"Konsumptieaardappelteelt
heeft perspektief!
D e heer Zachariasse, die sprak op
een jaarvergadering van de VE-
NEXA, de Vereniging van Neder
landse Exporteurs van Aardappelen,
wees er in zijn betoog op dat de
aardappel op het akkerbouwbedrijf
een dominerende rol inneemt. Dit is
ook duidelijk aan te tonen met de
hoge toegevoegde waarde van zo'n
3000,— tot 3500,— per ha voor
konsumptieaardappelen. Daarbij
moet uiteraard wel een flinke dosis
risiko worden ingekalkuleerd.
H,
B
D e aardappelteelt voorziet de boer
in belangrijke mate van werkgele
genheid. Het niet meer op de boer
derij sorteren betekent uit het oog
punt van werkgelegenheid, en daar
mee van waardetoevoeging, voor het
landbouwbedrijf een verlies. Het
gaÉt daarbij om aanzienlijke bedra
gen: Ook hier betekent elke cent die,
na aftrek van de machinekosten,
meer wordt ontvangen een extra ar-
beidsopbrengst van ca. 3000,— In
de huidige verwerkingslij n van op
slagplaats naar fabrikanten en kon-
sumenten is dit echter moeilijk te
verwezenlijken. Er bestaat twijfel of
de boeren wel in voldoende tempo
en met voldoende zorgvuldigheid
zouden kunnen sorteren. Voorwaar
de is wel dat de kwaliteit van de
aardappel gegarandeerd blijft.
T ot slot ging dr. ir. Zachariasse in
Ziedaar het resultaat...
D r. ir. L.C. Zachariasse, hoofd afdeling Landbouw van het Landbouw
Ekonomisch Instituut is van mening dat de Nederlandse konsump-
tieaardappelteler de toekomst met vertrouwen tegemoet kan zien, wat
betreft de handhaving van het areaal. Wil de konsumptie aardappel een
belangrijke peiler blijven op onze akkerbouwbedrijven dan is er wel de
voorwaarde dat de kwaliteit en de kwantiteit van het produkt nog verder
worden verbeterd. Daarnaast zal hij zich in moeten zetten voor een
verdere beheersing van de kosten en een optimaal funktioneren van het
handelsapparaat.
E en belangrijke vraag is uiteraard
wat de gem. jaarprijs van de kon-
sumptie-aardappeien bepaalt. Uit
berekeningen is gebleken dat het to
tale Nederlandse areaal niet of nau
welijks het prijsniveau bepaalt. Dat
ligt echter anders met het E.E.G.-
areaal. Van elke procent uitbreiding
of inkrimping op het totale areaal
van ca. 1,2 miljoen ha. mogen we een
prijswijziging van ca. 30 ct/100 kg
verwachten. Ook het kg-opbrengst-
niveau heeft invloed op de prijs. Van
iedere procent verhoging of verla
ging van de kg opbrengst per ha mo
gen we een prijswijziging van ca. 1
gld/100 kg verwachten. Zowel in het
areaal als in de kg opbrengsten ko
men van jaar tot jaar fikse sprongen
tot 10% en meer voor. In het alge
meen echter blijkt dat de verande
ringen in kg-opbrengsten een grotere
invloed op het prijsniveau hebben
dan wijzigingen in het E.G.-areaal.
Wel blijkt de snelheid waarmee m.n.
vóór november wordt verkocht (het
zgn. verkooptempo) een goede gra
admeter te zijn voor de te verwach
ten prijs. De heer Zachariasse bena
drukte dat het ook voor de telers no
dig is dergelijke marktbepalende
faktoren te kennen en, ook al heeft
men de verkoopbranche afgestoten
naar een handelshuis, kritisch te vol-
zojuist:
verschenen:
Dr. ir. L.C. Zachariasse
59
Prijsgevoeligheid
Kg-opbrengst
Marktinformatie
Import en export
van aardappelen
Kwaliteit
Buitenland
Jaarverslag
Produktschap voor
Aardappelen
gen. Vandaar dat het jammer is dat
steeds minder informatie over de
markt beschikbaar komt. Dat geldt
zowel de prijs als de voorraadinfor-
matie.
-ij onderstreepte ook de prijsge
voeligheid van de aardappelteelt.
"Uitgaande van de situatie in
1980/1981 betekent voor het grotere
zuidwestelijke akkerbouwbedrijf een
prijswijziging van 1 gld/100 kg in
konsumptie- en pootaardappelen
een verandering in de arbeidsop-
brengst per ondernemer van ruim
3300,— In het centrale zeekleige
bied is dit zelfs ruim 4500,— Dit
onderstreept het belang dat de ak
kerbouwer heeft bij de prijsvorming
en afzet van zijn aardappelen".
