Verpachting S.B.L.-percelen
seizoen 1981 -1982
D it fonds leent geen gelden uit
maar verleent borgstelling voor door
de banken te verstrekken leningen
aan boeren en tuinders, fruittelers
e.d. Zij doet dat bij modernisering
van het bedrijf, bij bedrijfsoverna
me, bij bedrijfsuitbreiding en bij
herfinanciering van bijv. leveran
cierskredieten. De voorwaarden zijn:
een goed ondernemer zijn, een vol
doende levensvatbaar bedrijf, en aan
de rente- en aflossingsverplichtingen
kunnen voldoen, het eigen vermogen
moet na de voorgenomen investering
tenminste 20% a 30% bedragen.
E r kan garantie worden verleend
KNLC kommentaar
N
U
T och moet de overheid daarvoor
wel het gelag betalen als U kijkt naar
de ontwikkeling van de rentestan
den. In 1975 betaalde de overheid
gemiddeld een V4% (9.3 min 8.8)
minder rente voor de staatsleningen
vergeleken met de hypotheekrente.
In 1980 is dit verschil omgeslagen in
een negatief saldo van 0.1% t.o.v. de
hypotheken. Anderzijds kunnen wij
ook konstateren dat door de extra
grote vraag om geldmiddelen, de
overheid ook de rentestand omhoog
heeft gedreven. In één jaar tijds moet
zij 1.4% meer rente betalen.
Het aantal nieuwe hypotheken op
woonhuizen e.d. is dalende. Hieruit
is de konklusie te trekken dat men
minder huizen heeft gekocht. Dit zou
waar kunnen zijn voor reeds be
D e waarde van het aandelenbezit
is sedert 1970 sterk gedaald. Dat de
gemiddelde waarde maar met 15
punten is teruggelopen is geheel te
danken aan de financiële instellin
gen n.l. bank- en verzekeringswezen.
De waarde daarvan is toegenomen
tot ruim 2,5 resp. bijna 2 maal de
waarde van 1970. Het zal daarom
een goede zaak zijn dat de "macht"
van de financiële instituten niet een
zodanige omvang bereikt dat het
vrije ondernemersschap onmogelijk
wordt.
Een goede financiering is machtig
belangrijk! VI
I
Borgstellingsfonds
Rijksgroepsregeling
Zelfstandigen
Wat kan de
tegemoetkoming zijn?
Bedrijfskrediet
why
Prijsbesluiten nader bekeken
Waar ligt grens "macht" financiële
instituten?
H et Centraal Bureau voor de Statistiek heeft in een speciaal nummer
van het statistisch bulletin aan het begin van dit jaar enig cijfermate
riaal verstrekt over een 24-tal rubrieken, waaruit de ontwikkeling voor
het jaar 1980 is af te lezen. Hoewel de cijfers over 1980 op dat moment
nog niet volledig bekend konden zijn, geven de geraamde cijfers toch
voldoende inzicht.
Gelag
"Macht"
I
ndien men investeringen wil doen of een herfinanciering wil toepassen
en over onvoldoende zakelijke zekerheden beschikt kan men onder
bepaalde voorwaarden toch aan geld worden geholpen.
Aanvragen indienen via de bank
waarbij men de lening aangaat.
De landbouw c.q. tuinbouwkonsu-
lent geeft een advies aan de hand van
een uitgebracht rapport. Over toe- of
afwijzing adviseert de P.A.C. pro
vinciaal advieskommissie onder
voorzitterschap van de H.I.D. Be
drijfsontwikkeling in de provincie.
