T
Over erven
en erfenissen
(IV en slot)
I
Afscheid ir. M.A. Mulders
Successierecht in België
Successierecht
KNLC-kommentaar met
vakantie
Schijven
n het vorige artikel gingen we in op de z.g.n. legitieme rechten die de
Nederlandse wet toekent aan enkele kategorieën erfgenamen. Wij ga
ven daarbij ook aan op welke legitieme portie deze legitimarissen altijd
aanspraak kunnen maken. Over de wijze waarop de grootte van deze
portie berekend wordt willen we nu allereerst nog iets zeggen.
O,
m te beginnen wordt de waarde
van alle bezittingen van de overle
dene bepaald en verminderd met
zijn eventuele schulden. Schenkin
gen die de overledene bij zijn leven
heeft gedaan worden voorts bij de
erfenis geteld. Het vermogen waaro
ver de legitieme portie wordt bere
kend bestaat dus uit de boedel ver
minderd met schulden maar ver
meerderd met alle schenkingen die
de overledene ooit deed. Met een
voorbeeld willen we proberen wat
duidelijk te maken hoe daaruit vol
gens de wettelijke regels de legitieme
portie wordt berekend.
Stel voor een gezin waarvan moeder
niet meer in leven is, overlijdt ook
vader. Hij laat een bezit na van
100.000,— maar er is een schuld
van 20.000,— Erfgenamen zijn 3
kinderen. Vader heeft bij zijn leven
in totaal 40.000,— geschonken aan
verschillende familieleden. Bij het
vermogen van vader 100.000,— -
20.000,— 80.000,— moet nu
deze 40.000,— worden opgeteld.
De legitieme portie wordt dan bere
kend over totaal 120.000,— en be
draagt voor elk van de kinderen lA
'van dit bedrag is 40.000,— x 3A
30.000,— Verdeling van de erfe
nis zonder rekening te houden met
de schenkingen zou er toe leiden dat
ieder kind maar 26.667 kreeg. Hun
legitieme portie is dus aangetast door
de schenkingen.
We hebben er eerder al op gewezen,
dat een legitimaris op kan komen
tegen schending van zijn legitieme
portie. In zo'n geval moeten b.v. le
gaten die bij testament werden ver
maakt ook worden ingekort en
schenkingen moeten worden inge
bracht. Schenkingen die een overle
dene bij zijn leven deed aan afstam
melingen in de rechte lijn (kinderen,
kleinkinderen, achterkleinkinderen)
moeten altijd worden ingebracht bij
de verdeling van de nalatenschap.
Deze worden beschouwd als een
soort voorschot op de erfenis. Wel
kan de overledene bij testament vrij
stelling hebben verleend van de ver
plichting tot inbreng. Deze vrijstel
ling geldt dan echter alleen maar
voorzover daarmee niet de legitieme
rechten van andere erfgenamen
worden geschonden.
ot slot nog iets over het succes
sierecht, de belasting die door de
staat wordt geheven van alles wat ie
mand bij vererving krijgt. Sinds 1 ja
nuari 1981 zijn daarvoor nieuwe re
gels van kracht. Allereerst gelden er
bepaalde vrijstellingen. De belang
rijkste daarvan luiden thans als
volgt:
voor de overblijvende echtge
noot: 368.550,— Hierop wordt
de gekapitaliseerde waarde van
pensioenen (uitgezonderd de uit
kering AOW/AWW) in minde
ring gebracht tot een maximum
van 250.000,-
voor kinderen tot 23 jaar:
5265,— voor ieder jaar dat het
kind jonger is dan 23 jaar, doch
minimaal 10.530,—
voor kinderen ouder dan 23 jaar:
10.520,—mits het totaal van
wat zij verkrijgen niet meer dan
31.590,— bedraagt;
voor ouders: 52.650,—
voor andere bloedverwanten:
10.530,—mits de verkrijging
niet groter is dan 10.530,—
voor met de overledene samen
wonenden: onder bepaalde voor
waarden 105.300,—
Over deze bedragen wordt dus geen
successierecht geheven. Over alles
wat men meer verkrijgt dan de hier
genoemde vrijgestelde bedragen
moet deze belasting wel worden be
taald. Het daarvoor geldende tarief is
weergegeven in de bij dit artikel be
horende tabel. Op de daarin ge
noemde bedragen en op de bedragen
van de vrijstelling wordt jaarlijks een
inflatiekorrektie toegepast.
Wij willen hiermee deze artikelen
reeks over erven en erfenissen af
sluiten. Geprobeerd is daarin iets
weer te geven van de grote lijnen van
ons erfrecht, zonder daarbij tot in
details af te dalen. Wie meer speci
fieke informatie over dit soort zaken
nodig heeft, zal er goed aan doen
zich daarvoor tot deskundigen te
wenden.
Sj. de Haan
Enige tijd geleden hebben wij in ons
gebied afscheid genomen van ir.
Mulders. De heer Mulders is van
veel betekenis geweest voor de
rundveehouderij in onze regio.
