H et tot nu toe gevoerde E.E.G. landbouwbeleid had een tweeledig doel: Et zullen zwaardere eisen worden gesteld aan de ondernemer zelf. Hij zal het samen met z'n gezinsleden en andere medewerkers moeten maken. Hij zal de initiatiefnemer, vakman, manager en risikodrager zijn. Doem denken of lijden aan mentale malaise is volgens Goud funest; hij moet be slissingen durven nemen en inspelen op de zich steeds aandienende veran deringen, in de teelt en aan de vraag zijde. G, O N De Z.L.M.-studiedag D, Verstoorde verhouding Zwaardere eisen Het ondernemersklimaat Het spel Flinke diskussies Oplossingen Stickers 1 m mm Vanaf het midden der zeventigerja ren komt er, mede door stagneren van de ekonomische groei een ver traging in de sanering terwijl de ont wikkeling noodgedwongen door gaat. In een aantal sektoren gaat het aanbod van de produkten de vraag overtreffen en er ontstaan over schotsituaties. zorgen voor een goed en goed koop voedselpakket en de produ centen in de landbouw een rede lijk inkomen verschaffen. Door stimulering van de ontwikkelin gen is de eerste doelstelling be reikt, doch hoe is het met het in komen van de producenten in de landbouw? De veehouder in 't begin der tachtiger jaren die een sociaal aanvaardbaar inkomen uit zijn bfedrijf moet halen, wordt gekon- fronteerd met de noodzaak van een grotere vakbekwaamheid en inzet om het bedrijf te runnen. Voorts met een verstoorde hou ding van vraag en aanbod alsmede van arbeid en geïnvesteerd kapi taal ten opzichte van de produk- tenprijzen. de noodzaak om te reserveren terwijl het sociaal en fiskaal be leid dit onmogelijk maakt. zo rendabel mogelijk produceren terwijl samenleving en milieupro blematiek beperkingen opleggen en tenslotte met nieuwe ontwik kelingen welke onmisbaar zijn voor een rationele bedrijfsvoering ondanks overproduktie en te lage prijzen. De voorzitter van de tuinbouwkom- missie, de heer M.J. Goud bracht tenslotte enkele gezichtspunten naar voren vanuit de tuinbouw. De heer Goud: "De ingrijpende ontwikkelingen van de laatste de cennia, hebben zich ook in de sektor tuinbouw gekenmerkt: er wordt met minder mankracht meer geprodu ceerd; dit zowel naar volume als in geldswaarde. In diverse takken is de faktor arbeid vervangen door kapi taal hetgeen resulteerde in een sterke uitstoot van betaalde mankracht en in mutaties in het ondernemersbes tand. Ook in ons gewest zet deze trend zich nog door in een tempo van 5% uit stoot per jaar. Thans zijn er nog overwegend gezinsbedrijven". De heer Goud nam vervolgens de feitelijke situatie als vertrekpunt voor de toekomst daarbij uitgaande van een ekonomische doelgericht heid. Hij zei de onderneming te zien als instituut waarbinnen diverse produktiefaktoren worden samenge bracht met als doel tenminste een redelijke beloning voor inzet van ar beid en kapitaal. De ondernemer richt zich op het marktgebeuren en stelt zijn inkomen afhankelijk van de wisselende uitkomsten binnen het produktieproces. Volgens hem zul len er zwaardere eisen worden ges teld aan de ondernemer zelf. Voorts zal hij rekening moeten hou den met meer bemoeienis van andere groeperingen buiten de bedrijfstak en meer moeten doen aan Public Rela tion en zich vooral presenteren. Vol gens de heer Goud is de positie, plaats en betekenis van de land- en tuinbouw in de samenleving namelijk onderbelicht gebleven. aar de mening van de voorzitter van de tuinbouwkommissie zal de ondernemer kans en ruimte moeten hebben om aan verdere ontwikkeling deel te nemen. "Hij mag niet node loos bekneld raken en ten onder gaan aan te zware lastendruk en overdre ven opgelegde belemmeringen. Met moeite bereikte resultaten mogen niet worden wegbelast (ook niet bij bedrijfsovername). Gelet op konti- nuïteit is een stuk eigen vermogen noodzakelijk als buffer en basis voor financiering. Kans op het maken van echte winst moet realiseerbaar zijn en het tellen van R.Z.