W anneer we de notities in onze dag- en bouwboeken van de laatste jaren vergelijken, dan komen we tot de konklu- sie, dat er een klimaatsverandering in ons boerenlandje aan de gang is. Bij hoge temperaturen kregen we vroeger vrij van school, omdat het te warm was om te leren. De maaiers zochten dan op 't heetst van de dag wat verkoeling in de schaduw van de bomen. In de winterperiode kon het wekenlang vriezen en menig voor- en najaar was precies zoals we het wensten. Het leek allemaal volgens een vast patroon te verlopen, maar bij nader inzien zijn er ook vele variaties geweest. H et totale klimaat bepaalt mede het optreden van schimmelziekten, insektenplagen en de groei van on kruiden en van gewassen. Schim melziekten preferen in het algemeen nat en warm weer. Gele roest in tar we geeft echter de voorkeur aan koud en vochtig weer. Het huidige weertype van warm met af en toe een buitje regen is ideaal voor een vlotte vermeerdering van de insekten. In I n onze huidige bedrijfsvoering zijn we gevoeliger geworden voor de weersomstandigheden. Bij diverse teelten zullen we daar terdege reke ning mee moeten houden. De boer van vroeger kende dit niet en keek alleen naar de lucht en naar de ba rometer. Een nog vroegere generatie hield zijn bedrijf schoon door zijn "land te braken". Hoe zij het versierd hebben is voor ons nog een raadsel,. Veel werd er toen gedaan met de stoppelploeg, de kultivator en eggen. Verder werd getracht zware gewas sen te telen om zodoende het on kruid de baas te blijven. Wij zijn nog steeds in strijd met diverse moeilijke onkruiden zoals dokken, kweek, melkdistel, kleefkruid en aardappe lopslag. Leden tarwestudieklub: wie krijgt hoogste opbrengsten? Bijblijven of achteruitgang De verpleging in de verdrukking Tijd voor proefveldenbezoek Strengere kontrole op fraude in Italië geyraagd Het boerenvak wordt er niet eenvoudiger op Toprol Een raadsel In het LAND VAN HULST staan de gewassen er over het algemeen goed voor. De bodemherbiciden hebben hun werk gedaan, zodat de toekomst er voor de meeste boeren goed uit ziet. Wat het weer betreft zijn we er gezegend vanaf gekomen, wel te ver staan met andere streken vergeleken. Alleen een gedeelte van de kring om Hulst is geteisterd door regen en vooral hagel, hetgeen de nodige schade teweeg bracht, door de grote stenen. De tarwe staat er veelbelovend voor. Door de vele regen doet zich hier en daar stikstofgebrek voor, zodat velen een extra gift gegeven hebben. De derde strooigang is inmiddels ook uitgereden. Op veel percelen is al vroeg tegen meeldauw gespoten, ter wijl de afrijpingsziekten voor de deur staan. De bieten die gezaaid zijn, zijn ook allemaal goed boven de grond geko men, ze hebben daarna nogal wat last gehad van 't bietenkevertje en vooral op de "bonte grond" van de bodemherbiciden. Het gevolg is wel, dat de bieten er toch wel goed voor staan, met weinig onkruid. Dit kan men niet zeggen van de aardappelen. Men is nu pas klaar met frezen, gelukkig is er daarbij een flinke laag onkruid verwoest. Hoe moet het echter met het onkruid, dat nog moet kiemen? Er zitten vast nog miljoenen zaadjes in de grond. Dit is mooi te zien op die stukjes, waar vergeten is te spuiten. De uien staan er ook goed voor; eveneens weinig onkruid in de per celen. Evenals andere gewassen, zoals erwten. Pas geleden werden we opgeschrikt door het "luizen bericht". Er werd dan ook driftig gekontroleerd en zo nodig gespoten. Op de meeste plaat sen bleek het spuiten niet nodig te .zijn. Er zijn altijd weer percelen die drei gen te mislukken; voor het grote deel door veel regen en hagel, maar ook door fouten van de teler. Deze risi- ko's kunnen door de teler wel gedra gen worden, het zijn de