Gasprijs voor glastuinbouw
fors omhoog
Winst in het grensgebied....
H et winstbegrip in de inkomstenbelasting heeft een ruime strekking.
De Wet zelf omschrijft het aldus: "Winst is het bedrag van de geza
menlijke voordelen die, onder welke naam en in welke vorm ook,
worden verkregen uit onderneming".
Plichten en rechten
aanvrager(ster) bouwvergunning
Heffing op zaaiuien van het
Landbouwschap in 1981
gehandhaafd
Cassatie
D,
Al is de omvang van de bedrijfsinves
teringen vergeleken met bijvoorbeeld
de jaren 1977-1979, voor wat de ge
bouwen betreft ook in land- en tuin
bouw sterk teruggelopen, ook nu nog
heeft de ondernemer eventueel te
maken met het aanvragen van een
bouwvergunning voor het stichten
van nieuwe of wijziging van bestaan
de gebouwen.
Zijn wij als s.e.v. vanaf de beginne
betrokken bij de voorgenomen be-
drijfsaanpassing dan wordt niet na
gelaten de aanvrager op zijn plichten
en rechten te wijzen. Meer souflerend
dan adviserend wordt de procedure-
lijn vooruit "nagegaan", op "een rij
gezet", zodat men goed start, om bij
latere moeilijkheden precies te weten
waar en bij welke instantie de
"knoop" zit.
En wat nog belangrijker is om dan
goed te kunnen beoordelen of reeds
een beroepsmogelijkheid, bij wie en
binnen welke termijn, al of niet kan
en moet plaats vinden.
De bovengenoemde START van een
aanvrage voor een vergunning is
zelfs wettelijk vastgelegd. Men zou
misschien verwachten dat dit is ge
regeld in de Wet ruimtelijke orde
ning. Dat is niet zo, door de overheid
is deze aangelegenheid indertijd
middels het parlement vastgelegd an
de Woningwet.
Praktijk en (wets)theorie
Ook al moeten wij in het bestek van
dit artikel terugvallen op wat hier
over ten aanzien van de aanvrager in
de woningwet als recht en plicht is
geregeld, rekening houdend per ge
meente met de praktijk van alledag;
het eerste (mondelinge) overleg om
aan de vereiste vergunning te komen
ligt veelal informatief tussen de aan
vrager of zijn aannemer c.q. archi-
tekt en de Dienst gemeentewerken.
Maareen aanvraag wordt pas als
officieel beschouwd, met name be
langrijk als men hieraan later (wet
telijke) rechten meent te kunnen
ontlenen, indien: de bouwaanvrage
schriftelijk plaats vindt met bijslui
ting van een vakkundige bouwteke
ning en een situatieschets op schaal,
gericht aan het kollege van burge
meester en wethouders van de be
treffende gemeente.
Volgens artikel 50 van genoemde
woningwet beslissen B. en W. binnen
'twee maanden na de dag waarop de
volledige schriftelijke aanvraag is
ontvangen. Deze beslissing kan op
grond van genoemd artikel (lid 2)
éénmaal met maximaal twee maan
den worden uitgesteld. Van zo'n be
sluit tot verdaging MOET de aan
vrager wel door B. en W. schriftelijk
op de hoogte worden gesteld.
Tegen een besluit van B. en W. tot:
- verlening van een voorwaarde
lijke vergunning;
- het aanhouden van een beslis
sing;
- weigering van de vergunning of
- weigering van de verlenging van
een tijdelijke vergunning (artikel
49, 5e lid)
kan belanghebbende in beroep gaan
of zoals in de wet staat voorziening
vragen bij de gemeenteraad. Het
zelfde is van toepassing indien het
Kollege van B. en W. niet tijdig heb
ben beslist (maximaal 4 maanden)
over de aanvraag.
De gemeenteraad beslist binnen 3
maanden nadat het verzoek om
voorziening is ontvangen. De raad
kan de beslissing éénmaal met max
imaal 2 maanden uitstellen, waarvan
aanvrager dan wel via B. en W.
schriftelijk bericht moet ontvangen.
De beslissing van de raad moet uit
gebreid gemotiveerd worden. De
aanvrager krijgt via B. en W. een af
schrift van het raadsbesluit.