-aanvragen is geen juist kriterium om rentabiliteit vast te stellen." Hij besloot zijn inleiding als volgt: "De overheid moet de voorwaarden scheppen waaronder het bedrijfsleven zich zo goed mogelijk kan ontplooi en. Erkenning van meervoudige in- komensfunktie moet scherper terug te vinden zijn in het belastingsysteem. Een nadere invulling van het zelf- standigenbeleid is ten minste nood zakelijk. Het beleid zal niet gericht moeten zijn op verdere wegsanering, maar op een herwaardering van onze positie". Een aantal deelnemers aan de stu diedag in de grote zaal van "De Prins van Oranje". van tevoren reeds waren uitgedeeld, die problemen aan te stippen die hem persoonlijk het meest aanspra ken. Nadat iedereen rustig de ronde had kunnen doen, bleek dat uit eindelijk sommige problemen veel en andere nauwelijks enige sticker voor zich hadden weten te winnen. Voor de volledigheid laten we hier de 17 problemen afdrukken met daar achter het aantal stickers waarmee zij waren onderstreept: ewapend met de op schrift ges telde inleidingen van de drie kom missievoorzitters verspreidden de deelnemers zich nu naar de hun toe gedachte vertrekken om daar tot een hergroepering te komen op veel kleinere schaal: in groepjes van ca. 12 mensen kon het spel beginnen: probeer uit de talloze problemen waarmee men in de land- en tuin bouw te maken heeft, er drie uit te halen waarvan men als groep van mening is dat dat de meest knellende problemen zijn. aantal percen stickers tage lBelastingdruk te zVaar 122 20.67 2. Onvoldoende markt- en prijsbeleid 90 15.25 3. Bedrijfsovernameproblematiek 80 13.55 4. Ongunstige kosten/opbrengstverhouding 61 10.33 5. Onvoldoende onderlinge boeren solidariteit 40 6.77 6. Onvoldoende inkomenspositie 39 6.61 7. Onvoldoende bestaanszekerheid op gezinsbedrijf 29 4.91 8. Konkurrentievervalsing in E.E.G. 28 4.74 9. Financieringsproblematiek (rente) 27 4.57 10. Afzetproblematiek 26 V 4.40 11Overschottenproblematiek 12 2.03 12. Onvoldoende kwaliteitsbeheersing van producent naar konsument 10 1.69 13. Onvoldoende beeldvorming naar buiten 9 1.52 14. Kontinuïteit onderneming 8 1.35 1.18 16. Onvoldoende sociale omstandigheden voor boer 17. Onvoldoende samenwerking tussen boeren Ruim 200 deelnemers hebben maandag 9 februari j.l. deelgenomen aan de Z.L.M.-studiedag: "Landbouw in gewijzigde omstandighe den". De studie bleek, zo verduidelijkte algemeen-sekretaris Oggel, te zijn verpakt in een spel waarbij het er om gaat in kleine gespreksgroe pen problemen in de landbouw op een rijtje te zetten die in die groep als het meest urgent worden ervaren. Na dit eerste deel van het spel waarbij tijd tijd is worden de problemen op vellen papier geschreven en aan de wanden van de grote zaal in "De Prins van Oranje" opge prikt. Vervolgens geven de deelnemers met rode stickers-(elk heeft er 5) aan welke problemen een ieder in tweede instantie ervaart als het meest urgent (meerdere stickers per probleem plakken mag). In de tweede ronde wordt met dezelfde groepen gewerkt. Nu gaat het er om om een oplossing aan te dragen voor de grootste problemen die er in de eerste ronde zijn uitgerold. Eén oplossing van elke groep voor één probleem! Nadat de oplossingen ook nu weer aan de wand zijn geprikt, worden de deelnemers weer aan het werk gezet: nu kan men met groene stickers aangeven welke oplossingen van de diverse pro blemen men het meest wenselijk vindt. Probleem 4. Onvoldoende onderlinge boerensolidariteit 1Een organisatie 60 2. Een sektorale organisatie 15 3. Samenwerking in de ruimste zin, o.a. met werktuigen 4. Oriëntering in en belangstelling voor andere bedrijfstakken 2 5. Onoplosbaar 2 Probleem 5. Onvoldoende bestaanszeker heid op gezinsbedrijf 1. Gesubsidieerde bedrijfshulp 1 2. Honorering arbeid voor alle meewer kenden 36 3. Hoger opbrengend vermogen van het bedrijf 4. Afzonderlijke waardering van de p'ro- duktiemiddelen 5. Beter markt- en prijsbeleid 2 6. Oplossing van 1 -t/m 4 is oplossing voor 5. 8 7. Gegarandeerde waardering van arbeid 2 Nu werden alle deelnemers in de ge legenheid gesteld om nog eens met stickers aan te geven welke van de aangedragen oplossingen het sterkst aanspraken. Algemeen sekretaris mr. J. Oggel.se- lekteerde de meest aansprekende oplossingen op het oog en voorzag ze vervolgens van een kort kommen- taar, na gezegd te hebben dat de stu diedag de demokratisering van de Z.L.M. onderstreept in die zin dat de hoofdbestuursleden in een gezellige sfeer en goede harmonie samen met de leden werken aan en praten over problemen en oplossingen binnen de landbouw. 