O.V.M. geeft over 1980 bijna 2 f 5 Oranjebitter en de alkohol-klausule
miljoen aan leden terug!
OVERHEIDSVOORZIENINGEN ZIJN
BASISVOORZIENINGEN
Sociale voorzieningen
Geen paniek
Uw eigen
verantwoordelijkheid
In een vorige publikatie hebben wij al medegedeeld, dat de financiële
resultaten in 1980 zijn meegevallen. Daartoe zijn twee faktoren aan te
wijzen, n.l. een gunstiger schadefrequentie en een hoge rente-op
brengst. Twee faktoren, waarvan niet valt te zeggen, dat ze van struk-
turele aard zijn.
Of b.v. de gunstiger schadefrequentie (waarvan de oorzaak wordt ge
zocht bij een matiger gebruik van de auto vanwege de gestegen benzi
neprijzen) zich zal doorzetten is nog maar de vraag. Je kunt de theorie
ophangen, dat het autobezit in Nederland niet zal verminderen, ook al
blijven de kosten van dat bezit stijgen waartegenover geen inkomen
stoename staat. De aanhangers van deze theorie zeggen derhalve het
gebruik van de auto zal wel moeten verminderen want een gulden kun je
maar éénmaal uitgeven. Tussen haakjes er zijn mensen, die kans zien
een gulden twee- of driemaal uit te geven. Uiteraard tijdelijk en dan
loopt het ook mis.
Maar hoe dan ook, het afnemende
km. gebruik per auto moet leiden tot
een gunstiger schadefrequentie en
daarvan hebben we dan de eerste
vruchten in 1980 geplukt.
Er is overigens een totaal andere
theorie op te zetten n.l. dat de stij
gende kosten tegenover een vermin
dering of geringere stijging van in
komsten wel tot gevolg moet hebben,
dat de zgn. 2e of 3e auto per gezin
wordt opgeruimd waardoor de over
blijvende auto's qua kilometers in
tensiever zullen worden gebruikt.
Ergo een te verwachten toename van
de schadefrequentie.
Met andere woorden of de schade
frequentie zich in gunstige zin zal
blijven ontwikkelen is op dit moment
niet te voorspellen.
Aan de hand van het schadeverloop
in de eerste 4 maanden van 1981 zou
men geneigd zijn te konkluderen, dat
de gunstige trend zich doorzet. De
tweede faktor, welke aan het gunsti
ge resultaat over 1980 heeft bijge
dragen n.l. is de rente; daarvan kan
nu reeds gesteld worden, dat het'
rente-niveau in 1981 lager ligt.
Terugkomend op ons uitgangspunt
kunnen wij met groot genoegen me
dedelen, dat het batig saldo 1980 van
de O.V.M. ruim 5lA miljoen gulden
bedraagt. Een batig saldo, dat nog
niet eerder bereikt werd en nogmaals
te danken is aan voornoemde twee
faktoren.
Voorstel premierestitutie 1980
Nu kan men als Onderlinge met een
batig saldo drie dingen doen n.l.
a. het batig saldo na aftrek van de
verschuldigde belasting ten volle
toevoegen aan de algemene re
serve;
b. een deel van het batig saldo be
stemmen als gewenste toevoeging
aan de reserve en een deel aan de
leden restitueren en
c. het batig saldo ten volle restitue
ren aan de leden-verzekerden.
Het bestuur heeft zich uitvoerig met
deze kwestie bezig gehouden en is tot
de slotsom gekomen, dat punt b. de
voorkeur verdiende d.w.z. een ge
deelte van het batig saldo 1980 resti
tueren aan de leden.
Derhalve zal aan de op 19 juni 1981
te houden algemene ledenvergade
ring worden voorgesteld om op de
bruto kasko-premie 1980 een resti
tutie van 12 l/i% te verlenen en op de
na le jaars A.O.V. premie 10%.
Eén en ander betekent een totale
restitutie van 2.446.100,— en dat is
niet niks. En hiermede beleven wij
dan het bijzondere feit, dat de
O.V.M. voor het eerst in haar 30-
jarig bestaan een restitutie op de
premie gaat geven. Het is daarom zo
bijzonder, omdat onze premietarie
ven toch al uitzonderlijk gunstig zijn.
Niemand kan zeggen, dat wij resti
tutie kunnen geven omdat onze ta
rieven aan de hoge kant zijn of zo U
wilt aan de te hoge kant. Integendeel,
het is zelfs zo, dat de W.A. branche
negatieve uitkomsten te zien geeft en
vandaar, dat voor deze branche ook
geen restitutie wordt voorgesteld.
Nu zijn er mensen, die zeggen het is
bijzonder „dom om een restitutie-
voorstel te lanceren.
