KORTE WENKEN C.A.R.- Zevenbergen Oppervlakte 3 voornaamste gewassen vergroot De natuur zal wel korrigeren Eindelijk warmer... Een groot bruidsboeket.... Sinds het vorig overzicht van deze rubriek zijn de werkzaamheden op WALCHEREN weinig gevorderd. De laatste 14 dagen kregen we ongeveer 45 mm regen. Hoewel welkom uit een oogpunt van vochtvoorziening voor de kieming van het zaad en de wer king van de bodemherbiciden, stag neerde het poten van de aardappelen en het zaaien van de snijmais. Zo doende moest er op 8 mei nog een aanzienlijke oppervlakte aardappelen worden gepoot en snijmais gezaaid. Vooral voor laatstgenoemd gewas is de meest geschikte zaaitijd eigenlijk voorbij. Het kon echter niet eerder, dus laten we het er maar op houden dat de natuur dan wel zal korrigeren. Het poten van de aardappelen is op verschillende percelen verlaat om dat, toen het nog droog was, de grond onder de toplaag onvoldoende bek waam was om te bewerken. Praktij kervaringen van vorige jaren wijzen uit dat poten tot 20 mei geen na delige invloed hoeft te hebben op de uiteindelijk kg-opbrengst. Door een later gewas wordt de spoeling in de rooitijd wel wat verkleind. Deze be perking speelt het ene najaar meer dan het andere. Overigens hopen we vlug op wat droger en warmer weer. Het begin was er op 7 mei maar het was van korte duur. De achterstallige werk zaamheden en het zaaien van de stambonen kunnen dan uitgevoerd worden. Ook de verzorging van de gewassen vraagt om wat beter weer. Met het toepassen van bodemherbi ciden en vooropkomstmiddelen in zaaiuien zijn op sommige bedrijven ook problemen geweest. De op dracht aan de loonspuiter kwam wel eens wat laat. Die moet dan verder maar zorgen dat dit gefikst wordt. Ook bij telers die zelf spuiten komt het voor, dat, gezien de vergevorder de opkomst onder minder ideale omstandigheden een bespuiting moest worden uitgevoerd. Voordrooggras Op de veehouderijbedrijven is men verreweg toe aan het inkuilen van voordrooggras. Hopelijk krijgen we ook hiervoor wat gunstiger weer. Bij deze bezigheid gaat het er om, om weer de basis te leggen voor de voe- dervoorraad van de a.s. stalperiode. Zo mogelijk van uitstekende kwali teit, maar dan hebben we naast onze eigen maatregelen en bewerkingen ook meewerkende weersomstandig heden nodig. Alles overziende kunnen we vast stellen dat er de komende weken zeer veel werk aan de winkel is. Ook een geregelde kontrole van onze gewas sen mag zeker niet verwaarloosd worden. Het tijdig uitvoeren van een bepaalde teeltmaatregel kan van grote invloed zijn bij het meer of minder goed slagen van het gewas. Ruilverkaveling De mededeling van minister Braks te Meliskerke dat Walcheren een zeer grote kans maakt om op de lijst van de CCC voor 1981 te worden ge plaatst, zal door velen met genoegen zijn ontvangen. De betekenis hiervan is dat dan kan worden verdergegaan met het treffen van voorbereidingen om te komen tot een ruilverkaveling op Walcheren. In WEST ZEEUWS VLAANDE REN kwamen in het tweede week- ende van mei de temperaturen dan eindelijk boven de 20 graden. Hier zaten we hard op te wachten, gezien het feit dat veel gewassen een flinke achterstand hebben in te halen. Met de regen van de laatste tijd is, mede doordat veel wintertarwepercelen een extra stikstofgift kregen toege diend, ook hiervan de stand weer verbeterd. Op een aantal percelen- komt dusdanig veel voetziekte voor dat een bespuiting gewenst is. Voor namelijk in het ras Okapi begint ook de meeldauwaantasting toe te ne men. De CCC-bespuitingen zijn in veel gevallen aan de late kant uitge voerd. Door het koude voorjaar is eveneens de onkruidbestrijding niet geheel naar wens verlopen. De aardappelen zijn over het