodig zijn op korte termijn reeds de nodige maatregelen te tref fen. Ten aanzien van het gebruik van an tibiotica en chemo-therapeutica in de veehouderij wordt het hoog tijd dat de wachttermijnen die daarvoor gelden in acht worden genomen. Dit betekent dat mengvoeder met be paalde veevoederadditieven en dier geneesmiddelen gedurende een aan tal dagen vóór het slachten niet meer aan het vee wordt vervoederd. Een wachttermijn wordt bij de toelating van een middel vastgesteld om te voorkomen dat er ongewenste resi duen in het vlees, en andere produk- ten bestemd voor de menselijke con sumptie, achterblijven. Te hoge resi du-niveaus kunnen bij langdurige consumptie niet alleen schadelijk zijn voor de gezondheid maar ook resistentie veroorzaken bij in het menselijk lichaam voorkomende ziektekiemen tegen bepaalde ge neesmiddelen. Echter niet alleen de veehouder zal rekening moeten houden met de wachttermijnen die voor bepaalde gewone mengvoeders en gemedici neerde voeders gelden. Ook de die renarts zal bij het voorschrijven van gemedicineerd voeder of dierge neesmiddelen er meer rekening mee moeten houden dat dosering en tijdsduur van behandeling zodanig zijn. dat er geen ongewenst residu- niveau in het dierlijk produkt ont staat. Reeds jaren wordt ingevolge wette lijke bepalingen de wachttermijn van de in mengvoeder verwerkte midde len vermeld op het etiket of de label, dan wel op het begeleidend doku- ment dat aan de veehouder wordt afgegeven indien het voer per buik wagen wordt geleverd. De indruk bestaat evenwel dat het in de praktijk toepassen van de wacht termijn veel te wensen overlaat. Teneinde te bewerkstelligen dat hierin in de toekomst verbetering komt, heeft het Produktschap voor Veevoeder bij verordening vastges teld dat met ingang van 1982 vee houders verplicht zijn om de ver melde wachttermijn bij mengvoeders in acht te nemen. De controle op de naleving zal in handen zijn van de Algemene In- spektiedienst. Het Produktschap voor Vee en Vlees bereidt als aan sluiting op de voorgenoemde rege ling een verordening vpor, waarbij het verboden zal worden om dieren ter slachting aan te bieden waaraan stoffen met profylactische eigen schappen zijn toegediend, indien de wachttermijn niet in acht is geno men. Teneinde dit vast te kunnen stellen zal er in de slachterijen steek proefsgewijs .worden gecontroleerd op het gehalte aan residuen van vee voederadditieven en geneesmidde len. Elke medaille heeft twee kanten. Dat blijkt ook ten aanzien van het gebruik van antibiotica, coccidiosta- tica, groeibevorderende stoffen, e.d. Het gebruik van deze stoffen heeft een grote bijdrage geleverd aan de rentabiliteit en de produktiviteit in de veehouderijsektor. Maar het ge bruik van zulke op (micro) biologi sche processen inwerkende stoffen brengt ook zijn beperkingen met zich mede. Naleving van de gebruiks voorschriften door de veehouder is er een van. In 1980 werd uit de Gemeenschap 19.6 miljoen ton graan naar derde landen en werd 15,6 miljoen ton uit derde landen ingevoerd. Met inbe grip van de intrahandel werd in 1980 32,9 miljoen ton aan granen, incl. bloem en meel ingevoerd en 36,9 miljoen ton uitgevoerd. Ongeveer éénderde van de EEG-im- porten uit derde landen had betrek king op tarwe, twee derde op voer- granen, inbegrepen een klein kwan tum rogge. Uit de gemeenschap, werd aldus ge gevens van het Europese Statistiek bureau in 1980 19,7 miljoen ton tar we en 17,2 miljoen ton voergranen uitgevoerd tegen 15,7 en 16,8 miljoen ton in 1979. Ons land zal het maximumkoperge- halte in mestvarkensvoer aan het einde van dit jaar verlagen van 200 tot 125 miligram per kilo. Aldus minister ir.G. Braks (landbouw en visserij) in antwoord op vragen van het Tweede Kamerlid mevrouw De Boois. De thans geldende EEG-richtlijn bepaalt dat koper aan het voeder van biggen en mestvarkens mag worden toegevoegd tot een gehalte van 125 miligram per kilo. Dezelfde richtlijn laat evenwel toe dat de afzonderlijke lidstaten kunnen besluiten dit gehal te vast te stellen op 200 miligram per kilo. Van deze mogelijkheid wordt tot nu toe ook door Nederland ge bruik gemaakt. Ons land heeft on langs echter aan de Europese Com missie voorgesteld, te verbieden dat tot 200 miligram per kilo koper aan mestvarkensvoer mag worden toege voegd. Dit voorstel wordt momenteel bestudeerd. Uit het oogpunt van de koperbelas ting van de bodem is verlaging van het kopergehalte in varkensvoer ge wenst. De bewindsman is dan ook bereid, in EEG-verband een verdere verlaging van het kopergehalte in het voer van mestvarkens te bevorderen. Een normstelling voor cadmium in veevoeder is in voorbereiding. Voor andere zware metalen in veevoer zijn reeds normen vastgesteld. Veevoe- dingskundig onderzoek heeft onlangs geleid tot een verlaging van de ad viesnormen voor fosfor in varkens voer. Rioolslib De Unie van Waterschappen heeft in samenwerking met de ministeries van landbouw en visserij, van ver keer en waterstaat en van volksge zondheid en milieuhygiëne een richtlijn opgesteld voor het gebruik van rioolslib op landbouwgrond. In die richtlijn zijn o.m. maximum-ge halten aan zware metalen, waaron der koper, opgenomen. Momenteel vindt overleg plaats met de unie om tot een verdere verscherping van de voorschriften te komen. Meststoffen Een herziening van de Meststoffen wet zal binnenkort aan de Staten- Generaal worden aangeboden. Op grond van deze wet zullen o.m. regels worden vastgesteld voor een verant woord gebruik van mest op land bouwgrond. In samenhang hiermee is ook een wijziging van de land- bouwkwaliteitswet in voorbereiding die het met name mogelijk moet maken regels te stellen ten aanzien van het gebruik van ongewenste stoffen bevattende grond voor de teelt van bepaalde gewassen of het weiden van bepaalde dieren, en voorts om het verhandelen van pro- dukten, afkomstig van zodanige gronden aan bepaalde regelen te on derwerpen (extra keuring op aanwe zigheid van ongewenste stoffen e.d.). Onderzoek is en wordt gedaan om de voor een en ander noodzakelijke cri teria vast te stellen. Tevens vindt on derzoek plaats naar de hoeveelheid koper en fosfor die thans reeds in de bodem aanwezig is. Voorts wordt vanuit verschillende disciplines on derzoek gedaan naar mestverwer kingsmethoden, gericht op beter af te zetten produktie. Om een overbemesting in veerijke gebeiden tegen te gaan wordt, via de mestbanken, door het Ontwikkelings en Saneringsfonds voor de Land bouw subsidie gegeven op het tran sport van dunne mest uit overschot- gebieden naar akkerbouwgebieden. 13

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 13