L.E.I, geeft beeld van EG-iandbouwbeleid in E.G. sinds 1960 N, Graan en suikerbieten verdringen andere akkerbouwprodukten! Inefficiënte vleeskeuring leidt tot verlies werkgelegenheid H D, Publikatie over doeleinden, instrumenten en effekten "Sedert het in werking treden van het gemeenschappelijk landbouw beleid, zijn de groei van de arbeidsproduktiviteit en de toename van de handel tussen de lidstaten wel de meest opvallende met het beleid beoogde ontwikkelingen in de EG-landbouw. Tussen 1963 en 1977 nam iii de Gemeenschap van de Zes de arbeidsproduktiviteit toe met een percentage dat varieerde van gemiddeld 4,9% per jaar in Frankrijk, tot 7,1% in Nederland. Deze toename was groter dan in andere ekonomi- sche sektoren in de EG of in de Amerikaanse landbouw. Tezelfdertijd steeg de waarde van de handel in landbouwprodukten tussen de lidsta ten van de EG-6 met gemiddeld 16,4% per jaar, tegenover een groei van de wereldhandel in deze produkten van ongeveer 10% per jaar". Deze en andere konklusies staan vermeld in een onlangs verschenen LEI-pu- blikatie over de ontwikkelingen van de EG-landbouw en het EG-land- bouwbeleid vanaf het begin van de jaren zestig. Eenheid van de markten In de EG heeft vooral in de beginja ren het streven naar eenheid van de markten sterk op de voorgrond ges taan. Het markt- en prijsbeleid was hiervoor het meest geëigende instru mentarium. Dit beleid werd dan ook het hoofdelement van het gemeen schappelijk landbouwbeleid. De toegenomen markteenheid leid de in de jaren zestig tot geringer wordende prijsverschillen tussen de lidstaten. Vanaf 1969 veroorzaakten de monetaire kompenserende be dragen evenwel weer een zodanige vergroting van de verschillen, dat omstreeks 1977 de landbouwprijzen in de EG-6 soms verder uit elkaar lagen dan bij de start van het ge meenschappelijk landbouwbeleid in 1962. In de EG-9 blijven in de jaren zeventig om dezelfde reden, ondanks de overgangsperiode, de verschillen vrijwel onveranderd. Agrarisch inkomen Wat de tweede hoofddoelstelling van het beleid betreft, het verzekeren van een redelijke levensstandaard door verhoging van de inkomens in de landbouw, blijkt dat in het algemeen de pelatieve inkomenspositie van de landbouwberoepsbevolking in de EG niet verbeterde, maar ook niet verslechterde. Dit geldt op zowel lid-staat niveau, als ook bij vergelij king van de landbouwinkomens met andere inkomens in de eigen regio. Voor Nederland kan worden opge merkt dat de relatieve inkomenspo sitie van de landbouw ten opzichte van andere beroepsgroepen tot on geveer 1970 verbeterde en daarna verslechterde, hoewel deze in verge lijking tot andere gebieden in de EG nog steeds gunstig is. Prijsstabilisatie en marktevenwicht Een andere doelstelling was de sta bilisatie van de prijzen. Ten tijde van het gemeenschappelijk landbouw beleid is hiervan in redelijke mate sprake geweest. De prijsschomme- lingen in de EG waren geringer dan in vergelijkbare derde landen, terwijl voorts de prijsindexcijfers van land bouwprodukten en voedingsmidde len met name in de landen met een sterke munt (Nederland, België, de B.R. Duitsland) jaarlijks minder ste gen dan de algemene prijsindexcij fers. Zo stegen bijvoorbeeld in Ne derland tussen 1963 en 1977 de landbouwprijzen met gemiddeld 4,1% en de voedingsmiddelenprijzen met 6,0% per jaar, terwijl de prijsin dexcijfers van het bruto nationaal produkt en van het totale pakket konsumptiegoederen tezelfdertijd met respektievelijk 7,2% en 6,7% per jaar toenamen. Een ernstig en alsmaar toenemend probleem in de Gemeenschap is het gebrek aan evenwicht tussen vraag en aanbod op de landbouwmarkten. De technische vooruitgang gekom- bineerd met de prijsondersteuning, doet het aanbod voortdurend stijgen terwijl de vraag stagneert. De voor naamste aanwijzingen voor het ont breken van evenwicht zijn de toene