Opstanding als opstandigheid Paasmorgen Terugblik Pasen 1981: Lente het ene is nog mooier dan het andere de appelboom - de perelaar en zienderogen staan ze te veranderen ik sta erbij en kijk er naar 'k heb er geen hand voor uit hoeven te steken mijn hand is trouwens daarvoor véél te klein maar ik raak op al dat moois niet uitgekeken staat dit er allemaal voor ons, zou dat zo zijn? nu hier de witte bloesems uit de takken breken nu is de verre hemel even héél dichtbij en wat ik zie, dat kan ik niet in woorden spreken er gaat vandaag gewoon een wonder door de wei Toon Hermans (uit: alles is heimwee) ze hadden het niet al te breed geen wit gesteven boorden ze waren vissers - alle twaalf een volk van weinig woorden ze hadden nog geen beeldbuis geen flats, geen bungalowtjes ze stoeiden aan het blauwe meer met wank'le houten bootjes geen D.C. 8, geen maanraket geen auto en geen koets ze liepen op het witte strand en meestal barrevoets zo leefden zij, ze hadden niets geen bad, geen telefoon, geen fiets maar in hun midden zat een man daar hielden al die vissers van Hij zocht het niet in telefonen computers of in electronen Hij zocht het zonder valse schijn in aardig voor elkaar te zijn Hij had het over 'ander leven' over vergeten en vergeven over elkaar de hand toe te steken en over samen brood te breken Hij zei gewoon: Gij zult niet doden en daarmee hield hij 't voor gezien Hij had geen boeken vol geboden Hij had er in totaal slechts tien maar toen de rijken en geleerden Hem hoorden, toen begon 't venijn het was bedrog, wat Hij beweerde het leven mocht niet simpel zijn ze hebben Hem toen vastgegre pen ze hebben Hem de mond ges noerd het zware kruishout laten slepen en Hem naar Golgotha gevoerd en het is nooit meer goed geko men want sinds men Hem heeft opge pakt heeft men de liefde ons ontnomen waarover Hij zo vurig sprak maar altijd blijft het heimwee han gen naar die eenvoudige mensenzoon en altijd speur je nog 't verlangen naar Hem, die zelfs na al 't gehoon vanuit Zijn laatste kracht nog flui- terst Heer, vergeef hun wat ze doen - altijd nog is er dat heimwee naar die ene man van toen Toon Hermans (uit: alles is heimwee) Toen ik vorige week wat op zol der rondsnuffelde, vond ik een schoenendoos vol oude ansicht kaarten. Er waren ook verschil lende paaskaarten bij met goede wensen. "Vreemd eigenlijk, dat mensen elkaar nu geen paas- groeten meer sturen", dacht ik. Met Kerst maakt de P.T.T. over uren, maar met pasen is het op vallend rustig. Veel mensen weten niet wat Pa sen betekent. Opstanding, Jezus die de mensen met open mond bij z'n lege graf laat staan. Ze rennen angstig weg. Dit is te dol. Het is alsof ze spoken zien. Zo iets durf je zelfs niet te dromen. Een leven dat nieuw wordt, komt dat zien! Vriend Thomas wil de lidtekens van het kruis zelf voe- 0 4!^ 0 4^ 4!^ 4I4 4 ^p ^p ^p ^p ^p ^p ^p ^p ^p ^p ^p ^p ^p ^p ^p ^p ^p ^p w Vanmorgen zag ik een kind. Het danste bij de graven, het voedde witte raven en speelde met een lint. Stil kwam ik aangelopen met hopeloze ogen met handen die niet bewogen, een hart dat niet durft hopen. Toen keek het mij even aan en liep het naar mij toe. Het sprak: Wat ben je moe en ik ben meegegaan. En dichterbij gekomen, geloofde ik niet wat ik zag: Geen steen die er meer lag, wel bloemen en jonge bomen. Stil ben ik toen opgestaan met licht in hart en ogen, met handen die weer bewogen om een nieuw leven in te gaan. Ronald da Costa Wolphaartsdijk len. "Ga je gang maar", zegt Jezus tegen deze nuchtere rea list. Mensen willen ZIEN, haring