D ie bedrijven die niet meer of niet
voldoende door de bank en het
borgstellingsfonds kunnen worden
geholpen en die door omstandighe
den buiten hun schuld tijdelijk met
financiële moeilijkheden hebben te
kampen kunnen een beroep doen op
deze regeling. Men moet jonger zijn
dan 65 jaar, voldoende vakbekwaam
zijn en in staat zijn het bedrijf uit te
oefenen. Na de hulp moet uit het
bedrijf weer een voldoende inkomen
behaald kunnen worden voor de be
trokkene en zijn gezin.
a. Verstrekking van een bedrijfska
pitaal in de vorm van een rente
dragende lening of een renteloze
lening of een bedrag om niet.
b. Een tijdelijke uitkering voor le
vensonderhoud.
Let wel: indien de inkomens achteraf
meevallen kan verhaal plaatsvinden.
Aanvragen indienen bij de afd. so
ciale zaken van uw gemeente. Hulp
hierbij van de s.e.v. is hierbij moge
lijk en gewenst.
Staatsgarantie via
Kredietbeschikking
Midden- en Kleinbedrijf
speciaal voor loonwerkers
voor:
financiering bedrijfsuitrusting
vergroting bedrijfskapitaal, nodig ter
bevordering van de voortgang van
het bedrijf of ter bestrijding van li
quiditeitsmoeilijkheden.
De looptijd van dit krediet is maxi
maal 15 jaar, rekening houdend met
afschrijvingen en winstmogelijkhe
den van de betrokken onderneming.
Aanvragen dienen te worden inge
diend bij de bank. Deze garantie
wordt pas gegeven indien andere fi
nancieringsmogelijkheden bij de
bank zijn uitgeput. Vanzelfsprekend
dient het bedrijf levensvatbaar te
zijn. Bij nieuwe vestigingen, ver
plaatsen of overnemen van een on
derneming ligt de beslissing bij het
Binnenkort zal worden begonnen met de uitgifte van percelen, die voor
het groeiseizoen 1982 voor éénjarige verpachting in aanmerking ko
men.
Voor éénjarige verpachting komen in aanmerking de S.B.L.-eigen-
dommen, die liggen in de ruilverkavelingen in voorbereiding Wolp-
haartsdijk en Yerseke Moer. Voorts komen in de ruilverkaveling Yer-
seke Moer gronden in aanmerking voor éénjarig gebruik om niet onder
gebruiksbeperkende voorwaarden. Dit betreffen gronden die eigendom
zijn van de Stichting Het Zeeuwse Landschap.
Grondgebruikers, die in aanmerking wensen te komen voor pacht res-
pektievelijk bruiklening gedurende één jaar in een van deze gebieden,
dienen dit schriftelijk aan te vragen bij het Hoofd Beheer Landbouw
gronden, in de provincie Zeeland.
Grondgebruikers, die nu reeds gron
den van de S.B.L. of het Z.L. pachten
of in gebruik hebben dienen, indien
men eveneens voor het seizoen
1981-1982 voor grond in aanmerking
wenst te komen, opnieuw een aan
vrage in te dienen. In de aanvraag
dienen de volgende gegevens te
worden vermeld:
- naam en voorletters
- adres
- postkode, woonplaats
- eventueel telefoonnummer
- hoofdberoep, leeftijd en opvol
gingssituatie
- bedrijfsomvang (oppervlakte,
bouwplan, aantal stuks vee)
- gebied waarin de gewenste per
celen zijn gelegen.
Aanvragen, die vorengenoemde ge
gevens niet volledig vermelden,
kunnen niet in behandeling worden
genomen.
Bij de toewijzing zal ondermeer gel
den dat:
- de grondgebruiker niet ouder
mag zijn dan 65 jaar, tenzij er een
bedrijfsopvolger is
- het hoofdberoep van de grond
gebruiker landbouwer dient te
zijn
- de te pachten percelen inpasbaar
moeten zijn in het bedrijf voor
wat betreft grootte en ligging.
De verpachting vindt plaats onder
normale voorwaarde, behoudens dat
de teelt van bieten is uitgesloten. De
ingebruikgave van de gronden van
het Zeeuwse Landschap vindt plaats
onder gebruiksbeperkende voor
waarden.
