O Opening nieuw kantoor Z.H.V. WINSTDELING EEN GOEDE ZAAK! H et wel is, dat de Z.H.V. Financieel goed boert en de kliënten op goede kondities er tegen konkurrerende premies kan verzekeren. N u kan er ontzettend veel als de kas vol is. Afgelopen week maakte de ziekenfondsraad bekend, dat de zie kenfondspremies drastisch omhoog moet van 8,6% naar boven de 9%. VERZEKERINGEN f. den hollanderln. lO tel: OIIOO- 24000 Let U wel goed op? D eze vraag kwam bij ons op toen wij onderstaan artikel van de heer Cevaal doornamen. Terecht vestigt hij de aandacht op de winstdeling van de Onderlinge Levensverzekering Maatschappij te Leeuwarden, bekend onder de naam O.B.F. H et was te voorspellen dat de pro duktiegroei in 1980 zou afnemen. De slechte gang van zaken in onze eko- nomie is daar niet vreemd aan. Als inkomens verminderen en lonen wor den gematigd, moeten er bezuinigin gen plaats hebben. Daarnaast de in storting van de woningmarkt. Het te ruglopen van hypotheekverstrekkin gen vanwege de zeer hoge rente, de instorting van de gehele bouwmarkt en het minder kunnen investeren in de agrarische sektor, kunnen als oor zaken daarvan worden aangewezen. Maar ondanks dat kan het OBF over de bereikte resultaten in het verslag jaar 1980 toch nog zeer tevreden zijn, temeer daar het aantal leden in 1980 slechts met 1871 steeg in tegenstel ling met 1979 toen het aantal leden met 2991 toenam. Een duidelijk be wijs dat de agrarische sektor mo menteel verzadigd is. De produktie zal de komende jaren weer meer moeten komen uit de portefeuille zelf door verhogingen en aanpassin gen van bestaande verzekeringen. Op zichzelf wel gezond, daar be staande polissen vaak vergeten wor den terwijl aanpassing vaak noodza kelijk is. H Restitutie premie is nooit weg! De wal en het schip Restitutie de voorgeschreven normen. Nu vin den wij een stevige reservepositie van uitermate groot belang. Fel tegen stander zijn wij overigens van het steeds opvoeren van de reserves. Dit betekent n.l. premie vragen terwille van het versterken van de reserve. En dan nog met de gedachte in het Afgelopen week is het nieuwe kantoor van de Onderlinge Ziektekos- tenverzekeringsmaatschappij Zuid en Noord, in de wandel Z.H.V. ge noemd, officieel geopend. Het Z.H.V. heeft nu een fraai nieuw kantoor, waarin het goed werken moet zijn en waar de service aan de leden optimaal kan plaatsvinden. Wij willen het bestuur, direktie en personeel van de Z.H.V. daarmede van harte komplimenteren. Al jaren hebben wij een goede samenwerking met de Z .H.V., een groot aantal leden en begunstigers van de Z.L.M. zijn er verzekerd en van daar ook, dat wij met meer dan gewone belangstelling het wel en wee van de Z.H.V. volgen. Het wee is, dat de premies jaarlijks omhoog gaan en intussen een bijna onbetaalbare akelige hoogte hebben bereikt. Om ieder misverstand te voorkomen, deze jaarlijkse verhoging van premie is een gevolg van het feit, dat de kosten van onze hoog gewaardeerde gezondheidszorg nog steeds blijven stijgen. Vanuit het parlement worden al ja ren pogingen aangewend om de on gebreidelde kostenstijgingen in de gezondheidszorg tot staan te bren gen, zonder daarbij overigens de kwaliteit van de gezondheidszorg aan te tasten. Wel daar zit het grote knelpunt. Zo dra er ergens in de lande fusieplan nen van bestaande ziekenhuizen aan de orde komen wat dan uitmondt in één modern nieuw ziekenhuis kun je als ziektekostenverzekeraar alvast wel rekening gaan houden met 50 tot 100% verhoging van de ligdagkosten. Tegenstander van zo'n plan mag je niet zijn want de patiënten hebben een betere ligging in zo'n modern ziekenhuis, een betere verzorging en vooral ook begeleiding, de modern ste apparatuur is aanwezig benevens een koor van specialisten, kortom de kwaliteit van de gezondheidszorg gaat met sprongen omhoog, althans dat is een redenering. Tevens zal de A.W.B.Z. premie om hoog moeten. Zeer waarschijnlijk zullen de partikuliere ziektekosten verzekeraars, waaronder de Z.H.V. hun premietarieven per 1 januari 1982 omhoog moeten en mogen doen. Terwijl je nu al hoort en leest, dat de premie onbetaalbaar gaat worden. Het Zilveren FCruis (bovenbouw van de ziekenfondsen) meent, dat het systeem van vrijwillige ziekenfonds verzekering op instorten staat. Dit vanwege het grote premieVërschil met de partikuliere ziektekostenver zekeraars. Als we de zaak nuchter w'illen bezien dan is het toch zo, dat