Fruitoogst waarschijnlijk voor groot deel verloren Koninklijke onderscheidingen Parlementariërs op bezoek bij Bedrijfslaboratorium te Oosterbeek Maisalkohol brandstof voor de jaren '80? D e vorst heeft in de nacht van donderdag 23 op vrijdag 24 april in vrijwel alle fruitteeltgebieden in ons land behoorlijk huisgehouden. D oor de vorst die niet alleen in Nederland maar ook in West-Duits- land, België, Engeland en Frankrijk heeft toegeslagen, laat het zich aan Door zware nachtvorst Hogere prijzen Helikopter Graanteelt Frankrijk Aardappelvoorraden Duitsland Diskussie Ook in Zeeuwse en West-Brabantse boomgaarden bleken de bloemen en knoppen van de appel- en perebomen niet bestand tegen de vrieskou die duurde van 12 uur 's avonds tot 7.30 uur 's ochtends. In fruitteelt- kringen acht men de schade naar het zich nu laat aanzien groter dan in het jaar 1977 toen ook een groot deel van de oogst door nachtvorst verloren ging. Hoewel de schade van perceel tot perceel en van ras tot ras verschilt spreken optimisten over een vermindering van de oogst met 50% terwijl pessimisten een percentage hanteren van ca. 65%. In de tweede helft van juni zal men pas zeker weten in welke mate deze vorst de oogstopbrengst zal hebben gereduceerd. JT ruitteler M.J. Goud uit Baarland heeft de laatste dagen overal in zijn percelen monsters genomen om vast te kunnen stellen wat de nachtvorst heeft aangericht. "Wel duizend bloe men en knoppen heb ik al geplukt maar veel goeds zit er niet meer tus sen. Soms 3 op de achttien kapot, soms 1 op de tien. Het wisselt sterk van ras tot ras en ook van plaats tot plaats. Het meest, zo zegt hij, heeft de jonge aanplant te lijden gehad. Die zijn nog klein en de bovengrens van vorst heeft ongeveer bij de twee meter gelegen." .A-ls proef op de som plukt hij een handje vol bloemen van een tak op een hoogte van ongeveer 2,5 meter. De stampers blijken inderdaad vol komen gaaf. Bij de aangetaste bloe sem is de stamper en zijn ook de meeldraden bruin. "Dan zetten ze hoogstwaarschijnlijk niet meer", zo verduidelijkt Goud, die niet optimis tisch is maar het nog te vroeg vindt voor een eindkonklusie. Zijns inziens hangt veel af van het weer dat we nog krijgen de komende weken. "Is dat goed dan is er een goede kans dat een redelijk deel van de niet aangetaste bloemen nog tot vruchtzetting komt. zien dat de prijzen van de nieuwe oogst relatief hoog zullen worden. M.J. Goud: pessimistisch Benoemd tot Officier in de Orde van Hare Majesteit de Koningin heeft, ter gelegenheid van Koninginnedag, op voordracht, resp. mede op voor dracht van de minister van landbouw en visserij o.m. de volgende onder scheidingen verleend. Benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw: G.H. van Driel, voorzitter van de Raad van Bestuur van de Koninklijke Wessa- nen N.V. te Amstelveen; G.R. Meijer te Leens, landbouwer en voormalig voorzitter van het Academisch Ziekenhuis te Groningen (mede op voor dracht van de ministers van onderwijs en wetenschappen en volksgezondheid en milieuhygiëne); Dit kan natuurlijk veel goed maken maar dan moet je natuurlijk wel iets te verkopen hebben. Als van je oogst 60 of 70% kapot is dan helpt dat nog niet", zo meent teler Goud die met deze gebeurtenis nog eens weer be wezen acht welke risiko's de onder nemer loopt. Daarom ook, zo meent hij, moest ons belastingsysteem zo danig zijn dat men in relatief goede jaren iets opzij zou kunnen leggen ter vorming van een risikofonds. In Zuid-Beveland zijn de rassen Cox, Goudreinette en Winston het zwaarst getroffen. De Lombards is er iets beter van afgekomen, evenals de James Greeve, de Benoni, de Odin en