De korrekties voor temperatuur en druk op de gasrekeningen (II) NAK VERZWAART RHIZOCTONIA-EISEN D e normen die gelden voor rhizoctonia bij de NAK (Nederlandse Algemene Keuringsdienst) worden met ingang van oogst 1981 verder aangetrokken. Steeds meer gebruikers ontdekken schade bij het ge bruik van rhizoctonia-aardappelen. Ook de klantenkring met verplicht ontsmette aardappelen wordt voortdurende kleiner. En eventuele res tanten van verplicht ontsmette aardappelen kunnen in de toekomst niet meer door de Stopa worden overgenomen. T D e ervaring heeft geleerd dat ook verplicht ontsmette partijen, dus partijen met meer dan 25% "licht" toch vaak tegenvallen. Het lijkt erop dat er toch altijd nog sporen over blijven. De tegenzin tegen deze par tijen bij de konsumptietelers blijkt steeds meer in de praktijk. En voor export kunnen we ze langzamerhand wel vergeten. Er zijn dan ook alle redenen aanwezig om het woord verplichte ontsmetting terug te ne men en de ontsmetting gericht te doen plaats vinden. T Afspraken tussen Landbouwschap en Vegin De Stopa NAK-normen Ontsmette partijen Tenslotte Graanteelt in de Gemeenschap LANDBOUWSCHAP ing. L. Mulder In een vorig artikel hebben wij enkele weken geleden geprobeerd het hoe en waarom uiteen te zetten van de korrektie-faktor voor temperatuur en druk op de gasrekeningen. In dat artikel is toen ook vermeld dat over deze zaak overleg is geweest tussen het Land bouwschap en de Vegin (de Vegin is de overkoepelende vereniging van alle gasbedrijven in Nederland). Thans zullen we nader ingaan op dit overleg en hierbij in het kort weergeven welke afspraken twee jaar geleden met de Vegin zijn gemaakt. Mede naar aanleiding van reakties van tuinders op ons vorige artikel zullen we vervolgens nog even aandacht besteden aan de konsequentie die een en ander in de praktijk voor de werkelijk door de tuinders te betalen gasprijzen kan hebben. Tuinders met een jaarverbruik beneden de 170.000 m3 Deze tuinders hebben geen groot- verbruikerskontrakt. De tempera tuur- en drukkorrektie zal daarbij bij deze kategorie niet worden toege past. Deze tuinders betalen de offi ciële prijzen van 39,9 cent (tot 30.000 m3) en 21,9 cent (vanaf 30.000 m3) over de werkelijk gemeten kubieke meters. Tuinders met een jaarverbruik tussen 170.000 m3 en 1.000.000 m3 Voor de temperatuur wordt hier uit gegaan van de gemiddelde grond- temperatuur op 80 cm diepte. Dit is de gemiddelde diepte waarop nor maal het leidingnet ligt. In alle pro vincies wordt dagelijks de grond- temperatuur gemeten en deze wordt vervolgens omgerekend tot een maandgemiddelde. Per maand zal de korrektie dus kunnen verschillen. Het is mogelijk dat zich in de praktijk situaties voordoen waarbij het gas in de meter een hógere temperatuur heeft dan de grondtemperatuur op 80 cm diepte. Vanuit de praktijk van de tuinbouw is erop gewezen dat ook de plaats van de meter een belang rijke rol zou kunnen spelen. Het Landbouwschap zal dit uiter aard nagaan; het is technisch name lijk heel goed mogelijk om een tem peratuurmeter in de gasleiding te zetten. Op het Denar-projekt in Rijswijk bijvoorbeeld kan van mi nuut tot minuut de temperatuur van het gas worden gemeten. Voor de druk wordt uitgegaan van de druk waaronder het gas gemiddeld wordt geleverd. Dit is de druk in de- cibar, die in elk grootverbruikers- kontrakt is vermeld. Elke tuinder kan dit dus zelf nagaan. Bij de praktijk van de tuinbouw be staat de mening dat de werkelijke druk van het gas in de meter kan afwijken van de druk die in het kon- trakt staat. Van invloed zou bijvoor beeld zijn de stand van de brander; bij stand 10 (maximale kapaciteit) zou de opgegeven druk wel worden gehaald, maar bij de lagere standen zou dit niet het geval zijn. Uiteraard zal het Landbouwschap ook de invloed hiervan nagaan, eventueel