Omscholing kan noodzakelijk zijn KNLC kommentaar ttf7/ Overschotten of tekorten H et valt op dat er de laatste jaren door mensen die uit de landbouw gaan weinig gebruik gemaakt wordt van de omscholingsregeling. Men verlaat of stopt het bedrijf en wacht op de dingen die op de man afkomen, meestal na werk te hebben gezocht voor korte of langere termijn. Biddag voor het gewas D D. P aasfeest, het oudste Christelijke feest, dat in de oudheid van het Christendom een veel grotere aan dacht kreeg dan bijvoorbeeld het Kerstfeest. H et Tiele EG-landbouwbeleid is de laatste tijd doordrenkt van maatre gelen, gebaseerd op de gedachte om veel geld kostende overschotten te vermijden. Een schriel prijsbeleid, het systeem van financiële medeverant woordelijkheid en gedachten over kontingentering zijn er de konkrete voorbeelden van. De vraag of men niet bezig is op grond van een vol strekt scheef beeld van de werkelijke ontwikkelingen een geheel onjuist beleid te voeren, is daarbij zeker ge rechtvaardigd. Wat is er immers wer kelijk aan de hand? Voor de belang rijkste landbouwprodukten in de wereld zijn de voorraden onverant woord laag geworden. Als de oogst van bijvoorbeeld granen en suiker het komende jaar onder het normale ni veau zou blijven, dreigt een regel rechte voedselramp. Onder deze om standigheden zijn de prijzen van agrarische produkten over de hele lijn in de wereld belangrijk gestegen. Dat geldt voor plantaardige en dierlijke produkten. Op zich een gunstige ont wikkeling voor de toekomstige wereldvoedselvoorziening. Immers, juist de zeer lage wereldmarktprijzen hebben de produktie van voedsel in de derde wereld steeds sterk ontmoe digd. Op korte termijn kon dan im port van zeer goedkoop voedsel wel aantrekkelijk lijken voor vele ont wikkelingslanden, op langere termijn blijkt het voor de eigen produktles- truktuur funest te zijn. D, D e onroerend-goedbelastingen kunnen voor bijzonder - ongewilde - effekten zorgen op een wijze die in financieel opzicht erg onplezierig voor de betreffende belastingplichtige zou kunnen aflopen. D, P er 1 januari 1977, dus voor de D, Wie kan er gebruik maken van de regeling? Wat zijn de voorwaarden? Welke regelingen zijn er? Studiekostenregeling S.O.B.-regeling Waar kunt U de aanvraag indienen? J. Markusse a. Ondernemers die hun hoofdbe roep in de landbouw uitoefenen en een bedrijf exploiteren met een omvang van tenminste 2500 punten. b. Meewerkende kinderen die ten minste 25 jaar zijn en op het mo ment van aanvraag werkzaam zijn op het ouderlijk bedrijf (laatste 2 jaar tenminste 40 weken per jaar en geen ondernemersri- siko hebbën gedragen). c. Agrarische werknemers die ten minste 25 jaar zijn en op het mo ment van de aanvraag werkzaam zijn op het bedrijf van de onder nemer (laatste 2 jaren tenminste 40 werkweken per jaar verzekerd zijn bij het "Bedrijfspensioen fonds" voor de Landbouw". Het landbouwbedrijf van de on dernemer en waarop het mee werkend kind of de werknemer werkt moet 2 jaar na het sluiten van de overeenkomst worden beëindigd. Een werknemer kan er ook ge bruik van maken wanneer hij om struktyrele redenen het bedrijf moet verlaten bijv. ontslag door mechanisatie, rationalisatie, af stoten van vee. Het bedrijf mag niet voor meer dan de helft een niet-agrarische bestemming hebben in het kader van een uitbreiding c.q. bestem- mings-onteigeningsplan. Indien men van de regeling ge bruik maakt mag men niet meer bedrijfsmatig of in loondienst werkzaam zijn. Centra voor vakopleiding die 30 op leidingsmogelijkheden hebben. De duur van de opleiding is 3 tot 14 maanden. Vergoeding 434,40 bruto per week voor 23 