w annneer het een beschikking van een gemeentelijk of provinciaal orgaan is kan een beroep tegen de beschikking worden ingesteld bij het Kollege van Gedeputeerde Staten. D, A Wet Administratieve Rechtspraak Overheidsbeschikkingen Voorzitter Landbouwschap: Zorgelijke situatie land- en tuinbouw vraagt om regeerakkoord op korte termijn Beroep STRUKTUURSCHEMA NATUUR- EN LANDSCHAPSBEHOUD De cost gaet (nog steeds) voor de baet uyt D e problemen die zich aan de oppervlakte van het ekonomisch ge beuren afspelen krijgen alle aandacht. VERSTERKING DIERENBE- SCHERMINGSBELEID Zelfstandigenbeleid Agrarische jongeren RUILVERKAVELINGEN ARRIEN EN STEGEREN AANGENOMEN inds 1 juli 1976 is de Wet Arob in werking getreden, dat wil zeggen dat u via de afdeling rechtspraak van de Raad van State een uitspraak kunt uitlokken op een beroep tegen besluiten/beschikkingen van overheidsorganen als gemeenten, provincies en Rijk. Het gaat vooral om beschikkingen betreffende het verstrekken van vergunningen. In veel gevallen wordt dan door de beschikkende instantie gewezen op de mogelijkheid van beroep in het raam van de nieuwe Wet Arob. e wet kan voor u van betekenis zijn als de afgegeven beschikking u rechtstreeks in uw belang treft. Dit kan ook het geval zijn wanneer aan een derde een beschikking, bijvoor beeld een vergunning voor de bouw van een bedrijfsgebouw of woning, wordt afgegeven waarbij u in uw be lang wordt getroffen. Niet alleen fi nanciële schade is hierbij van belang, u kunt ook schade lijden doordat u bijvoorbeeld het uitzicht wordt ont nomen. Voorwaarden die in een vergunning zijn opgenomen kunnen ook lijden tot extra kosten waartegen dan beroep mogelijk is. De moge lijkheid om een beroep te doen op de Wet Arob is niet aanwezig wanneer er andere beroepsmogelijkheden aanwezig zijn. Dit is bijvoorbeeld het geval bij beschikkingen van het Kol lege van Burgemeester en Wethou ders. U dient in zo'n geval eerst tegen zo'n beslissing in beroep te gaan bij de gemeenteraad of een gemeente lijke kommissie. De regeling is verschillend voor be schikkingen van Rijksorganen ener zijds en voor provinciale en gemeen telijke organen anderzijds. Bij Rijks organen kan in het algemeen een beroep bij de afdeling rechtspraak van de Raad Van State worden in gesteld terwijl bij beschikkingen van de lagere overheden begonnen moet worden met het indienen van een bezwaarschrift bij het betreffende orgaan. Zo'n beroepschrift dient te worden ingediend binnen een ter mijn van 30 dagen na de datum van inzending van de betwiste beschik king. Laat u de termijn verlopen dan is de beroepsmogelijkheid onherroe pelijk verloren, tenzij u een zeer ge wichtige reden kunt aangeven vóór de termijn is overschreden of u aan toont dat u binnen de gestelde ter mijn van de mogelijkheid geen ge bruik hebt kunnen maken, bijvoor beeld langdurig verblijf in het bui tenland. In het beroepschrift moeten vermeld staan naam en adres, om schrijving van het bezwaar tegen de beslissing. Daarbij komt het er op aan dat duidelijk aangegeven wordt de reden van bezwaar en waarom u rechtstreeks in uw belang getroffen acht. Het beroepschrift moet tevens de gegevens bevatten van de be schikking waarover het gaat en welke instantie de beschikking heeft geno men. Een fotokopie van de. beschikking bijsluiten is het beste in zo'n geval. Daarnaast moet tevens voordat het beroepschrift in behandeling wordt genomen een bedrag worden over gemaakt ten name van de griffie van de Raad van State. Loopt de behan deling gunstig voor u af dan krijgt u dit geld terug. De afdeling onder zoekt dan of de beschikking recht matig is dat wil zeggen niet in strijd met wet of verordening en of de in stantie die de beschikking heeft af gegeven hiertoe wel bevoegd is ge weest. Ook wordt onderzocht of het beschikkende orgaan wel