Zegge en Schrijve
Wereldsituatie granen
blijft zeer kritiek
D eze week is de nieuwe struktuurnota van de Brabantse
land- en tuinbouw "Wijzer naar 1 985" gepresenteerd als
opvolger van de nota '75/ '80 "denken op één lijn". De
bouwstenen voor "Wijzer" zijn aangedragen door dé
zgn. groep van "de jonge ingenieurs" bij de Brabantse
konsulentschappen en dat is goed te merken: het is een
realistische nota geworden die echter duidelijk wordt ge
kenmerkt door veerkracht en flexibiliteit. Een nota met
jeugdig élan, geen zwartkijkerij, geen doemdenken. De
genoemde werkelijkheidszin dwingt er overigens wel toe
er in nota van uit te gaan dat de boeren en tuinders nog
meer beproefd gaan worden op kwaliteiten als vakman
schap en ondernemerschap.
N atuurlijk hebben wij met de politici ook indringend
gesproken over de noodzaak van het beschikbaar heb
ben van voldoende bruikbaar zoet water voor de zuid
westelijke land- en tuinbouw. Uiteraard kwam daarbij ook
de Grevelingen ter sprake. Ook op deze plaats wil ik toch
nog eens benadrukken hoezeer de kwestie van het zoet
water bij de boerenbevolking leeft. Op het sekretariaat
ontvangen wij daarover brieven, op vrijwel alle afde1
lingsvergaderingen wordt erover gesproken en indivi
duele boeren klampen ons erover aan. Nu alles blijkbaar
weer in diskussie kan komen - (ook b.v. de voortgang van
de kanaalverbreding door Zuid Beveland, zoals ik bij ge
ruchte van niet-de-eerste-de-beste hoorde) - zullen wij als
landbouworganisaties onze stem op dit punt moeten
verheffen om te voorkomen dat historische belofte's weer
in het vergeetboek geraken. Er zijn immers zaken waarbij
geld niet de eerste prioriteit heeft zoals een bekend dijk
graaf onlangs zei op een Z.L.M.-kringvergadering. En zo
is het maar net: ik pas er namelijk voor om in 1 985 door
schade en schande wijzer te zijn geworden.
zuidelijke landbouw maatschappij
Het voorjaar is weer in aantocht. Na een lange periode van nat en somber weer brak de zon
door. 's Morgens was de grond licht bevroren en daarvan werd door velen dankbaar gebruik
gemaakt om kunstmest te strooien en de voorraad drijfmest te verwerken. Dit als aanloop
voor een nieuw groeiseizoen en een nieuwe oogst.
Politiek
Beleggers
Zoetwater
land- en
VRIJDAG 20 FEBRUARI 1981
68e JAARGANG NO. 3570
Z.l.m. tuinbouwblad
Aan het einde van het lopende seizoen zullen de overgangs-
voorraden graan in de wereld net genoeg zijn voor een ver
bruik van niet meer dan 35 dagen.
Dr. John Schnittker, voorheen topambtenaar bij het Ameri
kaanse ministerie van Landbouw, thans direkteur van
Schnittker Ass. in Washington zei dit in een toespraak voor
aandeelhouders van DeKalb Research Inc. De krappe
wereldsituatie hangt nauw samen met de toenemende be
hoefte aan voergranen voor de veehouderij, als gevolg van
toenemende vraag naar vlees in vele landen met stijgende
inkomens. Daarnaast zijn er nog andere faktoren in het spel,
zoals de toenemende belangstelling voor mais, bestemd voor
de produktie van sucrose alsmede voor de produktie van et
hanol, een benzine-vervangend produkt. Te verwachten is
voorts dat Japan dat jaar 20 miljoen schepels mais meer zal
importeren dan vorig jaar, terwijl naar verwachting China 30
miljoen en Mexico 36 miljoen schepels mais zullen gaan
importeren.
Daarnaast is er de grotere behoefte van Oosteuropese landed,
die zich zal realiseren als er niet een oorlogssituatie gaat
ontstaan tussen de Sovjet-Unie en Polen.
Meer verbruikt dan geproduceerd
Vorig jaar, aldus dr. Schnittker bedroeg de wereldgraanpro-
duktie 1,521 miljard ton, terwijl de konsumptie 1.55 miljard
tons bedroeg, dat is 29 miljoen ton meer.