of kuit hebben. "Dominee, hoe kan dat nöu, al die wonderen. Dat gebeurt nou toch niet meer?" Kom in 1 981 maar eens over de brug met een goed paasbewijs. "Mensen van het presenteerblaadjesgeloof", denk ik dan, maar ik weet van mezelf dat ik aan het bed van een kan kerpatiënt hetzelfde denk. Men sen noem elkaar geen Mietje. Maar wat dan? In het sprookjes boek met hetpaasevangelie? Of zit het anders? Van het kruis af komen, breken met de dood, aan een nieuw leven beginnen, is dat niet meer dan een al of niet echt gebeurd Joods grafverhaal? Ik denk aan iemand in het graf. Alle zogenaamde deskundigen hadden haar afgeschreven: Ho peloos geval, het bekende rijtje huisarts-psychiater-valium-li- brium-inrichting. Maar ze wilde niet en haar man ook niet. "Al kost het me m'n baan, ze blijft thuis", zei-hij. En ook de kinde ren wilden meedoen: "We hou den van je zoals je bent, mét je rare streken, je doorwaakte nachten, je depressies". Eerst geloofde ik er niet in. "Laat me je wonden eens zien", vroeg ik met Thomas. Versuft keek ze me aan: "Nog eens dat hele verhaal? Ik las in haar ogen: 'Odekerke, je zit fout". In die zweer was vaak genoeg gesneden. Er hadden al veel te veel deskundigen bij haar graf gestaan. Toen kreeg ik een ingeving. "Je hebt nou al hon derd keer verteld over je graf, over wat je niet kan", dacht ik. "Niemand heeft je ooit gevraagd wat je wél kan." Dat vroeg ik haar. Ze keek me aan alsof ik een loopje met haar nam. "Veel is het niet," begon ze aarzelend. "Ik bezoek een keer per week een alleenstaande vrouw in een Goes verpleeghuis. Maar één uurtje hoor, daarna vlieg ik weer naar huis, bang dat de angst me weer zal overvallen". Ik vroeg verder: "Als jij niet meer ging, wie zou er dan gaan?" "Niemand", zei ze. Over dat "Niemand" zijn we toen doorgegaan. Maandenlang. Met vader en de kinderen. God praatte ook mee. "Bidden" heet dat. En wat gebeurde er? Lang zaam kwam ze boven water. Ze stond op uit het graf dat alle zo genaamde deskundigen voor haar gedolven hadden. Toen ze op kontrole bij de psy chiater kwam, had hij het formu lier voor opname in de inrichting al getypt in tweevoud voor zich liggen. "Ik weet waarvoor u komt", zei hij. "Tekent u hier maar even." Hij wist het niet, hij kon het niet weten. Met Thomas en zo veel anderen had zijn be roep hem blindgemaakt voor het wonder van de opstanding. In z'n jarenlange artsenpraktijk had hij nog nooit een geestelijk lam geslagen mens z'n bed zien op nemen en vertrekken. Dromen zijn immers bedrog. Maar wie weet of er op dat moment geen schok door hem heenging, een felle stomp in z'n bewustzijn, dat een mens kan kiezen voor het leven in plaats van voor de dood. Dat hij kan weigeren te geloven in doemdenkers en grafdelvers. Dat hij KAN breken met de toe stand zoals hij nu eenmaal is, omdat hij wil kiezen voor een strijdvaardig geloof, dat het lij den niet met spuiten en pillen verdooft. Een mens in wind en vuur die de moed heeft zich met anderen en met God door het lij den heen te slaan. Die zijn kracht put uit de solidariteit van allen die lijden aan dezelfde (wereld- )pijn. Een mens die weigert ge noegen te nemen met dooddoe ners en smoesjesverkopers. Is dat niet de betekenis van Jezus' opstanding? Opstandig durven zijn, tegen de stroom inroeien, kiezen voor het grote Ja, dat - zoals Dorothee Sölle schrijft - echt leven mogelijk maakt? Ik denk dat we elkaar die paas- wens moeten doorgeven. Als het kan met schoenendozen vol. R. da Costa Wolphaartsdijk

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 22