alge meen op tijd geplant, alhoewel per 10 mei nog een kleine honderd ha niet kon worden gepoot. Ook voor de stambonen is de zaaitijd aangebroken. In verband met de vo rig jaar plaatselijk ernstige schade door Phoma wordt nu al het zaaizaad ontsmet de grond ingestopt. Dit jaar worden er in ons gewest zo'n 50% meer stamslabonen gezaaid dan vo rig jaar. Dit extensieve gewas wordt echter maar door 15 boeren in het bouwplan opgenomen, zodat hier sprake is van een klein gewas. De bieten hebben dit voorjaar bij de kieming en opkomst het weer mee- gehad. Af en toe een bui regen en zonder korstvorming leverde een prima opkomst. In veel gevallen zullen er dus teveel planten staan. Zelfs bij een zaaiaf- stand van boven de 20 cm staan er ruim voldoende bieten. De regen was ook goed voor de werking van de bodemherbiciden. Daar waar pro 8 fam bij de Pyramin werd gemengd is de kans op schade zeker aanwezig. We zijn ook al weer toe aan de Beta- nalbespuiting. Bieten vragen weinig handwerk meer, maar de kosten aan chemische bestrijdingsmiddelen zijn in dit gewas hoog geworden. Een goede zaak is dan ook de rijen bes puiting, waarmee de kosten drastisch kunnen worden gedrukt. We zagen de laatste tijd weer erg veel wortelonkruiden in nog niet boven staande gewassen. Vooral kweek en klein hoefblad, maar ook distels breiden zich onrustbarend uit. Win tertarwe en graszaad zijn gewassen waarin nog het beste tegen enkele wortelonkruiden kan worden gespo ten. Daarnaast biedt de stoppel enige 14 dagen terug waren we op ZUID- BEVELAND blij met die eerste 25 mm neerslag. Nu dit na 14 dagen echter is opgelopen tot 70 mm is dat toch minder aangenaam gewor den. 14 dagen zijn voorbij gegaan waarbij eigenlijk in het veld niets is gebeurd. Hier en daar hebben enke len zo'n beetje stelenderwijs wat bespuitingen uitgevoerd. Dat was meestal voorbehoedend tegen on kruid. Ook op enkele percelen tarwe heeft men nog CCC toegediend. Door de vele neerslag en de lage temperaturen is de groei van onze gewassen beperkt geweest. Toch gaat alles gewoon door, misschien in een wat lager tempo. Men ziet, nu de temperatuur wat hoger is geworden, dat de suikerbieten en de uien goed voor de dag komen. Tot nog toe heeft het onkruid zich rustig gehouden. Met wat warmer weer zullen we snel genoeg weten wat er door vorige bestrijdingen niet meegenomen is en wat we nu dan nog aan zullen moe ten pakken. Dc aardappelen waren alle voor de regen al gepoot. Met het aanaarden of opfrezen was pas een begin ge maakt. Het is nu wel gewenst dat de grond eerst voldoende droog wordt aleer met het bewerken weer opnieuw kan worden begonnen. Nu dit zo laat is geworden wordt het wel een be werking waarbij veel onkruid mede vernietigd zal worden. De stand van de wintertarwe va rieerde in de afgelopen weken nogal wat. Faktoren als ras, koude, struk- tuur van de grond, tijdstip van zaai en, de gegeven hoeveelheid N, de verliezen aan N en bespuitingen speelden daar doorheen. Het idee is toch wel dat bij wat warmer weer de afwijkingen wel snel zullen verdwij nen. Hier en daar kwam wat meel dauw voor, gelukkig niet in. ernstige mate. Velen hebben hun percelen al gekontroleerd op het voorkomen van oogvlekkenziekte (de voetziekte). Veelal zal een bestrijding niet nood zakelijk zijn. Op nogal wat percelen is zo eind april/begin mei een tussen gift van zo'n 30 a 50 kg N gegeven, met de bedoelang om dan eind mei nog zo'n gift te geven. Deze winter hebben we op een vergadering kunnen verne men, dat als we dat op deze wijze doen, een gewas tarwe heel wat kan opnemen (meer dan 200 kg N in to taal) en dit ook duidelijk in een ho gere opbrengst omzetten. Suikerbieten De Opkomst van de suikerbieten is goed. Het