jarigen en ouder. Aanvulling door het O S-fonds tot 649,00 bruto per week, verzekerd krachtens de sociale verzekerings wetten, mogelijkheden tot reiskos ten, eventueel pensionkostenvergoe ding. Indien het beroep een theoretische opleiding vergt kan men hiervan ge bruik maken. Onderwijs moet gege ven worden door bevoegde leer krachten en erkende onderwijsin stellingen. Geldt bij zowel dagoplei ding als bij avondstudie. Men moet De Kringen Zeeland/West Noord-Brabant en Zuid-Holland van de Nederlandse Fruittelers Organisatie organiseren in sa menwerking met het Konsulent- schap voor de Tuinbouw "Zuid- West-Nederland", onder auspi ciën van de Federatie "Het Landbouwwerktuig", een lande lijk erkende snoeimechanisatiedag voor de fruitteelt welke zal worden gehouden op woensdag 25 maart 1981 op het fruitteeltbedrijf van de Gebr. Cavelaars, Bloenïendaalsezeedijk te Zevenbergschenhoek (N.Br.). Geopend van 09.30 - 16.30 uur (toegang 5,- Tijdens deze dag zal er op prak tijkschaal worden gedemon streerd met de nieuwste appara tuur voor het snoeien, het maai/snoeien van bomen, het verwijderen van snoeihout en het snoeien van windsingels het rooien van bomen, e.d. jonger zijn dan 48 jaar. Men moet zelf voor zijn verzekering zorg dra gen. Bij deelname omscholingsrege ling gedurende maximaal 2 jaar, bij volledig dagonderwijs een vergoe ding van 649,00 bruto per week. Indien slechts enkele dagen per week een kursus wordt gevolgd dan geldt slechts een gedeelte van de vergoe ding. Zonder deelname aan de om scholingsregeling in het kader van het O «Sc S-fonds ontva«gt men alleen studiekosten zoals lesgeld, leermid delen en noodzakelijke reiskosten. Werkeloze en met werkloosheid be dreigde agrariërs kunnen bij- of om geschoold worden indien de inpas sing of handhaving in het arbeids proces moeilijk gaat door een tekort aan vakbekwaamheid. De werkgever kan hiervoor een bijdrage ontvan gen. Scholing mag binnen en buiten het bedryf plaatsvinden. De bijdrage in de loonkosten en op- leidingskosten worden uitgekeerd aan de werkgever. Dit is 60,— per scholingsdag als bijdrage in de op- leidingskosten of op basis werkelijke gemaakte kosten en daarvan 60% en 100,— per dag als tegemoetko ming in de loonkosten. Het opleidingsprogramma dient in samenwerking met het arbeidsburo te worden opgesteld. Bij de D.B.H. in uw distrikt, u kunt daar en bij de S.E.V. en bij het ar beidsburo nadere inlichtingen krij gen. Indien er slechts enkelen zijn die het niet wisten en het nu weten en er ge bruik van kunnen maken, dan is het niet voor niets geweest. e vraag rijst, of.het nog zin heeft, hier iets over te schrijven. Er was een tijd - en die is nog niet zo lang gele den - dat het op biddag in onze pro- vincie's overal een soort zondag was. Het werk lag stil. Mensen, die soms nooit naar de kerk in hun dorp gin gen, zag men er dan wel. Ook gingenen 's middags wel op fa miliebezoek en men sprak op die dag met elkaar over het werk. De vraag is: Bidden wij nog? Of nog beter: Doen wij ons werk nog bid dend? e meeste dominees hebben altijd wat moeite gehad met deze dag. De bekende theoloog Noordmans heeft de bid- en dankdagen al naar "de grens der prediking" verwezen. Het grote gevaar namelijk, dat de predi king op de bid- en dankdagen be dreigt is, dat zij zich isoleert van de eigenlijke boodschap van de kerk. Dat zij de dingen van het aardse leven, loot en gras, regen en droogte, spijs en drank, vruchtbare en on vruchtbare jaren, op zichzeif stelt, en Gods zorg erover bidt of ervoor dankt als voor een zaak op zichzelf. Dat zij zou meewerken aan het mis verstand, alsof een mens "Geze gend" zou