Intrekking van een vergunning
Bovenstaande procedurelijn van
rechten en plichten is toegespitst op
die gevallen waarin B. en W. de be
voegdheid hebben de vergunning
rechtstreeks te verlenen. Ook al
orden de termijnen niet anders,
indien de aanvraag de vestiging van
een nieuw bedrijf, een 2e bedrijfs
woning of bijvoorbeeld een groen-
voedersilo omvat, dan dient B. en W.
zich op grond van de voorschriften
bij het vigerende bestemmingsplan
voor het buitengebied, vooraf tot
Gedeputeerde Staten te wenden
voor een zogenaamde verklaring van
geen bezwaar.
Burgemeester en wethouders kun
nen een vergunning intrekken in
dien:
- de vergunning tengevolge van
een onjuiste opgave is verleend
(bouwstop);
Er komt geen verandering in de hef
fing, die het Landbouwschap voor
1981 heeft opgelegd voor zaaiuien.
Door de beperkte verwerkingskapa-
citeit van de nu gebruikte komputer
is het niet mogelijk de heffingsgroe-
pen verder uit te breiden. Het bes
tuur van het Landbouwschap ging er
in zijn vergadering van 6 mei mee
akkoord, dat de heffing op zaaiuien
voor dit jaar wordt gehandhaafd met
de toezegging dat voor 1982 een ver
dere uitbreiding wordt doorgevoerd.
Wel zou dan voor de problemen in
het administratief-technische vlak
(het verwerken van de inventarisa-
tiegegevens) een oplossing moeten
worden gevonden.
Aardappelen plotseling flink duurder
De afgelopen week heeft de groothandelsprijs voor de konsump-
tieaardappelen een flinke verhoging te zien gegeven. Het pro-
duktschap voor aardappelen noemt de stijging van bijna tien cent
per kg een ware sensatie. De oorzaak van de vrij plotselinge
stijging moet worden gezocht bij een aantal faktoren: de oogst
van nieuwe aardappelen komt enige weken later dan andere jaren
als gevolg van het slechte weer in Europa. Voorts bestaat er in de
Oostbloklanden een tekort aan aardappelen en de mogelijkheid
van flinke exportorders naar deze landen lijkt niet irreëel.
- na een bij de gemeentelijke
bouwverordening bepaalde tijd
nog niet met de bouw is begon
nen;
- de werkzaamheden langer dan
een bij de bouwvergunning be
paalde tijd zijn gestaakt.
Vooral de bouwverordening speelt
ten aanzien van de plichten een over
wegende rol. Alhoewel hiertoe de in
dertijd door de Vereniging van Ne
derlandse Gemeenten opgestelde
bouwverordening model heeft ges
taan, varieert de inhoud per gemeente
door later via de raad (kamerstukken)
bij meerderheid aangebrachte aan
vullingen en wijzigingen nogal vrij
sterk.
Landbouwschap na zeer moeizame onderhandelingen toch
akkoord
Na zeer moeizame onderhandelingen is er woensdag tussen het Land
bouwschap en de Gasunie een accoord bereikt over een extra aanpas
sing van de gasprijs voor de glastuinbouw. Naast de vorig jaar al
overeengekomen verhoging van 4,5 cent per kubieke meter in 1981 zal
de gasprijs dit jaar met 4 cent extra worden verhoogd.
Voorts zijn tussen beide contract
partners afspraken gemaakt over het
verdere aanpassingsritme voor de
komende jaren. De overheid zal over
een periode van drie jaar totaal drie
miljoen beschikbaar stellen voor een
inmiddels in hoofdlijnen uitgewerkt
sectorbeleid voor de glastuinbouw,
waarbij energiebesparing centraal
staat.
Minister Braks van Landbouw en
Visserij heeft bij de onderhandelin-
Tot de winst behoren alle voordelen, waartoe de bedrijfsuitoefening in
staat heeft gesteld, ook die welke niet een gevolg zijn van de normale of
eigenlijke bedrijfsuitoefening.
In de aprilvergadering van het bes
tuur was geïnformeerd naar de mo
gelijkheden om zaaiuien, die een vast
onderdeel uitmaken van het bouw
plan in de akkerbouwsektor, op een
andere wijze dan nu het geval is te
belasten. Het Landbouwschap krijgt
in de loop van dit jaar de beschikking
over een komputer met een aanzien
lijk grotere kapaciteit, waardoor een
uitbreiding van het aantal heffings-
groepen mogelijk wordt.