Misschien is het als inleiding goed
even een kleine beschrijving te geven
van de aard van ons graslandbedrijf,
dat 26 ha groot is met 2 kavels achter
de boerderij van respektievelijk 9 en
7 ha en over de weg, voor de boer
derij, 10 ha, alles met een goede lig
ging door de ruilverkaveling. 929
v.e. waarvan 70 stuks melkvee met
een produktie van 7000 kg melk,
4.10% vet, 3.40% eiwit. Het vee is ge
huisvest in ligboxenstallen.
Nu wil ik inhaken op de beweiding
die we toepasten van 1950-1977; een
dagrantsoenbeweiding. Dit wil zeg
gen dat men 2x per dag de melk
koeien een nieuw rantsoen geeft.
Het rantsoenbeweiden gaf nogal wat
problemen naarmate de koppel
koeien groter werd. Het is uit de
praktijk bekend dat koeien, wanneer
ze op een kleine oppervlakte worden
gehouden, bij regen gaan trekken
voor de regen uit met als gevolg dat
het grasland gaandeweg slechter
werd door vertrapping. Het direkte
gevolg hiervan was weer dat we
vooraan het perceel paardenbloe-
men en tuintjes gras kregen, in het
midden van het perceel de meest ge
wenste grassen en achter aan de
kweek met nog wat minder goede
grassen als gevolg van te weinig be
weiding. De konklusie is niet moei
lijk: het grasbestand was slecht.
In mei 1977 hadden we weer een
koude, natte periode en deden we de
koeien, vanwege de vertrapping op
stal.
Toen ontmoette ik de heer Mulders
op de werktuigendagen in Liempde
en er volgde een gesprek over het feit
dat ik de koeien weer op stal had
i.v.m. de vertrapping. Ik kreeg te ho
ren, dat het mijn eigen schuld was.
Morgen ga je al de draden opendoen
en je zorgt in jouw geval datje voor je
70 koeien zo'n 6 k 7 ha land hebt voor
de beweiding. Laat ze daar maar
op". Dat was nogal wat: van da
grantsoen naar standweide (moder
ne standweide) d.w.z. om de 2 k 3
weken 250 k 300 kg kas strooien als er
vee loopt. Maar hebben hier nu vier
jaar ervaring mee en de resultaten
zijn goed. Op dit moment hebben we
al 160% gemaaid.
De voordelen zijn:
1. betere grastoestand en meer op
brengst
2. minder landverlies doordat loop-
en rijbanen niet aanwezig behoe
ven te zijn, dat scheelt in mijn
geval 0.62.50 ha.
3. doelmatiger werken:
a. doordat je niet zo vaak kunst
mest behoeft te strooien;
b. grotere percelen voor de be
werking zoals maaien en
schudden;
Tarief van het successierecht
Verschuldigd is als geërfd of verkregen wordt door:
Belaste verkrijging
0
26.325
52.650
105.300
210.600
421.200
1.053.000
26.325
52.650
105.300
210.600
421.200
1.053.000
en het hogere
bedrag van de
belaste ver
krijging.
I.
Echtgenoot, kinderen; af
stammelingen in de 2e of ver
dere graad (kleinkinderen,
achterkleinkinderen) 1); een
verkrijger (niet de echtgenoot)
behorend tot de bloedver
wanten in de rechte lijn of in
de zijlijn tot en met de tweede
graad, die tot het tijdstip van
het overlijden samen met de
erflater gedurende een aan
eengesloten periode van ten
minste 5 jaar een gemeen
schappelijk huishouden heeft
gevoerd, mits zowel de erflater
als de verkrijger de 35 jarige
leeftijd heeft bereikt.
a)
0
1.316
3.422
9.740
25.535
65.549
210.863
b)
5
8
12
15
19
23
27
1) Voor afstammelingen in
de 2e of verdere graad be
draagt de belasting het
hier vermelde, vermeer
derd met 60% daarvan.
II.
Broers en zusters; bloedver
wanten in de rechte opgaande
lijn; een verkrijger (niet de
echtgenoot), niet behorend tot
de bloedverwanten onder I.
genoemd en die tot het tijdstip
van overlijden samen met de
erflater na hun 18e jaar gedu
rende een aangesloten periode
van tenminste 5 jaar een ge
meenschappelijke huishou
ding heeft gevoerd.
a)
0
6.844
14.742
33.169
74236
166.900
470.164
b)
26
30
35
39
44
48
53
III.
Andere verkrijgers, uitgezon
derd de rechtspersonen, die
vallen onder het tarief van
11%.
a)
0
10.793
22.639
48.964
105.826
230.080
628.114
b)
41
45
50
54
59
63
68
c. minder afrastering dus min
der kosten aan palen en draad
en arbeid;
d. geen onderhoud aan kavelpa
den;
e. geen vuile uiers in de mod
derpaden.