voldoende alle belangen van de betrokken par tijen heeft afgewogen en of de be slissing niet in strijd is met een in het algemeen rechtsbewustzijn levend beginsel van behoorlijk bestuur. In gelijke gevallen moeten gelijke be schikkingen worden afgegeven, hier geldt het principe van rechtsgelijk heid. Omdat de behandeling en het on derzoek naar de klacht veel tijd vergt, is de mogelijkheid om tevens een verzoek tot schorsing van de beslis sing te vragen. Dit kan alleen als u aangeeft dat u bij de uitvoering van het besluit onevenredig veel nadeel hiervan zou ondervinden. Is dat het geval dan wordt de uitvoering ervan uitgesteld tot na de uitspraak op het beroepschrift. Toch vallen niet alle beschikkingen onder de Wet Arob. Zo is geen beroep mogelijk in het kader van Kroonuit- spraken, benoemingen, examenuit slagen en beslissingen in belasting zaken. Mocht u geen of onvoldoende infor matie aantreffen op de beschikking over eventuele beroepsmogelijkheden dan kunt u zich altijd wenden tot uw standsorganisatie, een rechtswinkel of het orgaan dat de beschikking af gaf. De voorzitter van het Landbouw schap, ir. D. Luteijn, heeft bij de aanvang van de openbare bestuurs vergadering op woensdag 3 juni 1981, een aantal belangrijke zaken aan de orde gesteld. Vorige week zo zei hij is Nederland massaal naar de stembus gegaan om de leden te kiezen voor de Tweede Kamer der Staten Generaal. Het is te hopen, dat de formatie van een nieuw kabinet en het regeeraccoord niet lang op zich laten wachten. De problemen, waar ons land met name op sociaal-economisch terrein voor staat, zijn zo groot dat een maan denlange formatieperiode absoluut ongewenst is. De positie van de Ne derlandse land- en tuinbouw is zor gelijk en een aantal problemen vraagt een doelmatige en krachtige aanpak". In de regeringsverklaring moet vol gens Luteijn onder andere meer aandacht worden besteed aan verbe tering van de produktiestructuur van land- en tuinbouw, van de concur rentiepositie - die met veel voortva rendheid ter hand moet worden ge nomen - en voorts van de werkom- standighheden. Het Bestuur van het Landschap heeft in de mei-vergade ring zijn beleidsprogramma voor de komende vier jaar vastgesteld. Dit zal op korte termijn aan de informa teurs worden overhandigd. Daarbij zal tevens een wensenlijst worden gepresenteerd met een aantal zaken die de komende jaren in een doelge richt beleid moeten worden omgezet. Daar is een duidelijk landbouwbe leid voor nodig, waarbij het om meer gaat dan alleen de het wel en wee van de landbouwbevolking. De voedsel voorziening en daarbij in toenemen de mate de kwaliteit der produkten Aan een van de fundamentele, en op langere termijn gezien, veel be langrijker facetten van dat gebeuren, namelijk de omvang van de be sparingen, wordt veelal voorbijgegaan. Is sparen ononderbroken door gaat, kunnen hieruit noodzakelijke vernieuwingen van het produktie- apparaat plaats vinden en dat levert op langere termijn gezien onherroe pelijk vruchten op. Nu is het sparen in Nederland sterk teruggelopen. Het aandeel van de besparingen in het Nationale inkomen is in Neder land gedaald van 21.9% in 1973 tot 11.7% in 1980. In 7 jaar tijds dus praktisch gehalveerd. Welke gevolgen dat heeft voor de ekonomische ontwikkeling laat zich eenvoudig demonstreren. Wij maken daarbij gebruik van een oud en eenvoudig voorbeeld. Dit voorbeeld van een Duits ekonoom is meer dan 100 jaar oud, maar spring levend. Het luidt alsvolgt: "Een visser die alleen beschikte over primitief gereedschap ving iedere dag drie vissen. Die at hij ook elke dag op. Zodoende kwam hij niet vooruit want hij konsumeerde elke dag zijn volledige produktie. Toen ging hij versoberen en at maar 2 vis sen per dag. In 2 dagen produceerde hij mondkost voor 3 dagen en die derde dag besteedde hij aan