Vraagtekens
|ln moeders
D e verkiezing van de socialist Mitterand tot president
van Frankrijk zal zeker tot wijzigingen leiden in de Franse
politiek. Gezien de sterke positie van Frankrijk in de EEG
zal een en ander bepaald ook doorwerken in de Europese
landbouwpolitiek. Tot nu toe is aan dit aspekt weinig
aandacht besteed waardoor het moeilijk is aan te geven
waar en hoe de Mitterand-administratie het landbouw
beleid zal beïnvloeden. Vast lijkt te staan dat ook Mitte
rand zich eigenlijk niet kan permitteren de Franse land
bouw tegen zich in het harnas te jagen. Blijft de vraag of
wij in Nederland van het nieuwe beleid nadelen zullen
ondervinden.
H et lijkt er verdacht veel op dat de overheid nu zelf
Kamerleden vragen naar
deugdelijkheid
hormoononderzoek
zuidelijke landbouw maatschappij
Verkiezingen
Hormonen
Akkerbouwers trekken fel van
leer tegen EG-prijsbesluiten
<£c
fO
"f. mel - saJb
Moeder eend met in haar kielzog 8 kuikentjes die pas komen kijken in het wilde eende leven.
Het mooie weer de afgelopen week bespoedigt de groei van het jonge leven op het land en in
het water.
VRIJDAG 15 MEI 1981
I 68e JAARGANG NO. 3582
land- en
tuinbouwblad
0 ok in Nederland is de datum van de verkiezingen nu
dichtbij gekomen. Tot nu toe loopt de verkiezingsstrijd
volgens het vertrouwde patroon d.w.z. weinig inspire
rend. Deze wijze van campagne voeren is niet bepaald
bevorderlijk voor het vertrouwen in de politiek. Toch zou
het zo moeten zijn dat het zgn. nieuwe élan door de
politiek wordt geïnspireerd: nieuwe wegen aangeven
waardoor de mensen het weer zien zitten. Daarvoor is in
ieder geval nodig dat de ondernemingslust wordt aange
moedigd, vooral ook bij de jonge mensen. Daarvoor is
nodig dat gezonde bedrijfstakken ook gezond kunnen
blijven en zich krachtig kunnen ontwikkelen om de kon-
kurrentie vanuit het buitenland te weerstaan.
Een van die bedrijfstakken is de land- en tuinbouw. Ook
in het blad Ekonomische Statistische Berichten (E.S.B.)
werd het belang van de land- en tuinbouw onlangs nog
eens onderstreept. Het lijkt er echter op dat de overheid
de land- en tuinbouw steeds meer in z'n sop laat gaarko
ken. Met name de boeren en tuinders ondervinden hier
van de nadelen. Blijkbaar is deze groep, anders dan in
Frankrijk, electoraal niet meer interessant genoeg. Een
van de twee: of de politiek wijzigt zich, of de opstelling
van de boeren verandert. Waarbij het eerste wel het ge
volg zal zijn van het tweede of omgekeerd als u begrijpt
wat ik bedoel. (Dat is nu pas politiek!) Hoe dan ook denk
ik, dat, wat we ook stemmen, we op 26 mei in ieder geval
onze stem zullen moeten uitbrengen. Want niets is do
delijker voor een parlementaire demokratie dan dat de
mensen zich er niet meer voor interesseren. Tenslotte
krijgt elk volk de regering die het verdient.
In bestuur Landbouwschap
Diverse bestuursleden van het Landbouwschap zijn in de open
bare bestuursvergadering van 6 mei fel van leer getrokken tegen
de EG-prijsbesluiten, zoals die ongeveer een maand geleden in
Brussel zijn genomen. Volgens de heer J.D. Leeuwma, voorzitter
van de hoofdafdeling Akkerbouw, is de situatie veel ernstiger dan
aanvankelijk werd vermoed en zal de akkerbouwer volgend jaar
beslist de rekening gepresenteerd krijgen van onjuiste beslissin
gen.
