Aanvullende watervoorziening in vooral de zomer H, I n droge tijden zijn in de landbouw regenval en verdamping veel bespro ken onderwerpen. Voor de groei van de gewassen zijn neerslag, zonne schijn, verdamping en temperatuur, vooral in de periode vanaf 15 april tot en met 15 september, van groot be lang. Gemiddeld over een lange reeks van jaren is de verdamping gedurende deze vijfmaandelijkse periode 110 mm groter dan de neerslag. We heb ben het dan over de helft van het aantal jaren. Daarnaast zijn èr ook drogere en nattere jaren. Drogere ja ren uit het laatste decennium zijn 1973 en 1975. Het vochttekort liep toen op tot ongeveer 200 mm. In 1976 was het aaneengesloten ekstreem droog tot begin september, met een neerslagtekort van ruim 350 mm. E lke zomer hebben we te maken piet een vochttekort. Dit kan groter of kleiner zijn en bedraagt gemid deld voor de akkerbouw zo'n 110 mm. Bovendien is er een variatie in de tijd. Inval van droogte in voor- of nazomer of beide. Voorbeeld: Neerslag en verdamping Water-inlaat en infiltratie Beregening I Vochttekort en produktie O Referentieverdamping en beregeningstijdstip Serie Zuidwest Ontwatering nr. 8 STEUN VOOR BRITSE GLASTUINBOUW Insekticide Decis toegelaten Corbel: een nieuw fungicide in de tarweteelt Draineer! 7 De tot nu toe verschenen artike len in de serie "Ontwatering Zuidwest" zijn in hoofdzaak ge richt op de afvoer van overtollig water met de wisseling van de sei zoenen, van nat in de winter naar droog in de zomer, menen we ook de andere kant van de medaille te moeten belichten. Met de zomer periode voor de deur kan een aanvullende watervoorziening be langrijk zijn voor de groei van ge wassen. Een duidelijk verschil tussen neer slag en verdamping is dat de ver damping binnen een bepaalde pe riode veel minder variatie vertoont dan de neerslag. Veelal ligt de ver damping tussen 2 en 6 mm per dag. Een fel begeerde regen kan soms lang uitblijven, terwijl het nadien soms niet schijnt te kunnen ophou den. Dit heeft zich vorig jaar nog afge speeld. Een zeer droge voorzomer, gevolgd door een natte periode van half juni tot en met 20 juli, waarna weer erg droog. Het gaat dus niet al leen om de hoeveelheid neerslag, maar ook om de verdeling in de tijd. Op de meeste kleigronden vindt ka- pillaire nalevering van water uit de ondergrond plaats. We spreken in dit verband van zogenaamde grondwa terprofielen. Een kapillaire vocht- stroom van enige betekenis moet per dag Wi a 2 mm kunnen bedragen. Behoudens de specifieke plaatgron- den met een zeer grofzandige onder grond. is van infiltratie in verband met bestrijding van droogte niet veel te verwachten. Op de normale klei gronden lukt dit praktisch niet. Bij de capillaire nalevering van vocht uit de ondergrond gaat het vooral om de afstand in het bodemprofiel tussen de onderkant van de bewortelingszone ten opzichte van het grondwater. Deze afstand is voor de diverse bo demtypen erg verschillend. Tabel 1 geeft de toelaatbare afstan den weer tussen de onderkant van de effektieve wortelzone en grondwa terstand, waarbij een kapillaire op stijging van 2 mm bodemvocht per etmaal mag worden verwacht. 'j/i - - •V tïtV' S 1 k 2'. ,'."Y n. Apparaat met 54 m. lange draaiende boom. De trekker wordt alleen gebruikt voor het verplaatsen. U ziet dat er nogal wat variatie tussen de verschiirende bodemprofielen aanwezig is. De lichte zavels zijn wel het meest opdrachtig. Zonder water-inlaat en infiltratie zal bij de zee- en rivierzand ondergrond de kapillaire aanvoer van water in de praktijk van geen betekenis zijn. Het grondwater zit dan te diep. Infiltratie is hier evenwel zeer goed mogelijk. Als voorbeeld hiervan gelden onder andere de plaatgronden in de Biesbosch. Bij de zware ondergronden is de ka pillaire aanreiking duidelijk minder dan bij de lichtere zavels. Infiltratie zal bijzonder weinig uithalen. Wel kan men er voor waken (in overleg met het waterschap) om het polder- peil enigs zins aan te passen aan de eisen t.a.v. kapillaire vochttransport vanuit de ondergrond. Dit betekent in droge tijden het sloot- en grond water niet al te diep te laten wegzak ken. Niet dieper dan 1 metera 1.20 m min maaiveld, echt hoge waterstan den aanhouden in een polder, waar akkerbouwgewassen worden ge teeld, is echter zeer riskant bij een plotselinge weersomslag. Onvol doende waterberging en schade aan beworteling en gewas kunnen het gevolg zijn. Men zal steeds naar een kompromis moeten zoeken. n de intensieve akkerbouw met groentegewassen zijn-de laatste jaren nogal wat beregeningsinstallaties gekocht. Door de sterk gestegen ex ploitatiekosten van de beregening (energie) zal men vooral kien moeten zijn op het gebruik ervan. De haspel installatie vraagt relatief weinig ar beid voor de verplaatsing. U kunt daardoor met minder moeite bere genen dan met de (vroegere) buizen installatie. Vaker beregenen met betrekkelijk kleine giften van 15 a 20 mm per keer is gemiddeld beter dan zware giften van 30 mm of meer. Een volgroeid bladrijk aardappelgewas kan duidelijk meer water per keer verdragen dan een jong gewas spi nazie. nder Nederlandse omstandighe den bestaat er vrijwel een rechtlijnig verband tussen waterverbruik (tran spiratie) door de plant en droge stof- opbrengst. Wanneer er een vochtte kort optreedt tijdens het groeisei zoen, gaat de plant zijn huidmondjes Aard ondergrond Afstand onderkant wortel- zone tot grondwater in cm. gemiddeld spreiding Kleiarm zee- en rivierzand 30 20- 40 Kleiig zeezand 60 -p- 0 1 00 0 Lichte zavel 130. 100-180 Zware zavel 90 90-120 Lichte klei 70 60-100 Matig zware klei 60 vn 0 1 00 0 Zeer zware klei Ao 30- 60 de potentiële verdamping In een groeiseizoen met een poten tiële verdamping van 370 mm, waarin het gewas over slechts 300 mm vocht kan beschikken, is de re latieve verdamping 300 370 x 100% 81% Het gewas kan dan in dat jaar slechts 81% van de maksimale opbrengst produceren. e opgegeven referentieverdam ping van het meetstation Vlissingen bedraagt 6 mm. De reduktiefaktor f (zie tabel) bedraagt voor een laag groentegewas in volle groei 0,9. De dagelijkse verdamping aan dit gewas bij voldoende vocht bedraagt dan 0,9 x 6 5,4 mm. Bij vast drogend weer is in drie dagen tijd dan al 16 mm water verbruikt. Een aanwijzing voor U om te éaan beregenen, zo U dat nog niet hebt gedaan. Dé landbouwpraktijk zal met de cij fers moeten leren werken en de ver- dampingsgegevens nauwlettend moeten volgen om er voordeel uit te halen. Weerbericht en referentieverdam ping zijn niet onfeilbaar maar zijn naar onze mening toch beter dan het zogenaamde natte vingerwerk dat in de praktijk meestal wordt gehan teerd. KONSULENTSCHAPPEN VOOR DE AKKERBOUW EN DE RUNDVEEHOUDERIJ IN ZUID-WEST NEDERLAND Ing. A. M. v.d. Veeken C.A.R. - Zevenbergen meer of minder sluiten. De werke lijke of reële verdamping is dan lager dan de potentiële of maksimale ver damping. De opbrengst van een ge was kan in procenten van de op brengst bij de potentiële verdamping worden berekend door middel van de relatieve verdamping. De relatie ve verdamping is: de reële verdamping x 100% et bepalen van het gewenste tijdstip van beregenen geeft dikwijls moeilijkheden. Het bijhouden van een vochtboekhouding kan hierbij een goed hulpmiddel zijn. Het vraagt echter wel wat ekstra kennis en aan dacht. Wat U op zijn minst als ak kerbouwer kunt doen in droge tijden, is het weerbericht en de dagelijkse verdampingsgegevens over de radio bijhouden, alsook de hoeveelheid neerslag op uw eigen bedrijf meten. In de zomer van 1980 werd elke morgen om 6.45 uur via de radio door het K.N.M.I. de zogenaamde referentieverdamping opgegeven van diverse meetstations in ons land. Dit zal in 1981 wederom plaatsvin den. De referentieverdamping van het K.N.M.I. is een vergelijkingsgetal dat overeenkomt