het boeten van een net. Toen het net klaar was; het produktie-apparaat vernieuwd; ving hij 100 vissen per dag. De besparing had dus een enorm re sultaat opgeleverd, het offer, de ver sobering, was tenvolle gerechtvaar digd gebleken en de groei van de produktie om van te watertanden". Dit eenvoudige voorbeeld tekent een situatie volkomen tegengesteld aan de ontwikkeling in de hiervoren ge noemde 7 jaren. In plaats van te sparen is de kon- sumptie opgevoerd, zijn -de inko mens genivelleerd, wat ook niet be vorderend op de besparingen werkt, en zijn de investeringen duidelijk achtergebleven. Een belangrijke faktor met betrek king tot sparen is zeker de inflatie. Ook daaronder lijden de besparin gen. Het is immers niet erg aanlokkelijk om de koopkracht van elke gulden elk jaar te zien verminderen. Het offer wordt dan niet beloond maar afgestraft. Al met al dwingt de ekonomische situatie in ons land tot een principiële ommekeer van een konsumptie- maatschappij naar een gemeenschap van spaarders; spaarders die bouwen aan de toekomst. Het oude gezegde: "de cost gaet voor de baet uyt" heeft niets aan zeggingskracht verloren. De vraag is evenwel of dat voldoende wordt verstaan en toegepast. Paauwe Natuur en landschap in ons land staan onder grote druk. Waardevolle gebieden worden aangetast door tal loze ontwikkelingen, dier- en plante- soorten verdwijnen of staan op uit sterven, kultuurhistorische kenmer ken gaan verloren of vervagen. Hier mee is de kwaliteit van de ons omge vende ruimte in het geding. Om de grote belangen van het be houd van natuur en landschap op alle bestuurlijke niveaus aan te pak ken, gericht en in onderlinge samen hang, is op 25 mei bij de Tweede Kamer der Staten Generaal "deel a: beleidsvoornemen" van het Struk- tuurschema Natuur- en Land schapsbehoud ingediend. De verant woordelijkheid voor het schema ligt bij de staatssekretaris van CRM, G.C. Wallis de Vries en de minister van VRO, jhr. drs. P.A.C. Beelaerts van Blokland. In het schema zijn de ruimtelijke aspekten van het natio naal beleid op dit terrein neergelegd. Het welzijn van dieren zal een grotere aandacht van de rijksoverheid krij gen, aldus staatssekretaris G.C. Wallis de Vries van CRM in de nota "Rijksoverheid en dierenbescher ming", die op 22 mei door de minis terraad is aanvaard en binnenkort aan de Tweede Kamer zal worden aangeboden. Uitgangspunt daarbij is dat het dier moet worden beschermd tegen han delingen die zijn welzijn nadelig beïnvloeden. Het beleid zal erop ge richt zijn dat voortdurend een zorg vuldige afweging plaatsvindt van de belangen van de mens en die van het dier. Voorlichting en edukatie zijn hierbij onmisbaar. Het ministerie van CRM zal op dit gebied, als ook op het terrein van de dierenbescher mingswetgeving, zijn beleid intensi veren. Het struktuurschema bouwt voort op de Struktuurvisie Natuur- en Land schapsbehoud en is een uitwerking van de Nota Landelijke Gebieden. Ook de al eerder gepubliceerde struktuurschema's Landinrichting en Openluchtrekreatie vormen een na dere uitwerking van deze nota. Tesamen worden zij ook wel "de drie groene struktuurschema's" ge noemd. Ze doorlopen gelijktijdig de procedure van de planologische kernbeslissing (pkb). Dit houdt in dat mogelijkheden worden geboden voor inspraak, advisering en overleg. De inspraaktermijn voor het Struk tuurschema Natuur- en Land schapsbehoud eindigt 31 december 1981. (Een samenvatting van het struk tuurschema kan schriftelijk worden aangevraagd bij de voorlichtings dienst van het ministerie van CRM, postbus 5406, 2280 HK Rijswijk). Beheersregelingen voor Vijfheerenlanden operationeel In de Vijfheerenlanden, gelegen in Zuid-Holland, is het per 1 juli aan staande mogelijk beheersovereen komsten af te sluiten. Dit is het vijfde in een reeks van plannen die het bestuur