Jaarverslag O.V.M. over 1980 R I n 1980 is het aantal ongevallen in zittendenverzekeringen met 4600 toegenomen. In totaal lopen er nu 24.567 inzittenden verzekeringen. Dit houdt in dat op 45% van de per sonenauto's een inzittendenverzeke ring is bijgesloten. D e grootste toename werd geboekt in Brabant. Van de totale produktie ad 6.607 voertuigen komt 38,3% of tewel 2533 voertuigen voor rekening van Brabant. D, H, D< Overzicht schadefrequentie Ontwikkeling van de maatschappij Ongevallen inzittenden verzekering Samenstelling van de portefeuille Toename per kring Aansprakelijkheidsverzekerh g bedrijven (A.V.B.) Verhouding premie-schade Aansprakelijkheids verzekering partikulieren (A.V.P.) Schade-overzicht Pool samenwerking Schadekosten Medische varia-verzekering Boekjaar Veaekerde voertuigen Schede- gevallen 1 n de loop der jaren is aan de struktuur van de Onderlingen enorm veel gewijzigd, mede ook als gevolg van de wettelijke eisen en het toezicht van de Verzekeringskamer, maar ook als gevolg van de maatschappelijke ontwikkelingen. De oorspronkelijke opzet van de onderlingen wordt echter nauwkeurig bewaakt door het voordeel en de invloed van de leden-verzekerden na te streven. Het is daarom ook niet zo verwonderlijk, dat het marktaandeel van de onderlingen groeiende is. Het is daarom ook niet verwonderlijk, dat aan de algemene ledenvergadering van de O.V.M. wordt voorgesteld om van het batig saldo 12,5% op de kasko-premie 1980 te restitueren en 10% op de na le jaarspremie arbeids ongeschiktheid 1980 te verlenen. Het is geheel in overeenstemming met de onderlinge gedachte maar niettemin iets heel bijzonders in deze tijd van altijd maar stijgende kosten. Het is ook al bijzonder, wanneer U bedenkt, dat onze kasko-tarieven toch al zeer laag zijn. Vandaar, dat wij namens bestuur toch wel met enige trots en vreugde van dit voornemen melding maken. Wellicht overbodig om te vermelden, dat 1980 wat groei betreft een matig jaar was maar wat de financiële uitkomsten betreft een zeer gunstig jaar. Dit laatste heeft dan weer alles te maken met een daleffde schadefrequentie, waarvan wij hopen, dat deze struktureel zal zijn. Bewijzen daaromtrent hebben we niet. Wel heeft de gedachte post gevat dat de stijgende autokosten, met name de benzineprijs, leiden tot een geringer aantal te rijden kilometers per auto. Er is evenwel ook een andere theorie mogelijk, dat de nog steeds stijgende benzineprijs zal leiden tot afschaffing van de zgn. 2e en/of 3e auto en derhalve intensiever gebruik van de overblijvende voertuigen. Wij zullen de ontwikkeling in dezen moeten afwachten. ..eeds in het jaarverslag van 1979 hebben we melding gemaakt van een verminderde groei van ons voertui genbestand in de tweede helft van 1979. De oorzaak hiervan is een bestuurs besluit om de grote steden in Brabant tot gesloten gebied te verklaren en het akseptatiebeleid nog meer te verscherpen. Deze maatregelen hebben in 1980 hun stempel gedrukt op de groei van ons voertuigenbestand. De sterk verminderde autoverkopen in 1980 hebben op onze produktie veel minder invloed gehad, dit in tegenstelling tot de partikuliere maatschappijen die hierdoor wel hun produktie zagen verminderen. Was in 1979 de groei 10.349 voertui gen; in 1980 hebben we een groei van 6.607 voertuigen gerealiseerd. Per saldo 3.742 voertuigen minder dan in 1979. In procenten uitgedrukt be droeg de groei in 1979 16,5% en in 1980 9%. Het aandeel van de personenauto's in de totale portefeuille neemt nog steeds toe en bedraagt thans 70%. De toename van het aantal persone nauto's bedraagt 5.155 oftewel 78% van de totale toename. GROEI VANAF HET JAAR 1974 naast een W.A.