234 Hieruit werden 5 problemen gedestilleerd die als het meest urgent worden ervaren en daarom in de tweede ronde van het spel in de groepen moesten worden opgelost. Deze hoofdproblemen waren: 1Belastingdruk te zwaar 2. Onvoldoende markt- en prijsbeleid 3. Bedrijfsovernameproblematiek 4. Onvoldoende onderlinge boerensolidariteit 5. Onvoldoende bestaanszekerheid op het gezinsbedrijf nder leiding van de kringvoor zitters ontsponnen zich vervolgens in de groepen flinke diskussies waarbij het in een uiterst vriendschappelijke sfeer toch soms fel toeging. Uit de gesprekken bleek enerzijds dat men binnen de landbouw kennelijk te maken heeft met ondernemers wier problemen op verschillende terrei nen liggen maar anderzijds dat daaruit toch een aantal gemeen schappelijke problemen naar boven komen drijven. In de meeste gevallen bleek men el kaar, daarbij aangespoord door de onpartijdige spelleider en het horlo ge, ook wel te vinden. De verslagge vers van elke groep wist wat hem of haar te doen stond: zich op verzoek van sekretaris/regisseur R. Hoiting spoeden naar het provisorisch van het Landbouwhuis overgeplaatste sub-sekretariaat onder het toneel van de schouwburgzaal. Daar werden de tientallen problemen in zeer korte tijd geïnventariseerd en herleid tot slechts vijf hoofdproblemen die in de tweede ronde van het spel in dezelf de groepssamenstelling vervolgens moesten worden opgelost. a een kopje koffie reeds stond alles op papier en kon iedereen ken nis nemen van wat in de andere groepen naar voren was gebracht. Op grote vellen papier werden 17 hoofdproblemen rondom in de zaal opgeprikt en iedereen kreeg nu de mogelijkheid om met 5 stickers die Door de lunch gesterkt zette men zich na de middag vol goede moed aan het oplossen van deze problemen. Nu pas bleek duidelijk hoeveel gemakke lijker het is problemen te inventari seren en hoe moeilijk het is om bin nen een dikwijls heterogene groep tot oplossingen voor die problemen te komen. Doortastend optreden van voorzitters en verslaggevers moest dikwijls de gang er in houden. Exakt op de afgesproken tijd spoed den de verslaggevers zich nu voor zien van de oplossingen, naar het sub-sekretariaat waar de oplossingen in koortsachtig tempo weer werden geïnventariseerd terwijl de^deelne- mers rustig een kopje thee genoten. Een zelfde werkwijze werd nu ge volgd met dien verstande dat nu de oplossingen per probleem werden gerubriceerd en later op papier uit gedeeld. Ook nu weer oplossingen op grote vellen papier aan de wanden in de schouwburgzaal. Per probleem bleken de meest ge wenste oplossingen te zijn: Aantal stickers Probleem 1. Belastingdruk te zwaar 1. Belastingvrije voet c.q. belastingvrije reservering 139 2. Zelfstandigenbeleid 8 3. Splitsing van inkomen in onbelaste investering en overig inkomen 5 4. Belastingharmonisatie in E.E.G. 1 5. Verhoging zelfstandigenaftrek 5 6. Verlichting premiedruk 57 7. Vermogensbelasting Probleem 2. Onvoldoende markt- en prijsbeleid 1Prijsvaststelling aan de hand van kos tenberekening 72 2. Geen konsumentenpolitiek maar pro- ducentenpolitiek 41 3. Kwaliteitsverhoging 4. Geen konkurrentievervalsing 1 5. Overschotsfinanciering uit algemene middelen 6. Aktiever Public Relation-beleid 4 7. Konsumenten betalen voor milieu vriendelijke maatregelen (Lief kost geld) 4 8. Nationaal een betere toepassing van interventieregelingen 9. Boeren gezamenlijk meer aan afzet doen - Probleem 3. Bedrijfsovername 1. Rentesubsidie 20 2. Verlichting fiskale claims 58 3. Verruiming Grondbank o.a. terug koopmogelijkheid 2 4. Overname tegen ekonomische waarde 6 5. Verruiming reserveringsmogelijkhe den 5 6. Renteloze familielening 7. Verruiming mogelijkheden maatschap en B.V. 4 "e meest in trek zijnde oplossing van probleem 2, zo konstateerde de heer Oggel is: geen konsumentenpo litiek maar een producentenpolitiek. Als tweede oplossing skoorde: prijs vaststelling aan de hand van kosten berekening. De verlichting van de premiedruk wist de meeste stickers op zich te vergaren waar het de oplossing van probleem 1 (belastingdruk te zwaar) betrof. Direkt hierna kwam: verho ging van de belastingvrije voet c.q. belastingvrije reservering. Voor het probleem - onvoldoende bestaanszekerheid op het gezinsbe drijf - kozen de meeste deelnemers de oplossing honorering arbeid voor alle meewerkenden. De onvoldoende onderlinge boeren solidariteit die als 4e probleem om een oplossing vroeg, dachten de meeste deelnemers uit de wereld te kunnen helpen door het bewerkstelli gen van één organisatie terwijl ook een sektorale organisatie hoog skoorde. Ten slotte werd als belang rijkste oplossing voor probleem 3 - de bedrijfsovername - aangedragen de rentesubsidie en een verlichting van de fiskale claims ter zake. 13

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 13