ZORG VOOR GOEDE
ONTWATERING VAN UW LAND
KORTE WENKEN
W. Limbeck
Goede ontwatering.
Geen greppels
De buizen
Diepte van draineren
Drainafstand:
Tijd van draineren.
Controle
Het is een bekend feit dat een te nat jaar meer schade geeft dan een
te droog jaar. Toch ziet men dat er eerder voorzieningen worden
getroffen tegen droogte schade (beregenen) dan tegen schade ten
gevolge van wateroverlast. Het opheffen van schade ten gevolge
van wateroverlast is voor sommige bedrijven wel eens wat moeilijk.
Voor een goede detailontwatering is men in veel gevallen afhan
kelijk van het Waterschap, de gemeente of de buren. Maar in veel
gevallen is met wat goede wil tot een oplossing te komen.
Een goede ontwatering van de grond is een eerste vereiste om tot een
goede exploitatie te komen, dit geldt zowel voor bouw- als voor gras
land.
Nat land heeft vele nadelen n.l.:
1. Een ondiepe en slechte beworte-
ling.
2. Slechte opname van de voe
dingsstoffen door de planten.
Specialist Bodem en Bemes
ting C.R.A. - Tilburg.
Drainage vraagt regelmatig onderhoud om verstopping op te heffen of te
voorkomen.
3. Slechte benutting van de gegeven
stikstof.
4. Weinig draagkracht, waardoor
gemakkelijk stuk trappen van de
zode door het vee en daardoor
ook het gras verloren gaat.
5. Laat en moeilijk te bewerken in
het voorjaar.
6. Meer moeilijkheden bij de oogst.
Al deze factoren hebben invloed op
de kosten en de opbrengsten per ha.
Het is dus noodzakelijk dat in de
herfst, winter en voorjaar de kop van
het grondwater wordt weggenomen.
Hiervoor zal in de herfst, winter en
voorjaar een laag slootpeil nodig
zijn.
Bouwland vraagt een diepere ont
watering dan grasland. Voor een
goede ontwatering moet in een natte
periode voor bouwland de grondwa
terstand minstens 50 cm. en voor
grasland minstens 30 cm beneden
maaiveld staan.
Hoe is een goede ontwatering, te be
reiken?
Om een voldoende lage grondwater
stand te bereiken moet men streven
naar slootwaterpeilen van 80 tot 100
cm. beneden maaiveld in de zomer
en zo laag mogelijk in de winter.
Om dit slootpeil te bereiken zijn
voldoende diepe en goed onderhou
den sloten nodig van ca. 1.20 - 1.40
m. diep, met in de zandgebieden een
talud van 1 1.5 en in de klei 1:1.
Diverse loonbedrijven beschikken
over apparatuur om de sloten in pri
ma staat te brengen.
Bij goede sloten moet de afrastering
zo geplaatst worden dat het vee de
12
sloot niet weer intrapt. Bij het ploe
gen moet er op gelet worden dat de
eerste snede langs de kant niet halfin
de sloot gedeponeerd wordt. Wan
neer de kavelsloten voldoende diep
en schoon zijn is het mogelijk om per
perceel het overtollige water snel te
doen afvoeren via greppels of drains.
Beide methoden hebben voor- en
nadelen.
Greppels hebben echter meer nade
len dan voordelen, zeker bij de hui
dige moderne bedrijfsvoering met
liefst grote percelen. De moderne
bedrijfsvoering vraagt, niet te veel
sloten en geen greppels. Zij vragen
veel onderhoud geven behalve land-
verlies ook moeilijkheden bij de me
chanisatie. De percelen moeten vol
doende groot zijn waarop gemakke
lijk met machines gewerkt kan wor
den. Dit betekent dan ook dat men
niet te snel moet terugschrikken om
een drainage aan te leggen.
Het aanleggen van een drainage
vraagt een investering van
l .300.— tot 2.500,— per ha.
Wanneer men ruimer kan draineren
worden de kosten lager.
De drainafstand is in hoofdzaak af
hankelijk van:
1. De doorlatendheid van de on
dergrond.
2. De diepte waarop gedraineerd
kan worden.
Momenteel wordt veelal gebruik ge
maakt van de plastic ribbelbuis met
een doorsnede van 6 cm omhuld met
kokos.
De diepte waarop gedraineerd kan
worden wordt bepaald door de
hoogte van het slootpeil. De eind-
buizen moeten liefst 10 cm. boven
het hoogste slootpeil uitmonden. De
meest gewenste diepte voor zand
gronden is ±90 cm. beneden maai
veld.
Voor kleigronden liefst wat dieper
100 - 110 cm beneden maaiveld.
De drainafstand is afhankelijk van
de doorlatendheid van het profiel en
de diepte waarop men kan draine
ren. Bij dieper draineren mag de af
stand groter zijn.
De beste tijd van draineren is onder
droge omstandigheden bij een zo
laag mogelijke grondwaterstand.