een stap te ruggezet moet worden zodra de kas leeg is. Wij kunnen toch niet doorgaan met het ongebreideld opvoeren van de kosten voor gezondheidszorg; juist in een periode, dat we meer moeten bezuinigen. In dat opzicht hebben wij nog een opmerking met betrekking tot de Z.H.V. De Z.H.V. ontkomt uiteraard niet aan de kostenstijgingen van lig dag- en specialistentarieven. Die kosten heb je maar te betalen en als het budget niet groot genoeg is moet er via een premieverhoging geld op tafel komen. Nu hebben wij begrepen, dat de Z.H.V. een financieel gunstig 1980 heeft afgesloten. Dat is mede ook te danken aan een hoge-rente-op- brengst. In dat opzicht geen verschil met b.v. de O.V.M. van de Z.L.M. De Z.H.V. heeft echter besloten het totale batig saldo 1980 aan de reser ves toe te voegen. Daardoor is de re servepositie in procenten uitgedrukt van het premie-inkomen zeer aan zienlijk gestegen en zelfs ver boven wederom tot gunstige resultaten leidt daarvan via een restitutie een deel terug te geven aan de leden-verzeker den. Daarvoor is temeer een pleidooi te houden wanneer het bestuur van de Z.H.V. de toegestane jaarlijkse pre mieverhogingen ongekorrigeerd doorvoert. De leden moeten met steeds meer pijn de hoge premies op brengen en daarvan een deel terug ontvangen is nooit weg. En dat is bovendien iets wat een onderlinge van een partikulier bedrijf onderscheidt. Wij wachten met belangstelling af. de L. de Lange Nadat vrijdag 17 oktober 1980 de "eerste" steen werd gelegd kon het nieuwe Z.H.V.-pand 17 juni j.I. offi cieel in gebruik worden genomen. achterhoofd als het even kan niets van de reserve op te nemen. Het zou de Z.H.V. als onderlinge ook vast niet misstaan om, wanneer 1981 Op treffende wijze geeft de heer Ce- vaal aan wat deze winstdeling van het O.B.F. betekent voor de verzekerden, 't Is waarachtig geen kleinigheid. Vraagt U maar eens aan de maat schappij waar U een levensverzeke ring lopende hebt welke uitkering U te wachten staat wanneer de uitke ringsdatum daar is. Je zou toch mo gen verwachten, dat de kandidaten voor een levensverzekering bij het O.B.F. in de rij staan en dat is toe vallig niet het geval. In tegenstelling tot enkele levensverzekeraars, die in hun jaarverslagen een produktiegroei vermelden, moet het O.B.F. in haar verslag over 1980 een geringere pro duktiegroei vermelden. Dat is de reden, dat wij als kop ge bruikten "let U wel goed op?" An ders gezegd, laat U zich wel goed voorlichten voordat U een levens verzekering sluit? Wij stellen de vraag niet zomaar want het is ons bekend, dat veel levensverzekerin gen zijn en worden gesloten bij an dere maatschappijen. Nu bent u ge lukkig vrij in het sluiten van een le vensverzekering waar U dat wil. Of het een verstandige keuze is is dan uiteraard een ander verhaal. Van daar, dat wij U toch npg eens met klem wijzen op onze eigen buiten dienst, die U daaromtrent, zonder enige verplichting uwerzijds, goed kunnen voorlichten en voorrekenen. De L. nze eigen O.V.M. van de Z.L.M. heeft enkele weken geleden met gepaste trots een winstuitkering in de vorm van restitutie van premie over het jaar 1980 bekend gemaakt. Met dezelfde trots kondigt de Onderlinge Levensverzekeringsmaatschappij te Leeuwarden, beter be kend in agrarische kringen onder de afkorting OBF, haar uit te keren winstpercentage op polissen die in 1981 tot uitkering komen aan. Het OBF is al vanouds een onderlinge met een zeer goed winstdelingssys- teem. Reeds vanaf haar geboorte in 1921 kunnen zij wat dat betreft als "schoolvoorbeeld" dienst doen. De overschotten worden kumulatief bijgeschreven op de toekomstige basisuitkeringen. Wij als Voorlich tingsinstituut van de ZLM werken al vele jaren nauw samen met deze Onderlinge Maatschappij omdat zij zeer zeker in onze eigen struktuur van werken past. Het onderlinge karakter wordt door de winstdelings- systemen duidelijk geïllustreerd. Terecht hangt zowel het OBF als de OVM van de ZLM haar vlag in top, waarop zij haar winstuitkering over het verslagjaar 1980 aankondigt. Vandaar onze hechte relatie met het OBF. Winstpercentage OBF van 18,7 naar 21,3% O, ndanks een lagere produktie groei tengevolge van de minder rooskleurige ekonomische omstan digheden waarin wij met z'n allen verkeren, maar vooral dank zij de hoge rentestand waarvan een verze keringsmaatschappij kan profiteren kon het OBF in 1980 een winstsaldo boeken van 14.658.912,— tegen over 11.350.434,- in 1979. Op grond van dit hoge winstsaldo kon het winstpercentage dat aan de OBF-verzekerden toekomt worden verhoogd met 2,6%. Dientengevolge zullen de in 1981 tot uitkering ko mende verzekeringen worden ver hoogd met 21,3% m.a.w. u bent met uw OBF-polis na 1971 gesloten der halve 21,3% hoger verzekerd dan op' de polis is vermeld en op welke be dragen destijds de toch al lage pre mie is afgesteld. Stel dat u een ver zekering hebt van 100.000.