mét inschakeling van het IMAG in Wageningen. Tuinders met een jaarverbruik van méér dan 1.000.000 m3 Deze tuinders zullen met ingang van de nieuwe kontraktperiode (dus na 1 januari 1982) een temperatuurmeter en een drukmeter op hun meet- en regelset moeten installeren. Over de doorberekening van de kos ten van deze extra meetapparatuur zal nog overleg plaats vinden tussen het Landbouwschap en de Vegin. Ook zijn er tegenwoordig meters waarbij de temperatuur en de druk automatisch in de meting worden verwerkt. De kubieke meters die men afleest zijn dan tegelijk al de voor temperatuur en druk gekorri- geerde kubieke meters. Voor de temperatuur en druk wordt bij deze tuinders dus uitgegaan van de wérkelijke temperaturen en drukken op het betreffende bedrijf. Als het goed is (regelmatig worden de meters geijkt door het IJkwezen) kunnen hier dus geen verschillen tussen "theorie" en praktijk voorko men. Met de Vegin is afgesproken dat ook de tuinders met een jaarverbruik be neden de 1.000.000 m3 desgewenst een temperatuur- en drukmeter op hun meet- en regelset mogen zetten. Men kan dan steeds zélf de zaak kontroleren. Ook zijn de gasbedrij ven dan bereid voor de korrektie uit te gaan van deze door de tuinders zélf gemeten gegevens. Konsequenties voor de gasprijzen die men voor de werkelijk gemeten kubieke meters moet betalen In het vorige artikel is al opgemerkt dat de officiële gasprijzen van 39,9 cent (beneden 30.000 m3) en 21,9 cent (boven 30.000 m3) gelden voor een standaard kubieke meter van 0 gr.Celsius en 1 atmosfeer 10,13 decibar) druk. Komputerkamer Denar-kas. In werkelijkheid is de temperatuur altijd hoger, terwijl ook de druk altijd hoger is. In de gevallen waarin de gasbedrij ven deze hogere temperaturen en drukken doorberekenen (zie de hierbovenstaande afspraken) dan moeten door de tuinders over de werkelijk gemeten kubieke meters in de praktijk hogere prijzen worden betaald. Dit laatste is dus afhankelijk van de hoogte van de temperatuur en de druk die het gasbedrijf in de afre kening verwerkt. Bij een temperatuur van 7 gr. Celsius en 1 decibar wordt de te betalen gasprijs: over de eerste 30.000 m3 42,7 cent in plaats van 39,9 cent; over de volgende kubieke meters boven de 30.000 m3: 23,4 cent in plaats van 21,9 cent. Bij een temperatuur van 7 gr. Celsius en 2 decibar wordt de te betalen gasprijs: over de eerste 30.000 m3: 46,6 cent in plaats van 39,9 cent; ove^ de volgende kubieke meters boven de 30.000 m3: 25,6 cent in plaats van 21,9 cent. Met het bovenstaande is niet zonder meer gezegd dat de betreffende tuin ders te veel betalen. Wanneer het gasbedrijf de juiste temperaturen en drukken toepast kan men tegen de gasrekeningen weinig bezwaar ma ken. Wèl is het heel begrijpelijk dat veel tuinders hier erg veel moeite mee hebben. Men moet immers in werke lijkheid een stuk méér betalen dan de officiële standaardprijzen. Dit geldt temeer wanneer men deze situaties vergelijkt met de olieprijzen, omdat daar géén korrekties worden toegepast. Een olieprijs van 500 gul den per ton is öök 500 gulden op de olierekening. de verschillende voorhanden zijnde middelen. En als men uitgangsmateriaal dat wel binnen de normen ligt gebruikt moet men ook grondig ontsmetten. Uitgangs herfst. Dat is ook een pro baat middel tegen andere schimmels zoals phoma, zilverschurft, fusarium. Andere midddlen, behalve de rook bom, zijn sterk selektief en helpen meestal tegen één schimmel. elkenjare tegen het begin van de keuringsaangifte wordt door de keu ringsdiensten van de NAK de hand leiding verspreid voor de deelnemers aan de keuring van landbouwgewas sen. Er zijn steeds weer aanvullingen of wijzigingen. Ditmaal wil ik de bijzondere aandacht vragen voor de rhizoctonia-eisen. Rhizoctonia of lakschurft (kleine zwarte spikkeltjes op de knollen) is