Als de karwij tegen valt.
D,
G,
Te nauwe vruchtwisseling wreekt zich! Geen best teken
Het totale beeld is er niet
op vooruit gegaan!
PMB gaat schade
bij rooien en
aardappelen
verminderen
Plantenziektebestrijding - natte
vingerwerk?
D.
Verrast
10% minder
Afzet
De eerste drie weken van juli zijn bij
na al weer voorbij en helaas moeten
we voor SCHOUWEN-DUIVE-
LAND (20 juli) vaststellen dat het
totaal beeld t.a.v. de akkerbouw
gewassen er niet op voor uit is ge
gaan. Het onbestendige en te koele
weer geeft momenteel op vakperce
len een beeld van onnatuurlijke
structuur te zien. Dit heeft een on
gunstig effect op het groeiverloop.
Leek het met de winterarwe, is
tegenstelling tot de zomergerst, goed
te gaan t.a.v. de gevolgen van de
structuur van de grond door het on
gunstige voorjaar, nu signaleren we
toch op vele percelen allerlei afwij
kingen, in dit gewas n.l. voetziekten.
bladziekten en aantasting.
Eigenlijk mogen we nog van geluk
spreken, dat het geen scherp weer is.
Verder is een huis uitbreiding waar
te nemen en ook enig bruine roest
uitbreiding. Mogelijke bestrijdingen
zullen hopenlijk nog tot effect gere
sulteerd hebben. Wel kunnen we
aannemen dat het met als kg. op
brengst of vele percelen toch tegen
zal vallen. De wintergerst is praktisch
gecombineerd. De gemiddelde kg.
opbrengst ligt vermoedelijk bij goed
5 ton p. HA. De oogst van de con
serve erwten verliep goed met rede
lijke kg. opbrengst. De oogst van de
plantuien is weer gevorderd, zowel
machinaal als met de hand (hulp van
schoolkinderen). De oogst van de
vroege graszaadsoorten verliep nog
redelijk en ook de oogst van het
graszaadhooi verliep zonder grote
problemen (tot nu toe). Bij de sui
kerbieten beginnen de structuurpro
blemen zich op verschillende perce
len meer te tonen. Ook zijn verge-
lingszieke planten waar te nemen.
Over het geheel zullen er dit jaar
minder gave bieten geoogst worden,
hetgeen zal betekenen dat het tar-
wepercentage hoger komt te liggen.
Ook over het beeld van de kon-
De Potato Marketing Board in En
geland is een landelijke kampagne
gestart die tot doel heeft de schade
die aan aardappelen wordt toege
bracht bij het rooien en transporteren
terug te brengen.
Medewerkers van de Board gaan de
bedrijven van 500 telers bezoeken
om een beeld te krijgen van de om
vang van de schade die aan de aard
appelen is toegebracht als ze naar de
bewaarplaats gaan. Bedrijven waar
een hoger percentage beschadigin
gen wordt gekonstateerd zullen tij
dens een follow-up bezoek door een
medewerker van de Agricultural
Development Advisory Service
manieren aan de hand worden ge
daan hoe zij de schade kunnen be
perken.
De PMB verwacht dat de kampagne
onmiddellijk een positief effekt zal
hebben op de kwaliteit van de aard
appelen die de bezochte bedrijven
verlaten. Zij hoopt dat de kampagne
als basis zal dienen voor een verbe
tering van de kwaliteit van de Britse
aardappeloogst op lange termijn.
De voorzitter van de PMB, Geoffrey
Grantham noemde de onerva
renheid van de mensen die de machi
nes bedienen als de voornaamste
oorzaak van de beschadigingen.
(Farmers' Weekly).
sumptieaardappelen kunnen we nog
niet roemen. Gelukkig hebben we
daar intensieve bespuiting het kwaad
tot er toe kunnen bedwingen maar
denk er wel om: we zijn er nog niet.
