De maand april
op het
zuidwestelijk
landbouwbedrijf
D e opkomst van de bieten is elk
jaar weer een spannende tijd. Als ge
volg van de dunne stand zijn de bie
tenplantjes tijdens de opkomst ge
voelig voor allerlei belagers. Reeds
bij het zaaien dient U de nodige be
scherming te geven. Bij late zaai vlak
voor het zaaien niet meer dan 120 kg
N kunstmest strooien in verband met
kans op zoutschade. Schade van trips
is te verwachten als geen granulaten
bij het zaaien worden toegediend.
Wees op Uw hoede. De schade doet
zich voor tijdens en kort na opkomst
en op dat tijdstip dient dus een be
strijding met parathion te worden
uitgevoerd.
E ind februari leek het er op, dat het een vroeg voorjaar zou worden. Droog weer met nachtvorsten waren
ideale omstandigheden voor een vroege start in de akkerbouw. In deze periode is er reeds veel kunstmest
gestrooid, hoewel hier in de praktijk zeer verschillend over werd gedacht. Op de zavel- en kleigronden
bedraagt de inspoeling van kunstmeststikstof ongeveer 20-30 cm per 100 mm neerslag. Er kon reeds heel wat
gezaaid worden, zoals zomertarwe, plantuien en ook reeds wat zomergerst, erwten en een enkel perceel
zaaiuien. De eerste helft van maart was echter uitzonderlijk nat. Er kwam nogal wat piasvorming voor op het
land. Ook de struktuur van de bovengrond is er door al deze regen niet beter op geworden. Reden om nu niet
overhaast te werk te gaan, maar te wachten tot de grond goed droog is. De maand april is een drukke
voorjaarsmaand op het akkerbouwbedrijf. Terwijl vaak nog voorjaarsgewassen gezaaid moeten worden,
moeten de aardappelen worden gepoot en dienen vele bespuitingen met onkruidbestrijdingsmiddelen te
worden uitgevoerd. Ook voor het inzaaien van groenbemesters is het dan de hoogste tijd. Vanaf 20 april is
de bodemtemperatuur meestal zodanig dat de maïs gezaaid kan worden. Met het zaaien van bonen kan beter
gewacht worden tot mei, daar dit gewas een hogere bodemtemperatuur vraagt voor een vlotte kieming.
H et spuiten in de landbouw is vakwerk en vraagt een gedegen kennis
van zaken. Het aantal beschikbare middelen is groot, waardoor mén
vaak gericht kan werken, maar een goede keuze is niet altijd even
gemakkelijk.
D uist in zomertarwe kan na op
komst bestreden worden met
chloortoluron en Dosanex. Deze
middelen alleen toepassen in de ras
sen Toro, Orca, Kaspar, Bastion,
Adonis en Melchior. Het middel
Arelon kan in alle rassen behalve in
Selpek en Sicco toegepast worden.
Voor de bestrijding van tweezaad-
Akkerbouw
Suikerbieten
Toepassen van bestrijdingsmiddelen
Onkruidbestrijding over de
ploegsneden
Wintertarwe
Zomergraan
Wintergerst
Een goede grondbewerking is bepalend voor de groei van het gewas.
lobbige onkruiden zijn in alle zo
mergranen DNOC en Herbogil
vloeibaar de aangewezen middelen
indien men klaver wil zaaien. Tegen
klein hoefblad verdient het mengsel
MCPA/MCPP of Certrol Combin
aanbeveling. Spuiten als de bladeren
een doorsnede van minstens 8 cm
hebben. Verder zijn tal van groei-
stofkombinaties te gebruiken.
De werking van de bodemherbiciden
is afhankelijk van de toestand van
het zaaibed en van de hoeveelheid
neerslag na de toepassing. In vele
gevalleq, zal een naopkomst bespui
ting noodzakelijk zijn. Betanal kunt
U vroeg toepassen vanaf 2 gestrekte
-kiemlobben. Het nieuwe middel
Goltix is in verband met schadekan-
sen pas toelaatbaar vanaf 2 echte
blaadjes.
Varkensgras en kleefkruid zijn moei
lijk te bestrijden onkruiden die U in
een zeer klein stadium moet bestrij
den. Tegen deze onkruiden komt de
gedeelde toepassing van Betanal in
aanmerking. Wanneer 40.000
bietenplantjes boven staan 4 liter
Betanal, 5-7 dagen later gevolgd
door nogmaals 4 liter Betanal. Bij
een normale onkruidbezetting kunt
U kiezen uit 6 liter Betanal bij ge
strekte kiemlobben of 3 liter Betanal
3 kg Goltix bij 2 echte blaadjes.
