IN DE BOOMGAARD ,-D ve H oe meer je je verdiept in de relatienota hoe meer je tot de konklusie komt dat er met dit instrument eigenlijk geen evenwichtig beleid valt te voeren. Dat is mijn kon klusie na weer eens een avondje praten (op initiatief van het Zeeuws Coördinatieorgaan) over de relatie landbouw en natuur en milieu. De bedenkingen tegen de relatienota leven overigens niet alleen in landbouwkringen maar zeer zeker ook bij de natuurbeschermingsorganisaties. Een D e hoofdbezwaren van landbouwzijde tegen de relatie nota zijn genoegzaam bekend. Deze betreffen de vrijwil ligheid, de vergoeding en de rechtszekerheid. Reeds vanaf het begin hadden wij steeds gesteld dat er in feite geen sprake is van vrijwilligheid omdat er altijd de drei ging is van opneming van bijzondere voorwaarden in het bestemmingsplan buitengebied: de stok staat dus achter D ezer dagen krijgen een heleboel jonge mensen hun schooldiploma. Ook op onze 9 Z.L.M.-scholen gaat dat weer gebeuren. Van hieruit wil ik de geslaagden van harte feliciteren met hun sukses. Tegelijkertijd ben ik er best trots op dat de Z.L.M. op deze wijze, ook buiten de direkte landbouwsfeer, bijdraagt aan de ontwikkeling van het platteland. Een felicitatie ook voor de geslaagden van de topkaderkursus. Elke keer blijkt toch weer dat de kur- sisten (achteraf) blij zijn dat ze hebben meegedaan: je steekt er blijkbaar toch iets van op. S zuidelijke landbouw maatschappij Hoofdbezwaren Onderwijs Leden van de Tuinbouwcommissie van de Z.L.M. op excursie-in Nederlands modernste fruitteeltgebied Kapelle e.o. Onder overigens fraaie weersomstandigheden werden o.m. vorst- en hagelschade opgenomen. Het blijft een moeilijke zaak om die nu al vast te stellen. Immers, de opbrengst hangt niet alleen af van het aantal kilo's maar ook van de prijs die het komende seizoen zal worden betaald. gAUTBIBlJojfi \v tW- mm h VRIJDAG 12 JUNI 1981 land- en tuinbouwblad reden te meer om eens te bekijken of het relatie-beleid niet op een ander spoor moet worden gezet waarbij ik er vooral aan denk de relatienota uit de privaatrechtelijke sfeer te halen om deze dan vervolgens op publiekrechte lijke leest te schoeien. de deur. Door voorstanders van de relatienota wordt dit natuurlijk heftig ontkend met het verweer dat er via het bestemmingsplan buitengebied immers geen aktief be- heersbeleid is te voeren. Ik betwijfel dit: de artikelen 10 (beperking van het doelmatig gebruik) en 14 (aanleg vergunningen) van de wet op de ruimtelijke ordening worden (ook) door de Kroon steeds ruimer uitgelegd. In dit verband mag ik graag verwijzen naar een artikel van mr. J.H. Enter, beleidsmedewerker bij de Rijks Planolo gische Dienst in "de Pacht"' van maart j.l. dat eenzelfde strekking heeft: via het bestemmingsplan buitengebied kan wel degelijk gestuurd worden. Met name is dat het geval voor de vorm van de bodemkuituur en de soort van de agrarische bedrijven. Daarom ligt mijn konklusie ei genlijk voor de hand: regel het gehele relatie-beleid dan maar in het kader van de ruimtelijke ordening, dus pu bliekrechtelijk in plaats van privaatrechtelijk. Misschien dat dan ook de kwestie van de vergoeding kan worden meegenomen. Via art. 49 van de wet op de ruimtelijke ordening bijvoorbeeld. Ook dan bevind ik mij in uitste kend gezelschap namelijk in dat van de Raad van Advies voor de Ruimtelijke Ordening (RARO) die stelt dat: zodra een boer nadelige financiële gevolgen ondervindt van de beperkingen in een bestemmingsplan er dan gesproken dient te worden van bijzonder beheer. Dit bijzonder be heer komt in de visie van de RARO altijd voor vergoeding ex art. 49 in aanmerking. Dit is echter niet de praktijk, ten koste van de boeren, fn mijn visie alweer een argument om het relatie-beleid publiekrechtelijk te regelen. Te meer daar de