is gebleken dat toch nog lang niet allen op eindafstand zaaien. Zo dit niet is geschied, zal het toch noodzakelijk zijn om wat met de hak bij te korrigeren. Het aantal uren dat mogelijkheden. Toch worden de kansen blijkbaar te weinig benut. Tijdig maatregelen nemen voorkomt erger. Eigenlijk geheel onverwachts gingen twee weken geleden de prij zen voor aardappelen flink naar boven. Een hard gelag voor telers die zojuist hadden verkocht. Voor die genen die nog te verkopen hadden een flinke meevaller. Boer zijn is geen eenvoudig beroep! Als kind vroegen wij zo af en toe aan onze dienstbode "Wanneer ga je trouwen?". Prompt kregen we dan het antwoord "Met de Mei". Toen ik gisteren over de dijken van het West Brabantse polderland reed, kwam de gedachte bij me boven, dat zulks zo gek nog niet was. De dijken houden in mei nl. één groot bruiloftsfeest. Het frisse jonge groen van de bomen, die in de toppen elkaar raken, zodat het bogen geworden zijn. De mei doorn staat op opengaan, het lijkt een groot bruidsboeket. Terwijl langs de kanten het fluitekruid met z'n witte bloempjes staat te wuiven in de wind. Zo gaande over onze mooie dijken kijk je de polder in. Nu er eindelijk toch wat meer warmte is gekomen zie je de polder verande ren. Hier en daar kun je de bieten op rij zien staan. De tarwe is na eerst rood van de kou te zijn geweest nu weer groen geworden en het belooft een zwaar gewas te worden. Tijdig spuiten met C.C.C. zal er wel in zit ten. Ook de vele grassoorten die er liggen zijn hard gegroeid nu na de regen de temperatuur is gestegen. M'n neef klaagt ieder jaar dat hij er bij de opkomst van de bieten een broek bij inschiet. Hij bezit namelijk nogal zware grond en heeft de ge woonte om over het land te kruipen of hij de tere plantjes nog niet boven ziet komen. Ik denk dat dit jaar de broekspijpen wel heel zullen blijven, want ook óp de zware klei zijn er niet veel problemen met de opkomst. Geweldig gegroeid is de karwij die ineens z'n bloemen laat zien. Het is een lust voor het oog de polders en z'n dijken die er samen met jong groen, bomen en bloemen een groot feest van maken. Het opfresen van aardappelen. men hiervoor beschikbaar heeft zal wel aangeven hoeveel men dan aan de bieten kan doen. Het wat korri- gerend bijwerken tot zo rond de 70 k 80.000 planten per ha is gewoon noodzakelijk. Bij te dik staande bie ten heeft men te veel kleintjes die later toch verloren gaan. Er is ook al gebleken dat bij veel kleintjes het tarrapercentage veel te sterk toe neemt. Ongeveer de helft van de snijmais was voor de regenperiode gezaaid, nu moet het overige deel nog volgen. Het gekste is wel dat de eerste zaai ruim vroeg is gezaaid en dat het tweede deel nu vrij laat zal worden gezaaid. Theoretisch ligt de beste zaaiperiode tussen 25/4 en 5/5 (viel dit jaar geheel in de regenperiode). Later in het seizoen zullen we er achter komen, wat of nu de beste tijd is geweest. In de week van 11 tot 16 mei zal een begin gemaakt worden met het zaai en van de stamslabonen. Het is iets later als vooraf was gepland. Voor de laatste partijen aardappelen en uien van de oude oogst worden nog aar dige prijzen betaald. Voor uien zat die kans er wel al langer in, voor aardappelen had men dit eigenlijk niet meer verwacht. Mede daardoor zijn er niet zoveel meer die daarvan kunnen profiteren. Mei-inventarisatie De meesten hebben weer hun mei-in ventarisatie ingeleverd. Het lijkt er op dat de oppervlakte van onze drie voornaamste gewassen nl. wintertar we, suikerbieten en aardappelen eer der iets vergroot dan verkleind is. Vooral zomergranen, vlas en erwten lijken gewassen die wat kleiner in oppervlakte zijn geworden. Bij de overige gewassen die ieder voor