Bij moeilijk te bestrijden onkruiden
als varkensgras en kleefkruid 5 liter
Betanal 3 kg Goltix gebruiken.
Goltix heeft ook nawerking en is be
ter tegen zwa.rte nachtschade, gan-
zevoeten en perzikkruid. Het is ech
ter zwakker op muur en zwaluwtong.
Goltix na opkomst altijd mengen
met Betanal. Aan dit mengsel geen
olie toevoegen. Betanal olie alleen
op gezonde bietenplantjes met 2
echte blaadjes en bij temperaturen
beneden 18 gr.C. in een dosering van
2-5 liter olie. In het verleden bleek
Betanal niet gauw te vroeg, eerder
vaak te laat te worden toegepast. Als
de omstandigheden kort na opkomst
(bij aanwezigheid van kleefkruid en
varkensgras) of direkt nadat de
kiemlobben zijn gestrekt gunstig
zijn, moet men een behandeling niet
nodeloos uitstellen. Wachten tot het
gewas twee echte blaadjes heeft om
dan Betanal Goltix te spuiten lijkt
ons in zo'n geval niet juist. De erva
ring heeft geleerd dat in tal van ge
vallen een tijdig uitgevoerde Beta-
nalbehandeling afdoende is.
Rijenbespuiting kan de kosten be
hoorlijk verlagen. Het mengsel van
Betanal Goltix geeft minder pro
blemen met verstopte spuitdoppen.
Tegen grasachtigen als duist, opslag
raaigrassen en kweekgras is Fervin
beschikbaar maar dat zal vaak eerst
in mei toegepast moeten worden.
Besluit bij een wat dunne opkomst
niet te gauw tot overzaaien. De kos
ten daarvan zijn vaak groter dan de
Voortdurend bijblijven door het lezen van artikelen en uitwisselen van
ervaringen met kollega's is en blijft noodzakelijk. Enkel en alleen zich
laten leiden door de adviezen van de handel is een smalle basis. De
bekende "Handleiding" en het verslag van de proefboerderijen in het
Zuidwesten kunnen veel informatie verschaffen. Naast de keuze van de
middelen, wordt het resultaat sterk bepaald door de omstandigheden,
zoals de ligging van de grond, de temperatuur en de neerslag, de on
kruidontwikkeling, de hoeveelheid water etc. Lees de gebruiksaanwij
zing goed en volg de voorschriften op. Toepassingen die niet op het
etiket staan zijn verboden en dus strafbaar.
KONSULENTSCHAP VOOR DE
AKKERBOUW EN DE RUND
VEEHOUDERIJ TE GOES
De bedrijfsvoorlichters.
ing. A. Bakker
ing. R. van der Meer
ing. M. Westhuis
Voor een goed bestrijdingseffekt is
een minimum temperatuur van 10 gr.
noodzakelijk. Tegen duist kan begin
april nog gespoten worden met isop-
roturon of Tolkan S, welke een brede
werking hebben ook op andere on
kruiden. Dosanex en chloortoluron
alleen in de rassen Clement, Durin
en Okapi. Klein hoefblad kan ook
goed in wintertarwe worden bestre
den bij 15-20 cm gewaslengte met 2,5
liter 2,4-D, gevolgd door 4 liter
MCPA ongeveer 10-14 dagen later.
Naast bovenstaande middelen zijn er
nog diverse groeistofkombinaties
beschikbaar o.a. Basagran P, Blado-
tyl en benazolin/MCPA; Basagran
(bentazon) werkt goed tegen kamille.
Het middel Graminon Plus bevat
naast isoproturon tegen duist ook
bentazon tegen kamille, terwijl het*
derde bestanddeel ook kleefkruid en
ereprijs bestrijdt.
Tegen veenwortel, perzikkruid en
varkensgras geven de dicambacom-
S puit niet meer dan noodzakelijk is.
Het gaat niet om het laatste on
kruidje, want het lukt U toch niet om
dat te bestrijden. Wees voorzichtig
met het mengen van bestrijdingsmid
delen, aangezien de voordelen lang
niet altijd opwegen tegen de nadelen.
