Onkruidbestrijding in spinazie, konservenerwten en tuinbonen Algemene Voorwaarden kontraktproduktie intensieve veehouderij snel verbindend verklaren (Landbouw) - Hogeschool Waar bleef het geld dat het P.Z. ontving? I n alle gewassen kunnen onkruiden vanwege konkurrentie behoorlijke opbrengstdervingen veroorzaken. Spinazie wordt door de industrie zelfs geweigerd omdat onkruiden de kwaliteit van het produkt nadelig beïnvloeden. Bij konservenerwten gaat het dorsen moeilijker en geven sommige onkruiden - wanneer ze door de dorsmachine gemangeld, worden - een vieze reuk, die op de erwten overgaat. Vooral bij konser- venteelt zijn onkruiden in deze gewassen niet te dulden. Het zal nodig zijn om met alle ten dienste staande bestrijdingsmiddelen een on- kruidvrij gewas te telen. I n spinazie is maar een produkt dat ingezet kan worden voor de bestrij ding van onkruid, n.l. Asulam (Asu- lox en Agnchem - Asulam). Het moet direkt na het zaaien toegepast worden. De werking van het middel is sterk afhankelijk van de hoeveel heid vocht in de bovenlaag van de grond. Niet alle onkruiden zijn voor dit middel even gevoelig. Het is o.a. zwak op meidesoorten, hoenderbeet, paarse dovenetel en kleine brandne tel. D inoseb-acetaat kan vanaf op komst tot bij het sluiten van het ge was gespoten worden. Voor een goed resultaat moeten de onkruiden klein zijn en de grond vochtig. Tevens is het nodig veel water (minimaal 600 1. per ha) te gebruiken. Bij grote on kruiden, droge grond en een afge hard gewas, valt de werking tegen. Wanneer kamille voorkomt, verdient het aanbeveling om in plaats van 4 kg dinoseb-acetaat, 1 V21 bentazyn 2 kg dinoseb-acetaat te gebruiken. Dit kan niet in het ras Ode. Is de grond droog en het gewas afgehard dan kan vanaf 5 cm gewaslengte 7 Vi 1 I n tuinbonen moet men er van uit gaan dat enkele dagen voor opkomst van het gewas met een bodemherbi cide wordt gespoten. SPINAZIE KONSERVENERWTEN WANNEER EN WAARMEE SPUITEN? TUINBONEN WÊÊ Êm J MÊÈÊM Franse graanproduktie CBTB werkgroep 15 Gezien het werkingsspektrum van het middel moet spinazie geteeld worden op percelen waar van nature weinig onkruiden voorkomen. ""Voor gebruik in erwten zijn thans een aantal bodemherbiciden aan de markt, die op het juiste moment toe gepast, op de daarvoor in aanmer king komende grond en bij voldoen de vocht in de toplaag, het onkruid prima bestrijden. Daarnaast hebben we de middelen met kontaktwerking, zoals: dinoseb, dinoseb acetaat, ben- taron en voor de grasachtigen Fer- vin. Bodemherbiciden hebben een lange nawerking zodat onder normale om standigheden op van nature op- drachtige gronden met een bèspui- ting kan worden volstaan. Onder droge omstandigheden kan het no dig zijn om nog een bestrijding toe te passen na opkomst. Bodem herbici den hebben een zeer goede werking op kamille en duist. Bij graszaad als ondervrucht zijn deze middelen niet te gebruiken. De volgende middelen komen voor toepassing direkt na zaaier^ in aanmerking: 3-4 kg me- thabenzthiazuron, 0,6-0,75 kg sima- zin 50%. 1-2 Vi kg Bladex of 2-3 kg Topogard per ha. Camparol 1,25-2 kg per ha toepassen kort voor opkomst. Wanneer karwij als onder-vrucht wordt geteeld dan 5 kg Camparol of 3-5 kg Ivorin Super per ha gebruiken. De dosering van deze middelen is afhankelijk van de zwaarte van de grond. Op de lichte gronden de laagste dosering toepas sen en op de zwaardere gronden de hoogste. Op gronden boven 40% af- slibbaar is het beter deze middelen niet te gebruiken, omdat de werking meestal onvoldoende is. Het effekt van bovemgenoemde middelen op kleefkruid is matig tot slecht. Op dergelijke percelen kunnen beter kontaktwerkende middelen worden ingezet. Bij het gebruik van kontakt werkende middelen moet men er van uit gaan dat twee bespuitingen nodig zijn om het gewas onkruidvrij te maken. Sommigen willen met één bespuiting het onkruid afdoende be strijden. Daar de onkruiden dan meestal te groot zijn, wordt een te hoge dose ring gebruikt wat als resultaat heeft