-verzekering vaak een Mini-Kasko of W.A.-plus verzeke ring afsluiten, om hun verzekerden toch een beperkte kasko-dekking te bieden. In de praktijk blijkt hiervan wel ge bruik te worden gemaakt. Begrijpe lijk, want de zgn. All-Riskspremie is zo langzamerhand onbetaalbaar ge worden. Totaal All-Risks W.A. Personenauto's 55.450 36.913 66,6 18.537 33,4 Bestelauto's 2.874 1.554 54,1 1.320 45,9 Motoren 706 141 20,0 565 80,0 Traktoren inkl. Landbouwwerkt. 9.674 7.057 73,0 2.617 27,0 Combines 977 773 79,0 204 21,0 Bromfietsen 7.385 1.903 25,8 5.482 74.2 Caravans/ Aanhangwagens 2.511 2.511 100 Totaal 79.577 50.852 63,9 28.725 36,1 Gelet op onze lage premietarieven is er nog steeds geen aanleiding ge vonden om een dekking voor W.A. en beperkte Kasko in te voeren. Wel Branche 1974 1975 1976 1977 1978 1979 198C Personen- en bestelauto's 26.350 29.377 33.090 37.440 44.620 52.930 58.324 Motoren 178 209 263 337 443 545 706 Tractoren inkl. Landbouwwerkt. 6.823 7.083 7.527 7.925 8.566 9.167 9.674 Combines 513 580 641 740 825 904 977 Bromfietsen 6.358 5.700 5.836 6.071 6457 7.346 7.385 Caravans/ Aanhangwagens 922 950 1.140 1.410 1.710 2.078 2.511 Totaal 41.144 43.899 48 497 53923 62.621 72.970 79.577 il onderstaand overzicht blijkt dat het percentage All-Risksverzekerin- gen weer is gedaald. We zien dat de daling vanaf 1977 gemiddeld 1 procent per jaar be droeg. In 1977 bedroeg het percen tage nog 67% en in 1980 63,9%, der halve in 3 jaar 3,1% daling. Bij de personenauto's zien we in 3 jaar een daling van 69,2% in 1977 tot 66,6% in 1980, een daling van 2,6% in 3 jaar. De daling bij de personenauto's be droeg in 1978 0,5%. In 1979 0,9% en in 1980 1,2%, hieruit blijkt dat het percentage jaarlijks nog toeneemt. Momenteel zijn precies zijnde 66,6%, van alle personenauto's All- Risks verzekerd, bij de partikuliere maatschappijen ligt dit percentage op oftewel 33%. De verhouding bij ons ligt op 66,6% All-Risks en 33,4% W.A., bij de partikuliere maatschappijen ligt dit precies an dersom, 67% W.A. en 33% All- Risks. We moeten hierbij wel aantekenen dat de partikuliere maatschappijen 8 bereiken ons steeds meer vragen over deze kwestie. Ondanks de beperkende maatrege len voor de grote steden in Brabant blijft de produktie vanuit deze pro vincie in verhouding toenemen. De reden hiervan is waarschijnlijk toch, dat we in Zeeland zo langza merhand het grootste percentage van de kandidaten, die volgens onze ak- septatierichtlijnen in aanmerking komen, reeds hebben verzekerd. Dit is ook duidelijk waarneembaar in de kringen Noord-Beveland, Schou wen en Duiveland, Hulst en Tholen en St. Philipsland. Kringen, waarin het inwonertal ook vrijwel stationair is. Vooral ook door het verscherpte ak septatiebeleid is de toename vanuit Zeeland in verhouding tot Brabant gedaald. het Landbouwblad op de hoogte blijven houden. In deze branche zijn nog groeimoge lijkheden te over daar slechts ruim 15% van onze partikulier verzeker den een A.V.P. bij ons hebben lopen. Groei vanaf 1979: per 1 -1 -1979 2.786 posten per 1-1-1980 3.452 posten per 1-1-1981 3.857 posten De partikuliere maatschappijen hebben in 1980 hun premies voor de A.V.B. verhoogd. Dit was voor onze leden grondgebruikers een moge lijkheid hun elders lopende A.V.B. op te zeggen. Vele leden hebben hierop gerea geerd en hun verzekering opgezegd, wat resulteerde in 176 nieuwe verze- keringen in 1980. 