Blijf attent. Momenteel lijkt het er op
dat dit gewas op verschillende per
celen vroeg versleten zal zijn. On
danks een wat ongunstiger verloop
Al 14 dagen terug hebben we vanuit
"ZUID-BEVELAND" gemeld dat de
zomergerst zo struktuurgevoelig is en
dat de stand allesbehalve rooskleurig
was. De stand is dan ook niet hoop
gevend voor de opbrengst.
Tot nog toe had de wintertarwe nog
vrijwel niets laten zien, dat als gevolg
van slechte struktuur aangemerkt
zou kunnen worden. De laatste we
ken is de stand op verschillende per
celen verachterd.
De problemen door een late zaai on
der slechte omstandigheden in no
vember en december, maar ook het te
snel terugkomen mot tarwe op tarwe,
door een te nauwe vruchtwisseling
laten zich, nu mede door wat extreme
weersomstandigheden van vrij veel
regen in mei en nu een zeer droge,
gedeeltelijk zeer warme periode in de
eerste helft van juli, nu duidelijk zien.
Vooral bij een te nauwe vruchtwisse
ling komt nogal wat schade door de
tarwehalmdoder voor, te zien aan een
bruinzwarte verkleuring van de on
derste 5 10 cm van de halmen. De
aar sterft daardoor te snel af.
Een ander punt is dat het er op lijkt
dat op enkele percelen toch de N
gift(en) aan de te lage kant zijn ge
weest. Alles bijeen zullen we de ge
middeld te verwachten opbrengst
wat lager moeten gaan stellen.
Het aandeel van de wintertarwe in
ons bouwplan is de laatste jaren
steeds toegenomen. Dit behoeft nog
geen ramp te zijn, mits we ons maar
houden aan de normen voor een
goede vruchtwisseling. Dit wordt nog
steeds meer noodzakelijk nu we zo
weinig gewassen hebben die een ge
lijkwaardig of beter (c.q. aanvaard
baar) saldo dan de wintertarwe kun
nen geven.
Jammer is nu nog dat in het laatste
deel van het groeiseizoen er nog een
toename te konstateren is van bruine
roest en van wat bladluizen.
De kreten die gehoord worden over
de opbrengsten van de karwij zijn al
lesbehalve goed te noemen. Ze vallen
echt erg tegen. Het wordt geen best
teken genoemd als ons eerste te oog
sten gewas zo tegen valt. Wat er al
aan opbrengsten van graszaad en
wintergerst bekend is - het zijn er om
een goed beeld van te krijgen eigen
lijk nog te weinig - valt ook wat tegen.
Mede door de droogte en de goede
regelmatige uitgevoerde bestrijdin
gen tegen de phytophthora is de toe
stand op dit punt gelukkig wat rusti
ger geworden. De aardappelen
groeien nu wat minder snel, het to
tale gewas is op dit moment wat
hardblauw van kleur. Wellicht dat
ook hier de droogte even wat door
heen speelt.
De eerste percelen droge erwten zijn
inmiddels gemaaid. Andere percelen
zijn daarentegen nog vrij groen. De
opbrengst zal van perceel tot perceel
vrij sterk variëren.
dan verwacht was' blijven we hopen
dat rijping en afrijping van de nog te
oogsten gewassen toch noch maar
tevredenheid zal verlopen.
Is de aardappelafvalhoop wel de bron van de ellende of is het een aantasting
vanuit het pootgoed?
Ook op THOLEN EN ST. PHILIPSLAND lijkt de phytophthora in de
aardappelen zich niet verder uit te breiden. In de praktijk vraagt men
zich steeds nog af wat nu uiteindelijk de oorzaak was. Zijn het werkelijk
de afvalhopen, waar zo beschuldigend de vinger naar werd uitgestoken?
Of is het toch een aantasting geweest vanuit het pootgoed, immers de
planten die aangetast waren hadden veelal een verrotte poter, wat toch
te denken geeft.
Heeft dok het middel Ridomil hier
mee te maken? Het is een systemisch
middel en wordt dus ook in de knol
opgeslagen. Zou het dan ook mis
schien mogelijk zijn om een heel
lichte aantasting in die knol te on
derdrukken tot er goede omstandig
heden zijn, veel vocht en tempera
tuur, om de plant ziek te maken?