een lastige schim melziekte die veel schade kan doen. Wanneer de knollen met zwarte spikkeltjes sklerotiën) worden uitgepoot ontwikkelt zich de schim mel en tast wortels aan, waardoor sterk aan de plant wordt geknaagd. Het gevolg is sterke opbrengstder ving en bovendien ontstaan vaak misvormde knollen. Nu we vooral bij de aardappelteelt steeds meer de puntjes op de i moeten zetten wordt dat door tal van gebruikers opge merkt en de weerstand bij het aan knopen van zgn. rhizoctonia-partijen neemt dan ook hand over hand toe in binnen- en buitenland. In 1981 mèg men partijen met min der dan 50% "licht" nog ontsmetten, maar men kan er ook een koopman voor zoeken (iemand die voor een dubbeltje op de eerste rang wil zit ten) en de partij op verklaring afle veren. Die koopman moet dan wel een andere boer-gebruiker zijn. Op 't eerste gezicht kan dat aantrek kelijk zijn door b.v. een lagere prijs zetting, maar in werkelijkheid is het dat niet. De norm om dus te mogen ontsmetten is dus duidelijk aange haald en het woord verplicht is uit gevallen. Het is de bedoeling dat in 1982 het woord ontsmetten helemaal wordt teruggenomen en alleen par tijen op verklaring af te leveren, wanneer er dus zeker een koper voor is. Als men echter de rhizoctonia-par tijen toch gebruikt, hetzij voor eigen uitplant (wat ik niet aanraad) of voor konsumptieteelt, dan moet men na tuurlijk wel ontsmetten met één van ot nu toe had de Stopa een sterk kortingssysteem voor met kwik onts mette partijen of partijen die ontsmet hadden moeten worden. Ontsmette partijen moeten na aanbieding wor den vernietigd. En waar moeten ze dan heen? U voelt het al aan! We kunnen er geen kant mee uit! Het moet nog worden beslist in het bestuur, maar er liggen voorstellen om voortaan geen ontsmette partijen meer over te nemen. Voor de praktijk een belangrijke beslissing, waar men terdege rekening mee moet houden. Maar vernietigen en ergens in het milieu lozen behoort tot het verle den. Dat betekent ook vanuit de Stopa geredeneerd: gericht ontsmet ten. Slechts dan wanneer er in de praktijk een plaats voor is. R, rhizoctonia-partijen kosten lang zamerhand handenvol geld. Dat was al zo via hoge ontsmetkosten en door forse kortingen i.v.m. minder waarde 5,-// 10,- per 100 kg). En die kosten nemen nu nog verder toe. Partijen met meer dan 25% licht ko men straks in de voerbak terecht. Een gewaarschuwd man telt voor twee. Dus: o Gebruik blank pootgoed; o Ontsmet voor 1 december; o Niet doodspuiten, maar looftrek- ken; o Rooi op tijd, maar voorkom te veel vellen. Als men echt aan deze regels voldoet verbouwt men voor 95-100% poot goed dat ruimschoots aan de normen voldoet. A. Vermeer De met graan beteelde oppervlakte in de Gemeenschap bedroeg in 1979 26,7 miljoen ha, of 28,7% van de cultuurgrond, aldus het verslag 1980 van de situatie op de landbouw markten van de Europese Commis sie. Het aandeel van het graanareaal in het totale landbouwareaal is het grootst in Frankrijk, Duitsland en Engeland en het kleinst in Ier land en Denemarken, waar voeder gewassen en blijvend grasland een belangrijke plaats innemen. Voor 1980 raamt men een produktie- record granen van 118 miljoen ton of 4% meer dan in 1979, toen de pro- duktie 113,6 miljoen ton bedroeg of 2% minder dan de recordproduktie in 1978. Er is aanzienlijk minder rog ge, haver en maïs en veel meer win tertarwe en wintergerst geprodu ceerd in 1980. De produktie van win tertarwe zal waarschijnlijk 10% gro ter zijn geweest dan in 1979. In 1978/79 bedroeg het totale graan- verbruik in de Gemeenschap 119,9 miljoen ton, waarvan 61 is gebruikt als diervoeder en 34,3% voor mense lijke consumpties en de rest door de industrie. De zelfvoorzieningsgraad bedroeg in 1978/ 79 niet meer dan 100%. vdw

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 6