Immers als je daarmee begint wekt
dat verwachtingen voor een volgend
jaar. Geef je dan geen restitutie dan
zegt men de O.V.M. heeft slecht ge
boerd want een restitutie kan er zelfs
niet af. Weer anderen zeggen dom
om restitutie te geven want daarme
de geef je te kennen, datje een echte
Onderlinge bent en dus ook met een
naheffing kunt komen. Met name de
konkurrentie zou dat element in zijn
acquisitiepraatje gebruiken.
Praatjes vullen geen gaatjes
Om beide argumenten maar meteen
de Lange
te ontzenuwen stelt het bestuur na
drukkelijk, dat deze restitutie als een
éénmalige zaak moet worden gezien.
Er is over 1980 door twee toevallig
meevallende faktoren een te groot
batig saldo en vandaar dit voorstel.
Wij achten de verzekerden verstan
dig genoeg om niet te gaan denken,
dat nu ieder jaar restitutie zal volgen.
De andere faktor omtrent de kon
kurrentie. Och men roept al dertig
jaar, dat wij een Onderlinge zijn en
dus de mogelijkheid van naheffing
kennen. Ja en als dan in die 30 jaar
nimmer een naheffing is opgelegd
zijn de kandidaat-verzekerden ook
weer wel zo nuchter om die verhalen
naast zich neer te leggen. Je zou toch
wel zot zijn als je voor de keus gesteld
wordt om tegen het betalen van een
hoge maar dan vaste premie te kie
zen inplaats van een premie, die de
helft bedraagt en waarbij dan wel de
kans op een naheffing bestaat,
waarop overigens in de voorliggende
30 jaren nooit een beroep werd ge
daan.
Nee, het bestuur meent aan deze ar
gumenten geen gehoor te moeten ge
ven. We zijn een Onderlinge; willen
dat gaarne blijven en daarin past ge
heel de voorgestelde premierestitutie.
Wat we teveel ontvangen hebben
komt de leden toe met inachtneming
van de noodzakelijke reserveringen.
Want U hebt er met z'n allen wel
enorm groot belang bij, dat de
O.V.M. qua solvabiliteit een gezonde
zaak blijft.
Het bestuur is derhalve van mening,
dat U met dit voorstel reuze in uw
schik bent. 't Is een wat unieke situa
tie in de automobielbranche maar die
unieke plaats hebben we toch al.
Overigens willen wij nog wel kwijt,
dat wij met veel plezier U het boven
staande konden mededelen. Niette
min blijft het gezegde van kracht:
"Wij onderschatten dikwijls wat wij
hebben en overschatten wat we zijn".
de L.
Door de ekonomische ontwikkelingen en de onrustbarende kostenstij
gingen is het nodig dat de bedrijfsuitgaven, w.o. de te betalen premies
voor Volks- en Partikuliere verzekeringen kritisch worden bekeken.
Heel veel bestedingskosten liggen vast. De meest noodzakelijke verze
keringen zijn gesloten en men kan meestal alleen nog de premienota's
drukken door het stellen van prioriteiten. Reeds stelde schrijver in zijn
vorige artikelen, dat de premies voor de Volksverzekeringswetten on
rustbarend blijven stijgen. De belastingen en verplichte volksverzeke
ringspremies romen het toch al magere ondememersloon steeds verder
af.
Door het stellen dat Nederland met
de sociale voorzieningen bovenaan
staat zijn we er niet. Met z'n allen
moeten we uiteindelijk het gelach
betalen. Voor 1981 kost dit een zelf
standige bijna 21% van zijn inkomen,
tot maximaal 48.750,— dus maxi
maal 10.208,— In de dertiger ja
ren was het een vermogen waarvan
mijn grootvader kon gaan rentenie
ren. Gelukkig leven we - althans wat
de welvaart betreft - niet meer in de
dertiger jaren, alhoewel de wer
kloosheid krachtig zijn kop opsteekt
en vrijwel identiek is aan de dertiger
jaren. Men kon in deze tijd ook gaan
"stempelen" om een uitkering te
krijgen maar verder waren er geen
noemenswaardige voorzieningen.
Vroeger moesten wekelijks zegels
geplakt worden op de "rentekaart".
Dat gaf bij invaliditeit van de werk
nemer recht op een zeer lage uitke
ring. Nu heeft men bij arbeidsonge
schiktheid recht op een uitkering,
berekend naar het verdiende loon.
Nederland staat momenteel boven
aan met zijn sociale voorzieningen.
De werknemers zijn thans volledig
verzekerd. Bij ziekte, ongeval of wer
kloosheid wordt hen een bepaald be
drag uitbetaald. Dit in tegenstelling
met de zelfstandige ondernemer die
zichzelf en zijn gezin daarvoor moet
indekken. In 1976 is daarin een be
langrijke wijziging gekomen door het
in werking treden van de Algemene
Arbeidsongeschiktheidswet en de Al
gemene Kinderbijslagwet per 1 ja
nuari 1980.