Volgens het Produktschap voor
Aardappelen is in de maand juni
99.000 ton konsumptie- en indus
trieaardappelen uitgevoerd. Hier
door is de totale export van oogst
1980 op 1.123.500 ton gekomen.
Van de vorige oogsten is tot 1 juli
uitgevoerd:
oogst 1979 - 880.000 ton; oogst 1978 -
800.000 ton; oogst 1977 - 660.000 ton
en oogst 1976 - 838.000 ton.
In juni is 18.000 ton nieuwe aardap
pelen ingevoerd, waarvan uit Italië
11.000 ton, Malta 2.000 ton, Israël
2.000 ton, Frankrijk 1.500 ton en
overigelanden 1.500 ton.
(Voorlopig zullen geen cijfers over
de in- en uitvoer van aardappelen
bekendgemaakt worden.)
8
ij een kg-opbrengst van 35 ton
gaan de eerste 9 k 10 ct van de op-
brengstprijs weg aan direkte kosten.
Uit het meerdere moet de beloning
van de boer komen voor zijn arbeid
en voor zijn kapitaal wat in machi
nes, grond en gebouwen zit.
Als de kg-opbrengst geen 35 maar 40
ton is, maakt dat meestal geen ver
schil in direkte kosten zodat daaraan
ruim 1 ct minder per kg af te leveren
produkt weggaat.
Het effekt van een hogere kg-op
brengst op het bedrijfsresultaat moet
niet worden onderschat, zeker niet
vergeleken met bv. intensivering.
Bedrijven van 40 ha die van 1:5 naar
1:4 gaan, hetgeen voor sommige be
drijven in het Z.W.-kleigebied nog
mogelijk is, kunnen daarvan een
verbetering van het bedrijfsresultaat
van 100,— /ha verwachten. Niet te
verwaarlozen, maar hetzelfde effekt
wordt bereikt wanneer over het ge
hele bouwplan een kg-opbrengst
verhoging van 20% wordt gereali
seerd, aldus de heer Zachariasse.
Het Produktschap voor Aardappelen
heeft het jaarverslag over 1980 uit
gebracht. Nadat een aantal produkt-
schapszaken aan de orde is gekomen,
wordt nader ingegaan op de pro-
duktie en bestemming van poot-,
konsumptie- en zetmeelaardappe-
len. Uitvoerig komt de EEG-zet-
meelregeling aan de orde evenals de
slapende EEG-aardappelmarktor-
dening. Het jaarverslag wordt afge
sloten met een overzicht van de op
pervlakten en opbrengsten van
aardappelen in de wereld.
)r. ir. L.C. Zachariasse
op de Nederlandse konkurrentiepo-
sitie. Gezien de stabilisering van de
konsumptie per hoofd van de bevol
king en een hooguit gelijkblijvende
bevolkingsomvang in ons huidige
afzetgebied worden we gekonfron-
teerd met een stagnerende markt.
Dat noodzaakt tot verlegging van
handelsstromen naar nieuwe mark
ten en een betere aanpassing aan
bestaande markten.
Voor de Nederlandse landbouw is
het dan ook van levensbelang dat de
E.G. een open binnenmarkt houdt
die wat aardappelen betreft zo vrij
als maar mogelijk moet blijven.
Als het op open konkurrentie met
andere landen aankomt ziet hij voor
onze landbouw zeker perspektieven:
de geschiktheid van onze bodem
voor gemechaniseerde intensieve
produkties, de vooraanstaande
plaats op het gebied van de gewas-
produktiviteit en de goede infras-
truktuur werken in ons voordeel.
Bovendien is de Nederlandse, in
tegenstelling tot de Franse en Engel
se, landbouw al ingespeeld op een
hoog loonniveau.
De grotere vraag naar verwerkte
produkten doet de behoefte aan
grotere aardappelen - vooral later in
het seizoen - toenemen. De Neder
landse akkerbouwer zou zijn voor
sprong t.o.v. zijn buitenlandse kolle
ga's kunnen vergroten door via ge
scheiden bewaring van kleine en
grote maten hierop in te spelen, zo
meent de heer Zachariasse.
Het Aardappelexportbedrijf C. Meijer BV te Kruiningen heeft
onlangs enige proefrooiingen gedaan van het nieuwe aardap
pelras Arkula. Meijer heeft de Arkula geselekteerd uit Oost-
Duitse zaailingen. Het ras is in het eindstadium van de ras-
senlijstbeproevingen bij het RIVRO in Wageningen en zal dus
op korte termijn op de rassenlijst verschijnen. Sterk punt van
de Arkula is dat het een zeer vroeg ras is dat goed geschikt is
voor de vroege export. Arkula is een konsumptieaardappel,
sterft vroeg af maar kan groen gerooid worden. De aardappel
heeft een neutrale smaak. De opbrengst van enige proefrooi
ingen op 6 juli waren na aftrek van 10% op verschillende
percelen. Perceel A: 40/23,4 ton/ha. perceel B: 28,8
ton/ha perceel C: 20 ton/ha. Perceel A: 0/40 3,3
ton/ha; perceel B: 2,4 ton/ha; perceel C: 4 ton/ha.
