Tussen de Simousins
§7
V olgens de heer Doeleman gaat de overheid de ver
keerde weg op door steeds opnieuw op de begrotingspost
voor ruilverkaveling te bezuinigen. "Ruilverkaveling blijft
het geëigende middel om én de boer op verantwoorde
wijze zijn bedrijf te laten uitoefenen én het landschap op
verantwoorde wijze in stand te houden, hetgeen volgens
de voorzitter ook mogelijk is met de landinrichtingswet
mits voldoende geldmiddelen beschikbaar worden ge
steld. Verheugd zei hij te zijn over het feit dat Walcheren
op het voorbereidinasschema aeDlaatst aaat worden"
D e heer Doeleman bracht ook de EG-prijsbesluiten ter
sprake en de slechte uitkomsten daarvan voor de akker
bouw.
Eén miljoenste ton
aardappelen geëxporteerd
zuidelijke landbouw maatschappij
Maandag jl. is de Ledenraad van de ZLM bijeengeweest in „De Braakman" te Hoek. Na
de vergadering werd begunstigd door stralend weer, een ekskursie door Midden
Zeeuws-Vlaanderen gemaakt. Hier is het gezelschap op bezoek bij de Simousin-fokker J.
de Kraker te Hoek. Meer over de ekskursie de volgende week. (Zie voor een verslag van
de vergadering elders in dit nummer).
VRIJDAG 5 JUNI 1981
68e JAARGANG NO. 3585
land- en
tuinbouwblad
ijdens de ledenraadsvergadering vandeZ.L.M. in "De
Braakman" te Hoek maandag 1 juni j.l. heeft voorzitter
A.J.G. Doeleman een aantal grote vraagtekens gezet bij
de rechtvaardigheid van een aantal maatregelen met be
trekking tot het in de afgelopen tijd gevoerde beleid. Ook
ging hij uitvoerig in op een aantal beperkingen waarmee
de land- en tuinbouw steeds meer te maken krijgt. In dit
verband hekelde hij ook de sterke bezuinigingsdrift van
de overheid op de ruilverkaveling. In zijn openingswoord
op de goed bezochte ledenraadsvergadering, ging Doe
leman eerst in op het sociale en fiskale beleid van het
demissionaire kabinet. "Is het rechtvaardig", vroeg hij
zich af, "dat de sociale en fiskale lasten voor met name
het midden- en kleinbedrijf zo hoog zijn opgelopen dat
daardoor de bedrijfsvermogen positie sterk wordt aange
tast", waarbij hij eraan herinnerde dat een onderzoek
heeft uitgewezen dat de fiskale en sociale lasten in Ne
derland veruit het hoogst zijn van de ons omringende
landen. Onze konkurrentiepositie wordt voorts nog in
ongunstige zin beïnvloed door beperkingen met betrek
king tot landschap en milieu die in meerdere delen van
ons werkgebied hun invloed doen gelden op de bedrijfs
voering en aanpassingen in de weg staan: "De kosten die
gemaakt moeten worden om ons dichtbevolkt land be
woonbaar te houden dienen niet onevenredig zwaar op
de schouders van land- en tuinbouw te drukken maar op
alle inwoners gelijkelijk" aldus Doeleman.
In Oost Zeeuws-Vlaanderen heeft men de gedachte uit
gewerkt voor kleinere gebieden een wettelijke kavelruil
tot stand te brengen. Doeleman: "Het valt in hoge mate
te betreuren dat dit initiatief onvoldoende ondersteuning
krijgt. Immers met betrekkelijk kleine ingrepen en met
beperkte middelen kunnen er strukturele verbeteringen
plaats vinden. Dus met een positieve benadering moet
het mogelijk zijn om tot een aanvaardbare konstruktie te
komen". Daarbij verwees hij naar de landbouworganisa
ties in Frankrijk waar men zelf het initiatief heeft genomen
door knelpunten in het grondbeheer aan te pakken.
"Natuurlijk ondervindt een dergelijk beleid wel weer
standen maar in Frankrijk durven ook de landbouworga
nisaties die blijkbaar onder ogen te zien, aldus de heer
Doeleman die voor Nederland zei te vrezen dat bepaalde
goede bedoelingen de laatste jaren teveel verzanden in
politiek gekrakeel". Ook als landbouworganisaties zullen
wij er voor moeten waken dat de politiek niet te veel
invloed krijgt op het door ons te voeren beleid.
