"Windmolens langs onze kust ekonomisch verantwoord" Subsidie voor elektriciteit van zelfopwekkers? D e molens die in de agrarische sektor kunnen worden toegepast zullen een wiekdiameter hebben tussen 6 en 17 m. Misschien zullen voor speciale gevallen nog molens met een diameter tot 25 m kunnen worden gebruikt. De prijzen van de windmolens voor het opwekken van elektriciteit bedragen voor molens van 6-17 m inklusief fundering en aansluiting op het openbare elektri citeitsnet/ 30.000,- -ƒ 150.000,-. E en onverwacht groot aantal leden van de Nederlandse Vereniging voor Techniek in de Landbouw heeft zich dinsdag 19 mei j.l. in het kader van een studiedag gebogen over het onderwerp "Het gebruik van fossiele brandstoffen en alternatieve energie in de agrarische sektor". Na een zestal inleidingen kon de balans worden opgemaakt: bedrijfse- konomisch gezien moeten vrijwel alle vormen van alternatieve energie het bij de huidige prijzen tegen gas en olie afleggen. Alleen de wind molen is in windrijke gebieden ekonomisch verantwoord. Uit de door de inleiders naar voren gebrachte informatie mag worden gekonkludeerd dat én door een voortgaande stijging van de kostprijs van fossiele energiedragers én Joor verwachte daling van de kostprijs van nieuwe energieopwekkers, laatstgenoemde in een steeds gunstiger konkur- rentiepositie komen te verkeren. Het onderzoek ter verbetering van allerlei nieuwe vormen van energieopwekking wordt thans op een breed wetenschappelijk terrein aangepakt. I n onderstaande tabel is bij enkele rentepercentages aangegeven in welke tijd een windmolen terugver diend kan worden. Voor onderhoud en verzekering is 1,25% in rekening gebracht. De waarden zijn uitgere kend voor twee opbrengsten van de molen en met en zonder subsidie. De subsidies, die momenteel verkregen kunnen worden zijn WIR 13%, ener gietoeslag 15% en kleinschaligheids toeslag 53/4%, totaal 3334%. 7*7 Toepassing in de praktijk Kosten van de windmolen Zonnekollektoren De klok eelijkzetten Bescherming van aandeelhouders Ing. W. Rossing van IMA G: J. WIERENGA Kustprovincies Gebied Produktie Eigen terugverdientijd (jaren] bij rentevoet kWh/jaar ve rb ru i k zonder subsidie met subsidie 9% 10% in 12% 3% 10% 11% 12% Kust 42.000 100 10,5 12 '3 i 15.5 •6 1 6.3 6,6 6.9 75 15.5 18 21 8,1 8.7 9,2 50 31,5 - - ii 12,5 13,5 16 Binnen 25.000 100 - - - - 15 17 20 28 land 75 50 - - 25 - 1 Het blijkt uit deze tabel dat bij de huidige energieprijzen, als geen re kening wordt gehouden met subsi dies, een windmolen alleen in de kustprovincies rendabel is. Als reke ning wordt gehouden met een prijs stijging van 6% per jaar van de ener gieprijzen zullen over enkele jaren de getallen wat dichter bij elkaar liggen. B ij de toepassing in de agrarische sektor zal getracht moeten worden zoveel mogelijk van de geprodu ceerde energie in eigen bedrijf te ge- toepassingsmogelijkheid valt te ver wachten bij bedrijven met een vrij groot en regelmatig stroomverbruik. Het is dus belangrijk het stroomver bruik en de verdeling over de dag van de verschillende typen bedrijven te kennen". Door een onderzoek uitgevoerd in de akkerbouw en de veehouderij zijn over deze bedrijven enkele gegevens bekend geworden. Het blijkt dat de bedrijven in de sektor van de intensieve veehouderij het meest geschikt zijn voor het ge bruik van windmolens. In de tuinbouwsektor zijn misschien enkele typen bedrijven qua energie- afname geschikt voor het toepassen Ir. J.M. Lange (IMAG) kwam in zijn inleiding over de toepassings mogelijkheden van zonnekollekto ren tot de konklusie dat dit systeem rendabel is bij een investering van ca. 550,— per m2. De prijs van de thans beschikbare systemen is even wel nog aanzienlijk hoger en ligt tussen 750,— tot 2.000,— per m2. Met subsidies zouden de goed koopste systemen net uit kunnen ko- Zakenlieden, internationale rei zigers, vervoerondernemers, om nog maar te zwijgen over zuivel- producenten, zal het leven heel wat gemakkelijker worden ge maakt als men de Europese Kommissie volgt. Zij wil dat alle lid-staten voortaan op dezelfde dag op de zomertijd overgaan. Deze gekoördineerde benadering werd dit jaar voor het eerst toe gepast toen op 29 maart de klok ken een uur vooruit werden gezet. De Kommissie is nu met verge lijkbare data gekomen tot het jaar 2000 om verwarring te vermijden als het bijzetten van de klok op verschillende momenten zou ge beuren. De begindata, allemaal tussen 19 en 31 maart, zijn na overleg met de nationale overheden gekozen. Het gaat om de laatste zondag in maart of de zondag voor Pasen, omdat Pasen volgens de deskun digen in Brussel om algemene sociale redenen in de periode van de zomertijd moet vallen. De regeringen zijn het echter nog niet eens over de einddatum van de zomertijd en ze blijven bij hun eigen einddata. De Kommissie spant zich in om die te doen sa menvallen. De koördinatie zal echter niet betekenen dat de Gemeenschap van de Shetlands tot Sicilië de zelfde tijd heeft. Er blijven drie tijdzones: zo zal b.v. Griekenland