kunnen worden op eni gerlei wijze, zonder de zegen, die in Jezus Christus is. En in het gedenken daarvan heeft dan ook de biddag plaats. Want ons werk heeft van doen met het leven, n.l. met dat leven, dat te maken heeft met ons verwachtingsvol toeleven naar het Paasfeest. Juist omdat het het feest van de le vende Heer is, leven wij daarheen, ook op de biddag. Want wij bidden dan om Zijn toekomst, Zijn naar- ons-toe-komen in het leven van alle dag. Waartoe ook onze arbeid thuis hoort. Goes, H.M.S. Voor de EG betekent deze ontwikke ling enerzijds import van steeds duurdere veevoedergrondstoffen, maar anderzijds aanzienlijke bespa ringen bij de export van graan, zui velproducten en suiker in verband met lagere restituties. Zo zeer zelfs dat in 1981 de kosten van het EG- landbouwbeleid zeer aanzienlijk lager zullen uitkomen dan in het voor gaande jaar. Steeds meer deskundi gen gaan zich tevens de vraag stellen of de ontwikkeling op de wereld markten niet veel ingrijpender zal blijken te zijn dan de nu, in EG-krin- gen veelal nog tijdelijk veronderstel de opleving. Als we een aantal ontwikkelingen op een rij zetten, geloof ik inderdaad dat er sprake is van een nogal funda mentele verandering, en dat het uitermate onverstandig is om juist nu zeer kunstmatig de produktie van de EG-landbouw aan banden te leggen. Zo neemt jaarlijks het landbouwa reaal met ca. 12.000.000 ha in de wereld af door uitbreiding van hui zenbouw, wegenaanleg, fabriekster reinen en rekreatiegebieden. Omdat de nog steeds groeiende wereldbevol king meer voedsel vraagt, moeten wel tenminste evenveel nieuwe land bouwgronden gekreëerd worden. Veelal via ontbossing met daarbij be horende erosieproblemen. In veel landen naderen we het eind van de mogelijkheden op dit gebied. Voorts zien we een toenemende belangstel ling voor de produktie van energie en industriële grondstoffen uit agrari sche produkten. En waar 1 ha suiker riet voor alkohol groeit, kan geen ha suikerriet voor menselijke konsump- tie groeien. Globaal is 1 ha suikerriet nodig om 1 personenauto een doors nee aantal kilometers te laten rijden. Als deze ontwikkeling zich doorzet, kunnen we dan ook nog een giganti sche verschuiving verwachten. Waar één ha energieproduktie groeit, kan ook geen veevoedergrondstof groei en. Met name de produktie vaii plan taardig eiwit (soja), waar we in Eu ropa voor 90 procent van import af hankelijk zijn, vraagt daarom extra aandacht. Ik ben van mening dat deze verschui vingen in de wereld ons in de EG moeten nopen om het produktiepo- tentieel zo goed mogelijk te benutten. Zeker op enige termijn gezien is dat van groot belang om ongestoord de voedselvoorziening van mens en dier binnen Europa in stand te houden. In die zin lijkt de EG-kommissie dan ook met een onverstandig en kort zichtig beleid bezig te zijn. LUTEIJN aarom is het goed, dat de biddag valt in een bijzondere periode van het Kerkelijk jaar. Het is n.l. de tijd die wij vroeger aanduidden als de "lijdensweken". Wij hielden ons in de prediking dan bij voorkeur bezig met het lijden en sterven van onze Heer, Jezus Christus. Maar ook in de kerk is in de loop der jaren een en ander veranderd. Heel anders dan vroeger, staat nu in de aandacht der prediking het feit, dat wij op weg zijn naar het Paasfeest, het feest van het loven. Wij spreken nu over de zgn. veertig-dagen-tijd, n.l. de veertig dagen vóór Pasen. Zo leven wij toe naar die gedenkdag, die eigenlijk altijd centraal heeft gestaan in het evangelie, de gedenkdag van de opwekking uit de doden van onze Here Jezus Christus. Zoals wij al schreven: het feest van het leven. Dat betekent