In het pakket van akkerbouwgewas
sen kunnen dan produkten zoals
zaaiuien en bijvoorbeeld ook bonen
(die beide hoofdzakelijk op akker
bouwbedrijven worden geteeld)
worden opgenomen en als akker
bouwgewas worden belast.
\-j en zodanig voordeel is zelfs aan
wezig bij de café-eigenaar die van
een tevreden klant een fooi ontvangt
onder de mededeling dat het ex
traatje voor zijn kind is. Een zelfde
situatie kunt U aantreffen bij een
mans-kapperszaken. De motivering
om deze extra bedragen toch tot de
bedrijfswinst van de ondernemer te
rekenen is dat men een vriendelijk
heid bewijst aan de ondernemer,
daarom is het voor hem een voordeel
dat ten nauwste met de bedrijfsvoe
ring samenhangt.
Wat denkt U bijvoorbeeld van het
volgende
Een landbouwer, X genaamd, oefent
zijn onderneming uit op een stuk
grond dat voor 'A aan hem toebe
hoorde, voor V6 eigendom is van een
broer en voor eigendom van een
zuster. X heeft pachtrechten op de
percelen van de broer en de zuster en
tevens krachtens testamentaire be
paling - van voor 1963 - voorkeurs
recht tot koop tegen vergoeding van
de waarde van de grond in onver-
pachte staat. Op 65-jarige leeftijd
beëindigt X zijn bedrijfsvoering op
de gepachte gronden; het pachtrecht
wil hij doen "overschrijven" op zijn
beide schoonzoons. Hiertegen heeft
zijn broer geen bezwaar, de dochters
van zijn zuster (die inmiddells samen
eigenaar van het 'A deel zijn gewor
den) hebben wel bezwaar. Zij verko
pen hun eigendom aan de schoon
zoons, nadat X afstand heeft gedaan
van zijn voorkeursrecht. Na de over
dracht doet X afstand van zijn
pachtrecht.
De inspekteur stelt dat sprake is van
winst uit onderneming bij X en ba
seert zijn stelling op het gegeven dat
X zijn nichten en schoonzoons heeft
willen bevoordelen door om niet af
stand te doen van zijn voorkeurs
recht tot koop en zijn pachtrechten,
op grond van niet-zakelijke redenen,
gelegen in de bestaande familiever
houding.
Het Gerechtshof ('s-Gravenhage) tot
oordelen geroepen overweegt:
- dat als beginsel geldt dat in de
belastingplichtige werkelijk heeft
genoten, en niet ook voordelen
die hij desgewenst had kunnen
genieten;
- dat er zich bijzondere omstan
digheden kunnen voordoen,
waaronder dit anders is en het
voordeel, dat een derde heeft be
haald, aan zijn bedrijfswinst be
hoort te worden toegevoegd;
- dat het om niet doen overgaan
van pachtrechten op de bedrijf-
sopvolger bij familieverhoudin
gen voorts een maatschappelijk
gebruikelijke handelwijze is;
en komt tot de konklusie dat er zich
geen bijzondere omstandigheden
hebben voorgedaan en daarom het
algemeen beginsel toepasbaar is. Het
Hof wijst de heffing zoals de inspek
teur deze had ingesteld af.
e staatssekretaris is het met deze
konklusie niet eens en stelt cassatie in
bij de Hoge Raad. Dit hoogste
rechtskollege wijst het verzoek vau
de staatssekretaris af en stelt daarbij
o.a. "dat immers weliswaar bedoel
de, uit hun aard tot het onderne
mingsvermogen van X behorende,
rechten voor X een zekere waarde
vertegenwoordigen. Deze rechten
bieden X de mogelijkheid de betref
fende grond in onverpachte staat te
verwerven tegen een prijs die aan
zienlijk beneden de waarde in het
ekonomische verkeer van die grond
in onverpachte staat ligt. Echter deze
omstandigheid brengt nog niet mee
dat X, door die rechten niet uit té*
oefenen dan wel daarvan afstand te
doen, deze rechten of de waarde
daarvan aan zijn onderneming heeft
onttrokken".
