a? Prijsvoorstellen niet realistisch s In E.G. gemiddelde daling van het reëele boereninkomen van 18,5% V ocjge week heeft de Europese Kommissie de prijs voorstellen voor het komende jaar bekend gemaakt. Vanuit de Z.L.M. gezien zullen wij ons ook niet onthou den van kommentaar op deze voorstellen. Dat wordt door de achterban van je verwacht.... tenminste daar zal ik maar vanuit gaan. Vandaag hebben wij niet de indruk dat wij door deze zelfde achterban zwaar onder druk gezet worden. Wij zijn daar niet gelukkig mee omdat er geen zekerheid is of dat morgen anders zal zijn. Het lijkt er heel erg op dat het vertrouwen in het E.E.G.-beleid zo sterk is verstoord dat men er niet meer koud of warm van wordt. Maar ook het vertrouwen in de rol die de landbouworga nisaties via het C.O.P.A. kunnen spelen om tot betere resultaten te kunnen komen blijkt bij velen te wankelen. Dat is een ongewenste en een gevaarlijke situatie o.a., omdat de ministerraad en het Europese Parlement via het C.O.P.A. onder druk gezet moet worden om de voorstel len zoals die ons nu gepresenteerd zijn aan te passen aan de realiteit waarin de land- en tuinbouw in de E.E.G. nu verkeert. D e vraag staat daarbij centraal of er reden is voor onrust over de prijsvoorstellen. Wie vorige week de eerste be richten via de P.Z.C. onder ogen heeft gekregen zal mis schien gedacht hebben dat het allemaal nog niet tegen valt. Zeker de kop van het artikel moet bij velen die indruk hebben gewekt. V oor de melk zit er bij de huidige voorstellen per 1 april tot 15 september slechts 1,8% prijsverhoging in (6% min 2% heffing en 2,2% afbraak M.C.B.'s). Na 1 5 sep tember komt er dan nog 2% bij. Daarbij komt de dreiging van een ekstra heffing van 25 cent per liter melk die de melkfabrieken opgelegd krijgen indien in '81 /'82 meer melk verwerkt wordt tot door de E.E.G. ondersteunde produkten dan het gemiddelde over '79/'80 en '80/'81 - V zuidelijke landbouw maatschappij De ondernemer staat voortdurend voor keuzes. Deze akkerbouwer in Magrette (bij Axel) heeft zijn keuze gemaakt: de verouderde appelboomgaard van ca. 1 ha is gekapt en zal veranderen in bouwland. Elders worden verouderde opstanden vervangen door jonge aanplant.... Achteruitgang Onrechtvaardig Vanuit de Z.L.M. gezien In de steek gelaten apw VHV 2. CA> m VRIJDAG 27 FEBRUARI 1981 68e JAARGANG NO. 3571 -en tuinbouwblad Maar ook omdat de ervaring heeft geleerd dat er plotse ling wel grote onrust kan ontstaan bij de achterban waar je als organisatie dan voldoende greep op hebt. In Duitsland heeft men al duidelijk blijk gegeven va«Tzijn ongenoegen en er behoeft echt niet veel te gebeuren of deze aktie slaat over naar andere landen. Zeker buitenstaanders zullen zich hebben afgevraagd hoe het mogelijk is dat er voor de land- en tuinbouw een prijsverhoging tot 10% mogelijk is terwijl er allerwege gepraat wordt over een pas op de plaats of nog erger, dat er ingeleverd moet worden. Buitenstaanders weten niet dat deze 1 5% prijsverhoging geen inkomensverbetering betekent maar dat deze prijsaanpassing nodig is om het gezinsinkomen enigszins op peil te houden. De voorstel len zoals die nu voor ons liggen betekenen opnieuw een achteruitgang van het gezinsinkomen. Helemaal haaks op het specialisatiebeginsel wat toch het uitgangspunt is geweest van het E.E.G.-beleid is de ver drievoudiging van de heffing bij een melkproduktie van meer dan 1 5 duizend liter per ha grasland of voederge wassen. Dit voorstel is zo bijzonder onrechtvaardig dat daar verder niet over onderhandeld mag worden maar radicaal afgewezen dient te worden. Voor de suiker blijven de plannen van een ekstra heffing op A-suiker gehandhaafd. Ik heb in een eerder kommen taar gewezen op de onrechtvaardigheid om op deze wijze een konsumentenbeleid te voeren over de rug van de boer. Ook de granen ontkomen in de voorstellen niet aan de medefinancieringsgedachte. Wanneer er meer geprodu ceerd wordt dan de afgelopen 2 jaar kan de heffing per procent meer produktie oplopen tot 5% verlaging van de interventieprijs. De medefinancieringsgedachte viert hoogtij in Brussel. Daartegenover staat geen beleid waardoor de produktie struktureel wordt aan de afzet mogelijkheden. Onvoldoende inzicht wordt er ook gegeven van de nood zaak van de medefinanciering voor de verschillende pro dukten nu de prijsontwikkeling op de wereldmarkt zich sterk wijzigt. Bij de eksport van suiker b.v. vloeien er belangrijke be dragen terug in de E.E.G.