mende zelfvoorzieningsgraad van diverse produkten en de groei van de budgettaire lasten. Zo steeg in de EG-6 tussen 1956-60 en 1975-77 bij voorbeeld de zelfvoorzieningsgraad van tarwe van 90 naar 119, van gerst van 84 naar 101, van suiker van 104 naar 122, van boter van 101 naar 124 en van magere melkpoeder van 97 naar 114. De som van nationale en gemeenschappelijke budgettaire las ten van het markt- en prijsbeleid nam ondertussen in de EG-6 toe van 3,1% van de bruto toegevoegde waarde van de landbouw in 1960 tot 9,8% in 1972. In 1976 was dit getal voor de EG-9 ongeveer 14%. De soms zeer spektakulaire voor- raadvorming van bepaalde landbouw produkten wijst eveneens op het ont breken van marktevenwicht, maar betekent niet dat zich alleen bij deze produkten problemen voordoen. Het hangt van het gehanteerde marktre- gime af of het ontbreken van even wicht aanleiding geeft tot voorraad- vorming of op een andere wijze, bij voorbeeld in gesubsidieerde afzet of door verdringing van produktie uit derde landen, tot uiting komt. Enkele andere punten In de LEI-studie is voorts aandacht besteed aan de "lusten en lasten" van Onderwerp van onderzoek van het L.E.I. is geweest de regionale verde ling van de voortbrenging van enkele belangrijke landbouwprodukten in de EG. De publikatie geeft een beschrijving van de veranderingen in deze verdeling over 42 EG-6 regio's in de periode tussen ongeveer 1963 en 1977. Opvallend daarbij zijn de toename in vrijwel alle gebieden van het graan- en suikerbietenareaal ten koste van andere akkerbouwge wassen, de uitbreiding van de teelt van granen, in het bijzonder korrel- maïs, in Noord-Frankrijk, en het sterk gestegen aandeel van Nederland in de produktie van aardappelen. Voorts blijkt de groei van de melk productie zich vooral te hebben voorgedaan in gebieden waar omstreeks 1963 ongeveer 50% of meer van het landbouwareaal bestemd was voor grasland of de teelt van voedergewassen. Tenslotte deed zich in de varkenshouderij een toenemende koncentratie voor in Nederland, Bel gië, Bretagne en enkele Noord-Italiaanse gebieden. Het aandeel van Nederland in de inelkproduktie van de EG steeg in de periode 1963-1977 van 10,9 naar 14,2%, in de omvang van de varkensstapel van 9,2 naar 153%' en in de aardappelteelt van 8,4 naar 21,0%. (Deze publikatie kan uitsluitend worden besteld door overschrijving van 37,20 op girorekening no. 41.22.35 ten name van Landbouw- Ekonomisch Instituut, Den Haag. Vermeld dient te worden: "Zend publikatie no. 1.15"). L.E.I. het landbouwbeleid voor de lidsta ten. Daarbij zijn schattingen gegeven over de omvang van de inkomenso verdrachten tussen de lidstaten. Voorts zijn enkele kritische opmer kingen gemaakt over de vaak ver meende relatie tussen deze inko mensoverdrachten en de totale lus ten en lasten van het EG-lidmaat- schap. De inkomensoverdrachten geven slechts gebrekkig en ten dele deze lusten en lasten weer. De manier waarop in ons land de vleeskeuring is geregeld, leidt tot een grootscheepse export van werkgele genheid. Er is op het ogenblik zo'n groot verschil tussen de keuringskos ten van levende en geslachte dieren, dat de verwerking zich naar buiten landse slachterijen verplaatst. In het bestuur van het Landbouwschap is er woensdag voor gewaarschuwd, dat de vleeshandel op het punt staat tot ak- ties van burgerlijke ongehoorzaam heid over te gaan. De kritiek van het Landbouwschap richt zich vooral op de inefficiënte wijze waarop de vleeskeuring is georganiseerd. Er zijn al geruime tijd plannen om tot reorganisatie van de vleeskeuringsdiensten te komen, maar door touwtrekkerij tussen de ministeries van Landbouw en, Volksgezondheid is het daarvan nog steeds niet gekomen. Het onvol doende funktioneren van de dien sten leidt tot onnodig hoge kosten, die vrijwel geheel op het bedrijfs leven worden afgewenteld. De