Met het in werking treden van de
A.A.W. bestaat het recht op een uit-
Cevaal
kering wegens langdurige arbeidson
geschiktheid. Het instellen van deze
wet is een verrijking in het stelsel van
de sociale verzekeringen. De zelf
standigen hadden er ook recht op.
Een zelfstandige ondernemer is ook
een mens, ook zij hebben recht op
een inkomen bij invaliditeit, ook zij
hebben recht op een financiële be
schutting via de Overheid. Vele ge
deeltelijke of geheel invalide zelf
standige ondernemers krijgen na het
in werking treden van de wet een niet
onbelangrijke maandelijkse uitke
ring. Per 1 januari 1980 is deze wet
van 1 oktober 1976 ingrijpend ge
wijzigd. Deze wijziging heeft in de
eerste plaats tot gevolg, dat, in
tegenstelling tot voorheen ook de
gehuwde vrouwen in beginsel aan
spraak kunnen maken op een uitke
ring. Daarnaast heeft de A.A.W. nog
een principiële wijziging ondergaan.
Zo mensen, ook enthousiast konin
ginnedag gevierd, al was er in geen
velden of wegen een koningin jarig?
't Is wel even wennen natuurlijk.
Niettemin kwamen onze provincies
goed voor de dag. Eerst in ons bloe
deigen Veere, op zichzelf altijd al een
feest om naar te kijken, maar nu was
het helemaal buitengewoon.
En dan die optocht met die traktor-
chauffeur, die z'n hand opstak naar de
koninklijke familie alsof hij bekende
dorpsgenoten groette. Zo van "heu",
weet U wel.
Mooi hoor.
En dan Breda ook nog. Heel andere
stijl, meer stads zullen we maar zeg
gen. Ook bijzonder hoor. Met de
burgemeester die steeds maar pro
beerde om het Brabants volkslied
mee te zingen, wat dan maar niet
lukte hé. Zo te zien was het al lang
geleden dat ie het gezongen had.
't Is te hopen dat de oranje bitter hem
zoet gesmaakt heeft. Is de zure smaak
misschien weg?
Weg klausule
Dat hopen we trouwens voor ieder
een, dat van die oranjebitter, maar
daar wilden we het net eens even met
U over hebben. Sinds enkele jaren is
de z.g. alkohol-klausule van de lijst
met polis-uitsluitingen geschrapt.
De ene na de andere maatschappij
liet de klausule varen tot er praktisch
geen meer overbleef die de uitslui
ting nog durfde handhaven. Enkele
hebben het nog als stok achter de
deur maar of men de uitgekeerde
W.A. schade (want daar gaat het om)
ook daadwerkelijk terugvordert, is
maar de vraag.
Ook wij hebben om praktische rede
nen de klausule afgeschaft. Als de
schade groot is zo redeneerden wij,
b.v. een ton om maar eens wat te
noemen, dan is er toch niemand die
het bedrag terug kan betalen en is het
Visscher
maar een paar honderd gulden dan
zet het geen zoden aan de dijk. Let
wel: hierbij ging het alleen om de
W.A. schade.
Niet de kasko schade
Want als U niet in staat moet worden
geacht een voertuig naar behoren te
kunnen besturen omdat u vol zit met
keizerbitter of enig ander bedwel
mend of opwekkend middel, dan
moet U er niet op rekenen dat wij de
schade aan uw eigen voertuig ooit
zullen vergoeden. Dat niet. Er zijn
enkele maatschappijen die het ge
presteerd hebben om de klausule
ook bij kasko schade te laten verval
len en die er zelfs dapper reklame
mee maken. Rij maar aan, wij beta
len alles. En dat alleen omwille van
de produktie. Gelukkig heeft de Ne
derlandse Vereniging van Automo
biel Assuradeuren met deze gang van
zaken ook geen vrede. Deze week
heeft men een circulaire rondge
stuurd met het verzoek om in ieder
geval voor de kasko schade genoem
de klausule te handhaven en zo men
die toch mocht willen afschaffen dit
zeker niet als middel te gebruiken
voor wervende aktiviteiten.
En daar zijn wij het dan van harte
mee eens. O, zo!
Visscher.
Voor het recht op uitkering wordt na
1 januari 1980 namelijk de eis ge
steld, dat een verzekerde in het jaar,
onmiddellijk voorafgaande aan de
eerste arbeidsongeschiktheidsdag,
het zgn. referte-jaar, een bepaald in
komen moet hebben verworven met
arbeid in het bedrijfs- of beroeps
leven. De A.A.W. is hiermede een
inkomstendervingswet geworden.
