Uit de startblokken...
Wie niet weg is
De oogst is weer
begonnen -
D e problematiek van de kleine bedrijven in de land- en
tuinbouw is niet van vandaag of gisteren. Het enige wat
er feitelijk aan is veranderd is dat de grens waar beneden
bedrijven "klein" zijn geleidelijk is opgeschoven. Bedrij
ven die nog niet zo lang geleden groot waren of tot de
middenmoot behoorden zijn nu in de categorie kleinere
bedrijven terecht gekomen. De ontwikkelingen staan niet
stil, is dan meestal het commentaar en helaas is dat maar
al te waar. Gezien die ontwikkelingen is het een goede
zaak dat vanuit het landbouwschap nu de problematiek
van kleine bedrijven ter discussie wordt gesteld middels
een korte en vlot geschreven nota. In oktober wil het
landbouwschap komen tot de afronding van de discussie.
In de tussentijd kan de nota in de organisaties besproken
worden. Wat de Z.L.M. betreft k.^mt de nota in september
in het hoofdbestuur en zonodig ook nog in oktober. Het is
mijns inziens bepaald noodzakelijk dat de problematiek
van de kleine bedrijven grondig wordt besproken, ook al
omdat deze per produktietak, per bedrijfstype en met
name ook per regio sterk kan verschillen. Daarom een
paar opmerkingen daarover om de discussie alvast wat
aan te zettenv
M et name ook regionaal kunnen er verschillen optre
den in de bedrijfsvoering. In ons werkgebied bijvoorbeeld
kennen wij de gemengde landbouwbedrijven met (inten
sieve) (grove) tuinbouw. Juist op deze kleine bedrijven
kan de arbeid onder bepaalde voorwaarden op een goede
manier rendabel gemaakt worden. Een probleem nu is
dat deze kleinere bedrijven niet voor (vergroting via) de
grondbank in aanmerking komen vanwege de te
geringe oppervlakte, terwijl het toch volwaardige bedrij
ven zijn: Als Z.L.M. hebben wij natuurlijk landelijk op
deze situatie de aandacht gevestigd. In principe werden
onze opmerkingen ook wel overgenomen maar het feit
dat toelating van G deze bedrijven tot de rondbank de
druk op de toch al niet grote grondpot zou doen toene
men is er de oorzaak van dat de boot wordt afgehouden.
Zo komen de levensvatbare kleinere bedrijven natuurlijk
nooit aan de bak.
D e mogelijkheid zit hem inderdaad nogal eens in het
woord levensvatbaar". Wat is dat precies en wie "of
wat" maakt dat uit,is een uitstekende vraag. Het officiële
antwoord botst nogal eens met de ideeën die de betref
fende bedrijfshoofden daarover hebben. Zie het bekende
verhaal van de (oudere) zelfstandigen die officieel recht
hebben op bijstand maar het niet gaan halen. Ook in ons
werkgebied zijn er nog tal van mensen die tevreden zijn
met wat ze hebben ook al is het bedrijf klein en het
inkomen laag. Ik denk daarom dat de organisatie zich wat
betreft de discussie "levensvatbaar of niet" extra sterk
zullen moeten maken om het beleid ter zake in de juiste
richting te buigen. We moeten daarbij bedenken dat zo n
beetie de helft van de bestaande bedrijven (officieel) ge
D e Europese Commissie heeft uiteindelijk toch besloten
tot een interventie voor tarwe die voldoet aan de mini
male eisen van bakkwaliteit. Gedurende de maanden
augustus, september en oktober. Heeft dat gedram van
dié landbouworganisaties blijkbaar toch nog effekt.
Doorgaan dus.
zuidelijke landbouw maatschappij
Eerste resultaten niet om te
juichen
Inzonderheid voor de akkerbouw breekt er nu een zeer drukke periode aan. In een beperkte
tijd moeten de belangrijkste akkerbouwgewassen, de granen en aardappelen, binnen gehaald
worden. Met spanning wacht men wat het resultaat zal zijn van zoveel voorbereidend werk
Op de foto het dorsen van Engels raaigras.