Een goed functionerende drainage
voert geleidelijk veel water af, maar is
niet berekend op direkte afvoer van
grote hoeveelheden neerslag in een
korte tijd. De meeste drainages wor
den berekend op een afvoer van ±7
mm. per etmaal. Om steeds voldoen
de water te kunnen afvoeren moet Uw
kostbare drainage goed onderhouden
worden. Tijdens een regenperiode
moet men van tijd tot tijd de eindbui-
zen controleren om na te gaan of ze
voldoende water afvoeren. In een
natte periode moet er zeker 5 liter
water per m2 per etmaal worden af
gevoerd.
Wanneer te weinig water wordt af
gevoerd dan eerst de eindbuis con
troleren. Is deze niet kapot of ver
stopt dan moet de oorzaak in de
drain zelf liggen.
De drainreeksen vragen onderhoud
vooral de eerste jaren na aanleg.
Vervuiling van de drainreeksen kan
Het aanbrengen van een goede drainage is met de moderne apparatuur geen
probleem.
ontstaan door gronddeeltjes en door
ijzerafzettingen.
IJzerafzetting in de buizen is vaak het
grootste probleem, vooral in de eer
ste jaren na aanleg. Daarom moeten
de buizen liefst een a twee jaar na de
aanleg worden doorgespoten.
Het beste is de buizen door te spuiten
wanneer ze water afvoeren. Het
aanwezige vuil is dan wat geweekt en
laat zich dan gemakkelijker verwij
deren. Ieder ontwateringssysteem
vraagt onderhoud, maar de werking
kan dan ook optimaal zijn. Een goed
geleid bedrijf zal steeds sterker de
betekenis van een goede ontwatering
gaan merken.
De sloten moeten in prima staat zijn om het overtollige water vlot af te voeren.
AKKERBOUW
EIND AUGUSTUS GEZAAI
DE bladramenas geeft een goede
grondbedekking en is een goede
groenbemester. Per ha is 20 kg
zaaizaad nodig. Met 80 kg N per
ha kan het gewas nog een flinke
hoeveelheid groene massa produ
ceren. Het gewas slaagt bijna al
tijd en is zeer geschikt voor
zwaardere grond.
NA DE GRAANOOGST moet U
de grasgroenbemester zo snel mo
gelijk stikstof geven voor een vlot
te ontwikkeling. Als regel is 60 -
80 kg N per ha wel voldoende. De
beworteling van het gras is be
langrijker dan de grote massa aan
blad.
SCHUIMAARDEevenals de
andere kalkmeststoffen moet in
tensief met de grond worden ver
mengd. Iedere korrel grond moet
als het ware een beetje kalk krij
gen. Met kultivateren en eventueel
stoppelploegen is dit doel te bena
deren mits het strooien nauwkeu
rig gebeurt.
VOOR GRONDONTSMET-
TING moet de grond voldoende
fijngemaakt worden om het middel
de kans te geven zich goed door de
grond te verdelen. De grond mag
niet te droog zijn, terwijl de bo-
demtemperatuur bij voorkeur tus
sen de 10 en 15 °C moet zijn. Na
de behandeling moet de toplaag
goed dicht gedrukt worden.
DE MEESTE WORTELON-
KRUIDEN kunnen zich goed
ontwikkelen in de stoppel Mecha
nische bestrijding is mogelijk door
enkele malen ondiep te stoppel-
ploegen. In een natte nazomer zijn
chemische middelen bedrijfsze-
kerder dan de mechanische be
strijding. Er zijn momenteel, bij
een juiste toepassing, goede be
strijdingsmiddelen in de handel.
VEEHOUDERIJ
SLECHT GRASLAND GEEFT
maar ca. 70% opbrengst van goed
grasland. Een paar maanden geen
opbrengst door opnieuw inzaaien
kan dan ook al in een jaar terugver
diend worden. Het is een rekensom
met als uitkomst, dat U bij slecht
grasland niet moet afwachten en
rustig slapen, maar de handen uit
de mouwen moet steken. De beste
tijd van inzaaien is tot 1 septem
ber. Het nieuwe gras kan dan nog
licht worden beweid voor een goe
de uitstoeling en gaat goed ont
wikkeld de winter in.
DE BESTE VOORBEWER
KING voor het nieuwe grasland is
frezen om de zode kapot te maken
en daarna goed kerend ploegen.
Ploegen heeft het voordeel dat
tuintjesgras en ander zaadon
kruid, alsmede zoderesten goed
worden ondergestopt. Het inzaai
en kan het beste gebeuren met een
zogenaamde vlaszaaimachine, die
het graszaad via zaaikouters in de
grond brengt. Vooral als drogere
weersomstandigheden optre
den,garandeert dit de beste op
komst.
IN SOMMIGE MELK LOKA
LEN blijkt het in de zomer zeer
warm te worden. In principe moet
alle lucht, die door de ventilator
van het koelaggregaat wordt aan
gezogen, maar een keer worden ge
bruikt. Daarna moet die kunnen
ontwijken door de ventilatie-ope
ningen. Wordt een gedeelte van de
lucht uit het me Ik lokaal aangezo
gen dan daalt het rendement van
het aggregaat en het koelen duurt
langer.