Zorg voor een optimale opkomst van uw bieten. Vervolg de maand april K oude en natte grond is voor de snijmaïsteelt ongeschikt. Snijmaïs vraagt ook een goede struktuur met een goede ontwatering. Snijmaïs kan een zware drijfmestgift van 100 m3 per ha goed verdragen. Een be zwaar van drijfmest uitrijden voor het zaaien is het insporen van de drijfmesttank. Op zandgrond geldt dit bezwaar minder. Snijmaïs is dankbaar voor een gift van 200-250 kg triplesuper per ha tijdens het zaaien. Het jonge maïsplantje kan dan direkt over opneembaar fosfaat beschikken, wat de begingroei be vordert. Snijmaïs is een stikstofbe- hoeftig gewas. Een gift van 750-850 kg kas zal voldoende zijn om een goed gewas te verkrijgen. Een goede stikstofvoorziening is bevorderlijk voor een vlotte rijping. De beste zaaitijd ligt tussen 20 april en 1 mei. Om een voldoende vol gewas te krij gen moet men per ha 105000-115000 korrels zaaien. Het zaad wordt meestal ontsmet tegen kiemschim- mels afgeleverd. Korte wenken Snijmaïs Schapenhouderij Beweiding met "ooi en lammeren" Aanpassing van percelen Gebruik aan de basis niet meer dan strikt noodzakelijk. wat kan gemist worden bodemherbiciden tegen grassen bodemherbiciden tegen breedbladigen wat is vrijwel altijd noodzakelijk zaadontsmetting tegen schimmels zaadbehandeling tegen bodeminsekten I granulaten tegen bodeminsekten I kunstmest ll Hoe is deze optimale opkomst te bereiken bescherm uw bietenzaad optimaal tegen bodeminsekten met Multamat@ZB, Multamat®3G of Dacamox® 10G spuit vóór opkomst niet meer bodemherbiciden dan strikt nodig kies voor de doelgerichte methode na opkomst met Betanal® bestrijdt grassen na opkomst met Fervin® strooi tijdig kunstmest; voorkom daardoor zoutschade Spuitschema's op aanvraag verkrijgbaar bij Schering Nederland B.V., Agro Divisie, Postbus 79, 5280 AB Boxtel, tel 04116-74925 houders willen graag een optimaal gebruik realiseren. Velen laten ech ter de kans tot meer opbrengst van het grasland liggen. Een hoge stik stofgift is niet altijd juist. Men zal de bemesting moeten aanpassen bij het gebruik. Tijdig maaien en vlot in kuilen zal de nagroei bevorderen en geeft een kuil met hogere voeder- waarde. Gras van een goede lengte (12-15 cm) zal door de dieren beter opgenomen worden dan een langer, ouder gewas. Dergelijke weiden worden beter afgevreten en zullen vlugger hergroeien. Voor veel melkveehouders is het een probleem om steeds voldoende wei- degras voorhanden te hebben. Door vroeg te maaien voor voordroogkuil kan men groeitrappen maken. In de meeste gevallen heeft men na 3 we ken weer een weidesnee. Van belang is dat direkt na het be weiden of het maaien weer stikstof wordt gestrooid. Is het de bedoeling om de volgende snee te beweiden, dan is 80 kg zuivere stikstof per ha voldoende. Voor maaien zal 20 kg N meer gestrooid dienen te worden. Laat een maaisnede niet te zwaar worden. Een opbrengst van 3000-4000 kg droge stof per ha is voldoende. Na een zwaarder gewas zal de hergroei van het gras langer duren. Zorg ervoor dat er tussen maaien en inkuilen geen dag te veel zit. Bij eventueel minder gunstig weer moet men na een week toch inkuilen met eventueel zouttoevoe- ging. Iedere dag dat het gras op het land ligt betekent opbrengstverlies (voederwaarde) en hergroeivertra ging- Door een betere graslandexploitatie kan het rendement uit de melkvee houderij nog worden verbeterd. Tegen vogelschade en de fritvlieg kan het zaad met 10 gram Mesurol per kg worden behandeld. Als vogelafweermiddel kan het zaai zaad ook met 2-3 ml Banitum per kg zaad worden behandeld. De vogel- schade kan veelal worden voorko men door voldoende diep te zaaien 5 cm). Verwacht men schade door