problemen zijn akuut geworden doordat op 1 januari de tarieven voor het keuren van geslachte dieren met 5 procent zijn verhoogd. Gelijkertijd werden de tarieven voor het keuren van voor export bestemde dieren met 30 procent verlaagd. Eind vorige maand heeft het Land bouwschap schriftelijk een beroep op minister Braks gedaan om voor de organisatie van de vleeskeuring snel een oplossing te vinden. Daarnaast moeten op korte termijn lastenver lichtingen bij de vleeskeuring wor den doorgevoerd. (In het Z.L.M. land- en tuinbouwblad van de vorige week heeft het hoofdbestuurslid van de Z.L.M., de heer W. van Veldhui zen, deze zaak ook reeds aan de orde gesteld). et een dag voor ons vertrek terug naar Tanzania kregen we de heuge lijke tijding dat daar het dak van ons woninkje was gewaaid. We belden Corry vanuit Arnhem meteen maar op, dan kon ze alvast aan de gezellige gedachte wennen. Die begreep er niks van en dacht dat het ging over het dak van de woning in Nederland. De idee dat je huisje zonder dak heeft gestaan terwijl er 62 mm regen in een half uur tijds naar beneden donderde doet je niet lekker meer reizen en je bier smaakt bitter terwijl de slaap ook al halsstarrig wegblijft. Denk je na de vakantie eindelijk eens in je eigen hokje tot rust te komen en dan is het er niet meer. Kom nou, zeiden we, zo gek is het ook weer niet, 't kan veel erger b.v. wanneer alles afbrandt of de muren instorten zoals bij een aardbeving. Je hebt mooi kletsen, zegt Corry. i oe dichter we bij ons boerderijtje kwamen hoe onrustiger we alletwee werden. Alles zal wel dik onder de schimmel zitten, zeiden we om de zaak wat op te vrolijken. Vorig jaar in de regentijd was dat immers ook zo. Een beetje vocht op je schoenen of je kleren en twee dagen later lag er zo'n mooi vaal groen kleurtje over heen. Misschien van alles en nog wat gestolen filosofeerden we verder. We draaiden het smalle weggetje in, waar inmiddels het gras aan de kan ten weer manshoog was gegroeid, 't Zit straks weer potdicht, dat rotgras geeft het ook nooit op, gromden we. Meteen probeerden we te kijken of we ons kotje al konden zien. Alie onze getrouwe chauffeur, had ons gerustgesteld en beweerde bij hoog en bij laag dat er helemaal niks aan de hand was, want het dak zat *er allang weer op. 't Zat er inderdaad alweer op. Toen we voorbijreden was er zo op het oog niks aan de hand. Alleen ook in de tuin had de regen wonderen gedaan. De zes weken ge leden uitgesnoeide moerbeistruiken waren tot drie meter hoog uitgespro ten en ontnamen alle uitzicht op de bergen. De paar bananenplanten waren gaan bloeien en aan een van hen was reeds de eerste kam jonge bananen zichtbaar. Tegenwoordig moeten we officieel door de poort waar een aantal askari's (wachtlui) bij staan. Ze waren blij dat ze ons weer zagen en dat meenden ze. Rij maar ineens door tot aan de deur, vroegen we Alie. Inmiddels kwam Karoi een van de teamleden hier al op ons af. Handje schudden en zo en toen meteen met de deur in huis. Schrik maar niet, zei hij. We hebben de deur moeten forceren om bij je spullen te kunnen. De meubels en alles wat in de woonkamer stond hebben we in het gastenkamertje even verderop droog onderdak kun nen brengen. We openden de deur en keken meteen tegen een diep donker gat aan, want daar was een plafondplaat naar beneden geko men. De rest van de platen hing er nog aan maar waren overal hier en daar losgelaten. Er hing een vreemde muffe geur en op de vloer lag een rieten matje te rotten. Toch hadden we ons onderweg al morele moed ingepraat en afgesproken dat onder geen omstandigheden we ons uit het veld zouden laten slaan. In jullie slaapkamer zijn we nog niet geweest, zei Karoi. We hadden er geen sleutel van en het leek alsof er niet zo bar veel aan de hand was. We keken binnen en warempel het was te dra gen. Overal wel doorgezakte pla