Toepassing alternatieve energie
en energiebesparing van groot
belang toekomst glastuinbouw
Jonge Ierse boeren nemen
laat bedrijf over
Bedrijfstakverkenning
voedings- en
genotmiddelenindustrie
O
D it staat te lezen in de een dezer
dagen verschenen nota "Glastuin
bouw en energie" die door het mi
nisterie van Landbouw is uitgegeven.
D,
N.
I erland is met Griekenland het meest agrarische land van de EG. Ruim
20% van de beroepsbevolking werkt in de landbouw. De afname van het
aantal bedrijven heeft zich langzaam voltrokken, tussen 1970 en 1978
slechts met een half procent per jaar. Het Europese gemiddelde lag
gedurende die periode vier keer zo hoog. Thans is er wel sprake van een
zekere versnelling. De gemiddelde bedrijfsgrootte van de kwart miljoen
Ierse bedrijven bedraagt 22,5 hektare. Pacht komt niet veel voor vrijwel
alle bedrijven zijn eigendom. De gemiddelde leeftijd van de boeren is
hoog nl. 55 jaar. Per jaar nemen 2400 jongeren een bedrijf over, dit
aantal zou twee keer zo hoog moeten zijn om alle aanwezige bedrijven
te handhaven. Er zijn nogal grote regionale verschillen. Met name
liggen er nogal wat problemen in het westen: veel oude boeren, veel
vrijgezellen en bedrijfsovername pas nadat vader is overleden.
Ministerie in nota "Glastuinbouw en energie"
V oor de tachtiger jaren zal de glastuinbouw in ons land rekening
moeten houden met sterke prijsstijgingen voor olie en aardgas. Voor de
negentiger jaren zal het energiebeeld in belangrijke mate afhangen van
de beleidskeuzen die nu gemaakt worden o.a. inzake de toepassing van
aardgasvervangende energiebronnen zoals wind- en zonne-energie. Van
groot belang is ook het onderzoek dat gericht is op een betere ener-
giebenutting. Tot 1980 wordt technisch gezien een besparing op ener
gie mogelijk geacht van 50% per eenheid produkt.
Alternatieve bronnen
Besparing
Subsidies
Konkurrentie
De glastuinbouw
Eén zoon erft bedrijf
Belastingen
Hoog rentepercentage remt
ontwikkeling
In de nota wordt ingegaan op de
vooruitzichten voor de ontwikkeling
van de Nederlandse glastuinbouw en
haar energiesituatie e.e.a. tegen de
achtergrond van de toetreding van
de nieuwe lidstaten tot de EG en
tegen de sombere ekonomische
vooruitzichten op korte en middel
lange termijn. In de nota wordt ook
een overzicht gegeven van de be
leidsinstrumenten waarvan de over
heid gebruik kan maken bij het be
vorderen en begeleiden van ontwik
kelingen, in de glastuinbouwsektor.
T.a.v. het energiebeleid wordt ges
teld dat gezien de prijs van het aard
gas en de hoeveelheid energie die in
de glastuinbouw gebruikt wordt, de
ontwikkeling van alternatieve ener
gie bronnen gestimuleerd moet wor
den, mede gelet op het feit dat de
gasprijs voor tuinders zal worden
aangepast aan een daarmee verge
lijkbare grootverbruikersprijs voor
de industrie.
-
O,
'p vele fronten wordt aan plan
nen met betrekking tot het gebruik
van afval- en restwarmte/kracht
koppeling gewerkt. Daarnaast krij
gen steenkool een aardwarmte aan-
mmtm wmm
De meterkast...
dacht en moeten de ontwikkelingen
rond de warmtepomp, wind- en
zonne-energie gevolgd worden. Bij
de keuze voor andere warmtebron
nen zullen de prijs van warmte en de
kosten van warmtelevering een be
langrijke rol spelen. Om de door de
regering nagestreefde benutting van
alternatieve energiebronnen te ver
wezenlijken, met name voor wat be
treft het gebruik van afval- en rest
warmte' zal er voor de glastuinbouw
Minister ir. G. Braks (landbouw en visserij) heeft mede namens zijn
ambtgenoot drs. G. van Aardenne (ekonomische zaken), in de serie
Bedrijfstakverkenning 1980 de verkenning van de voedings- en genot
middelenindustrie aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal aange
boden.
Zoals vermeld in de Voortgangsnota Ekonomisch Struktuurbeleid
(Sektornota), is in de verkenning gepoogd ontwikkelingen en knelpun
ten per sektor aan te geven. Het bedrijfsleven zou profijt van deze
verkenning kunnen hebben. Over geschetste ontwikkelingen en knel
punten zal hopelijk overleg in de diverse sektoren en tussen het be
drijfsleven en de overheid plaatshebben. De verkenning zal dan ook aan
alle bedrijven met meer dan tien werknemers in de bedrijfstak ter
beschikking worden gesteld.
industriële omzet en draagt 16% bij
aan de industriële toegevoegde
waarde. Bovendien is de bedrijfstak
een belangrijke exporteur (ca. 18%
van de industriële export) en levert
daarmee een grote netto-bijdrage
aan onze betalingsbalans; deze bij
drage bedroeg in 1980 circa 6 mil
jard.