een slechte doding van de grotere onkruiden en veel schade aan het erwtengewas. dinoseb in minimaal 60 1 water per ha, 's avonds toegepast, zeer goede resultaten geven. Wanneer kort na opkomst of bij een gewaslengte van 5 cm met een van de genoemde kon taktwerkende middelen een behan deling heeft plaatsgehad, kan bij een gewaslengte van 15 a 20 cm zonodig een tweede behandeling worden toegepast. Dan afhankelijk van het weer, dus bij vochtige grond dino seb-acetaat of onder droge omstan digheden (een afgehard gewas) di- nosel gebruiken. Door het groot aantal middelen die in dit gewas zijn toe te passen behoeft onkruid in erwten totaal geen probleem te ge ven. Voor een na opkomst bespuiting zijn tuinbonen gevoelig. De volgende middelen komen voor toepassing in aanmerking: 3 - 5 kg Ivorin Super, 1 Zi kg Camparol of 1 - 2 V2 kg Bladex. Simuron kan flinke schade geven aan het gewas, dus ïs het beter dit middel niet toe te passen. Wanneer na opkomst bij een gewa slengte van 3 - 10 cm Onkruid aan wezig is, kan 3 a 4 kg dinoseb-ace taat, onder vochtige omstandigheden of 6 a 7 V2 dinoseb op een, afgehard gewas gebruikt worden. A. Mulders, Konsulentschap voor de Akkerbouw en de Rundveehouderij te Zevenber gen Prof. dr. K. Biersteker. werking tussen mens en techniek met het accent op de gezondheid van de mens. Wij willen deskundigen opleiden om de belasting te meten die de techno logie de mens aandoet. Het gaat om "harde" kundigheden, niet om het "zachte" welzijn. De bedrijfshygië- nist moet het gesprek aankunnen met de bedrijfsgeneeskundige en met de veiligheidskundige. Hij moet die twee de nodige gegevens verschaffen over de chemische en fysische fakto- ren die de gezondheid van de werk nemers op de werkplek bedreigen. Zulke mensen zijn hard nodig; de arbeidsomstandighedenwet, die eind 1980 is aangenomen, kan alleen maar echt in werking treden als er voldoende deskundigen zijn om hem goed uit te voeren. Volgens het di- rektoraat-generaal van de arbeid kunnen er tussen 100 en 200 be- drijfshygiënisten geplaatst worden van het nivo dat de LH kan leveren." PA. (Uit: nieuws uit Wageningen) Van oogst 1980 werd in Frankrijk tot 1 maart van dit jaar 32,2 miljoen ton graan afgeleverd, vergeleken met 29,2 miljoen ton in de overeenkom stige periode van vorig seizoen. Het aandeel zachte tarwe bedroeg 17,9 miljoen ton (14,6); gerst 6,77 miljoen ton (6,32); mais 6,08 miljoen ton (7.01). Per 1 maart bedroegen de voorraden (in milj. tons): zachte tar we 5,60 (6,5); gerst 2,37 (2,33); mais 2,78 (3,33). Een geslaagde onkruidbestrijding in tuinbonen geeft tot de oogst een "schoon" gewas Kontraktproduktie in de intensieve veehouderij dient bij een goede toepassing uit oogpunt van risikospreiding en het verzekeren van toe levering en afzet positief benaderd te worden. In de praktijk vertoont ze vele mankementen, die voornamelijk voortkomen uit het feit dat de kontraktaanbieders in konkurrentie inschieten op de zwakke positie van de boer. Het is daarom gewenst om naar mogelijkheden te zoeken waarmee de kontraktproduktie in het gewenste spoor gebracht kan worden. Dit zijn de belangrijkste konklusies waartoe een werkgroep van de CBTB komt na uitvoerige bestudering van het verschijnsel kontraktproduktie. Wat betreft de belangenbehartiging is de werkgroep tot de slotsom geko men dat deze in principe behoorlijk rond is. Wel is een en ander qua funktionering nog voor verbetering vatbaar. Het probleem is thans dat de praktijk van de aangereikte ad viesmogelijkheden onvoldoende ge bruik maakt, terwijl gezien de te verwachten ontwikkelingen de noodzaak hiervan groter zal worden. Bij het nagaan van de mogelijkheden om de kontraktproduktie in het ge wenste spoor te krijgen heeft de werkgroep enige mogelijkheden op gesomd op basis waarvan de volgen de aanbevelingen aan het bestuur worden gedaan. wijziging in de situatie van de kontraktproduktie dierft met name via inzichtverbetering en mentali teitsverandering tot stand te komen. ondanks alle