ritnaalden, dan is een zaadbe handeling met 3 gram lindaan, 20% per kg nodig. Voor het zaaien kan ook 3,5 liter lindaan 21% worden ge spoten. De lindaan goed inwerken. Met de granulaatstrooier kan ook 13,5 kg Curater granulaat tijdens het zaaien in de zaaivoor worden ge bracht. De volveldsbehandeling met lindaan of de granulaattoediening kunnen een goede bestrijding van de ritnaalden geven doch zijn ook duurder. Voor de onkruidbestrijding staan ons een groot aantal middelen ter be schikking. Hiervoor verwijs ik naar de "Handleiding 1981 voor de che mische bestrijding van ziekten, pla gen en onkruiden in landbouwge wassen". Willen we kopziekte voorkomen dan dienen de dieren voldoende magnesium binnen te krijgen. Het tijdstip dat de ooien met hun lammeren in de weide worden ge bracht is afhankelijk van verschil lende faktoren zoals van de weersgesteldheid en vooral van de beschikbare hoeveelheid gras. Vooral dit laatste punt is belang rijk wanneer mén de ooien met hun lammeren in de weide gaat brengen. Wanneer er weinig of nog geen grasgroei is, is het beter dat de schapen op stal, eventueel met een uitloop, blijven. Hier door krijgt het gras in het voor jaar een grotere kans om zich te ontwikkelen wat belangrijk is voor een goede produktie van het grasland. Zodra de groei van het 1. Na 31 maart mogen er geen voederbieten met spruiten op Uw bedrijf worden aangetroffen. 2. Sluit de restanten van het kuilvoer goed af, liefst met een laagje grond. 3. Geef Uw melkinstallatie een goede beurt. N og verstandiger is het om een onderhoudsabonnement te nemen bij Uw leverancier. 4. Kijk de klauwen van Uw dieren nog even na alvorens zij de wei in gaan. 5. Streef een doelmatig'graslandgebruik na. 6. Laat de overgang van stal naar weide voor het melkvee geleidelijk verlopen. 7. De molshopen moeten geslecht zijn anders komt er teveel grond in het voordrooggras. Wanneer het gras duidelijk aan het lammeren worden ingeschaard. gras duidelijk aan de gang is (graslengte 5-8 cm van de grond af gemeten) moeten de ooien en de lammeren worden inge schaard. Wordt er met het in- scharen gewacht tot er een wei- desnede staat, dan is het onmo gelijk om in mei steeds goed gras voor de dieren te hebben. Daarbij komt dat langer gras minder voe derwaarde heeft en de bewei- dingsverliezen groter worden. Als tweede punt geldt dat het het beste is om de ooien met hun lammeren in te scharen op per celen waar in de winter geen schapen hebben geweid in ver band met besmetting van maag darmparasieten. In dit kader is het ook belangrijk dat men vroeg begint met het maaien van een aantal percelen. En hoewel de opbrengst gering is wanneer men vroeg maait, is het vooral voor de lammeren erg goed om ze zo snel mogelijk op etgroen te laten wei- groeien is kunnen de ooien met hun den. Omweiden op etgroen geeft gezonde lammeren en een betere groei van de lammeren. Hiermee kan men ook beter de maag darmparasieten bestrijden. Uit oogpunt van grasopbrengst is het belangrijk dat het gras snel afgeweid wordt en vervolgens weer rust krijgt. Vandaar dat de beweidingsduur zo kort mogelijk moet zijn. Een beweidingsduur van 5-7 dagen is lang genoeg. Vaak zal dat betekenen dat de perceelsgrootte hierbij aangepast moet worden. Dit geldt met name voor dijken. Om de juiste per ceelgrootte te maken, is het han dig om gebruik te maken van af rasteringsmateriaal dat snel te verplaatsen is, zoals Flexinet e.d. Wanneer de perceelsgrootte niet wordt aangepast aan de gestelde beweidingsduur, krijgt men snel verruiging (polvorming) van het grasland met extra verliezen. Bietenteler 8 O» c 8 I 0) c. cn m m -o ra c O O E F 14

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 14