Leren van anderen
W ie de jubileumviering van de plattelandsvrouwen
heeft meegemaakt zal het met mij eens zijn dat de plat
telandsvrouwen er een geslaagd feest van hebben ge
maakt en weer met enthousiasme verder zullen gaan.
Geen holle feministische kreten, geen lange toespraak
door de presidente, maar wel woorden die duidelijk ma
ken dat men weet wat men wil, daarbij gesteund door.de
wetenschap dat de leden bereid zijn door zelfwerkzaam
heid en kreativiteit hun organisatie te steunen.
VRIJDAG 22 MEI 1981
68e JAARGANG NO. 3583
zuidelijke landbouw maatschappij
Profiteer van de subsidieregeling en pak nu de drainage op uw bedrijf - voorzover
nodig uiteraard - aan.
Vanuit; de Z.L.IVI. gezien
Bijdrageregeling
profielverbetering en aanleg
drainage op
akkerbouwgronden
De Franse landbouw
z.l.m
land- en
tuinbouwblad
-i^,-V-V-S
_t l
•/s"? -
gg *5^
'y
L1 1
t vJl iö
H et is goed te kijken hoe anderen werken en leven en
proberen te leren van zaken die zij beter doen. Vooral in
een tijd waarin de gedachten over de vooruitzichten
somber zijn, men noemt dat tegenwoordig "doemden
ken", is het goed te ervaren dat er toch nog mensen zijn
die wel vertrouwen hebben in de toekomst.
Daarbij gaat het niet om de organisatie zelf. Het gaat er
om de leden gelegenheid te geven zich op een breed
terrein te ontwikkelen en gezamenlijk ook naar buiten te
treden in de samenleving. Dezer dagen is vanuit het
Landbouwschap een nota Verschenen over "de veran
derde rol en positie van de vrouw in het agrarisch be
drijf".
Voor het beleid op sociaal en fiskaal terrein, maar ook
voor de landbouworganisaties en koöperaties is het
goed na te gaan of de positie van de vrouw verbeterd kan
worden en hoe dat kan gebeuren.
Op de jubileumbijeenkomst, de leden daar aktief bezig
ziende, dacht ik dat het nuttig zou kunnen zijn als de
plattelandsvrouwen een nota op zouden stellen over de
r~-
Minister ir. G. Braks heeft besloten subsidie te verlenen
in de kosten van verbetering van detailontwatering en
profielverbetering van akkerbouwgronden en van ver
groting en vormverbetering van percelen akkerbouw
grond.
De subsidie bedraa.üt ten hoogste 25% van de door de
direkteur Landinrichtingsdienst goedgekeurde kosten,
met dien verstande dat de bijdrage maximaal 3.750,-
beloopt.
Zijn de kosten lager dan 3.000,— dan wordt geen bij
drage verleend. Per bedrijf kan slechts éénmaal een aan
vraag worden ingediend.
De werkzaamheden moeten binnen twee jaar na de toe
kenning van de subsidie zijn uitgevoerd. Verlenging van
deze termijn is niet mogelijk.
In totaal is voor bovenstaande doeleinden 3.500.000,—
gulden beschikbaar. De direkteur Landinrichtingsdienst
is bevoegd een sluitingsdatum voor de aanvraagtermijn
vast te stellen.
Aanvragen kunnen vanaf 18 mei worden ingediend bij de
distriktsbureauhouders van de Stichting Uitvoering
Landbouwmaatregelen (S.T.U.L.M.) op de voorgeschre
ven aanvraagformulieren.
veranderde positie van de man op het bedrijf. Niemand
zal toch willen ontkennen dat daarin in de loop van de
jaren ook veel Is veranderd. En wie kan dat dan beter
beoordelen dan de vrouw?
De plattelandsvrouwen, en niet de agrarische kommissie,
zouden dat bijzonder kunnen doen. Waarom niet de
agrarische kommissie? Wel, ik denk dat het goed is dat
ook vrouwen van buiten de landbouw kritisch kijken hoe
de man op het boerenbedrijf en in de samenleving funk-
tioneert. Door de brede samenstelling van de organisatie
van de plattelandsvrouwen is dat mogelijk. Wij zullen
afwachten of deze suggestie er toe leidt dat dit onderwerp
in het programma van de plattelandsvrouwen wordt op
genomen.