dingen daarnaast die het ons zo moeilijk makenT Iedereen probeert zijn risi- ko's af te wentelen, zodat ze uit eindelijk toch weer bij de teler be landen. Er wordt ook zo royaal ge daan, vooral met subsidies, inder daad lijken het grote bedragen, maar wat er tenslotte van overblijft voor de aanvrager na aftrek van WIR BTW inkomenstenbelasting e.d., wil nog wel eens tegenvallen. Het lijkt toch weer op het bekende kluitje, waar we mee in het overbekende riet gestuurd worden. In de Kring is er ook druk vergaderd en gestemd voor een voorbereidings kommissie voor de ruilverkaveling van de Hoogland en de Nijspolder. Het zijn de eerste stappen van een lang proces. Het is echter beter dan die stappen niet te doen, want dan gaan we nog sneller achteruit. Ook onze studieklub is weer aktief met ekskursies en zelfs een reisje naar kollega's in Groningen. Ook hier geldt... meedoen... anders... Op SCHOUWEN-DUIVELAND - we schrijven 6 juni - hebben we het weer in de laatste week van mei en in de eerste week van juni niet meege- had. Het voorlaatste weekend in mei viel bijna geheel in het water en de laatste dag van mei werden we weer goed bedeeld (in een korte tijd 18-30 mm). Het gevolg is dan ook zo, dat op vele percelen het vele water zijn spo ren heeft nagelaten. We zien daar waterplassen, geen opkomst of achterstand in groei en voor vrij wat percelen betekent dit opbrengstder ving. Door dit ongunstige weer in de afge lopen 14 dagen was er ook minder mogelijkheid voor goede verpleging. Als aan dit laatste iets schort, bete kent het veelal dat er mankementen ontstaan. In Schouwen is de situatie slechter dan in Duiveland. Momen teel zijn door de groei van de gewas sen de vele manko's daarin aan het oog onttrokken. Wanneer we nu de situatie t.a.v. de gewassen bekijken, moeten we stellen dat de stand overal lang geen voldoende krijgt. T.a.v. ziekten en plagen kunnen we geluk kig spreken van een ruim voldoende. Ondanks de minder gunstige voor jaarsomstandigheden zijn bij de wintertarwe eind mei toch weer de eerste aren te voorschijn gekomen. Aantasting door meeldauw komt niet in erge mate voor. Daar waar nodig zijn op tijd maatregelen geno men om uitbreiding te voorkomen. Roest nog niet gekonstateerd. Van de zomergranen vertoont de zomergerst het meest de gevolgen van de on gunstige weersomstandigheden. Bij dit gewas zal de opbrengstderving wel het grootst zijn. De gewassen groeien nu goed, jammer van die mankementen op zovele percelen. De onkruidbestrijdingsmiddelen hebben over het geheel goed ge werkt. Plaatselijk nog al last van aardappelopslag. Bij de aardappelen 8 Het was maandag 1 juni een vreemde toestand op NOORD-BEVELAND. .Was men in het oosten bieten aan het schoffelen, in het westen van ons toch kleine, gebied was men bezig om greppeltjes te graven om overtollig water kwijt te raken. De regenmeters signaleerden daar zondagmiddag tot meer dan 40 mm. Plaatselijk was ook nog hagel gevallen, terwijl men in het oosten best tevreden was met het buitje van 3 mm. Dinsdagmorgen kwam er nog een plons bij en weer was de verdeling zeer ongelijk en weer was hét de Kamperlandse hoek die het meeste kreeg. Nu, bijna een week later, wordt de schade zichtbaar en hoewel van bedrijf tot bedrijf verschillend, iijk^t die vooral in vlas, bieten en aardappelen, aanzienlijk. Toch is zulk wisselvallig weer een normaal boerenrisiko, dat we alle maal kennen en waarmee we alle maal vroeger of later te maken krij gen. De onweersbuien die in Den Haag en Brussel tpt ontwikkeling komen, kunnen we echter niet tot onze normale risiko's rekenen. Was het altijd al zo, dat onze inkomens door de maatregelen der bestuurde- ren niet op peil gehouden werden, nu lijkt het