niet dat wij de goede Vrijdag overslaan of niet belangrijk meer vinden, maar dat de dood is opgenomen in de totale komst van het Rijk van de Zoon des Mensen. En dat daarom de verschijning van de Man van Nazareth op deze aarde te maken heeft met alles van ons leven: ons geloof, onze liefde, ons werk, ons bezit, ons gezin, enfin ga maar door! Normaal is kultuurgrond die ten behoeve van de land- of bosbouw bedrijfsmatig wordt geëxploiteerd uitgezonderd van de heffing van on roerend-goedbelastingen, aldus ook de Verordening van de gemeente Denekamp. Een landbouwer van die gemeente krijgt evenwel van de Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. (hierna: N.A.M.) te Assen het verzoek een stuk weiland, groot 1.02.05 ha te mogen huren voor het verrichten van proefboringen naar de aanwezigheid van aardolie en/of gas. De huurovereenkomst wordt tussen de landbouwer en de N.A.M. gesloten voor een geïndexeerde huurprijs welke voor het betreffende jaar bedraagt 3.653.93. de installaties e.d. waren toe te reke nen. De uitkomst daarvan was dat dit de grondeigenaar is, ergo onze land bouwer. Vervolgens werd door de landbou wer aangevochten dat genoemde in stallaties e.d. gebouwd eigendom zou zijn, hetgeen door het Hof en de Hoge Raad werd afgewezen. Dit be tekende in ons geval dat de land bouwer de onroerend-goedbelastin gen naar een waarde van ruim 2.000.000,- voor het eigenaarsdeel zou moeten betalen, hetgeen onge veer 1.900,— zou gaan kosten, zonder dat hij op grond van de Mijnwet ooit eigenaar zou kunnen worden. Eén lichtpunt is in deze zaak nog aanwezig omdat de Hoge Raad de waardebepaling niet juist vond. Deze moet worden bepaald door uit te gaan van de veronderstelling dat het goed wordt verkocht, waarbij de bestemming welke de eigenaar of gebruiker aan het onroerend goed heeft gegeven als waardebepalende faktor moet worden uitgeschakeld. oor de N.A.M. wordt op het wei land een zogenaamde boorlokatie aangelegd, hetgeen betekent dat ter plaatse asfaltverharding wordt aan gebracht, afgezet met een gotensys- teem en rondom afgesloten met een 2.20 meter hoog hekwerk. Omdat op een diepte van circa 2.600 meter aardgas wordt aangetroffen, wordt de boringsput eind 1970 niet opgeruimd maar gehandhaafd door plaatsing van een afsluiter op deze put. De N.A.M. heeft het voornemen deze put te zij ner tijd in produktie te nemen en vraagt hiervoor een koncessie aan. Deze wordt op 20 januari 1977 ver leend. verlening van de koncessie, wordt bedoeld weiland getaxeerd voor de ^onroerend-goedbelastingen en wordt daaraan met de daarop aangebrach te installaties, voorzieningen en ver harding een waarde toegekend van 2.034.000,-. Omdat de koncessie nog niet was uitgegeven, was ook de Mijnwet van 1810 nog niet van kracht, welke be paalt dat de eigendom van de mijn is te onderscheiden van die van de bo dem. Alzo moest met toepassing van de artikelen 625 en 626 resp. 562 en 563 van het Burgelijk Wetboek worden vastgesteld aan wie de eigendom van e kans is nu aanwezig dat geoor deeld zal worden dat de aanwezige installaties e.d. voor de werkelijke exploitatie van geen of weinig nut zullen zijn. Is dat het geval dan is de proefboorput praktisch waardeloos. Voor de betreffende landbouwer is te hopen dat dit laatste het geval zal zijn. Voor de toekomst leert deze procedure in ieder geval dat in de overeenkomst met de N.A.M. moet worden opgenomen dat zakelijke be lastingen welk ten gevolge van de ak- tiviteiten van de N.A.M. zullen wor den opgelegd, door de N.A.M. aan de eigenaar zullen worden vergoed. Veerbeek 3

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 3