De voorlichting schrijft over het ont
staan van het "kwaad" in een drup
pel water wat in de oksels blijft lig
gen, maar is het ziek worden vanuit
de knol niet waarschijnlijker, ook
gezien de volgende citaten uit leer
boeken:
1. Vroeg in het seizoen vindt men
bij nauwkeurig zoeken de eerste
ziekteverschijnselen (enkele zieke
stengeltjes) op planten die ge
groeid zijn uit zeer licht aange
taste knollen.
2. Het algemeen optreden van de
ziekte is het gevolg van het poten
van zieke knollen, die eerst zieke
stengeltjes en daarna een
"haardje" van zieke planten le
veren.
Deze aangehaalde leerboeken stam
men nog uit de tijd waarin men nog
volop met "het kwaad" werd gekon-
fronteerd. Heeft men deze kennis nu
niet meer in een tijdperk met compu
ters, of is het toch een zeldzaam iets?
Fusarium
Ook voor de fusariumaantasting in
de aar van de wintertarwe heeft de
computer nog geen oplossing gevon
den. Wondermiddelen zijn er nog
niet en liggen ook nog niet in het
verschiet. En wie "de Rusthoeve"
heeft bezocht, kon met eigen ogen
zien dat er weinig verschil tussen de
gebruikte middelen is. Het is toch
verwonderlijk dat nog steeds geen
effektief middel hiervoor beschik
baar is. Ontbreekt de financiële
armslag voor een uitgebreid onder-
zoek of is er werkelijk geen enkele
invalshoek?
Verrassend hierbij is ook nog de
sterke aantasting van vele percelen
door de tarwehalmdoder, waarvan
bekend is dat vooral op lichtere
gronden met een slechte struktuur
deze voetziekte kan optreden.
Leek men aanvankelijk de oogvlek-
kenziekte onder de knie te hebben, nu
heeft men dus met de twee andere
voetziekten te maken, immers ook
fusarium hoort hierbij.
Is dit alles dan toch nog een gevolg
van de zware neerslag, waardoor de
struktuur van de grond verpest is?
De stand van de overige gewassen is
mede door het koele, sombere weer
redelijk te noemen.
De eerste graszaadoogst is binnen,
met voor roodzwenk een opbrengst
van rond de 1000 kg. Redelijk gezien
de toch korte groeiperiode dit voor
jaar. De oogst van veldbeemd wordt
sterk vertraagd door het donkere
weer, afgelopen week.
Fusie
In onze streek, waar ook reeds eer
dere fusieplannen afsprongen, heeft
men ook de afgelopen week de vei-
lingfusieperikkelen vanuit de^-k-rant
kunnen volgen. Men vraagt zich af
waarom men toch geen regeling treft
om zo snel mogelijk tot een fusie te
komen. De telers van Z.H.Z. immers
hebben toch pas weer kunnen erva
ren, welk een voordeel (dit ondanks
hoge transportkosten) een grote vei
ling heeft. Het terugbetalen over
1980 van veilingprovisie, kan toch
geen mooier beeld geven van een
geslaagde fusie.
Het is voor de Zeeuwse fruitteelt dan
ook te hopen dat de bestuurders na
een goede vakantie tot een ander in
zicht DURVEN komen.
Prettige vakantie gewenst voor die
gene die hiervoor de tijd heeft!
e nieuwe oogst 1981 is weer aan
de gang. Van de karwij is nu al be
kend, dat de opbrengst over de gehele
linie erg tegenvalt. Dit is een slecht
vooruitzicht voor de opbrengsten van
de andere gewassen. Karwij wordt in
deze wel eens de graadmeter ge
noemd en d.w.z. dat als de karwij
tegenvalt, dan valt alles tegen. Hier
en daar is maar 600 kg (12 baaltjes)
per ha gedorsen en dat is maar een
pover begin. Zo'n lage opbrengst
komt meestal de prijs wel tefi goede,
maar dat is geen vast evangelie. Het
is onder de handelsgewassen een bij
zonder spekulatief gewas. In Egypte
en in andere vreemde landen groeit
het ook en men weet nooit hoe groot
de oude voorraden in de wereld zijn.
