Voorlichting: wat is dat eigenlijk? Groeimogelijkheden in rundveehouderij en varkenshouderij raken uitgeput I n veel verbanden en omstandigheden komt men tegenwoordig tegen, dat er behoefte is aan kommu- nikatie en dat voorlichting nodig is. Dit is een gevolg van het steeds meer ingewikkeld worden van de samenleving. We weten blijkbaar steeds meer, maar steeds minder mensen weten hoe de zaak in elkaar zit. D e manieren waarop de voor lichting gegeven wordt, kunnen globaal als volgt verdeeld worden: Hooiopbrengst 1980 lager dan 1979 Wat is Hoe wordt voorlichting gegeven? KIPPENSTAPEL GROTER DAN VORIG JAAR In de landbouw en de tuinbouw is ook al veel jaren de naam "voorlichting" bekend. Dit is dan de naam voor de dienst van het Ministerie van Landbouw en Visserij, die er is, om boeren en tuinders te helpen om vragen over hun bedrijfsvoering op te lossen. De officiële naam van deze dienst is Konsulentschap. In Zeeland werken twee van deze Konsulentschappen, namelijk het Konsulentschap voor de Akker bouw en de Rundveehouderij en het Konsulentschap voor de Tuinbouw, beide gevestigd te Goes. en hij moet met de boer of tuinder kunnen meedenken om een goed kontakt te kun nen krijgen. De boer of tuin der moet echter ook de be hoefte hebben met de voor lichter zijn problemen te be spreken en er dus ook kontakt mee zoeken. Voor goede kon takten is een wederzijds ver trouwen onontbeerlijk. Bij voorlichting aan groepen speelt ook het uitwisselen van ervaringen tussen de deelnemers een grote rol. Voorlichting kan op veel manie ren gegeven worden en aan de andere kant worden veel dingen gepresenteerd als voorlichting. In dit verband zijn te noemen: reklame: iemand overhalen iets te kopen of iets te doen; indoctrinatie: iemand door éénzijdige voorstelling van zaken een bepaalde mening opdringen. Beide verschijnselen zijn in onze tijd goed bekend. Het is echter duidelijk, dat een Konsulent schap deze vormen van "voor lichting" niet zal mogen gebrui ken. Voorlichting, zoals het door onze Dienst gegeven wordt, kan als volgt omschreven worden: Opzettelijke hulp bij de besluit vorming over bedrijfsaangelegen- heden door middel van kommuni- katie. Dit kan als volgt verduide lijkt worden: a) opzettelijk: er is een speciale dienst voor in het leven ge roepen, het is een onderdeel van het beleid van de over heid om deze hulp te ver schaffen; b) hulp: de deelname is op vrij willige basis, niemand wordt verplicht om zich er door te laten leiden, het is in het be lang van de betrokkene. De doelstelling van de Konsu lentschappen is daarom ook niet om iets gedaan te krijgen of een bepaald verborgen be leid uit te voeren, maar wel: streven naar een maatschap pelijk verantwoorde ontwik keling van de inkomenskapa- citeit van boeren en tuinders. Voor deze hulp wordt geen tegenprestatie verlangd; c) besluitvorming: elke hande ling die een mens verricht is het gevolg van een besluit. In Uitbreiding van de produktie zal in de E.G. voor varkensvlees en melk nauwelijks kunnen plaatsvinden. In de melkveehouderij buigt men zich op E.G.-niveau al enkele jaren over de vraag: hoe de uitbreiding van de produktie in te dammen. Dat het dit jaar niet tot een superheffing is ge komen, betekent zeer zeker niet dat het probleem van overproduktie niet meer bestaat. In de nabije toekomst zal volgens ir. Koks niet aan een vorm van produktiebeperking zijn te ontkomen. Ook in de varkenshouderij zijn de afzetproblemen struktureel. In het tweede deel van de zeventiger jaren groeide de produktie in de E.G. veel sneller dan de konsumptie, met als routinegevallen gebeurt dit onbewust en in de meeste an