1951 l/m 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966 1967 1968 1969 1970 1971 1972 1973 1974 1975 1976 1977 1978 1979 1980 7 138 8.319 9912 11 748 13.762 16.631 18405 20132 22 009 23607 25.393 27.430 30 965 36.023 41 144 43 899 48 497 53923 62 621 72 970 79.577 1.125 1382 1775 2296 2.619 3.051 3.536 3.679 4 093 4 480 4738 4 593 5260 6123 6.201 7031 8 080 9918 11510 13 970 14.195 i. 14-15 15.8 16.6 17.9 19.6 19.0 183 19.2 18.3 18,6 19.0 18.6 16.7 17.0 17.0 gezakt naar 86,1%. Een daling van 3,8% en dit terwijl geen premie-ver hoging heeft plaatsgevonden. Het is dus alleen het resultaat van een lage re schade-frequentie. Stand per Stand per Toename in Toename in 1-1-1981 1-1-1980 1980 procenten Zuid-Beveland 17.926 16.755 1.171 7,- Brabant 22.064 19.531 2.533 13.- Walcheren 11.917 10.898 1.019 9,4 Schouwen-Duiveland 6.674 6.265 409 6,5 Kring Axel 5.231 4.808 423 8,8 Tholen en St. Philipsland 4.788 4.478 310 6,9 W.-Zeeuwsch-Vlaanderen 5.498 5.022 476 9.5 Kring Hulst 3.454 3.244 210 6,5 Noord-Beveland 2.025 1.969 56 2,8 Totaal 79.577 72.970 6.607 9.1 We konstateren, dat dit percentage jaarlijks met ongeveer 5% stijgt, want in 1979 was dit 40% en in 1978 35%. Deze stijging zal nog wel doorgaan tot we de 70 a 80% hebben bereikt. Er zijn momenteel al distrikten waar het percentage boven de 60% ligt. Vanaf de start in 1975 ziet de ontwikkeling er als volgt uit:; 1975 4.499 posten 109.000,— premie 1976 7.128 posten 192.000,— premie 1977 10.430 posten 296.000,— premie 1978 14.791 posten 482.000,— premie 1979 19.967 posten 656.000,— premie 1980 24.567 posten 813.510,— premie Naar het zich laat aanzien zullen we in 1981 de 1.000.000,— premie overschrijden. Momenteel hebben 50% van de leden grondgebruikers een A.V.B. bij ons lopen, dus ook met deze branche kunnen wij nog vele leden van dienst zijn. Groei vanaf 1979: per 1-1-1979 2.137 posten per 1-1-1980 2.178 posten per 1-1-1981 2.354 posten Premie Schede e groei bij de aansprakelijk heidsverzekeringen partikulieren (A.V.P.) is in 1980 niet spektakulair geweest. We konden een toename van 405 posten oftewel 11,7% noteren. De toename in 1979 bedroeg 666 posten, zijnde 24%. Dat de groei in 1980 beperkt is geb leven tot 405 posten heeft te maken met het feit, dat A.V.P.-polissen meestal op 10-jarige kontraktbasis gesloten worden, welke tussentijds alleen zijn te beëindigen bij een pre mieverhoging. In de konsumentengids is al vele malen gefulmineerd tegen het sluiten van 10-jarige kontrakten, wat zich b.v. ook bij de brandverzekering sterk voordoet. Wij zijn met de kon- sumentenbond van mening, dat zo'n termijn veel te lang is. De argumen ten voor het sluiten van een langjarig kontrakt zijn intussen ook volkomen verouderd. Verzekerden vasthouden tegen hun wil heeft ons altijd al tegen de borst gestuit. We zullen onze leden overigens via - et eerste dat in het oog springt als we de cijfers over 1980 vergelijken met die van voorgaande jaren, is de lage frequentie, nl. 