Golden Delicious. O ok in West-Brabant is de schade aanzienlijk. Teler D. Hage uit Steenbergen: "Het ziet er hier maar bedonderd uit. Ook hier acht men de schade groter dan in 1977. Regenin stallaties zijn in dit gebied maar zeer beperkt ingezet. Wel heeft één teler getracht met een helikopter de lucht zodanig te mengen dat de tempera tuur niet beneden een kritiek punt zou komen. Tevergeefs zo bleek la ter: door de lange duur van de vorst bleek relatief warme lucht op het laatst niet meer aanwezig. O ok de heer Hage vindt het nog te vroeg voor paniek. De schaarse bloe men die goed zijn gebleven (want tussen de aangetaste bleken merk waardig genoeg ook niet bevroren bloemen en knoppen te zitten) kun nen best nog vrucht zetten en dan kan de oogst nog acceptabel worden. Bovendien hoopt ook de heer Hage dat een goede prijs nog veel goed maakt. Het bedrijfslaboratorium voor grond en gewasonderzoek te Oosterbeek heeft een dezer dagen bezoek gehad van een gezelschap, dat onder meer bestond uit leden van de vaste ka merkommissie voor de Landbouw, het Landbouwschap en bestuurders uit de top van het Ministerie van Landbouw, Vakbonden en organisa tieleven. In een korte toespraak wees de di- rekteur, ir. F.H.B. Vermeulen op het feit dat de kracht van het Bedrijfsla boratorium ligt in het routinematig onderzoek van zeer grote series monsters. Het areaal winter- en zomertarwe in Frankrijk zal volgens mededelingen van de ONIC ongeveer 4,65 miljoen ha bedragen, vergeleken met bijna 4,47 miljoen ha voorgaand seizoen. Dit areaal geeft voldoende reden om te veronderstellen dat, ook bij een lager ha/opbrengst dan dit jaar (dat was 5200 kg/ha) de tarweoogst dit seizoen niet beneden de 20 miljoen ton zal blijven. In het seizoen 1980/81 werd naar raming ongeveer 20,3 miljoen ton tarwe afgeleverd, de officiële cijfers tot 1 maart geven een aflevering aan van bijna 18 miljoen ton tegen 14,6 miljoen ton in de overeenkomstige periode van vorig jaar. De voorraden liggen nogal wat boven vorig jaar. zo te begrijpen is dat Frankrijk zich veel moeite ge troost de EEG Kommissie te overre den een uitvoervergunning van o.a. 600.000 ton naar de Sovjet-Unie te verlenen. Het gerstareaal zal met 2,63 miljoen ha weinig minder zijn dan vorig jaar. Per begin maart waren op de land bouwbedrijven nog ongeveer 1,612 miljoen ton aardappelen aanwezig, van de totale oogst 1980 die 6,694 miljoen ton heeft bedragen. Het betekent dat iets minder dan een kwart van de totale oogst nog op de telersbedrijven aanwezig was, dat is 976.000 ton minder dan op het over eenkomstig tijdstip van vorig jaar. Met het uitbrengen van het rapport "Alkohol als brandstof, een alter natieve energiebron voor de jaren '80" heeft de "US National Alkohol Fuels Commission" een studie van 18 maanden afgesloten naar de mogelijkheden van alkohol als brandstof in de Verenigde Staten. In het rapport beveelt de kommissie aan om door te gaan met de ontwikkeling van een alkoholbrandstoffenindustrie. Hoewel die konklusie werd ver wacht, kwam deze tot stand na een uitgebreid onderzoek ten aanzien van de "voedsel tegenover brand stof' controverse die het gebruik van granen bij de produktie van vloeiba re brandstof omgeeft. Volgens de kommissie kan een uit breiding van de Amerikaanse etha- nolindustrie niet plaatsvinden zon der merkbare gevolgen voor de voedselprijzen en een gebrek aan voedsel in minder ontwikkelde lan den. Dit is een belangrijke overweging omdat mais een zeer belangrijke grondstof is bij de produktie van brandstofalkohol. Bij een onderzoek naar de bouwplannen van alkohol- fabrieken kwam aan het licht dat van de grondstoffen die in 