Bij bepaalde toepassingen kan men
gen echter wel degelijk zinvol en
praktisch zijn. Gebruik dan waar mo
gelijk een spuitpoeder en een vloei
baar produkt. Na een bespuiting moet
de spuitmachine steeds grondig
schoongemaakt worden en pas op
voor overwaaien naar belendende
percelen. Ieder jaar komen hiermee
weer vervelende schadegevallen voor.
ooral wanneer er vroeg geploegd
is en laat gezaaid kan worden, kan er
soms al flink wat onkruid aanwezig
zijn. Mechanisch bestrijden vraagt
dan een intensieve grondbewerking,
wat voor de struktuur en de vocht-
houdendheid van het zaaibed funest
kan zijn. Bovendien valt het resultaat
vaak tegen. Spuiten met Reglone
tegen niet-grasachtige en met Gra-
moxone tegen grasachtige onkruiden
lost het probleem veel beter op. Het
gebruik van veel water en niet te
grove druppel bevordert de on
kruiddoding. Mengen van Reglone
met Gramoxone is mogelijk, terwijl
er nu ook een fabrieksmengsel op de
markt is. Vóór late gewassen als bo
nen en knolselderij is het mogelijk
tegen wortelonkruiden zoals kweek,
klein hoefblad en aardappelopslag
een bestrijding op reeds goed ont
wikkelde onkuiden uit te voeren met
Roundup.
Ongeveer 14 dagen na deze toepas
sing kan dan zonder al te veel risiko
voor het gewas gezaaid of geplant
worden. De beste resultaten krijgt
men bij niet te vroeg zaaien/planten.
13 e stand van de tarwe is redelijk
goed. Er zijn grote verschillen in ont
wikkeling tussen de percelen onder
ling naar zaaitijd en dergelijke. Het
12
aantal planten vertoonde na de winter
een grote variatie per perceel van on
geveer 130-300 planten per m2, ter
wijl zo'n 200-240 planten per m2 op
timaal is te noemen. In de tweede
helft van februari is reeds op vrij veel
percelen de eerste N-gift gestrooid.
Volgens grondonderzoek zijn de N-
voorraden in de grond dit jaar weer
laag. Als globale richtlijn voor win
tertarwe is het advies na voorvrucht
bieten en granen 90 60 N en na
voorvrucht aardappelen 70 60 N.
Blijft het gewas te licht dan om
streeks 20 april een tussengift van
30-40 N per ha geven.
Men moet dan niet wachten met een
overbemesting tot stadium F 7 8
omstreeks half mei. Dergelijke ge
wassen krijgen dan eind mei nog een
derde laatste gift in F 9.
Tegen het risiko van legering en dus
ter versteviging van het gewas dient
vroeg CCC gespoten te worden. Het
beste tijdstip is bij stadium F 5 a 6,
gewaslengte 15-20 cm. De dosering
bedraagt dan 1-2 liter CCC per ha.
Bij het ras Okapi, lang en slap, deze
CCC-bespuiting niet gauw weglaten,
terwijl een kort ras als Marksman
nauwelijks zal reageren. Arminda
neemt een tussenpositie in doch
Benut de mogelijkheden om groenbemesting in te zaaien. In wintertarwe kan
tot 10 april nog klaver ingezaaid worden.
De meeste bieten zullen nog gezaaid moeten worden.
wanneer U er naar streeft om zeker
geen te lichte stand te hebben, dan
kan ook bij dit ras een CCC-bespui
ting zeker aanbeveling verdienen.
Naast het ras speelt bij de vraag al of
niet CCC ook een rol hoe lang het
geleden is dat er graan stond. Bij veel
graan in het bouwplan (in 1979 of
1980 ook graan) is er meer kans op
oogvlekkenziekte en is CCC dus ook
nog meer op z'n plaats.
Het tarwegewas leent zich zeer goed
voor de bestrijding van vele onkrui
den. Er zijn vele groeistoffen en
kombinaties van groeistoffen voor
handen, behalve wanneer klaver als
groenbemester is ondergezaaid. Bij
aanwezigheid van kleefkruid, ver
dient mecoprop (MCPP) eventueel
gemengd met MCPA de voorkeur.
binaries het beste resultaat. Bij ge
bruik van duistbestrijdingsmiddelen
is inzaai van klaver en gras niet mo
gelijk. Wanneer groeistofkombina
ties gebruikt worden, is inzaai van
klaver niet doch gras wel mogelijk.
Rode klaver verdraagt echter 3 liter
MCPA 25% per ha, gespoten bij een
lengte van de tarwe van 30 cm vrij
goed.
Behalve de mengsels Weedax, Je-
bodicro en Aseptaludin kunnen in
wintergerst voor de bestrijding van
tweezaadlobbigen dezelfde middelen
gebruikt worden als in wintertarwe.
Verder reageert wintergerst gunstig
op een gedeelde stikstofgift. De
tweede gift dient echter reeds in sta
dium 5 van het gewas toegediend te
worden. Meeldauw en dwergroest
doen vaak meer schade dan men
denkt. Met Bayleton is een goede
bestrijding te verkrijgen, spuiten kort
voor het in aar komen geeft de beste
resultaten maar in een vroeg ontwik
keld gewas kan een behandeling in
een vroeger stadium nodig zijn.