dere gevallen kan de onder nemer zelf wel een besluit ne men. Als er echter situaties zijn, waarbij het moeilijk is een beslissing te nemen, kan hulp van een deskundige van pas komen. Het probleem kan dan b.v. zijn: "Welk bestrij dingsmiddel moet ik gebrui ken?", maar ook: "Hoe moet ik mijn bedrijf aanpassen om een voldoende hoog inkomen te kunnen behalen?". Op deze en dergelijke vragen kunnen en willen diverse mensen ant woord geven, maar dan dik wijls wel in de verwachting de benodigde materialen te mo gen leveren; gevolg dat de E.G. in 1979 voor var kensvlees een zelfvoorzieningsgraad bereikte van 100%. Dat is een zeer kwetsbare situatie, die bij de ge ringste verstoring tot een ernstige prijsdaling kan leiden. Het is echter niet alleen de Europese markt die een verdere groei van de veehouderij remt. Er zijn nog andere grenzen die de groei van de produk tie beperken. Een ervan is het teveel aan mest. De Provinciale Direktie voor de Bedrijfsontwikkeling bere kende, dat als over heel Brabant een normale bemesting zou worden toe gepast, er toch nog meer dan 2 mil joen m3 mest buiten de provincie zou moeten worden afgezet of anderszins verwerkt. Daarnaast zou het ook ve- d) kommunikatie: de vorm waarin de voorlicöting gege ven wordt is dus door middel van kontakt met elkaar heb ben. Dit betekent in de prak tijk: Het geven van informatie en inzicht in de situatie en het verstrekken van adviezen. Het is dus duidelijk niet: reklame maken voor iets of de mensen overreden tot een bepaalde houding. Goede kommunika tie moet van weerskanten ko men. Het is te vergelijken met een radiozender en een ont vanger. Als deze niet op de zelfde golflengte zijn afge stemd, komt er niets over. De voorlichter moet dus goed op de hoogte zijn van de om standigheden op het bedrijf Ir. P.P. Koks. terinair gezien niet wenselijk zijn, de koncentratie van produktie verder op te voeren. Betekent dit nu, dat de toekomst voor onze veehouderij somber is? Ir. Koks meent van niet. Wat we in de afgelopen jaren gedaan hebben, is vooral gericht geweest op meer die ren per bedrijf. De uitbreidingsmo gelijkheden hebb onze aandacht wat afgeleid van het verbeteren van het resultaat per dier. Het was immers mogelijk met een relatief laag saldo per dier door bedrijfsvergroting het inkomen in stand te houden. In de jaren tachtig zullen we het vooral beter moeten gaan doen. En met be ter is dan bedoeld: meer verdienen aan hetzelfde aantal dieren. Het belangrijkste onderdeel hiervan is de kostenbewaking. Dat is een mes Éi 1. individuele voorlichting; 2. groepsvoorlichting; 3. massavooilichting. dat aan twee kanten snijdt: op de eerste plaats heeft verlaging van de kosten een direkt effekt op het inko men. Bovendien is de kostprijs van zeer groot belang door onze positie als exporterend land, dat wij voor veehouderijprodukten zijn. Onze veehouderij bevindt zich mo menteel op het keerpunt tussen twee Het Centraal Bureau voor de Statis tiek heeft voor het steekproefonder- zoek "Graslandgebruik 1980" gege vens verzameld over de gemaaide oppervlakte grasland, de wijze van verwerking van het gemaaide gras alsmede de voorraden hooi en kuil- gras aan het begin van de stalperiode 1980/1981. Graslandgebruik De totaal gemaaide oppervlakte grasland bedroeg in 1980 1.613.000 ha. Dit is 156.000 ha of ruim 10% meer dan in 1979. Van het gemaaide gras werd 15,5% verwerkt tot hooi en 70,6% tot kuilvoer. In 1979 was dit resp. 17,3 en 70,6%. Voorraden hooi en kuilgras De opbrengst hooi in 1980 bedroeg 966.000 ton; een vermindering t.o.v. 1979 met 76.000 ton of 7%. De totale voorraad hooi aan het be gin van de