H et dagelijks bestuur van de Z.L.M, heeft een werkbe
zoek gebracht aan Frankrijk in de omgeving van Le Mans.
De Nederlandse landbouwattaché, de heer ir. K.W. Kruse
heeft er voor gezorgd dat wij op een zeer intensieve wijze
kennis hebben kunnen maken met de Franse landbouw
en de landbouworganisaties. Bij het binnenrijden van het
departement Sarthe. ongeveer 200 km zuid-west van
Parijs, dachten wij "wat kunnen wij hier leren", nadat wij
eerst de enorme graanvelden ten noorden en zuiden van
Parijs aan ons voorbij hebben zien gaan. Gebleken is dat
het beter is niet de beste gebieden te bezoeken maar te
kijken naar het gemiddelde.
In het departement Sarthe hebben wij gelegenheid ge
had kennis te maken met het gemiddelde bedrijf van
Frankrijk. Niet het rijkste gebied maar ook niet het arm
ste. Wat dat betreft zijn de tegenstellingen in Frankrijk
nog bijzonder groot. Sarthe is een gebied met gemengde
bedrijven waarvan er nog velen aan het ontwikkelen wa
ren. Opvallend was dat wij geen "doemdenkers" tegen
zijn gekomen. Hier waren boeren aan het werk die zeker
problemen hebben maar deze met geloof in de toekomst
aanpakken. Vooral de jongeren werden daarbij bijna op
een voetstuk geplaatstDat is niet zo verwonderlijk in een
gebied waar (een tiental jaren geleden) de jongeren het
niet meer zagen zitten, de bedrijfsopvolging in gevaar
kwam en het platteland leeg dreigde te lopen.
De overheid doet er veel aan om de jongeren te helpen
van start te gaan. Men voert daar via de banken een
rentesubsidiebeleid met een grote verscheidenheid aan
mogelijkheden, aangepast aan de omstandigheden, af
gestemd op de verschillende sektoren en regio's. Hier
door is het niet eenvoudig een oordeel te geven over de
mogelijkheden die de Franse staat biedt in vergelijking
met Nederland. Men is in Frankrijk ook terughoudend om
zaken zwart op wit door te geven. Toch is het goed ons
hier wat verder in te verdiepen. Dat geldt ook voor het
funktioneren van de Franse grondbank (S.A.F.E.R.: so-
cietê d'aménagement foncier et d'êtablissement rural).
De SAFER heeft een grote invloed op de georganiseerde
landbouw. De overheid kontroleert en financiert voor het
grootste deel de aktiviteiten van de SAFER.
De taken zijn o.a,:
Vestiging van jonge boeren
Bedrijfsvergroting
Kavelruil en kavelaanpassing
Verpachten van gronden
Ruimtelijke ordening (aankoop bij onteigening voor wo
ningbouw, wegenaanleg e.d.)
Met de SAFER wordt door de landbouw zelf een stuk
landbouwbeleid gevoerd wat tot doel heeft de land-
bouwstruktuur te verbeteren, de jonge boer te helpen en
grondspekulaties te voorkomen.
Het is een landbouwbeleid, uitgevoerd door de land
bouworganisaties zelf, wat wij in Nederland willen gaan
regelen met de Wet Agrarisch Grondverkeer en het
Voorkeursrecht voor de gemeenten.
Ook hierover nog geen konklusies, slechts aangeven dat
het nuttig is te kijken hoe anderen het doen.
Wel kan de konklusie worden getrokken dat de landbouw
in Frankrijk hard bezig is de achterstand met Nederland,
zoals die zelf zeggen, in te halen. Hoe het dan met de
overproduktie moet?
De Franse veehouderij vindt dat de achterstand met Ne
derland nog zo groot is dat de overproduktie voor hen
geen probleem mag zijn.
En het is ook goed te weten hoe anderen over overpro
duktie denken.
Doeleman