relatienota voorshands uitgaat van 200.000 hektare "hetgeen dus inhoudt dat alle boeren die daar buiten vallen (en dat zijn veruit de meeste) bij het huidige beleid ook buiten de vergoedingsregeling vallen. Tenslotte pleit voor de publiekrechtelijke versie de rechtszekerheid d.w.z. de normale inspraak- en beroeps procedures zoals die ook bij het bestemmingsplan bui tengebied gelden. Aangezien ervan vrijwilligheid in feite toch geen sprake is kan je ook voor de toekomst maar beter weten waar je aan toe bent met als pré voor de natuurbescherming dat er dan tenminste een gemeen schappelijk beleid gevoerd kan gaan worden. Dus wat let ons: de nieuwe landinrichtingswet is in de maak: de re latienota kan er nog wel bij. Oggel Landbouwschap brengt agrarische belangen onder aandacht van kabinetsformateurs Het Landbouwschap heeft de kabinetsformateurs Lubbers en De Koning gevraagd om bij de uitwerking van hun opdracht rekening te houden met de positie en de belan gen van de landbouw. Vanwege zijn betekenis voor werk gelegenheid en betalingsbalans moet de landbouw worden betrokken bij het totale overheidsbeleid. Dit beleid moet naar de mening van het Landbouwschap onder de huidige economische omstandigheden worden gericht op vergro ting van de economische activiteit, met name om de werkgelegenheid te bevorderen. In dit verband zal aan dacht moeten worden besteed aan verlaging van de hoge rentestand, niet alleen om investeringen te stimuleren, maar ook om de bestaande financieringslasten van het bedrijfsleven te verlichten. Het Landbouwschap acht het voor de samenleving van grote betekenis dat de landbouw in staat is haar functies ten aanzien van werkgelegenheid, voedselvoorziening, export en beheer van het landelijk gebied zo optimaal mogelijk te vervullen. Daarvoor zijn inkomens nodig die de continuiteit van de bedrijven niet in gevaar brengen. De basiselementen voor zulke inkomens, die onder sociaal aanvaardbare omstandigheden moeten kunnen worden verdiend, zijn het gemeenschappelijk landbouwbeleid, het landbouwonderzoek, het landbouwonderwijs en de land bouwvoorlichting alsmede de verbetering van de landin richting en het zelfstandigenbeieid. Het beleid op deze terreinen moet naar het oordeel van het Landbouwschap worden voortgezet. Sociaal en economisch beleid Het behoud van een vrije Europese markt en voldoende financiële middelen om een Europees landbouwbeleid te voeren ziet het Landbouwschap als belangrijke onder delen van het sociaal-economisch overheidsbeleid. Dat geldt ook voor het behoud van een evenwichtige be drijfsstructuur, mede door invoering van een vestigings wet. Energiebesparing, met name in de glastuinbouw, en innovatie moet door de overheid worden gestimuleerd. Knelpunten t.a.v. de arbeidsomstandigheden op agrari sche bedrijven moeten worden weggenomen. Daarnaast heeft het Landbouwschap de aandacht van de kabinetsformateurs ook gevestigd op de bescherming van de produktiefunctie van agrarische cultuurgrond door middel van bodembeschermings- en meststoffenwetten. In beheersgebieden dient van de zogenaamde beheers vergoeding een stimulans uit te gaan op het beheer. De doelstelling om jaarlijks 40.000 ha. in ruilverkaveling te brengen moet worden gehandhaafd. In fiscaal opzicht moet rekening worden gehouden met de meerdere func ties van het agrarisch inkomen en het bedrijfsvermogen. Fiscale regelingen die verband houden met de bedrijfs opvolging moeten worden verbeterd. Tenslotte heeft het Landbouwschap de informateurs ge wezen op het belang van kwaliteitsbevordering door het vaststellen van kwaliteitsbesluiten en op de noodzaak van een blijvende coördinatie van het gehele landbouwbeleid door de minister van Landbouw en Visserij. Stok achter de deur

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 1