1985 bij de ethanolproduktie zullen zijn betrok ken 82% uit mais zal bestaan. Een van de belangrijkste redenen hiervoor is dat de technologie voor de konversie van mais thans aanwe zig is. Hoewel de kommissie de aan beveling doet door te gaan met het onderzoek op het gebied van cellu- losekonversie, zijn de deskundigen van mening dat het nog weieens 5 tot 10 jaar kan duren voordat de kom- merciële technologie zover is. Bovendien is mais een goedkope bron voor zetmeel, en in het hele land in ruime mate beschikbaar. Uitbreiding van de produktie van ethanol uit mais kan merkbare ge volgen hebben voor de prijzen van veevoer en voedsel. Om te bepalen wat de gevolgen zouden kunnen zijn heeft de kommissie een studie ge sponsord over de te verwachten prij zen en beschikbaarheid van mais in de komende 10 jaar. In de studie wordt uitgegaan van een ethanolproduktie in 1985 van iets meer dan 3,8 miljard üter. Hiervoor zou jaarlijks 10 k 11,5 miljoen ton nodig zijn. Op het produktieniveau van 3,8 mil jard liter zou de voor de veevoeder- produktie beschikbare hoeveelheid mais niet in ernstige mate worden teruggebracht. Ook zouden de prij zen van graan niet harder stijgen dan andere prijzen. Wat er na 1985 met de alkoholindu- strie gebeurt hangt af van de prijzen van graan in verhouding tot die van brandstof. Maar als de brandstofprij zen stijgen als wordt verwacht zou er wel eens grote vraag kunnen ontstaan naar graan en andere grondstoffen voor ethanol. (Feedstuffs) Drs. J.J. Schouten Oranje-Nassau: ir. J.C.J. Beijers, algemeen direkteur van de B.V. Chemische Bedrijven van de Noordbrabantse Christelijke Boerenbond te Son (bij bevordering); mr. J. Goosens, jurist bij het ministerie van landbouw en visserij, ir. N.H.A. Greve, inspecteur bij de Lan- dinrichtingsdienst te Utrecht, dr. ir. H.N. Hasselo, onderzoek-koördi- nator bij het ministerie van landbouw en visserij; ir. K.W. Kruse, landbouwraad verbonden aan H.M.'s Ambassade te Parijs (mede op De afgelopen boekjaren werden daarbij rekord-inzendingen gehaald van rond de driehonderdduizend monsters voor grond-, gewas, aaltjes en ander onderzoek. Voor de vast stelling van de toe te passen onder- zoekmethodieken moeten wij daar bij aanleunen tegen de officiële on derzoeksinstellingen, omdat het Be drijfslaboratorium geen landbouw kundig ontwikkelingsinstituut is. Feit is echter dat in toenemende mate onderzoek wordt gevraagd dat (nog) geen routinematig karakter draagt en waarbij de advisering ook de nodige problematieken met zich brengt, vooral op het gebied van mi lieuverontreiniging waarbij het Be drijfslaboratorium steeds meer be trokken raakt. De rondleiding door de laboratoria werd met grote interesse gevolgd door het gezelschap, waarbij in het bijzonder de apparatuur voor het onderzoek op zware metalen en de nieuwe komputer veel belangstelling kregen. De diskussie werd ingeleid door korte voordrachten van de Hoofden van Dienst, de heren Dr. F. Kadijk, Drs. P. Nauta en Ir. G.H. Wissink, die steeds werden afgesloten met en kele diskussievragen over een aantal beleidspunten. Ofschoon deze punten als moeilijk werden ervaren, kwam er ten aan zien van een aantal punten een le vendige diskussie op gang. De noodzaak van de opzet van een centrale instantie, eventueel in de vorm van een landelijke advieskommissie, voor de beoor deling van onderzoekresultaten van (bodem)verontreinigingen in de meest brede zin van het woord werd algemeen onderkend. De vraag blijft echter wie hier koördinerend moet optreden. Op de vraag op welke termijn boeren, tuinders en eventueel ook anderen rechtstreeks (d.w.z. tele fonisch) toegang zullen vragen