De problemen voor de suikerbietenteelt zullen dit najaar
op ons afkomen wanneer de wereldmarktprijs zich niet
herstelt.
Bezorgd zei hij te zijn over de prijsontwikkeling voor de
tarwe. "Onbegrijpelijk en onrechtvaardig is het dat van
uit Nederland niet het Franse voorstel is ondersteund om
in het begin van het seizoen de interventie open te stellen.
Op deze wijze is er geen zekerheid over een bodem in de
markt waarop de handelshuizen hun prijs kunnen base
ren".
Steeds dringender komt dan ook de vraag naar voren hoe
de Nederlandse overheid een-verantwoorde prijs voor
onze tarwe afgedwongen kan worden. Volgens de voor
zitter wordt er in Nederland te veel een terughoudend
beleid gevoerd. Mede als gevolg daarvan is de prijs nu
ver achterop geraakt.
Op een perskonferentie dinsdag 2 juni j.l. in Den Haag over
de ekonomische betekenis van de aardappel werd door ir. M.
Van den Top, direkteur van het Produktschap voor Aard
appelen bekendgemaakt dat maandag 1 juni j.l. de éénmil
joenste ton aardappelen is geëxporteerd. De laatste tijd
schommelde de export van konsumptie-aardappelen rond
900.000 ton per jaar en al enige jaren deed de vraag zich
voor, wanneer de magische grens van 1 miljoen ton over
schreden zou worden.
Oogst 1980 gaf een aanzienlijke produktie te zien en een
grote vraag in West-Duitsland. Toen daarbij een onver
wachte export naar Oost-Duitsland op gang kwam, werd de
mogelijkheid voor een zeer omvangrijke export groot.
Naarmate het afzetseizoen vorderde, nam de voorsprong op
het vorige seizoen toe, toen er 970.000 ton werd geëxpor
teerd. Op I mei was reeds 890.000 ton de grens gepasseerd en
1 juni werd dus de miljoen gehaald. Ir. van den Top zei van
mening te zijn dat in deze tijd van ekonomische recessie het
bedrijfsleven daarmee gefeliciteerd kan worden. "Het is
waarlijk geen geringe prestatie om in een tijd, waarin de
konkurrentie toeneemt en de transportkosten steeds zwaar
der gaan drukken, een dergelijke hoeveelheid te exporte
ren", zo zei hij.
Dat de één miljoenste ton is bereikt is voor een belangrijk
deel te danken aan onze aktieve export-promotion. Daarin is
het meisje in klederdracht niet weg te denken.
Hij wees er echter wel op dat deze exportomvang ook nood
zakelijk was gezien de omvangrijke oogst en merkte op dat
dit niet geleid heeft tot hogere inkomens in het bedrijfsleven;
de prijsvorming viel te mager uit en.de marges waren door-
eengenomen te gering.
"Wel heeft het aardappelbedrijfsleven door het bereiken van
deze mijlpaal zijn kracht bewezen en dat geeft hoop en
verwachting voor de toekomst van deze bedrijfstak", aldus
Van den Top.
Het verschil tussen de prijs die we zouden moeten krijgen
en die we in werkelijkheid ontvangen kunnen wij niet
overbruggen met hoge opbrengsten zoals minister Braks
ons voorhoudt. Hoge opbrengsten kunnen wel behaald
worden, maar dat gaat gepaard met hoge kosten. Hoge
kosten waarmee de rentabiliteit steeds meer in het geding
komt. Bovendien kunnen wij ook niet te veel risiko's
nemen omdat wij een oogstreduktie met deze prijzen
helemaal niet kunnen permitteren.
Ten aanzien van de problemen rond de aardgasprijzen zei
Doeleman te hopen dat men in het buitenland het Ne
derlandse beleid in dezen zal gedogen. Dat er 300 mil
joen beschikbaar is voor het sektorbeleid in de glastuin
bouw, toegespitst op energiebesparing op het individuele
bedrijf, noemde hij een goede zaak maar onbegrijpelijk is
het volgens hem dat bedrijven die minder gas gebruiken
dan 30.000 m3 van deze regeling worden uitgesloten.
"Deze bedrijven worden nu als het ware 2 keer gepakt
doordat zij ook nog met de normale veel hogere gasprijs
te maken hebben". (Bij navraag bij de PZEM blijken dat
er in Zeeland 83 van dé 105 glastuinbouwbedrijven, zgn.
kleinverbruikers zijn aldus de Z.L.M. voorzitter tot slot
van zijn openingswoord.)