Methylbromide ook in de lucht buiten kassen Behandeling na het planten Schoningsgrens bakterievuur beslist Automatisch regelen van het C02-gehalte in kassen onvoldoende Kunnen wij er nog wijs uit? Nieuw bestuur Centrale Veiling Zeeland KEURING TOT DEKKING BESTEMDE NIET-STAMB0EK- HENGSTEN DR.IR. L. DELLAERT INSPEKTEUR LANDBOUWONDERWIJS Wanneer we zo door het ZUID-BE- VELANDSE LANDSCHAP toeren, valt het op dat de fruittelers in deze streek flink wat oude opstand gerooid hebben en opnieuw hebben ingeplant. Het is gewoon een eerste vereiste om je assortiment, maar vooral kwaliteit op peil te houden. De meeste bomen zijn geplant, op een enkeling na, die ze heeft opgekuild en wacht op gun stige omstandigheden in het voorjaar. Het gebruik van kunstmest in het plantgat of dichtbij de boom moet in liet eerste jaar na het planten worden afgeraden, in ieder geval zeer zuinig zijn in verband met wortelverbran ding. Wanneer de kans op strenge vorst geweken is kunnen de bomen wor den ingesnoeid, tenminste appels. Want bij peren is het beter niet in te snoeien, omdat deze het eerste jaar bijna geen scheuten vormen. Het is veel beter dit het tweedejaar te doen. Snoei vooral bij appels niet te laag in. De insnoeihoogte is afhankelijk van het aantal en de lengte van de veren. Ook de groeikracht die men ver wacht speelt een rol. Zijn het goed geveerde bomen en de groeikracht zal naar verwachting goed zijn dan hoger insnoeien. Of het nu éénjarige Regelmatig moet een deel van de aanplant worden vervangen. of tweejarige bomen zijn de zijtwij gen niet insnoeien, wel alle twijgjes die lager zitten dan 50 cm. vanaf de grond wegknippen. Aan een goed geveerde éénjarige appelboom, zal weinig of niet gebogen worden. Dit is anders bij een peer. Wanneer deze één jaar heeft gegroeid is het nood zakelijk de draagtakken in een stand van ongeveer 60 graden ten opzichte van de middentak te buigen. Verder is na het planten voorzichtigheid ge boden met het gebruik van chemi sche middelen. Eén van de belang rijkste punten is echter wel een goede vochtvoorziening. Deze is beslissend voor een goéde hergroei. De grond rondom het stammetje afdekken met stalmest is nog steeds een zeer goeie gewoonte om uitdroging van de grond te voorkomen. Bij onvoldoen de vochtige grond, reeds beginnen met water geven als de bomen uitlo pen. Een bekend spreekwoord in de volks mond is nog altijd: De eerste klap is een daalder waard. Dit geldt zeker ook voor de eerste handelingen na het planten. Siemens heeft een C02-meet- en regelinstrument ontwikkeld, waarmee automatisch het C02-gehalte van de atmosfeer in kassen geregeld kan worden. Oogstopbrengsten worden door een afgemeten C02-koncentratie verhoogd. Het instrument kan kontinu een CO2 van 0 tot 3000 ppm (0 tot 3%) bepalen. De verrijking met CO2 wordt veroorzaakt door de voor de warm- tewinning in de kassen gebruikte gasbranders. Vooraf kan exakt tussen de 400 en 3000 ppm gekozen worden. Het instrument is nauwelijks zo groot als een aktetas en het werkt volgens het infraroodprincipe. De gemeten waarde wordt steeds analoog aangewezen. Een draai- knop is het enige bedieningselement voor het traploos instellen van de te handhaven CO2 koncentratie. Het instrument heeft een meettolerantie van ca. 100 ppm bij 1000 ppm CO2. De ingebouwde grenskontakten kunnen tot 250 V/3A belast wor den. vdw De minister van volksgezondheid en milieuhygiëne, dr. L. Ginjaar, heeft TNO een onderzoek laten uitvoeren naar de luchtverontreiniging door methylbromide bij kassen ten gevolge van bodemontsmetting. Heden heeft TNO hierover een rapport aan minister Ginjaar aange boden. Het is bekend dat bij bodemontsmetting, die wordt uitgevoerd volgens alle nu geldende voorschriften een aanzienlijk deel, ongeveer 80%, van de verbruikte methylbromide naar de lucht ontwijkt. Op SCHOU WEN-DUIVELAND vordert de snoei van de vruchtbomen gestaag. Het is in februari weer al goed te merken dat de zon langer aan de hemel staat dan een maand gele den. Tot nu toe is de winter erg nat uitgevallen, maar het is toch goed werkbaar weer geweest. De grond is wel konstant van water verzadigd en een goed werkende drainage is dan ook beslist nodig om de gevallen neerslag af te voeren. Toch wordt aan het regelmatig door spuiten nog al eens te weinig aan dacht besteed. De snoei van de peren zal in de ko mende weken op veel bedrijven cen traal staan. Door het zachte weer zijn de bloemknoppen nu duidelijk te onderscheiden. Tijdens het snoeien is het verstandig om al rekening te houden met de bestrijding van de perebladvlo. Bo men die te vol zitten of te hoog zijn. moeten extra worden aangepakt. Bakterievuur Met de besmetting van bakterievuur is het vorig jaar in de perepercelen meegevallen. Op