zich niet boven de 3% uitkomen zullen de veranderingen gering zijn. AKKERBOUW ALS DE TARWE IN DE AAR KOMT of staat, is het te laat voor onkruidbestrijding. Middelen als groeistoffen zijn dan niet onge vaarlijk voor de granen zelf Toch is het soms wel nodig om pleksge- wijs toch maar in te grijpen op stekelplekken of op plaatsen met veel veenwortel. De "grotespuit is dan vaak niet nodig en kan de rugspuit al veel helpen. Het is dan afwegen van schade door onkruid of schade door groeistoffen. DE 2DÊ BEMESTING voor sui kerbieten moet echt niet te lang worden uitgesteld. De oude me thode om na het doorslaan en dunnen pas de stikstof te geven, is echt te laat. In mei moet deze 2e bemesting op het land liggen. Vlak voor het schoffelen de stikstof strooien, is een goede methode. De stikstof komt vast in de grond en de kans op vervluchtiging van de ammoniak is dan zeer klein. Het later geven van de stikstof is niet gewenst in verband met afrijpen van de bieten. LUIZEN IN BIETEN zijn onge wenste gasten. Luizen zuigen aan de suikerbieten en dat gaat ten koste van de groei van de plant. Ook zijn de groene perzikbladlui zen de overbrengers van de verge- lingsziekte in de suikerbieten. Luizen zijn vaak moeilijk te vin den want ze zitten aan de onder kant van het blad. Groene luizen op groen blad is ook al niet ge makkelijk te konstateren. Bukken en de bladeren stuk voor stuk om draaien, is de enige manier om goed te zoeken. WA TER IN LA TEN en het sloot- peil verhogen, heeft weinig zin voor kiemende en kleine planten. Als de planten groter worden en het wortelgestel flink ontwikkeld is, moet eigenlijk het grondwater bereikt kunnen worden. Een goede plant kan toch in een egale grond wel 80 cm diep groeien, in vele ge vallen vaak veel dieper. Als het grondwater dus op 80 cm te be reiken is dan heeft hoger opzetten niet zo veel zin. Bij storende lagen, zoals grof zand vlak onder de bouwvoor, is het anders. Dan is hoger water opzetten soms wel goed, maar verhoging van het slootpeil is ook verlaging van de waterberging. Denk nog eens goed na wat U gaat doen. VAN ORGANISCHE MEST zijn heel wat gehaltecijfers be kend. Iedere boer heeft wel zo'n tabel in zijn bureau liggen. In deze tabellen staan gemiddelde cijfers van normale partijen mest. Laat iedere gebruiker van organi sche mest van zijn aangekochte stalmest ook eens een monster ne men. Dan weet U wat U gekocht hebt en wat er straks op uw land komt. Een onderzoek op droge stof, ruw as, stikstof, fosfaat en kali is voldoende. Ook op dit ge bied is kontrole nodig! VEEHOUDERIJ EVENALS KINDEREN zijn koeien gemakkelijk verwend. Als de krachtvoerbak in de melkstal leeg is, gaan ze vervelend doen om meer te krijgen. Geef ze echter niet meer dan nodig is volgens de norm. Dit betekent ook dat U in de weide veel minder krachtvoer moet geven dan op stal. Met een juiste krachtvoergift is nog veel te bes paren. VOER KOPEN, of het nu krachtvoer is of ruwvoer, is duur. Daarom is het zaak om zoveel mogelijk voer te winnen van het eigen bedrijf. Na het uitschoren van het vee of het leegkomen na inkuilen, moet dan ook direkt stikstof worden gestrooid om de groeiperiode geheel te benutten. Als U over een regeninstallatie beschikt, kunt U ook direkt water geven. AFGELO'PEN WINTER is veel gepraat over de huisvesting en de opfok van jongvee. Voor een goede vertering van het voer is het nodig dat een kalf dagelijks minstens 10% van het lichaamsgewicht aan vocht binnenkrijgt. Naast kunst melk is dus water nodig. De ge makkelijkste manier is met drink- bakjes. Pas bij voldoende vocht is de vertering van krachtvoer en ruwvoer optimaal en de groei naar wens.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 8