fondplaten maar geen ramp. Het bed kon zelfs onmiddellijk als het moest beslapen worden. Da's mooi, zeiden we, want ook nog ergens in een vreemd bed te moeten als je denkt thuis te zijn was zonder meer ver werpelijk. In de kinderkamer waar ook de diepvries staat was meer schade, maar ook hier geen zaken om van overspannen te geraken. Morgen beginnen we meteen om er een nieuw plafond in te leggen. Maar kom eerst een biertje drinken. Daar in het gastenverblijf hoorden we het fraaie verhaal. Een zware windstoot had het hele dak van de woning ge blazen en die scherpe lichte alumi- niumplaten zeker drie honderd me ter weggeworpen. In het land was het na die 62 mm dagen veel te modderig om wat te doen. We luisterden naar de verhalen over de mais. Ze hadden ook al een invasiëwan rupsen gehad. In allerijl waren ze naar Dar es Sa- leem gereden om het juiste' bestrij dingsmiddel. 't Had gelukkig nog op tijd geholpen. De mais stond op de meeste plaatsen uitstekend, vertelde Karoi. Dat hadden we ook al gezien, maar 't hemd is nader dan de rok en ons huis slokte ons nu helemaal op. Voor dat we ons weer in het veldwerk storten zullen we toch eerst maar zorgen dat we opnieuw een dak boven ons hoofd hebben stelden we voor. 'e volgende morgen zijn we me teen begonnen. Timmerlui kwamen en braken het plafond er uit en sloe gen er nog diezelfde dag nieuwe boardplaten tegenaan, 't Ging uiterst vlot en nu na een week zijn we van avond terwijl we nog zuchtend achter dit schrijfapparaat zitten, zo ver dat we weer met de voeten onder een "eigen" tafel zitten. Zelfs zover dat het weer gezellig is. Een grondi gere voorjaarsschoonmaak hadden we nu achteraf bekeken nooit voor elkaar gekregen, merkte Corry bij de moed op. Nou hoop ik maar, zei ze nog dat we de eerste tijd niet moeten verhuizen naar de nieuwe huizen. Overigens zag het hier nog niet naar uit dat we daar al onmiddellijk mee in de zorgen moesten zitten. Ons huis staat nog steeds zonder dak en dat blijft nog wel even zo want er schijnt nu in dit lieve land weer geen ijzer van een bepaalde maat te zijn. Nu met de grote regentijd op komst zal het met de vaart in de bouw ook wel afnemen want dan worden de wegen onbegaanbaar en het bouwterrein een modderpoel. Ondertussen zijn we weer al gewehd aan de sfeer hier. Opmerkelijk toch ook hoe snel men zo'n heel projekt als men op vakantie is geheel uit de gedachten kan zetten. Zodra je echter weer hier bent komt het onmiddellijk terug. Mijn voor lieden liepen af en aan en kwamen ons vertellen over het werk. Moha- med als vanouds wist weer veel schandaaltjes en roddeltjes te vertel len. Is dat nou allemaal wel waar man watje daar zegt, zeiden we ver manend doch niettemin nieuwsgie rig. Hij zweerde het bij hoog en bij laag. Peyton Place, ook hier in het midden van de rimboe. Alle vetspui- ten waren ook al kwijt. Hoe komt dat dan, informeerden we. Mohamed zei niet dat ze gestolen waren, maar een goed verstaander had maar een half woord nodig. Zondagochtend kwam hij zo maar een schaal met rijst en kip brengen. Nog warm van het vuur meegenomen. Jullie zijn zo druk met dat huis datje vast geen tijd hebt om te koken. Alsjeblieft hier is niks meer an te doen, dat kunnen jullie zo ope ten. Corry had nog een jurk hangen waar ze niet meer zo aardig in paste. Neem die maar mee voor je vrouw, Mohamed zo fel als een kind terug naar zijn vrouw. Mohamed hoopt later als de echte woningen ooit nog eens klaar komen ons huisje over te mogen nemen. Hij ziet dat al hele maal zitten. Hij is het ook wel waard, want bij hem thuis in het dorpje staat er alles netjes bij. Hij heeft een pront vrouwtje die alles kraakhelder in de hand houdt. Straks zetten we de wekker op half zes en duiken het bed in, dat alles nu onder een net gere pareerd dak. SCHRIJFKOUTER 8

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 8