stalperiode 1980/1981 omvatte 1.165.000 ton tegen 1.296.000 ton in 1979/1980 (- 10%). De hoeveelheid kuilgras in 1980 ver kregen van het gemaaide gras was 8.855.000 ton; ruim 8% meer dan in 1979. De totale voorraad kuilgras KONSULENTSCHAP VOOR DE AKKERBOUW EN DE RUNDVEEHOUDERIJ TE GOES ing. F. Vader, Hoofd Vóorlichtingszaken C.A.R. - Goes 1. Individuele voorlichting: wordt gegeven door middel van persoonlijk kontakt. Het spreekt vanzelf, dat hiermee het best ingegaan kan worden op de situatie op het betref fende bedrijf. Het is echter ook het meest tijdrovend. In de huidige situatie, wat betreft de personeelsbezetting, zal de individuele voorlichting zo veel mogelijk gereserveerd moeten worden voor die ge vallen, waarbij op een andere wijze geen oplossing is te vin den. Vragen als: "Kom eens kijken of er meeldauw in de tarwe zit" of "Welk onkruidbestrij dingsmiddel moet ik gebrui ken" zullen door een boer of tuinder zelf beantwoord moe ten worden. Hierover wordt op een andere wijze informa tie verstrekt. 2. Groepsvoorlichting: is b.v. een lezing houden, een demon stratie of een kursus organise ren, een groepsgesprek leiden. Bij niet al te grote groepen kan hierdoor nog veel persoonlijk kontakt tussen voorlichter en boer plaatsvinden. Voordelen van deze vormen van voor lichting zijn dat er uitwisseling van ervaringen tussen de deelnemers plaatsvindt. 3. Massavoorlichting: wordt be dreven door het plaatsen van artikelen in de landbouwbla den, het samenstellen van brochures en diverse handlei dingen. In een volgend artikeltje wordt meer ingegaan op de diverse voorlichtingsmethoden. ontwikkelingen. De ontwikkeling die we nu achter ons hebben, is er een geweest van produktie-uitbreiding. Het vakmanschap en de inzet waar mee de mogelijkheden van die uit breiding zijn aangepakt, geven het vertrouwen dat onze veehouders zich ook in de nieuwe ontwikkeling zullen thuisvoelen, aldus ir. Koks. aan het begin van de stalperiode 1980/1981 was 7% groter dan het jaar daarvoor en bedroeg 9.774.000 ton. De totale legkippenstapel, waaronder de moederdieren van slachtkuikens en van legrassen, omvatte op 2 maart 1981 44,8 min dieren tegen 43,6 min op 1 maart 1980. Het aantal eierpro- ducerende hennen bedroeg 33,0 min stuks. Dit blijkt uit de gegevens van de steekproef "Landbouwproduktie" van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Met ingang van 1981 is de opzet van dit steekproefonderzoek gewijzigd, waarbij o.a. werd overge gaan van een maandelijkse peiling van de kippenstapel naar een kwar taalpeiling. Mede als gevolg van het afzonderlijk waarnemen van de verschillende ka- tegoriën moederdieren is vergelijking van de uitkomsten met voorafgaande onderzoeken niet goed mogelijk. De groeimogelijkheden die voor de veehouderij het gezicht van de jaren zeventig bepaalden, zullen in de jaren tachtig miniem zijn. Aldus ir. P.P. Koks, adjunkt-direkteur Veehouderij en Zuivel bij het ministerie van landbouw en visserij, in zijn toespraak ter gelegenheid van de opening van de mengvoederfabriek van de Boerenbond Deurne te Helmond, op 22 april 1981. De medewerkers van het Konsulentschap móeten zich steeds weer de vraag stellen, of hun aktiviteiten wel het resultaat hebben dat ver wacht mag worden. Zijn de juiste methodes gekozen? Om hierover ook Uw mening te horen, is deze week aan ruim 3000 landbouwers in Zeeland een vragenlijst gestuurd met het verzoek om hun mening over de "Voorlichting" te geven. Ook hier willen we nog eens bij U aandringen om hieraan mee te doen en de vragenlijst ingevuld terug te sturen. 5

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 5