Dit jaar was de oogst nagenoeg gelijk aan vorig jaar, overi
gens de derde grootste oogst, doch de konsumptie ligt 40
miljoen ton hoger dan de produktie.
Dat zal ertoe leiden dat in juli a.s. de overgangsvoorraden niet
meer zullen bedragen dan 162 miljoen ton, wat overeenkomt
met de wereldbehoefte van ca. 35 dagen.
Dr. Schnittker pleitte voor opvoering van de graanproduktie
in de Verenigde Staten ten einde de voorraadssituatie te ver
beteren en dreigende katastrofes, als gevolg van eventuele
misoogsten te voorkomen.
Gestreefd dient vooral naar een hogere ha-opbrengst.
Wijzer naar 1985
In de nota "Wijzer" wordt dan ook een sterk beroep
gedaan op het saamhorigheidsgevoel van boeren en
tuinders. Dit sluit wel heel nauw aan bij een van de
konklusies van onze Z.L.M.-studiedag dat de onderlinge
boerensolidariteit een uiterst belangrijke zaak is (zie voor
een verslag van de studiedag elders in dit blad). Een
onderlinge solidariteit overigens waar blijkbaar nog het
een en ander aan ontbreekt. Het lijkt mij dat in een tijd
waarin alle verworvenheden weer ter diskussie staan, dit
een punt is wat tot nadenken stemt. De provinciale raad
voor bedrijfsontwikkeling in Noord Brabant heeft mede
daarom besloten zijn totale funktioneren de komende tijd
ter diskussie te stellen om straks optimaal "gewapend"
te zijn tegen de komende ontwikkelingen. Alle leden zijn
bereid hun zetel daarvóór ter beschikking te stellen. Ik
vind dat zo n initiatief waar nodig navolging verdient
opdat we in 1985 werkelijk wijzer zijn op de plek w#arwe
wezen moeten.
Afgelopen week hebben wij ons ook nog op politiek
terrein begeven. Zoals gebruikelijk in verkiez-ingstijden
weten de politici ons weer feilloos te vinden. Het was deze
keer de Partij van de Arbeid die het spits afbeet met een
flinke delegatie kamerleden en provinciale politici, aan
gevuld met een euro-parlementariër en eên europees
ambtenaar die mogelijk op de nominatie staat kamerlid te
worden. Maar eerlijk is eerlijk: het was een goed en kon-
struktief gesprek. Omdat het hemd ook bij ons nader is
dan de rok lag het aksent in de bespreking vooral op het
financiële vlak d.w.z. dat wij de fiskale problematiek (zie
alweer de Z.L.M.-studiedag) nog weer eens hebben
uiteengezet. De bedrijfsovernameproblematiek in relatie
met de daarbijbehorende fiskale eisen stond daarin wel
centraal. In dat kader hebben wij uiteraard ook weer
gewezen op de volslagen onrechtvaardigheid v^ het
pachtersvoordeel "roverijnoemt de voorzitter van de
afdeling Zaamslag dat. Op het stuk van het pachters
voordeel moesten wij overigens konstateren dat deze
problematiek nog niet bepaald gesneden koek is voor de
politici. Dat schijnt toch wel erg moeilijk te zijn, daarom
hebben wij wat schriftelijke informatie meegegeven. Kij
ken of het helpt.
I n de bedrijfsovernameproblematiek staalt uiteraard de
financiering centraal. Door ons is daarbij bij de politici
gepleit voor kredietfaciliteiten voor de jonge boer. Daar
naast hebben wij gewezen op het nauwelijks nog funk
tioneren van de grondbank. Het feit dat de traditionele
beleggers naar het schijnt hun vertrouwen in de binnen
landse beleggingen (en landbouwgronden) hebben ver
loren maakt de situatie er bepaald niet beter op. Niet
alleen omdat daardoor het broodnodig vermogen aan de
land- en tuinbouw wordt onttrokken maar vooral ook
omdat daarmee het o zo belangrijke pachtinstituut wordt
uitgehold. Het mes snijdt dubbel in boerenvlees en de
gevolgen daarvan mogen niet worden onderschat. Ik wil
de overheid daarom dringend in overweging geven het
beleggen in landbouwgronden (in Nederland) weer aan
trekkelijk te maken en/of het benodigde vermogen op
andere wijze in Nederland te konsolideren. De staat als
grootste grondbezitter mag zich dit bepaald aantrekken.
Oggel