Dit heeft tot gevolg, dat bijvoorbeeld
gehuwde vrouwen, die uitsluitend in
hun huishouding werkzaam zijn,
geen recht hebben op een uitkering,
omdat van hen niet gezegd kan wor
den dat zij inkomsten uit arbeid in
het bedrijfs- of beroepsleven genie
ten. Wel behouden zij, een recht op
voorzieningen die getroffen moeten
worden ter verbetering van de le
vensomstandigheden van de belang
hebbende. Voorzieningen kunnen
zijn, aanpassing keuken, toilet, aan
schaf rolstoelen e.d. Op de inko
menseis en de grondslagen waarover
uitgekeerd wordt wil schrijver in dit
artikel niet verder ingaan omdat in
een vorig artikel reeds een aantal
voorbeelden zijn uitgewerkt.
Nu kan het voorkomen, dat een
zelfstandige, ondanks het feit dat hij
in het zgn- refertejaar gedurende de
voor zijn beroep normale arbeids
duur heeft gewerkt, er toch niet in
geslaagd is het minimum-inkomen
van 3.894,— te verwerven of zelfs
verlies lijdt. Dit laatste komt helaas
in onze bedrijfstak voor. In die ge
vallen wordt hij geacht voor iedere
maand, aantoonbaar normaal te
hebben gewerkt, d.w.z. tenminste 40
uur per week werkzaam is geweest.
Als regel geldt hierbij dat deze zelf
standige voor iedere maand dat hij
normaal 40 uren per week werkzaam
is geweest, geacht wordt voor 1 /6 aan
de inkomenseis te hebben voldaan.
Als men in een jaar 6 maanden 40
uur per week gewerkt heeft en die
periode nauwelijks inkomsten heeft
gehad, dan wordt hij geacht aan de
entree-eis te hebben voldaan. Het
hier gestelde geldt ook voor de echt
genoot van deze zelfstandige. Met
andere woorden ook voor de ge
huwde meewerkende vrouw geldt
het fiktief voldoen aan de entreeeis.
Het probleem komt pas als onder die
omstandigheden minder dan 40 uur
per week in het bedrijf is gewerkt,
hetgeen bij meewerkende vrouwen
veelal het geval is, dan bestaat geen
recht op uitkering. Een aantoonbaar
minimum-inkomen van 3.894,— is
daarom uitermate belangrijk. Omdat
schrijver langs de weg vele panie
kachtige vragen bereiken dacht hij er
goed aan te doen nog eens op één en
ander te wijzen. Schrijver hoopt
echter dat tengevolge van de bezui-
nigingsgolf niet verder aan de voor
waarden en uitkeringen ingevolge de
A.A.W. getrokken zal worden. Wat
dit betreft is schrijver niet erg gerust.
Ondanks de voor Nederland goede
voorzieningen op sociaal gebied,
blijven er voor de zelfstandige on
dernemer en gezin nog wat hiaten
over. Het ouderdomspensioen via de
A.O.W. is gekoppeld aan het mini
mumloon, het weduwe- en wezen
pensioen uit de A.W.W. eveneens en
voor de A.A.W. geldt hetzelfde. Het
zijn en blijven basisuitkeringen, niet
meer en niet minder. De aanvullin
gen daarop moeten we zelf verzor
gen, m.a.w. de hiaten moeten we zelf
opvullen. Dat is onze eigen verant
woordelijkheid ten opzichte van ons
zelf, ons gezin
en bedrijf. De werknemers daaren
tegen hebben daarvoor bedrijfspen
sioenfondsen en pensioenregelingen
via de werkgevers. De zelfstandigen
missen dat. De uitkeringen uit de
sociale volksverzekeringswetten zijn
daarom een belangrijk ruggesteuntje
voor de minderdraagkrachtige zelf
standige ondernemers. Diezelfde
ondernemer is verder ten opzichte
van zijn gezin en bedrijf verant
woordelijk om via partikuliere ver
zekeringen de wettelijke uitkeringen
daar waar nodig en mogelijk te ver
hogen. Het is daarom dat schrijver in
zijn volgend artikel nog eens de na
druk wil leggen op die partikuliere
verzekeringen die enkele hiaten
kunnen opvullen. Dit is mijn verant
woordelijkheid.
Uw en mijn verantwoordelijkheid is
ook op 26 mei uw stem uit te brengen
op die partij die de financiële en so
ciale belangen van de zelfstandige
ondernemer het hoogst in hun ver
kiezingsvaandel hebben. Daarbij mag
schrijver langs de weg u niet advise
ren. Gelukkig maar! Schrijver wenst
zijn lezers een goede meimaand,
waarin u mag stemmen en de vogelt
jes mogen zingen. Cevaal
5