twee uur vóór blijven liggen op Ierland. De balans en de winst- en ver liesrekeningen van banken en andere financiële instellingen zullen gemakkelijker te lezen en te begrijpen zijn voor aandeel houders en voor het publiek in het algemeen na toepassing van een richtlijn die de Kommissie onlangs ter goedkeuring heeft voorgelegd aan de Ministerraad. Het voorstel zal banken enzo voorts die in de Gemeenschap werken er toe verplichten alle jaarstukken te publiceren. Het sluit aan op een richtlijn van 1978, die op de jaarrekeningen van andere vennootschappen van toepassing is. De huidige praktijk op dit gebied verschilt van land tot land. Daar om is het voor eventuele aan deelhouders erg moeilijk verge lijkingen te maken. men. "Maar zoals zo vaak" zei de heer Lange "zijn ook hier de goed koopste systemen eigenlijk de duur ste". De toepassing van zonnekollektoren, zo hebben proeven geleerd, is goed mogelijk bij de verwarming van top- water op melkveebedrijven. Voor ruimteverwarming is dit systeem be slist onvoldoende. Dit geldt o.a. ook t.a.v. het drogen van graan. In alle gevallen is de aanwezigheid van een aanvullende konstante energievoor ziening van het elektriciteitsnet een voorwaarde om tot de vereiste tem peratuur te komen. "Het is denkbaar om u, zoals dat ook in Denemarken gebeurt, de kleine zelfopwekkers van elektriciteit op elke kWh die aan het openbaar net wordt geleverd een subsidie te geven. Maar men moet niet verwachten dat de elektriciteitsmaatschappijen zelf met dit voorstel zullen komen". Dit zei ir. G.H. Brontius van NV Kema dinsdag 19 mei j.l. tijdens een bijeenkomst van de Nederlandse Vereniging voor Techniek in de Landbouw in Wageningen. Hij voorspelde dat elektriciteit nog steeds duurder zal worden als straks de gaskraan uit Groningen steeds minder gaat leveren en kerne nergie niet mag. De Kema-woordvoerder zei een voorstander te zijn van een goede samenwerking tussen de zelfopwekkers en de grote elektriciteitsmaatschappijen mede omdat windenergie een ener gievorm is die de moeite waard is, evenals de warmte/krachtkop peling. Bij toepassing op grote schaal vrezen de elektriciteitsmaatschap pijen wel problemen. Windmolens bijvoorbeeld geven allemaal gelijktijdig stroom en dan zal toch een aanpassing van het net noodzakelijk zijn. En wat gebeurt er, zo vroeg de heer Brontius zich af, wanneer een zelfopwekker een tijdelijk spanningloos net onder spanning zet hetzij legaal hetzij illegaal? Kortom, zo besloot hij, naar deze problemen zal nog veel onderzoek moeten worden ge daan. U it het betoog van de heer ing. H.R.Poelma(IMAG)overdekosten- aspekten van methaanopwekking uit mest bleek dat deze vorm van energieopwekking zonder allerlei hoge subsidies nog niet konkurre- rend is. Uitgaande evenwel van ver beteringen in de techniek en een la gere kostprijs van de installatie zei de IMAG-medewerker op langere ter mijn goede mogelijkheden te ver wachten voor de biogasinstallaties. Voor kleine intensieve agrarische bedrijven is zo'n installatie bedrijfs- ekonomisch niet interessant. Ing. W. Rossing (IMAG) stelde in zijn betoog over de toepassing van windenergie dat deze in de agrari sche sektor alleen inzetbaar is op die bedrijven waar een kontinu verbruik van elektriciteit nodig is, dit zijn vooral bedrijven in de intensieve veehouderij. Bij de ontwikkeling van een speciale molen is het ook mogelijk in de glastuinbouw deze energiebron te gebruiken voor het opwekken van warmte. Bij de huidige energieprij zen zijn windmolens evenwel alleen in windrijke gebieden ekonomisch verantwoord. Bij de berekening is rekening ge houden met een kWh prijs van 23 cent dat aan de elektriciteitsmaat schappij moet worden betaald en 8 cent voor elke kWh die terug gele verd wordt aan het net. Terugverdientijd en jaren van een windmolen bij een investering van 60.000,- van windenergie. Daar elektriciteit in verhouding duurder is dan olie en aardgas moet in eerste instantie de molen worden gebruikt voor het op wekken van elektriciteit, zo stelt de heer Rossing. Voor het besparen van fossiele brandstoffen zou het ook mogelijk zijn in de glastuinbouw windenergie te gebruiken voor het opwekken van warmte. In opdracht van het BEOP (Bureau Energie On derzoek Projekten) van het Energie Centrum Nederland (ECN) is door het Ingenieursbureau Drayer in sa menwerking met het IMAG een stu die gemaakt naar de mogelijkheden Er verschijnen steeds meer windmolens in het landschap. Dikwijls zijn het echter nog prototypen. Kortom een wijze van energie opwekking in volle ontwikkeling. bruiken. De bedrijven zullen echter ook volledig moeten kunnen draaien windmolen, daar rekening moet worden gehouden met windstille pe rioden. Ing. Rossing: "De grootste hiervan. Daar een groot gedeelte van deze verwarmde glastuinbouw, 4700 ha, in het windrijke gebied ligt, zou in dat gebied een groot aantal molens kunnen worden geplaatst en een grote hoeveelheid aardgas kan worden bespaard.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 11