Bij de oplevering per 1 november
1982 dienen de sloten in schouwbare
staat te zijn en de bouwlanden ge-
stoppelploegd respektievelijk met de
kultivator te zijn bewerkt.
Uw aanvrage dient u binnen 14 da
gen na verschijnen van dit blad te
zenden aan het Hoofd Beheer Land
bouwgronden, Westsingel 58, 4461
DM Goes.
Ministerie van Ekonomische Zaken,
gebaseerd op een deskundig rapport.
Er zijn mogelijkheden genoeg voor
een goede financiering van uw on
derneming. Vraag voor u een beslis
sing neemt een goed advies. Denk
daarbij aan uw voorlichter, uw
boekhouder, uw bank. Ook uw hui
dige financieringsopzet eens door
nemen met uw sociaal ekonomisch
voorlichter kan u soms geld bespa
ren. Hebt u het al gedaan? Gelukkig!
lyiaar er zijn er velen die het nog niet
deden!!!
J. Markusse
I u we enige tijd hebben gehad om
de besluiten over de landbouwprijzen
voor het komende seizoen wat nader
te bestuderen, is het gewenst om op
een aantal punten wat dieper in te
gaan. Het is duidelijk dat reacties per
sector en per produkt nogal uiteenlo
pen. Zien we de situatie voor het ko
mende produktiejaar, dan moeten we
concluderen dat de besluiten meer
perspectief voor de melkproducent
dan voor akkerbouwer bieden. Vooral
de achterblijvende prijsaanpassing
voor granen en suiker komt in de ak
kerbouw hard aan. Daar komt dan
In de rubriek geld- en kredietwezen is o.a. opgenomen (bedragen in miljarden
gulden):
Emissies op de Ned. kapitaalmarkt
- door overheid
- door partikuliere sektor
en buitenland
Spaarverschil bij spaar-
instellingen
Nieuw ingeschreven hypotheken op:
- woonhuizen en woon/-
bedrijfspanden
- overige onroerende goederen
Rentestanden en rendementen:
- wisseldisconto
- daggeldleningen
- nieuwste 3 staatsleningen
- nieuw ingeschreven hypotheken
Effektenbeurs:
I9f>5
1975
1978
1979
1980
1.2
3.1
3.7
4.3
7.6
1.0
2.9
3.4
3.5
4.0
1.4
7.2
8.1
7.1
6.6
4.2
21.7
52.4
44.2
36.6
2.8
C7
9.1
C7
19.4
Q7
20.5
C7
21.1
C7
/O
4.5
/c
4.5
/O
6.5
70
9.5
/o
8.0
3.2
4.2
6.2
9.0
10.2
5.5
8.8
7.7
8.8
10.2
5.8
9.3
8.3
9.1
10.1
ANP - CBS beursindex (1970 100)
90
91
90
85
Waarvan:
- industrie
96
83
75
64
- bankwezen
183
254
272
260
- verzekeringswezen
101
148
165
191
- internationale concerns
72
77
79
78
it deze cijfers is af te lezen dat
onze overheid een erg belangrijke
geldlener is geworden. Waren voor
heen de bedragen die de overheid en
de partikuliere sektor op de Neder
landse kapitaalmarkt leenden nage
noeg gelijk aan elkaar, in 1980 heeft
de overheid een forse sprong om
hoog gedaan en leende zij bijna
dubbel zoveel dan de andere sektor:
7.6 miljard tegen 4.0 miljard.
staande woningen. Uit de statistiek
van gereedgekomen nieuwe wonin
gen blijkt een dergelijke daling in
1980 niet, al is daarbij niet de leeg
stand vermeld. De daling van nieuwe
hypotheken is ook een gevolg van het
niet meer in waarde stijgen van bes
taande woningen. Had men destijds
een hypotheek van 50.000,— na
een aantal jaren kon deze verhoogd
worden tot zeg 70.000,— Met het
ter beschikking komende bedrag van
20.000,— werden dan veelal kon-
sumptieve uitgaven gedaan zoals ex
tra luxe in de woning, een boot en
soortgelijke uitgaven.