Uit de aard der zaak is er een grote
verwevenheid met de primaire pro-
duktie van land- en tuinbouw, waar
van ruim 60% wordt geleverd aan de
voedings- en genotmiddelen industrie
in ons land, terwijl omgekeerd de
voedings- en genotmiddelenindustrie
- met name de veevoederindustrie -
een aanzienlijke toeleverancier van
de landbouw is.
(De bedrijfstakverkenning voedings-
en genotmiddelenindustrie kan wor
den besteld bij de Staatsuitgeverij
onder bestelnummer 140.148.01,
voedings- en genotmiddelenindus
trie; prijs/ 45,— (per post 51,25).
Ook verkrijgbaar via de boekhan
del).
In de verkenning worden, naast een
algemene beschouwing van de voe
dings- en genotmiddelenindustrie,
de meeste sektoren hoofdstuksgewijs
behandeld, namelijk zuivelindustrie,
slachterijen en vleeswarenindustrie,
mengvoederindustrie, suikerindus
trie, aardappelverwerkende indus
trie. zetmeelindustrie, groenten- en
fruitverwerkende industrie, alkohol-
fabrieken en distilleerderijen, bier
brouwerijen en mouterijen, frisdran
kenindustrie, meelfabrieken, gort
en rijstpellerijen, brood-, beschuit-,
banket- koek- en biskuitindustrie,
margarine-, vetten- en oliënindus-
trie, cacao-, chocolade- en suiker
werkindustrie, koffiebranderijen en
theepakkerijen, visbewerkingsin-
richtingen en tabaksverwerkende in
dustrie.
Uit de verkenning komt naar voren
dat de voedings- en genotmiddele
nindustrie in meer opzichten één van
de belangrijkste industrietakken is.
Zij zorgt voor circa 17% van de in
dustriële werkgelegenheid (in 1979
bijna 170.000 manjaren), 25% van de
ekonomisch voldoende stimulans
moeten zijn om hierop over te gaan,
aldus de nota. Aanvullend onder
zoek en praktijkexperimenten zullen
in dit verband noodzakelijk zijn.
Voor de koördinatie van een en an
der zal een werkgroep ingesteld
worden.
oor het terugdringen van het
energieverbruik op de bedrijven zien
de samenstellers van de nota nog tal
van mogelijkheden. Het gaat hierbij
om technische verbeteringen op de
bedrijven, veredeling van de gewas
sen en verbetering van de infras-
trukturele voorzieningen. Hiertoe zal
het nodige onderzoek gestimuleerd
worden en zal de voorlichtingsdienst
een belangrijke rol spelen. Inmiddels
zijn een koördinator energiezaken en
vier energievoorlichters in dienst ge
nomen. Gerichte voorlichtingspro
gramma's moeten de verspreiding
van kennis en informatie versnellen,
zo menen de samenstellers van de
nota.
e invoering van energiebespa
rende voorzieningen op de bedrijven
gaat gepaard met ekstra investerin
gen. Veelal betreffen dit aanpassin
gen op bestaande bedrijven. Dit kan
door een pakket van subsidies be
vorderd worden. Zo bestaan er een
Wind-energie is relatief goedkoop.
zogenaamde energieschermregeling
en een gevelisolatieregeling. Te ver
wachten hogere energieprijzen zul
len naast de noodzakelijke investe
ringen leiden tot toenemende liqui
diteitsproblemen. In de nota wordt
echter de verwachting uitgesproken
dat door produktiviteitsstijging en
aanpassing van de markt op termijn
weer een zeker evenwicht tussen
marktprijs en kostprijs zal ontstaan.
De vervanging van het bestaande
produktieapparaat - de kas - blijft
noodzakelijk (ekonomische levens
duur zal door de snelle technische
ontwikkelingen teruglopen). Moder
ne energiezuinige kassen gaan met
hogere investeringen gepaard dan
aan afschrijvingen zal vrijkomen.
Nieuw teelttechnieken zullen hun
intrede doen. Met name de zgn. teelt
op substraten is uit een oogpunt van
energiebesparing en arbeidsproduk-
tiviteit van belang. Het gebrek aan
goed water voor deze teeltwijze is een
remmende faktor.
De produktie van groenten en
bloemen onder glas had in 1979
een produktiewaarde (af bedrijf)
van 3,1 miljard. De eksport-
waarde (totale waarde van de ge
hele bedrijfskolom) bedraagt 3
miljard op jaarbasis. De import-
waarde bedroeg in 1979 slechts
331 miljoen. Op circa 12.000
bedrijven is werkgelegenheid
voor 38.000 personen. Samen met
toeleverende- en afzetsektor is de
totale werkgelegenheid in de
sektor 70.000 personen. Het
geïnvesteerde vermogen bedraagt
ruim 7 miljard. De solvabiliteit
ligt op ca. 60%. Het areaal is aan
het eind van de jaren zeventig op
8.700 ha gekomen. Hiervan be
draagt het areaal voor de groen
teteelt circa 4.700 en dit is sinds
1974 ongeveer op gelijk nivo
gebleven. De bloementeelt is van
2.800 ha in 1974 op 4.000 ha in
1980 gekomen.