tot de komputer te Oosterbeek (die mogelijkheid is thans aanwezig) werd genuanceerd benaderd. Sommigen verwachten deze vraag binnen vijf jaar van jonge veehou ders en grotere bedrijven, terwijl anderen meer zagen in integratie in één grote l^nnisbank voor land- en tuinbouw, waaraan di verse bedrijven regelmatig infor matie leveren. voordracht van de minister van buiten landse zaken); M.L. Mogendorff te Wassenaar, voorzit ter van de direktie Nederlandse Unilever Bedrijven B.V.; drs. J.J. Schouten, voorzitter van de Kat holieke Nederlandse Boeren- en Tuin- dersbond te 's-Gravenhage; dr. N. van Tiel, raadsadviseur bij het mi nisterie van landbouw en visserij; W. van Tilburg te Biddinghuizen, voor zitter en bestuurslid van landbouworga nisaties; drs. C. Timmer, voorzitter van de Raad van Bestuur van CMC/Melkunie B.V. te Woerden; ir. J. Trip, algemeen direkteur van het kweekbedrijf "Ropta" van de Friese Maatschappij van Landbouw te Metsla- wier; ing. W.A./le Vries, akkerbouwer te Bid dinghuizen en o.a. voorzitter en be stuurslid van landbouworganisaties (me de op voordracht van'de minister van so ciale zaken); drs. W.W. van der Zander, lid van de al gemene direktie van de Nationale Coö peratieve Aan- en Verkoopvereniging voor Land- eri Tuinbouw B.A. "Cebeco- Handelsraad" te Rotterdam. Benoemd tot Ridder in de Orde van O ranje - Nassau: C.L. Bakker te 's-Gravenhage, adjunkt- sekretaris van de Centrale Organisatie voor de Vleesgroothandel; J.M. Bartelsman te Overveen, free-lance bedrijfsadviseur voor de brood bakkerij; G. Boelema, verbonden aan het Labora torium voor Plantensystematiek en -geo grafie van de Landbouwhogeschool te Wageningen; D. van de Bunt te Nijkerk, voorzitter van de Nederlandse Industriële Molenaar sorganisatie; M.H. Dekker te Warmenhuizen, voorzit ter van de koöperatieve tuinbouwveiling "Langedijk en Omstreken"; H.J. van Delden, verbonden aan het bu reau van de Hoofdingenieur-direkteur voor Landinrichting, Grond- en Bosbe heer voor Friesland; L. Dolfing, direkteur van N.V. Aviko te Hoog-Keppel; H.H.A.M. Eysvogel te Aerdenhout, paar densportjournalist; J.N. Fit te Venhuizen, voorzitter, be stuurslid van organisaties op het gebied van de bloembollenkultuur; G. Glijnis te Krommenie, voorzitter en bestuurslid van landbouworganisaties; ir. A.W. de Graaf, sekretaris van de Bond van Coöperatieve Zuivelfabrieken in Friesland te Leeuwarden; J.P. Hage te Boskoop, free-lance land- bouwjournalist; Chr. van Heerden, hoofd van de afdeling Personeelszaken bij het Hoofdprodukt- schap voor Akkerbouwprodukten te 's- Gravenhage; ing. B. Heijink, bedrijfstakdeskundige bij het Konsulentschap voor de Rundvee houderij te Arnhem; Th.H.C. Lamers te Eist, bestuurslid van landbouworganisaties; S.B.C. van der Linden, verbonden aan de direktie Organisatie en Efficiëncy van het ministerie van landbouw en visserij; A.R. Meima, direkteur van de coöpera tieve bloemenveiling "Eendracht Maakt Macht" te Roelofarendsveen; G.J. Morsink te Almelo, distriktinspek- teur van het Produktschap voor Pluimvee en Eieren; mevr. C.M. van Oosten-Poortman te Raalte, oprichtster van de Landelijke Werkgroep "Dier in Nood"; A. Papma, voorzitter van de Vereniging voor Algemeen Vormend en Beroepsge richt Voortgezet Onderwijs te Emme- loord; M. van der Sar te 's-Gravenzande, be stuurslid van land- en tuinbouworganisa ties; P.A. Spoor, voormalig hoofd van de sek- tie groenten- en fruitteelt van het Land bouw Ekonomisch Instituut te 's- Gravenhage; mr. A.F. Stroink te Haren, sekretaris- penningmeester van de Groninger Maat schappij van Landbouw. 9

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 9