Voorheen sloegen we het karwijzaad
wel eens enkele jaren op de graan
zolder op. Bij de huidige hoge rente
voet is dat niet zo interessant meer
om dat risiko van lang bewaren nog te
nemen.
produkt tarwe. Gezien deze ervaring
menen we, dat het gewoon noodzaak
is, dat we deze studie voort gaan zet
ten ook voor andere produkten. Ons
thema: "Waar zijn we mee bezig en
wat verdienen we er mee?", is zeker
een vraagpunt waard. De oogst staat
voor de deur, maar toch moeten we de
tijd nemen voor zulke vragen. Dat
wordt tegenwoordig ook gedaan,
want dat is juist het wonder van de
gewasstudieklubs waarvan de leden
bereid zijn om het gehele jaar door
aktief bezig te zijn.
eld dat we op de bank zetten kan
tegenwoordig veel rente opbrengen,
maar ook het geld dat wij moeten
lenen is erg duur. Vroeger was het
rentepercentage laag en die paar
procenten vielen niet zo direkt op.
Thans lijden we heel wat renteverlies
in onze voorraden en ook in ons ei
gen geld wat in het bedrijf is gesto
ken. Om dat laatste op te kunnen
vangen zouden we dus meer moeten
gaan verdienen. Als je er een poos op
gaat zitten rekenen, dan zijn dat toch
hele bedragen. In ons afdelingsbes
tuur hebben we dit punt eens aan de
orde gesteld en min of meer was onze
voorzitter er wat door verrast. Het
lijkt allemaal zo gewoon dat er be-
waarcellen een half jaar vol liggen
met uien en aardappelen en dat we
dan hopen, dat de prijzen van die
produkten stijgen. Als ze dat niet
doen, dan hebben we pech gehad.
Doen ze dat wel, dan kunnen we
rondbazuinen hoe goed we wel heb
ben geboerd. Met deze situatie zijn
we vandaag de dag niet zo happy
meer.
In onze tarwestudieklub hebben we
ruime aandacht geschonken aan de
afzet en aan de prijsvorming van het
e opbrengsten van de gewassen
van vorig jaar liggen ons nog vers in
het geheugen en deze kunnen ons
dienstbaar zijn bij de huidige taxaties
van oogst 1981. Bekend is, dat een
nat jaar tegenvalt en daarom moeten
we onze gewassen nu een kritisch
gaan bekijken. Onze berekeningen
komen uit op ruim 10% minder op
brengst dan vorig jaar. Op het oog
staat er een goede oogst, maar er zijn
nogal wat struktuur plekken welke
het wat laten zitten. We hebben een
koud, nat en laat voorjaar gehad en
nog heel weinig zonneschijn. In de
gewassen zoekend vinden we nog
wel meer wat eigenlijk beter zou
moeten zijn. Het is nu ook de tijd, dat
onze dames 's avonds eens mee gaan
"boeren" en ons de vraag voor kun
nen leggen, wat we van de nieuwe
oogst kunnen verwachten. Bij her
haling ontdekken we, dat hun agra
rische belangstelling steeds groter
wordt. Toch ligt er in deze nog een
heel terrein braak. Speciaal hebben
we dat gemerkt toen we voor de
vrouwenvereniging dia's van on
kruiden op het scherm brachten.
Buitengewoon is dat in de smaak ge
vallen,maar opvallend was hoe wei
nig onkruiden men bij naam kende.
Verder bleek de daarbij aanwezige
plaatselijke predikant helemaal een
leek te zijn op dat gebied. Dat viel
ons eigenlijk wel wat tegen, want zijn
studie is voor een groot deel toch ge
richt geweest op het leven hier op
aarde.
"Al is een moeder nog zo goed en
schoon,
een boer spant boven haar toch de
kroon".
7