Klein fruit
Produktietak
Regio
Levensvatbaar
Tenslotte
&'V ZEELf.^
z.l.m
VRIJDAG 24 JULI 1981
68e JAARGANG NO. 3592
land- en
tuinbouwblad
De oogst van de te velde staande gewassen is weer be
gonnen. De combines hebben hun stoffig spoor al weer
over het land getrokken. Het is overigens een rustig be
gin: hier en daar een perceel koolzaad, karwij of gras
zaad. En de vroege aardappelen natuurlijk. De eerste
resultaten zijn niet om te juichen. Gerst en karwij en
graszaad geven maar een povere kg-opbrengst. Het is niet
te hopen dat dit ook zal gaan gelden voor de belangrijkste
gewassen waarvan de oogst pas over een aantal weken zal
beginnen. Afgaande op stemmen uit de praktijk moet
men toch geen al te hoge verwachtingen meer koesteren.
Een topjaar zal het wat de kilo's betreft niet worden.
De oogst van kleinfruit kwam tot een redelijk resultaat
met plukkers uit eigen gezin. Op de foto twee bessen-
pluksters op het bedrijf van de heer Jozs. de Jager Jzn.
De kg-opbrengst van graszaad viel niet mee. Op de foto:
vlug het zeil erover, het begint te regenen.
De kleinfruit sektor heeft de bessen- en frambozenoogst
voor het overgrote deel binnen. Alles overziende is men
niet ontevreden. Mede door de nachtvorst zijn de telers
lang niet aan hun kilo's gekomen maar de prijzen hebben
toch nog veel goedgemaakt.
Teler M. IJzerman uit Biezelinge: "In het begin van het
seizoen was de kwaliteit van de rode bessen door de vele
neerslag niet zo best en de prijs viel toen ook tegen maar
later met de warmere dagen werd de kwaliteit veel beter
en ging ook de prijs goed omhoog". Hij spreekt van een
matig tot redelijk jaar waarin aan plukkers bepaald geen
gebrek was. Ook fruitteler Jozs. de Jager Jzn. uit Kapelle
komt tot de konklusie dat het een redelijk klein fruitjaar
is geworden met wisselend resultaat van perceel tot per
ceel en ook van teler tot teler. Voor een gezinsbedrijf met
plukkers uit eigen gelederen was er een goede boterham
te verdienen, maar met personeel van buiten levert klein
fruit toch maar een mager resultaat. Hoewel de stemming
t.a.v. de frambozen aanvankelijk slecht was heeft deze
teelt het goed gedaan. Veel beter dan vorig jaar met ook
een veel hogere middenprijs. De bramen staan er over het
algemeen erg goed voor. Men heeft er hoge verwachtin
gen van.
I n Z.L.M.-kring is de discussie wat betreft de produktie
tak al een paar jaar aan de gang. Immers met name op het-
akkerbouwbedrijf is het rendabel maken van de arbeid
een probleem apart. Nog vorig jaar leidde de discussie
daarover door allerlei misverstanden nogal tot wat ver
warring maar uiteindelijk kwam iedereen toch weer op
één lijn te zitten. In het kader van diezelfde discussie werd
op de algemene vergadering van de Z.L.M. in december
1980 het onderwerp "intensieve veehouderij op akker
bouwbedrijven" aan de orde gesteld. In de tussentijd is
er echter al weer het een en ander veranderd en daarom
kan het geen kwaad onze aanvankelijke conclusies nog
eens oo hun houdbaarheid te toetsen.
rekend worden tot de categorie van de kleine(hoofdbe-
roeps) bedrijven. Onder die bedijven zullen er ongetwij
feld zijn die zelf van dit feit niet op de hoogte zijn. Dus:
wie niet weg is wordt gezien.
Oggel.