Op de foto wordt het resultaat van een proefrooiing op een
perceel van de heer A.W.C. van Nieuwenhuyzen te Tholen
belangstellend bekeken.
AKKERBOUW
EEN GOEDE HULP die hard
werkt en nog geld opbrengt bij het
afscheid nemen, is eigenlijk te
mooi om waar te zijn. Toch kan
hetDenk maar eens aan schapen
op graszaadpercelen. Ze selekte-
ren, ze zorgen voor het kort hou
den van het gras, ze hebben "gou
den pootjes" om het land aan te
trappen en ze zorgen voor organi
sche bemesting. De schapen ko
men op ziekte-vrije grond, daarom
groeien ze uit dank erg goed.
Eventueel kunnen ze gemakkelijk
worden bijgevoerd met overtollige
akkerbouwprodukten. Wat toe
zicht en een goede afrastering is
uw taak.
NOG EVEN EN HET land ligt
weer vol stro. Wat moet er mee
gebeuren? Nu dat is eenvoudig,
verkopen is het beste. Want stro
hakselen en inwerken en nog 200
kg kas per ha strooien voor een
goede vertering kost ook niet wei
nig. Koolzaadstro en nat schim
melend stro, karwij- en blauw-
maanzaadstro komen wel voor de
ze hakselmethode in aanmerking.
Maar verkopen is het beste.
NOG STEEDS IS ER geen een
sluidend advies voor bewerking
van de ondergrond door middel
van veel trekkracht en één of
meerdere woellichamen. Wel is
bekend dat dieper werken dan 50
cm gevaarlijk is voor nog meer
verdichting van de ondergrond en
werken in natte grond is altijd
slecht. Het valt vaak tegen eens
mechanisch de ondergrond te ver
beteren. Bekijk het profiel in de
grond eerst goed door een gat te
graven, zowel voor als na een
werkgang. Dus niet rijden op hoop
van zegen, omdat de buurman het
ook doet. Daarvoor is de olie te
duur.
KOMBINEN ZONDER verlie-,
zen, is nog steeds een grote kunst.
Niet het vele is dan goed, maar het
goede is veel. Dus niet te snel rij
den, maar konstant doorrijden, dat
is fje vakman. Loonwerkers willen
hektares maken, maar kontroleer
regelmatig of het stro goed uitge-
dorst is en dat er niet te veel zaad
met het stro naar buiten komt.
Vooral percelen met graszaad er in
voor 1982 moet U ekstra precies
dorsen. 200 kg zaad voor opslag
ligt er bij iets minder sekuur dor
sen al gauw op het land.
KNOLSELDERIJ VRAAGT
een zware bemesting, 300 kg N,
150 kg P205 en 300 kg K20. Door
deze bemesting in 2 of 3 keer te
geven, krijgen we het beste resul
taat. De 2e bemesting eind juli en
de 3e begin september. Maar dan
ook niet later, want in september
moet dé knolselderij alle zeilen bij
kunnen zetten om hard te groeien.
VEEHOUDERIJ
VOORJAARSKA L VEREN
worden dikwijls de gehele zomer
binnengehouden. In deze periode,
met vaak warm weer, kunnen vi
russen en bakteriën zich in sterke
mate vermeerderen en door de ho
ge besmettingsdruk de kalveren
ziek maken. Er is nu volop plaats
in de gebouwen, breng daarom de
dieren eens in een andere stal met
veel frisse lucht, zodat U de be
staande kalverstallen eens goed
kunt schoonmaken. Alleen goed
gezonde dieren kunnen vlot door
groeien.
NAAST HET OPRUIMEN van
het erf is onderhoud aan de ge
bouwen een goede bezigheid voor
de zomer. Vergeet daarbij het
hang- en sluitwerk niet, want dit
heeft het meeste te lijden. Door op
tijd het houtwerk te schilderen of
met karbolineum te behandelen,
knapt het niet alleen erg op, maar
het materiaal gaat ook langer mee.
HOE VAAK HOREN WE het
niet van de boer zelf, dat in deze
tijd met grote uitgaven, men toch
ook op de kleintjes moet letten.
Voor een luttel bedrag kunt U
deelnemen aan het projekt "melk-
kontrole/veevoeding". Na opgave
van het ruwvoederrantsoen, eens
per 3 a 4 weken, krijgt U steeds
weer een advies hoe veel of hoe
weinig krachtvoer een koe nodig
heeft voor de produktie van melk.
Het is een vorm van kostenbewa
king voor het krachtvoer.