Anders gezegd komt het hierop neer
dat er winst uit ondernemang is te
konstateren als een voordeel binnen
de onderneming wordt behaald
danwel hieraan, kan worden toege
schreven. Laat een ondernemer
daarentegen zich een voordeel ont
gaan dat hij met een handeling die
niet redelijker wijze tot zijn onder-
nemersaktiviteiten behoort, had
kunnen behalen, dan is er geen be
laste winst te konstateren.
Hoe wij het ook wenden of keren: in
het grensgebied blijft het een erg
lastige zaak om vast te stellen of een
bepaald voordeel wel of niet tot de
bedrijfswinst gerekend moet worden.
Veerbeek
gen die meer dan een maand hebben
geduurd, een bemiddelende rol ges
peeld. In april vorig jaar besloten het
Landbouwschap en de Gasunie een
accoord over een verhoging van de
gasprijs voor de glastuinbouw. In
zowel 1980 als in 1981 zou deze prijs
met 4,5 cent omhoog gaan. Daar
naast werd toen vastgelegd dat nader
overleg over een prijsaanpassing
plaats zou vinden, indien zich op de
olie-markt explosieve en niet voor
ziene prijsstijgingen hadden voorge
daan. Het Landbouwschap werd
hierdoor gedwongen opnieuw aan de
onderhandelingstafel plaats te ne
men.
De voor dit jaar overeengekomen
prijsverhoging zal in fasen worden
ingevoerd. Op 1 april j.l. stegen de
gastprijs voor de glastuinbouw al met
3 cent per kubieke meter. De vorig
jaar overeengekomen verhoging van
1,5 cent per 1 oktober 1981 wordt
vervangen door een verhoging op 1
juli a.s. met 3 cent en per eind de
cember met 2,5 cent. De prijs voor de
tuinbouw gaat hierdoor eind decem
ber 30,4 cent bedragen.
Het Landbouwschap en de Gasunie
hebben nu bovendien overeenstem
ming bereikt over het te voeren gas-
prijsbeleid voor de glastuinbouw tot
en met 1 april 1984. Hierbij staat het
verschil tussen de gasprijs voor de
tuinbouw en de vergelijkbare prijs
voor industriële grootverbruikers op
1 maart 1982 centraal. Het prijsver
schil op die datum zal in vijf half
jaarlijkse termijnen worden over
brugd, te beginnen op 1 april 1982.
Deze inhaalmanoeuvres worden
aangepast, indien zich in hét vooraf
gaande half jaar wijzigingen hebben
voorgedaan in de vergelijkbare prijs
voor industriële grootverbruikers.
Eén van de belangrijkste voorwaar
den die het Landbouwschap stelde
voor een accoord was - naast een zo
beperkt mogelijke prijsverhoging -
de uitwerking van een sectorbeleid,
waarvoor de overheid 3 miljoen
heeft uitgetrokken. Dit geld zal gro
tendeels worden gebruikt om indivi
duele ondernemers in staat te stellen
zich d.m.v. energiebesparing aan de
nieuwe situatie aan te passen. Het
sector beleid zal worden gericht op
perspectief biedende bedrijven.
Daaronder worden bedrijven ver
staan waarvan het voortbestaan on
der normale omstandigheden niet in
gevaar zou zijn gekomen. De bedrij
ven die van de regeling gebruik wil
len maken zullen een individueel
energiebesparingsplan moeten in
dienen, op basis waarvan een bespa
ring van tenminste twintig procent
moet worden bereikt. De tuinbouw
bedrijven, die beschikken over een
goedgekeurd energiebesparingsplan
kunnen een voorschot krijgen opdat
de uitvoering van het energiebespa
ringsplan niet wordt verhinderd door
liquiditeitsproblemen.
De overheid zal van de 300 miljoen
een bedrag van 30 miljoen ter be
schikking stellen voor verdere sti
mulering van het energiebesparings-
onderzoek ten behoeve van de glas
tuinbouw.
Het Landbouwschap en de Minister
van Landbouw en Visserij zijn het er
over eens dat de bedrijfstak en de
werkgelegenheid op geen enkele
wijze in gevaar mag worden ge
bracht. De hoogte van de energie
prijzen en het beleid moet daarop
worden afgestemd. Als geconsta
teerd zou worden dat de continuïteit
van de sector toch in gevaar dreigt te
komen zal het beleid of onderdelen
daarvan moeten worden aangepast.
3