De energie die aangewend wordt
in de glastuinbouw in Nederland
is voor 93% aardgas en neemt
door de sterke stijging van de
prijs sinds 1973 nu 25-30% van de
kosten (in 1973 15-20%) voor zijn
rekening. De arbeidskosten be
dragen 30-35% van de totale pro-
duktiekosten. Ongeveer 10.000
bedrijven zijn op het aardgasdis
tributienet aangesloten.
I aast de problematiek met betrek
king tot de energie zal de glastuin
bouw in ons land ook rekening moe
ten houden met een toenemende
konkurrentie van het buitenland, met
name vanuit Spanje, in eerste instan
tie aangaande groenten en op de lan
gere duur ook bloemen. Buiten Eu
ropa vormt met name Israël een ge
duchte konkurrent voor zowel groen
ten als bloemen. Om de buitenlandse
konkurrentie het hoofd te bieden - is
in het algemeen nodig dat de glas
tuinbouw in Nederland het verschil in
produktiekosten met de andere lan
den zo beperkt mogelijk houdt, maar
ook tracht de voorsprong op andere
terreinen - kwaliteit, betrouwbare le
vering e.d. - zoveel mogelijk te be
houden.
Het is nog steeds zo dat de toe
komstige boer het in Ierland niet ge
makkelijk heeft. In de meeste geval
len moet hij tevreden zijn met
80,— zakgeld per week. Slechts in
een beperkt aantal gevallen wordt
loon gegeven of is er sprake van
maatschap. De Ierse boerengezinnen
tellen gemiddeld vier kinderen. Het
is de gewoonte dat één van de kin
deren het bedrijf erft, dit behoeft niet
altijd de oudste te zijn. In het testa
ment bepalen de ouders wie van de
kinderen het bedrijf krijgt. De wet
verbiedt een verdeling van het be
drijf onder de kinderen. Het komt
voor dat de zoon die altijd op het
bedrijf meegewerkt heeft niet erft.
Deze heeft ook geen enkel wettig
recht om achterstallig loon te eisen.
Van diegene die het bedrijf erft werd
in het verleden niet verwacht dat hij
de andere kinderen een deel van de
nalatenschap liet toekomen. Dit ve
randert nu wel iets en in toenemende
mate wordt het gewoonte dat de erf
genaam bij een bank geld leent om
de niet ervende kinderen iets uit te
keren. De meer vooruitstrevende
boeren gaan er ook toe over het ge
hele bedrijf of een deel reeds bij
leven over te doen aan de opvolger.
De manier waarop de bedrijven in
Ierland worden overgedragen is er
mede oorzaak van dat er weinig
grond op de vrije markt wordt ver
kocht. Gezien het geringe aantal op
volgers zal waarschijnlijk wel meer
grond op de markt komen en de re
gering heeft daarom plannen voor
een wetgeving die het mogelijk
maakt in te grijpen in het agrarische
grondverkeer.
Een jonge boer heeft in Ierland
met drie soorten direkte belastingen
te maken nl.:
1. de inkomstenbelasting zoals die
ook voor anderen in het land
geldt.
2. een heffing van 1% over de waar
de van de grond als hij het bedrijf
erft. Deze belasting kan worden
voorkomen als de ouders het be
drijf overdragen op de dag dat de
bedrijfsopvolger trouwt.
3. Belasting over de waarde van de
erfenis. Deze belasting is sterk
progressief.
ndanks het feit de "jonge"
Ierse boeren vrij gemakkelijk een
A
Het Ierse landschap is erg fraai.
bedrijf via vererving over krijgen is
hun situatie niet gemakkelijk. Velen
zijn immers niet zo jong meer als er
vererving plaatsvindt. De jongeren
in Ierland wensen daarom sociaal-
ekonomische voorlichting die de ou
deren stimuleren de jongeren door
middel van een maatschap deel te
laten nemen in het bedrijf. Vaak
hebben de ouders niet veel gedaan
aan de modernisering van het be
drijf. Er zijn geen speciale extra sub
sidieregelingen voor bedrijfsoverne-
mers die het mogelijk maken de
achterstand in te halen. Vaak moet er
ook een nieuwe woning worden ge
bouwd, het aantal stuks vee uitge
breid en het grasland verbeterd.
Geld is er bij de bank wel te lenen
maar het rentepercentage ligt boven
de twintig. Het gevolg is dat velen
wachten met investeren en dat die
genen die de laatste jaren wel
vreemd geld in bedrijf of woning
hebben gestoken in grote moeilijk
heden verkeren.