De onvrede van de akkerbouwsektor werd behalve door de heer
W. van Tilburg het duidelijkst verwoord door de heer J. Keur,
die sprak van een groot schandaal ?n een schrijnende diskrimi-
natie tussen de akkerbouwsektor en de overige sektoren van de
land- en tuinbouw. De prijsverhoging voor suiker noemde hij
een desillussie, omdat de nu verder doorgevoerde vorm van
mede-Financiering praktisch een zelffinanciering betekent van
de suikerbietentelers. Door deze nekslag zullen vele bietentelers
de vernieling ingaan, zo voorspelde hij.
In felle bewoordingen wees Keur voorts het beginsel van de Fi
nanciële medeverantwoordelijkheid voor de granen af, dat vol
gens de besluiten volgend jaar moet ingaan, van de hand. Een
medeverantwoordelijkheid, die ook volgens Van Tilburg veel te
ver gaat. Een prijsverhoging van 6% voor de granen vond hij
zeer teleurstellend. Bovendien pleitte hij voor een goede EG-
zetmeelregeling, waarover nog besluiten moeten worden geno
men. Vanuit het bestuur werd erop aangedrongen, dat een en
ander op korte termijn wordt opgenomen met Minister Braks
van Landbouw en Visserij.
betrokken is bij de groeihormonenaffaire. Wij beschikken
over sterke aanwijzingen dat een aantal meststieren op
onder verantwoordelijkheid van de overheid ressorteren
de onderzoekinstellingen positief hebben gereageerd op
het onderzoek naar het DES-groeihormoon. Een en ander
wil overigens niet zeggen dat deze dieren opzettelijk zijn
ingespoten met groeihormonen en/of dat met zekerheid
de aanwezigheid van de omstreden groeistoffen is aan
getoond. Ik wil namelijk persé niet de beschuldigende
vinger naar wie dan ook uitsteken. Waar het mij om gaat
is dat er aan deze hele hormonenaffaire duidelijk veel
meer vragen vastzitten dan in eerste instantie werd ve
rondersteld.
Daarom gaat het ook niet aan om boeren die met de
hormonenaffaire "de pers hebben gehaald" op voorhand
te veroordelen.
Inmiddels is de hormonenaffaire ook weer besproken op
Europees nivo nl. door de raad van landbouwministers
die overigens niet tot overeenstemming kon komen over
de te nemen maatregelen. Van de hormonen zijn we dus
nog niet zo maar af: hopelijk zullen de persmedia die wel
"het schandaal" wisten te melden hun verhalen alsnog
wat nuanceren.
Oggel
l.m
De Tweede Kamer leden Weijers, Andela-Baur en Van der
Linden (allen CDA) hebben aan de Minister van Land
bouw en Visserij en de Minister van Volksgezondheid en
Milieuhygiëne een aantal vragen gesteld m.b.t. het hor
moononderzoek bij runderen. In het Z.L.M. Land- en
Tuinbouwblad van 17 april heeft Z.L.M.-sekretaris Mr. J.
Oggel zich reeds kritisch uitgelaten over de gang van
zaken rond de jacht op de zgn. verboden groeihormonen.
De 3 Kamerleden vragen of het de Ministers bekend is dat
er veel misverstand en onzekerheid is ontstaan in land-
bouwkringen terzake het hormoononderzoek bij runderen.
Is het juist dat dit huidige onderzoek door een aantal
deskundigen als niet geheel deugdelijk wordt aangemerkt.
Ze vragen de Ministers hierover een standpunt te bepalen.
Voorts vragen ze zich af of het geen aanbeveling verdient
dat dierenartsen landbouwers attenderen op aanwezigheid
van hormonen in diergeneesmiddelen zodat ook wij weten
welke risiko's en voorwaarden aan de orde zijn?
Tenslotte suggereren ze om in navolging van de "doping
kontrole" de mogelijkheid van een contra-expertise in te
bouwen temeer daar in sommige gevallen een flink deel
van de veestapel met vernietiging wordt bedreigd. Ook
willen Ze weten welke praktische en financiële konse
quenties hiermee zijn gemoeid.