- ver zekerd kapitaal en deze polis komt in 1981 tot uitkering dan krijgt u 121.300,— uitbetaald. Ook nieuw te sluiten verzekeringen delen on middellijk en volledig mee in het ge noemde winstpercentage van 21*3% met als enige beperking dat voor verzekeringskontrakten, met een kortere looptijd dan 10 jaar, een ver minderd percentage geldt. Dat laat ste is een vrij logische zaak en ver dedigbaar. Voor alle duidelijkheid is het goed te vermelden dat op OBF-polissen ge sloten voor 1971 reeds in 1960 en 1970 winstbijschrijvingen plaats hebben gehad. Per 1 januari 1971 hebben de polishouders voor het Wat doen we, de winst delen of re serveren? laatst bericht gekregen van een ver hoging van het verzekerde bedrag. Over dat verzekerde bedrag wordt nu 21,3% extra uitbetaald als de polis in 1981 tot uitkering komt. In deze tienjarige periode t.w. 1 januari 1971 tot 31 december 1980 is dus wederom 21,3% winst voor haar deelnemers bijgeschreven. Op verzekeringen, welke in 1981 na 25 jaar de eindda tum bereiken wordt thans dienten gevolge meer dan 50% extra uitbe taald. Dat is beslist een extra ver melding waard. Uit alles blijkt dat het karakter van een goede onder linge met zich mee brengt, dat al haar leden, zowel de huidige als de toekomstige, zoveel mogelijk op ge lijke voet worden behandeld en zo veel mogelijk van de bedrijfswinsten mogen profiteren. Voor velen onge twijfeld een welkome aanvulling op de uitkeringen anno 1981 of later. Aantoonbare resultaten! Wat de resultaten betreft in het kort het volgende: het gekapitaliseerde verzekerde bedrag nam met 6,65% toe tot 3.435.930.017,- In 1979 nam het toe met 10%. De premies tand nam toe met 26.380.411,— dat is 8.22%, was vorig verslagjaar 10%. Het winstsaldo in 1980 was groot* 14.658.913,— dat is bijna 30% meer dan in 1979. Dit laatste vooral dank zij de hoge rentestand die het OBF ontvangt voor uitgezette gelden. Premievrijstelling bij invaliditeit de wenselijkheid daarvan niet in dan kan dat recht op de polis uitgesloten worden en krijgt men een korting van 2% op de jaarpremie. Schrijver langs de weg is een groot voorstander om deze vrijstelling te handhaven en de premievrijstelling bij invaliditeit te handhaven. De praktijk bewijst dat bij het intreden van invaliditeit de premiebetaling bezwaarlijk wordt en de verzekering die dan destemeer nodig is afgekocht of premievrij wordt gemaakt omdat de premie niet meer betaald kan worden. In toene mende mate wordt de laatste jaren ook bij het OBF een beroep gedaan op het recht van vrijstelling van pre miebetaling wegens invaliditeit. In 1980 werd dit recht in 172 gevallen toegekend. De premiederving hieruit voortvloeiende was per 31 december 420.121,— verdeeld over 1086 verzekerden. Het is niet zonder re denen dat de verzekeringsmaat schappijen deze vrijstellingen liever maar kwijt willen en daarom meent schrijver dat u iets goeds moet handhaven en bij het sluiten van nieuwe polissen moet insluiten. Waarvan akte! et afgelopen verslagjaar heeft men de keuze kunnen maken of men al of niet de vrijstelling van premie betaling wegens invaliditeit gedekt wil houden en opnieuw te sluiten polissen gedekt wil hebben. Ziet men Goede service Schrijver hoopt dat hij de lezers van zijn artikel ervan overtuigd heeft dat OBF en OVM beide goede onderlinge verzekerings maatschappijen zijn. Het zijn on- derlingen die dank zij hun struk tuur goede winsten maken en de ze winsten aan hun verzekerden laten toekomen. Een ZLM-lid zei eens tegen schrijver langs de weg: "Ik doe beslist geen zaken met mensen die geen winst maken. Zulke lieden kunnen geen goede ^ervice geven". Dit vaststellende kan dit trouwe ZLM-lid beslist zaken doen met het OBF en met zijn eigen OVM, want deze heb ben beiden in zich: goede winsten en een objektieve service. Geef ons de kans dat objektieve advies aan u uit te brengen. Cevaal 9

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 9