Veerbeek
nog de dreiging van de A-heffing, ge
koppeld aan een hoge B-heffing, voor
suiker overheen; zeker nu de suiker
prijzen op de wereldmarkt behoorlijk
onder druk staan.
In Europees verband gezien betekent
het bovendien dat de achterblijvende
prijsaanpassing voor de akkerbouw
niet bijdraagt tot een hele evenwich
tige ontwikkeling binnen de agrari
sche produktie, in die zin dat enige
verschuiving van de dierlijke naar de
plantaardige sector wordt gestimu
leerd. En dat zal op den duur toch
nodig zijn om een beter markteven
wicht voor b.v. melk, maar ook voor
varkensvlees e.d. te bereiken.
In dit kader is het verdergaan in de
richting van medefinanciering door
de producent van het Brusselse beleid
een zeer zorgelijke zaak. Er dreigt nu
duidelijk een soort Europese belas
ting te ontstaan voor sommige pro
ducenten; zelfs al brengen die pro-
dukten voort die op zichzelf geen fi
nanciële problemen voor de EG met
zich meebrengen. Suiker is daarvan
nu het voorbeeld. Voor granen is
overigens het gevaar van een heffing
ook niet geweken.
Wij zullen de komende maanden
moeten benutten om ervoor te zorgen
dat de granenheffing helemaal van
het toneel verdwijnt. Me dunkt dat we
daar als akkerbouw en veehouderij
gezamenlijk aan moeten trekken. Op
termijn gezien zou immers de intro-
duktie van een granenheffing wel
eens desastreuze gevolgen kunnen
hebben voor de veehouderij. En wel
doordat de druk om de graanvervan-
gende veevoedergrondstoffen, die nu
grotendeels heffingsvrij worden
geïmporteerd, aan te pakken met
heffingen en een eventueel vormen
van contingentering. Dat heeft zeker
nadelige gevolgen voor onze Neder
landse concurrentiepositie in vooral
de intensieve veehouderij.
k vind overigens dat vanuit het Ne
derlandse ministerie van Landbouw
nu al enige jaren volstrekt onvol
doende aandacht aan het Europees
graanbeleid wordt besteed. Niet en
kel in het kader van de discussie over
de heffingen, maar vooral waar het
gaat om een beter marktbeleid, zodat
ook de boerenprijsvorming kan wor
den versterkt. Interventie van bak-
tarwe, hogere maand-staffel, de kwa
liteitsnormen bij interventie, door
zichtiger exportbeleid; het zijn zaken
die we bij herhaling bij de minister op
tafel hebben gelegd, maar naar onze
mening vanuit het ministerie behoor
lijk stiefmoederlijk worden behan
deld. Daar moet in de komende tijd
toch wel verandering in komen.
Voor de melkproducent lijkt het nu
vooral van belang dat het geld van de
2/2 procent heffing zodanig besteed
wordt dat daarmee zoveel mogelijk de
stabilisatie van de produktie-omvang
op Europees niveau wordt bereikt, bij
nog wat uitbreiding van de afzetmo
gelijkheden. Toch moeten wij hier
rekenen met de terugkerende discus
sie over vormen van extra heffing,
gerelateerd aan de groei van de pro
duktie. Wij zullen onze Nederlandse
belangen daarbij goed in het oog
moeten houden. Die belangen liggen,
ook voor de intensieve veehouderij,
overigens niet enkel aan de kant van
de kosten (veevoeder).
Bij alle discussie moeten we goed be
seffen dat allereerste prioriteit dient
te hebben het openhouden van de
Europese markt voor onze eindpro-
dukten. Al met al zullen de prijsbe
sluiten veel nazorg vergen voor alle
sectoren en zowel op korte als op
langere termijn.
LUTEIJN
3