erop dat de heren buien uit zitten te broeden, waarbij die 40 mm nog slechts een groeizaam meire gentje kan worden genoemd. Denkt u eens aan de suikerprijzen. "Men" leest in de krant prijsstijging een procent of 5, maar daar staat niet bij, dat als de suikerprijs op de wereld markt tegenvalt, u wel weer eens met 70,— per ton tevreden zult moeten zijn. Studieklubs Terug naar de praktijk. Ook in ons gebied floreren de studieklubs en groepen. Het lijkt ons, dat we hier mee ons voordeel kunnen doen. Uit wisselen van gegevens, het bekijken van eikaars gewassen en onkruiden, het krijgen van wat men in medische kringen een "second opinion" noemt, het zijn allemaal dingen die ons in ons vakmanschap ten goede kunnen komen. Zo kennen we onder Kats een tar westudieklub, voortgekomen uit ZLM-afdelings initiatief, die zeer enthousiast probeert de best moge lijke resultaten te krijgen. Van 180-200 kg zaaizaad, 240 kg N- voorraad in drie keer en een keer of acht spuiten lijkt men daar niet al te gek op. Prof. Darwinkel vond het no gal bar (en blauw) en misschien heeft hij gelijk. Maar laten we de resulta ten eens rustig afwachten en, hoe het ook zij, die 240 kg N-voorraad wordt - wellicht volgend jaar al - het alge meen advies. Overigens was uw praktikus dezer dagen in de gelegenheid om de stand der gewassen in de IJsselmeerpolders en in het Noorden des lands te be kijken. Het lijkt erop dat we dan over onze regio niet ontevreden hoeven zijn. Dit komt wellicht doordat onze draineerbuizen meer te doen hebben dan hun beregeningsinstallaties. Op een kleine strook langs de kust na, zijn we er in WEST-ZEEUWS- VLAANDEREN wat onweer en neerslag betreft goed van af gekomen. Er is dus weinig schade door te veel regen of door hagel. Dit toch zeker in vergelijking met andere gebieden. De veldwerkzaamheden konden over het algemeen redelijk goed doorgaan. De onkruidbestrijding met bodem- herbiciden in gewassen als bieten, aardappelen, erwten en bonen is over het algemeen goed geslaagd te noe men. De werking met kontaktmiddelen na de opkomst verliep eveneens naar wens. Uitzonderingen daargelaten. Anders ligt het met de situatie t.a.v. de steeds maar toenemende worte- lonkruidbezetting en de aardappe lopslag. Door deze met de hak te verwijderen kost dit niet alleen veel tijd, maar men is er ook niet van af. We hebben hard gebrek aan midde len welke selektief werken voor het gewas en die deze lastige planten goed kunnen doden. Een uitdaging voor de chemische industrie dus. Over het geheel genomen groeien de diverse gewassen behoorlijk vlot. Eind mei zagen we weer de eerste aren in de tarwe tevoorschijn komen. Voor dat moment was er nogal wat gespoten tegen meeldauw. Tegen af rij pingsziekte hebben we tijdens de voorbije dagen de spuit van stal ge haald. Luizen waren er ook al te vinden, maar de bezetting was aan de lage kant. We hebben de indruk dat de aarbezetting aan de hoge kant zit. Dit is dus gunstig. De tijd breekt ook weer aan om de proefvelden te be zoeken. Op Rusthoeve zijn weer erg interessante proeven te bezichtigen. Degenen die dit voorjaar Temik of Dacamox bij de bieten hebben toe gepast hebben tot nu toe nog geen last van luis in het gewas ondervon den. Ondanks de vele regen werkt het nog steeds. Toch zal het vanaf nu goed zijn het gewas op luis te kon- troleren. In ons gewest staat er dit jaar weer behoorlijk wat wintergerst. Op en kele percelen komen nogal wat bladziekten voor. Hiertegen schijnt weinig tegen te doen zijn. Elders in den lande schijnt het met de aardap pelziekte niet zo goed te gaan. De bespuitingen moesten al vroeg be ginnen. Ook al kwam vorig jaar bij ons geen aantasting van betekenis voor; wij hebben geen jisiko's dur ven