van de Stich ting Beheer Landbouwgronden (SBL) dit jaar heeft vastgesteld. Het gaat in de Vijfheerenlanden om 445 ha beheersgebied en 311 ha re- servaatsgebied. Uit een oogpunt van natuur en landschap is het gebied Vijfheeren landen voornamelijk van betekenis door de weidevogels en de botani sche waarden. Het is de bedoeling dat de agrarische bedrijfsvoering mede hierop wordt gericht. Er zijn hiervoor een aantal beheers- bepalingen opgesteld, zoals een ver laging van de kunstmestgift, een vermindering van de beweidings- druk en het later maaien. en het beheer van het landelijk ge bied dienen gezien te worden als een geïntegreerd onderdeel van dat landbouwbeleid. De economische betekenis van land- en tuinbouw, met name direct en indirect voor de werkgelegenheid en de betaling ba lans is groot en dat wordt tegen woordig gelukkig meer onderkend. Een goede coördinatie van het gehe le landbouwbeleid - en daar hoort- nadrukkelijk het EG-beleid bij - door het Ministerie van Landbouw en Visserij is blijvend noodzakelijk. Een discussie over het opsplitsen van taken van dat ministerie en toedeling ervan aan andere departementen is volgens mij niet aan de orde. In verband met de vorming van een nieuw kabinet en de komende rege ringsperiode kwam de voorzitter nog eens terug op het zelfstandigenbe leid, dat er de laatste jaren bij inge schoten is. "Het is de hoogste tijd nu een zodanig zelfstandigenbeleid van de grond te krijgen dat de agrarische bedrijven voldoende financiële arm slag krijgen om door te gaan. Tijdens de vorige bestuursvergadering heb ik de Staatssecretaris van Financiën gewezen op een reeks tekortkomin gen in het fiscaal beleid voor de land en tuinbouw. Vooral op aandrang van het Landbouwschap heeft de Staatssecretaris kort geleden plan nen aangekondigd, die werkelijk enige zoden aan de dijk kunnen zet ten. Daarbij gaat het om een vrij stelling van de Selectieve Investe- rings Regeling (SIR), een verruiming van de zogenaamde doorschuiffaci- liteiten bij bedrijfsoverdracht in de inkomstenbelastingeneen verruiming van de toepassing van de landbouw- vrijstelling in de inkomstenbelasting. De door ons zo lang gewenste oplos sing van het fiscale knelpunt bij het pachtersvoordeel lijkt nu in zicht te komen. Ik beschouw deze aange kondigde maatregelen als een eerste stap in de goede richting". Een aantal van de zojuist genoemde onderwerpen i,s onlangs ook aan de orde geweest in een gesprek tussen het Dagelijks Bestuur van het Land bouwschap en de organisatie van agrarische jongeren. De problema tiek van de bedrijfsovername kwam hierbij als het meest schrijnend en urgent naar voren. Jaarlijks proberen enkele duizenden jonge onderne mers een agrarisch bedrijf over te nemen. De huidige financiële lasten - mede door fiscale belemmeringen - zijn dermate hoog, dat vele plannen tot overname in gevaar dreigen te komen. In het kader van bedrijfsoverdracht is van gedachten gewisseld over de toe passing van de WIR en het functio neren van de grondbank. Ook de mo gelijkheid van een grondbank op par ticuliere basis, alsmede de eventuele toepassing van rentesubsidie in het kader van de bedrijfsovername zijn onderwerpen van gesprek geweest. Stuk voor stuk zaken, die grondig bestudeerd en ook daadwerkelijk aangepakt moeten worden. Het Landbouwschap neemt de problemen van de agrarische jongeren zeer ern stig en is bereid hiervoor op zo kort mogelijke termijn oplossingen te zoe ken, zo besloot de voorzitter van het Landbouwschap zijn toespraak. Op 27 mei j.l. is in Ommen te Over ijssel de stemming gehouden over de ruilverkavelingen Arriën (616 ha - 185 stemgerechtigden) en Stegeren (759 ha - 93 stemgerechtigden). De ruilverkaveling Arriën is aange nomen met 62,6% van de gestemde oppervlakte.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 3