Nu is er op bescheiden schaal on
derzoek naar modern standweiden
aan de gang. Het is echter wel jam
mer dat er na 4 jaar streven van een
voorlichter niet naar buiten kan ko
men. Er is zelfs een spreekverbod
over dit onderwerp.
Nu je vertrekt Mulders, wens ik je
veel sukses in je nieuwe karriëre. Het
zal dikwijls wel stroomopwaarts
roeien blijven want ik las onlangs
nog iets over Rantsoenbeweiding of
omweiden. Dat was een proef op de
Wegens vakantie zullen we de
bijdrage van de KNLC-voorzitter
ir. D. Luteijn enige weken moeten
missen! Zijn kommentaar vervalt
reeds deze week. In het nummer
van de 28ste augustus hopen we
zijn eerste bijdrage weer te kun
nen plaatsen.
(red.)
proefboerderij Heino. Daar kwam
een voordeel uit van 80,— per ha
in het voordeel van de rantsoenbe
weiding. Jammer dat "modern
standweiden" er niet bij was in de
proef en dat er niets bij stond van het
aantal koeien dat erin betrokken
was.
G. Boom
Broeksestraat 30,
Babyloniënbroek (N.br.)
V ermogensbezit is door de eeuwen heen steeds een dankbare bron van
belastingheffing geweest. Vermoedelijk ligt de oorsprong van de Suc
cessiebelasting in de bloeitijd van het oude Egypte. Het vermoeden
bestaat dat de Romeinen de door Augustus ingevoerde successiebelas
ting daaraan hebben ontleend.
O ok in de ons omringende landen is een successiebelasting van kracht en
gelet op het gegeven dat onze provinciegrens gedeeltelijk ook de grens met
België vormt, wil, ik u iets over deze belasting in België vertellen.
Net als in Nederland is het successierecht verschuldigd over de waarde van de
verkrijgingen krachtens erfrecht als gevolg van het overlijden van natuurlijke
•personen die hun laatste woonplaats in België hadden. Waar een bepaald
bezit is gelegen is niet belangrijk. Dit kan dus het buitenland zijn. Er wordt
dan echter wel op bepaalde wijze rekening gehouden met de elders ver
schuldigde rechten.
Evenals bij ons is het tarief opgebouwd uit een aantal schijven. Voor de
berekening van het recht moet elke schijf worden berekend tegen het daarbij
behorende percentage, totdat men komt aan het totaal bedrag der verkrijging.
Onderstaand voorbeeld maakt zulks duidelijk. Een belangrijk verschil met
ons is echter dat de vrijstelling niet het totaal bedrag der verkrijging vermin
dert en daardoor in feite van de bovenste schijf afgaat, maar dat de vrijstel
ling wordt toegerekend aan de voet van de tabel en daardoor inmindering
komt op de eerste schijf. Het gevolg is dat een vrijstelling voor elke verkrijger
het zelfde belastingvoordeel oplevert, ongeacht de grootte van de verkrijging.
De tarieventabel is door mij omgerekend naar bedragen in guldens om mak
kelijker te kunnen vergelijken met ons eigen tarief.
Bij de omrekening heb ik gemakshalve enige afronding toegepast.
Schijf van de verkrijging
1)
2)
3)
4)
van
- tot
1
35.000
3
20
25
30
35.000
70.000
4
25
30
35
70.000
140.000
5
35
40
50
140.000
210.000
7
35
40
50
210.000
280.000
7
50
55
65
280.000
420.000
10
50
55
65
420.000
490.000
14
50
55
65
490.000
560.000
14
65
70
80
560.000
700.000
18
65
70
80
700.000
- 1.400.000
24
65
70
80
1.400.000
- en hoger
30
65
70
80
1) in rechte lijn (kinderen) en tussen echtgenoten
2) tussen broers en zusters
3) tussen ooms of tantes en neven en nichten
4) tussen alle andere personen.
Indien een kind 100.000,— erft van zijn ouders wordt de berekening van het
recht als volgt, rekening houdend met de vrijstelling ad. 35.000,-
eerste schijf (3% van 35.000,—vrijstelling
tweede schijf (4% van 35.000,— 1.400,—
derde schijf (5% van 30.000,— 1.500,—
(samen 100.000,—
2.900,-
Het Nederlands tarief voor kinderen en echtgenoten bedraagt tussen 5% en
27%, waarbij kan worden aangetekend dat de echtgenoten hier een veel
grotere vrijstelling genieten. De zelfde vererving voor een kind als hierboven
genoemd zou in Nederland aan recht 5.734,— kosten.
Dit betekent dat in België het tarief enigszins lager ligt dan in Nederland,
hetgeen ook blijkt uit de schijventabel.
Verkrijging
van
tot
Kost in
België
Kost in
Nederland
a) belasting over het eerste in de voorste kolom genoemde
bedrag
b) heffingspercentage over het gedeelte dat ligt tussen de
beide bedragen in de voorste kolom.
105.000
210.000
420.000
210.000
420.000
1.050.000
5è 7%
Ik 10%
14 a 24%
15%
19%
23% Veerbeek