17,8%. Een ver schil met 1979 van maar liefst 1,3% en 0,6% met de jaren 1977 en 1978. Het extreem hoge percentage over 1979 kan gemakkelijk verklaard worden uit de strenge winter. De opmerkelijke daling echter, zelfs be neden het peil van de jaren daarvóór is niet zo eenvoudig te achterhalen. Wel is te zien dat het groo&le ver schil, nl. 2%, zich aftekent in de branche personenauto's. Dit zou verklaard kunnen worden uit de al om verbreide mening dat er minder kilometers worden gereden in de privé-sektor. Onderstaand overzicht geeft de fre quentie over een groot aantal jaren. Het grootste verschil tussen de hoogste frequentie in 1963 en de laagste in 1960 bedraagt 3,8%. 1954 1956 1958 1960 1962 1964 1966 1968 1970 1971 1972 1973 1974 1975 1976 1977. 1978 1979 1980 f 105 000.— 117 000 288 000.— 412.000.— 605.000,— 1.027 000.— 1 397 000.— 1 659 000.— 2.395 00<f 4 518 000,— 5 361 000.— 6 349 000 9 075 636.— 10 234 029 11.724.224.— 14 556 754.— 17.479 128.— 23 542.576,— 27 059 114.— f 65 000 119 000.— 184 000- 246 000,— 387 000- 854 000 I 180 000.- 1.180.000,— 1 947.000.— 3 800 000.- 4 574 000- 5989.000.— 8 056886- 9 438 834.- 10.217.957.— 13.189.139.- 15.394 173,- „21 158 855.- „23 289 048.- 87.2 90.6 Toch zit er getuige bovenstaand overzicht, over een lange termijn (vanaf 1968) een forse stijging in. e samenwerking tussen de 5 O.V.M.'s in Groningen, Drente, Overijssel, Gelderland en Zee land/Brabant omvat het gezamenlijk dragen van het WA-risiko boven een bepaald eigen behoud. Aantal Aantal Branche posten schadegevallen Personen, en bestelauto's 56 324 12.837 22 Traktoren 9674 613 v 6.3 Bromfietsen 7385 590 8 Combines 977 41 4.2 Motoren 706 39 5.5 Aanhangwagens en caravans 2 511 75 3 Totaal 79577 14 195 17.8 In die jaren betekende een paar pro cent verschil echter slechts enkele honderden schadegevallen. Thans betekent het enkele duizenden. Daarom is een daling van 1,3% niet gering. De hoop is dat dit struktureel zal blijken te zijn en dan niet alleen doordat er minder gereden wordt maar vooral doordat er oplettender gereden wordt. Mi Linstens even belangrijk als de frequentie is de schade iq procenten van de premie want dat bepaalt uit eindelijk het resultaat. Ook hierin vertoont zich een opmer kelijke daling. Bedroeg dit percenta ge vorig jaar nog 89,9%, nu is het Met toestemming van het Minis terie van Economische Zaken werd de premie voor het na le jaarsrisiko per 1-1-1980 wederom verhoogd. Op grond van gesloten overeenkomsten waren wij wel verplicht aan deze verhoging mee te doen, hoewel de financiële uit komsten in 1979 niet ongunstig waren. Zeer verheugend is het dan ook, dat de financiële uit komsten over 1980 aanleiding geven 10% van de na le jaarspre mie te restitueren. Niettemin baart het achterwege blijven van de groei van de ar beidsongeschiktheidsportefeuille enige zorgen. Er is te weinig aan bod van jonge verzekerden, on danks het feit, dat onze premie tarieven iedere vorm van kon- kurrentie kunnen doorstaan. Het achterblijvende aanbod van jonge verzekerden leidt tot ver grijzing van de portefeuille en dat betekent een toename van het arbeidsongeschiktheidsrisiko. Ondanks de gunstige financiële resultaten in 1980 blijven wij de ontwikkelingen in deze branche, nauwlettend volgen. Vervolg pag. g

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 8