met de verdamping van een laag, aaneengesloten nat ge was. Voor de praktische toepassing bij de beregening op de bedrijven moet de opgegeven referentiever damping door middel van een re duktiefaktor voor het betreffende gewas worden omgerekend. De re- duktiefaktoren zijn vermeld in tabel 2. De Britse regering heeft besloten om aan de glastuin bouw een subsidie te verstrekken van 5,5 miljoen. Hier mee wil de Britse regering tegemoetkomen aan de wat men aanduidt als unfaire konkurrentie van de Neder landse glastuinbouw op de Britse markt. Volgens de voorzitter van de Britse Boerenbond betekent de toekenning van dit bedrag slechts een geringe tege moetkoming die te becijferen is op ongeveer één derde van het nadelig effekt dat de Britse glastuinbouw onder vindt van de unfaire konkurrentie van de Nederlandse glastuinbouw. Van de kant van de Britten is gedreigd met havenblokkades voor produkten van de Nederlandse glastuinbouw, inklusief bloemen. Het areaal verwarmd glas Groot-Brittannië bedraagt on geveer 1 500 ha. De waarde van de produktie ligt rond de 1 60 miljoen, terwijl de champignonteelt nog eens rond 60 miljoen oplevert. De toekenning van het bedrag zal geëffektueerd worden door een korting op de brandstof. vdw Onlangs is het insekticide Decis voor toepassing in tal van konsumptie- gewassen toegelaten. DECIS is een pyrethroïde op basis van deltamethrin. Voorheen heette de werkzame stof decamethrin. Van alle verspuitbare insekticiden die op de markt zijn, bevat ze het laagste gehalte aan werkzame stof, nl. slechts 25 g/1. Bovendien is een lage dosering reeds effektief. Het is geen systemisch middel en wordt dus niet door planten opgeno men. Wel penetreert het diep in de waslaag en blijft daarin lange tijd werkzaam tegen tal van insekten. De kans dat het van hef gewas afre- gent is door de direkte opname in de waslaag minimaal. De doding van insekten geschiedt door direkt kontakt (kontaktgif) met het middel, of doordat ze in het blad steken, of er aan vreten (maaggif). DECIS is met name werkzaam op aktieve stadia van talrijke insekten. BASF heeft dezer dagen een toela ting ontvangen voor het produkt Corbel, een fungicide ter bestrijding van blad- en aarziekten in tarwe, op basis van de werkzame stof fenpro- pimorf. Corbel bestrijdt bladziekten zoals gele roest, meeldauw en bruine roest en heeft daarnaast een werking tegen bladvlekken ziekte. Bovendien be strijdt Corbel aarmeeldauw. In kom- binatie met Bavistin M 72 wordt Corbel aanbevolen voor gelijktijdige bestrijding van een aaraantasting door meeldauw, Septoria, Fusarium en zwartschimmels. Corbel is geformuleerd als een spuitvloeistof en bevat 750 gram fenpropimorf per liter. Tabel 2: Reduktiefaktor f afhankelijk van het groeistadium voor diverse ge- ontwikkelingsstadium van het gewas gewas ontwikkeling vol veldsgewas van het gewas volle opkomst begin eind groei bloei I rij- af- ping rijping 0-10* 10-30* 30-70* 70 - 80* grondbe- aardappel 0,5 0,7 0,8 0,9 1,0 0,9 0,7 bieten 0,4 0,6 0,8 1,0 0,9 0,7 erwten 0,4 0,5 0,7 0,9 1,0 0,9 6tambonen 0,4 0,4 0,7 0,9 0,9 0,6 0,2 veldbonen 0,4 o,5 0,9 1,0 0,9 0,7 0,3 uien 0,4 0,5 0,7 0,9 0,7 mals 0,5 0,7 0,9 1,0 1,0 0,9 0,6 graan 0,4 0,6 0,8 0,9 0,8 0,7 Groenten laag gewas 0,4 0,4 0,7 0,9 35 ca hoog gewas 0,4 0,5 0,9 1,2 35 «-■ Indien u draineert ontvangt u een investeringspremie in het kader van de W.I.R. Momenteel 12% basistoeslag tot 1 juli 1981 en 6% kleinschalig heidstoeslag tot 38.257,— Indien 1 ha drainage (als voor beeld) 1.600,— kost, afhanke lijk van de draindiepte ontvangt u een bijdrage van 25%. Dit is 400,— per ha. U krijgt een in vesteringspremie van 18% is 288,— per ha. Drainage mag worden afgeschre ven wat fiskaal voordeel biedt. 1% meer opbrengst per ha is bij een opbrengst van 4.000,— per ha 40,- Had u al eerder het idee? Voer het dan nu uit.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 7