aktiviteiten zal toch blijken dat er mensen tussen de wal en het schip terecht komen. Om deze groep te beschermen zal een vangnet nodig zijn. In eerste instantie acht de werkgroep het gewenst dat de Alge mene Voorwaarden op korte termijn algemeen verbindend worden ver klaard. een wettelijke regeling voor de kontraktproduktie in de intensieve veehouderij dient zo snel mogelijk gereed gemaakt te worden. De ekonomische invulling van het kontrakt blijft te alle tijde, ook bij het van kracht worden van een algehele wettelijke regeling, veel aandacht vragen. De onderhandeling over de ekonomische invulling laat zich na melijk niet wettelijk regelen. Daarom blijft verbetering van ekonomisch in zicht bij de kontraktnemers en een goed funktioneren van regionale kontraktenadvieskommissies en de voorlichting van groot belang. Invoering van een bedenktijd re gistratieplicht kan hierbij ondersteu nend werken. De Landbouwhogeschool houdt zich de laatste tijd ook bezig met zaken die niet alleen de boer betreffen, zoals milieuhygiëne en menselijke voeding. Binnenkort begint zij zelfs een oplei ding voor bedrijfshygiënisten. Raakt zij daardoor niet wat té ver van de landbouw af? Die vraag beantwoordt prof. dr. K. Biersteker, hoogleraar in de gezond heidsleer aan de LH. "Inderdaad beginnen wij komend studiejaar met bedrijfshygiëne, iets nieuws voor de LH, maar ook voor Nederland en zelfs voor Europa (al leen in Engeland wordt hier al aan gewerkt). Waarom wij dat doen? Omdat de maatschappij er een grote behoefte aan heeft en de LH met vrij weinig extra moeite daaraan kan voldoen. Er worden tegenwoordig voor aller lei stoffen en gassen in het milieu grenswaarden vastgesteld, die om wille van de gezondheid niet over schreden mogen worden. Maar wie kan met deze grenswaarden werken? Die mensen zijn er nog haast niet en dat wordt nergens harder gevoeld dan in de bedrijven waar gevaarlijke stoffen worden geproduceerd of ver werkt. Denk maar eens aan de che mische industrie". Maar hoe komt zo'n studie nu net bij de Landbouwhogeschool terecht en niet bij een technische hogeschool of een medisch fakulteit? Biersteker: Het interessante van de LH is dat hier zowel veel biologische als veel technologische kennis aan wezig is. De bedrijfshygiëne heeft die allebei nodig; het gaat om de wissel- De uitgaven van het Produktschap voor Zuivel hebben in 1980 ca. 84,3 miljoen bedragen. Dat is ca. 9,3 miljoen (10%) minder dan in 1979. Deze daling van de uitgaven is voornamelijk veroorzaakt door de verlaging van de subsidies aan het Nederlands Zuivelbureau, die mo gelijk is gemaakt doordat de E.G. in 1980 is gaan bijdragen aan de Finan ciering van bepaalde aktiviteiten van dit bureau. De uitgaven konden ruimschoots worden gedekt door de inkomsten, die ruim 90,3 miljoen omvatten. Het positieve saldo van baten en las ten (ca. 6 miljoen) is toegevoegd aan de reserves. De algemene reserve bedraagt nu ca. 24,6 miljoen, de bestemmingsreserves (o.m. omvat tend de propagandafondsen) omvat ten ca. 19,4 miljoen. Deze saldi dienen mede om de heffingen in de toekomst zoveel mogelijk te kunnen stabiliseren. Overigens zullen, uit gaande van de begroting voor 1981, dit jaar de reserves afnemen met in totaal ca. 11 miljoen. De apparaatskosten van het P.Z. De bruto-apparaatskosten omvatten 20,1 miljoen. De netto-kosten wa ren echter 44% lager en bedroegen 11,2 miljoen. Behoudens aan derden in rekening gebrachte kosten ad ca. 650.000,— en 4,2 miljoen aan rente-opbrengst en diversen, nam het Ministerie van Landbouw en Visserij ca. 41% van de kosten van het P.Z. voor zijn reke ning (in 1979: bijna 36%). Indien de netto-apparaatskosten van het Produktschap voor Zuivel wor den gerelateerd aan de hoeveelheid aan fabrieken geleverde melk, dan blijkt dat deze kosten in 1980 t.o.v. 1979 zijn gedaald van 10,6 tot 9,8 cent per 100 kilo melk. Aan subsidies werd 56,1 cent per 100 kilo melk besteed (in 1979: 65,9 cent).

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 15