-kas. Genoeg redenen vinden De boereninkomens, die sinds 1973 een daling vertoonden, ondervonden in 1980 een dramatische val van gemiddeld 18,5% in het reëele inkomen. Als gevolg daarvan is de koopkracht van de boer nu lager dan op het eind van de toename van de landbouwkosten - veevoeder, kunstmest, brandstof, renteaflossing, arbeidsloon, enz. - ten achter geb leven. Terwijl de prijzen in het algemeen met 10% per jaar zij.i toegenomen, hebben de bóeren, doordat zij in de laatste vier jaar een prijsstijging van slechts 5,7% per jaar hebben ont vangen, een onevenredige bijdrage geleverd tot de strijd tegen de inflatie ten nadele van hun inkomens. Dit zijh de belangrijkste konklusies van het door C.O.P.A. gepubliceerde rapport over de ontwikkeling van dë boere ninkomens in de E.G. over de periode van 1967 tot 1980. De resultaten van het C.O.P.A.-rapport zijn eveneens be vestigd door tabellen die door de Europese Kommissie zijn geopenbaard. Jammer genoeg gebruikt de Kommissie nog steeds de netto toegevoegde waarde als indikator voor de trends in de boefeninkomens, die de Kommissie, evenals C.O.P.A., schat op ongeveer 9% in 1980. De tabellen van de Kommissie over de netto toegevoegde waarde omvatten echter niet een aantal belangrijke kosten, zoals rente, loon kosten voor gehuurde arbeidskrachten en rente over geleend kapitaal, die alle wezenlijk zijn toegenomen. Wanneer reke ning wordt gehouden met deze kosten is de daling van de boereninkomens 18,5%; deze treft niet alleen de kleinere boeren, maar ook de moderne kapitaal-intensieve bedrijven. Als resultaat hiervan zijn investeringen, zelfs vervangingsin vesteringen, tot staan gekomen en vele boeren en boere2:Sr- beiders zijn gedwongen de landbouw te verlaten, waardoor zij het werkloosheidsprobleem in de E.G. vergroten. De "voorzichtige" prijspolitiek die door de Europese autoritei ten wordt gevoerd, brengt niet alleen vele agrarische toele veringsbedrijven (landbouwmachines, gebouwen, kunstmest enz.) in grote moeilijkheden, maar brengt ook de toekomst van de E.G.-landbouwsektor op langere termijn in gevaar. Deze politiek kan niet voortgezet worden. C.O.P.A. herhaalt het verzoek on een prijsstijging van 15,3% die is gebaseerd op de resultaten van de objektieve methode en die wordt ge rechtvaardigd door de ontwikkelingen in de boereninko mens. wij zonder op details in te gaan om ons bijzonder veel zorgen te maken over het E.E.G.-landbouwbeleid voor de komende jaren. Zorgen over het E.E.G. landbouwbeleid vertaald naar de omstandigheden waarin de Nederlandse boer en tuinder vandaag verkeert. Zo hebben wij ook de konklusies vertaald die de deelnemers op de studiedag van de Z.L.M. hebben getrokken. H et Europees markt- en prijsbeleid moet nodig verbe terd worden, maar alleen een verbetering van dat beleid is onvoldoende om verandering te brengen in de moei lijke positie waarin zeer veel bedrijven verkeren. Nog belangrijker vindt men dat er verbetering komt in de zware fiskale en sociale premiedruk en de fiskale proble men rond de bedrijfsovername. Anders gezegd: de boer voelt zich vooral door zijn eigen regering als zelfstandige ondernemer in de steek gelaten. Zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw zijn bereid tot het uiterste te vechten voor hun bestaan. Men loopt ook niet gemakkelijk met zijn problemen te koop. Sommigen vinden zelfs dat de landbouworganisaties te negatief naar buiten treden. De waarheid zal wel, als zo dikwijls, in het midden liggen. Harde cijfers wijzen uit dat er te veel bedrijven onvol doende perspektief hebben. Dat blijkt uit het percentage bedrijfsopvolgers en dat houdt dan direkt verband met de werkgelegenheid in de land- en tuinbouw. De prijsvoorstellen zoals die nu voor ons liggen zullen niet bijdragen om de werkgelegenheid in de land- en tuin bouw op peil te houden. Als minister Braks er van uit gaat dat de doelstelling van het regeringsbeleid is handhaving van de produktiekapaciteit op zelfstandige gezinsbedrij ven zal daarvoor wel een ander zelfstandigen-en markt-en prijsbeleid gevoerd moeten worden. Doeleman.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 1