nemen. Ook een jong gewas kan aangetast worden. Boer zijn is een mooi vak, maar er is tegenwoordig veel kennis «voor no dig. Jammer dat de tijd vaak ont breekt om voldoende bij te blijven door het lezen van vakliteratuur, proefveldbezoek e.d. Bijna elke boer staat er alleen voor. We vinden het niet erg om hard op ons bedrijf te werken. Maar daar moet dan wel een betere beloning tegenover staan. Wat dat betreft schijnen we ook in de komende jaren vanuit Brussel weinig goeds te ver wachten hebben. Wat zal het voor dit jaar worden met prijzen voor de gra nen en de bieten. De vooruitzichten zijn althans niet goed. zijn de eerste bespuitingen tegen kwaad alweer uitgevoerd. Blijf aan dit facet goede aandacht schenken. De luissituatie bij de suikerbieten lijkt tot nu toe gunstig. Ook hier blijft nodige aandacht noodzakelijk. Bij de erwten moeten we blijven op passen voor de erwtengalmug. Ver schillende percelen zijn reeds infek- teerbaar. Deze galmug veroorzaakt knopmade (vernietiging van de bloembodem). Alleen de galmuggen zijn te bestrijden (ongeveer tegen de bloei). Soms is één keer bestrijding met parathion niet voldoende. Al met al, juichen we het toe dat de zon zich deze week weer van een betere kant laat zien. De Europese Commissie heeft de Italiaanse instanties verzocht hun kontroles te verscherpen, vooral in de "gevoelige" gebieden, om te 'voorkomen dat zich nog meer frau de-gevallen voordoen rond de land- bouw-handel. Bij een onderzoek op initiatief van de gerechtelijke overheid is onlangs in Italië een geval van zwendel ontdekt met EG-subsidies. De Commissie heeft er de Nederlandse liberaal Cees Berkhouwer op gewezen, dat berichten volgens welke deze fraude de Gemeenschap 170 miljard lire zou kosten, onjuist zijn. Volgens mede delingen van de Italiaanse autoritei ten zijn negen fraude-gevallen ont dekt, waarmee in totaal 480 miljoen lire gemoeid is. Overigens zijn aan deze gevallen geen financiële konse quenties voor het Europese land bouwfonds verbonden, daar de steun niet door het Italiaanse interventie bureau is uitgekeerd. De ligging van ons land aan de zee is een belangrijke factor in ons klimaat. Weersomstandigheden welke hier heersen bepalen dit klimaat en dat is weer te onderscheiden in macro- en microklimaat. Het macro-klimaat wordt bepaald door windkracht, windrichting, luchtvochtigheid, hoge en lage drukgebieden en bewolking. Van groot belang is echter het microklimaat voor het effect van van gewasbeschermingsmiddelen op on kruiden, insekten en schimmels. Dit laatstgenoemde is dus het klimaat wat meestal in het gewas voorkomt. Per dag, maar ook per uur kan dit sterk afwisselen, naarmate er meer zonneschijn of regen voorkomt. ons gebied is vorige week al een waarschuwing gegeven om attent te zijn op de bladluizen in de bieten. Dat klopt allemaal met de weersom standigheden welke we de laatste tijd hier gehad hebben. We mogen er daarom wel goed op letten, dat we een bespuiting tegen toprol niet ver geten uit te voeren in de periode van 10-15 juni. Ongeacht de grootte van de aardappelen dienen we dit tijdstip aan te houden. Bij de toepassing van de groeistoffen in de granen en de na-opkomst middelen in de bieten zijn we aan bepaalde temperaturen gebonden. Andere middelen ver eisen weer een goede vochtigheid en zo zijn er meerdere klimaatsfaktoren welke hun invloed doen gelden. Waarom op de kopakkers praktisch geen dokken en aardappelopslag voorkomen is een vraag waarop onze studieklub graag het antwoord zou willen weten. Het gaat om de uitzon deringen op de regel welke ons mis schien van antwoord zouden kunnen dienen. Het boerenvak wordt er niet eenvoudiger op.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 8