maar enkele be drijven werd een lichte besmetting gekonstateerd, dit in tegenstelling tot de meidoorn beplantingen. Bij de snoei zullen we toch extra moeten letten op verdachte takken om ver spreiding op deze manier tegen te gaan. Voortdurend ontsmetten van de snoeischaar is op percelen met besmetting beslist nodig. Regelmatig heb ik de laatste jaren gewezen op het probleem van het bakterievuur en de nalatigheid van de overheid om dit daadwerkelijk te bestrijden. Dat deze klachten gegrond waren blijkt nu uit het feit dat in ons gebied een proef wordt aangelegd om deze besmettelijke ziekte beter te leren kennen en bestrijden. Het argument óm dit in ons gebied te doen is gele gen in het massaal aanwezig zijn van besmette meidoorns in de beplanting van Staats Bosbeheer rondom het krekengebied van Ouwerkerk. Ner gens in ons land is deze besmetting zo ongestoord voortgewoekerd als in onze regio. Hoewel we als telers, overtuigd zijn van de noodzaak, om een verbeterde bestrijding mogelijk te maken voelen' we ons toch ernstig benadeeld door de houding van Staatsbosbeheer in de afgelopen ja ren. Besmettingsgevaar Duidelijk is ook dat we in de toe komst zullen moeten leren leven met een konstant besmettingsgevaar vanuit dit proefgebied. De nu gel dende schoningsgrens van 500 m is beslist geen afdoende beveiliging voor onze perepercelen. Gelet op de windrichting zal de besmettingsdruk, op het Duivelandse gedeelte van ons eiland, maar ook in de richting Tho- len zeker voortduren. Ook als slaapplaats voor talloze vo gels is het besmettingsgevaar groter dan deze afstand van 500 m ons wil doen geloven. Vergoeding Gelet op het belang van deze proeven om een betere bestrijding mogelijk te maken, (en dit geldt dan niet alleen voor de pereteelt) en het verhoogde risiko dat hier uit voorvloeit, lijkt het ons alleszins redelijk, dat bij ernstige besmetting in de perepercelen een redelijke vergoeding in het vooruit zicht wordt gesteld. Het is onredelijk om de verhoogde kans, op besmetting met bakterievuur in onze regio door de besmettingsbron alleen op de rug van betrokken telers af te wentelen. Met het vorderen van de winterpe riode, komen ook in ons THOOLSE GEBIED de laatste jaar- en studie vergaderingen in zicht. Vanzelfspre kend worden meestal, naast vaktech nische inleiders, personen uitgeno digd, om eens een boekje open te doen over wat ons in de naaste toe komst te wachten staat. Vooral de wat ouder wordende bedrijfsgenoten, wordt het soms wat zwart voor de ogen, wanneer beweerd wordt, dat nog binnen 25 jaar het agrarische ondernemerschap, beheerst en geleid wordt door de komputer. Voor velen komt dit over als: komt er dan nóóit geen eind aan, dat steeds méér producenten worden uitge schakeld? Waarschijnlijk zal de soep niet zo heet gegeten worden, als ze wordt opgediend. Feit blijft echter, dat in elk ondernemerschap vereist wordt, dat men zich steeds aanpast aan.de mogelijkheden, die het heden biedt. Op veel van onze afdelingsvergade ringen is ook het rapport van de ge houden enquête ter sprake gekomen. Veel negatieve punten komen dan naar voren, en daarom zou het ruim twintig jaar na de herverkaveling wel zeer nuttig zijn, waneer een (vrij willige) ruilverkaveling tot stand kon worden gebracht. De in de laatste jaren tot stand gekomen bedrijfsver- grotingen, geschiedde meestal door aankoop van verspreid liggende per celen. Wanneer er ooit sprake kan zijn van vollegrondsgroenteteelt met zoetwater, dan mag een bedrijf niet bestaan uit vijf of zeven losse perce len. Voor staandglasbedrijven is het dan zéér gewenst, om te komen tot een tuinbouwcentrum, dit in ver band met aansluitingen op het ener- gienet. Dit waren zo enkele opmer kingen die men op de bewuste ver gaderingen kon beluisteren. Het aantal bedrijfsgenoten neemt steeds meer af. Misschien dat met een klei ner aantal ondernemers, spoediger tot een vrijwillige ruilverkaveling kan worden overgegaan. Gelukkig is het voorlopig nog zo, dat er in ons Thoolse gebied voor het midden-be drijf, altijd nog perspektief is met een goed uitgevoerde vroege aardappel teelt, zaaiuien en bloemzaden. Deze teelten zijn nogal eens aan schom melingen onderhevig in hun rende ment. De waarde ervan moet men dan ook beoordelen aan de kant van een vijfjaarlijks gemiddelde. Wie niet tegen schommelingen opgewas sen is, kan beter stoppen met het vrije beroep. Teeltmoeilijkheden zullen door de voorlichting beslist goed doorgegeven moeten worden, wil het vertrouwen behouden blij ven. Typisch is wel dat in de Zuid- Hollandse tuinbouwcentra, de op volging weinig zorgen geeft. Toe komstige ondernemers beginnen daar al direkt na de theoretische kennis te hebben opgedaan, met een klein bedrijfje in samenwerking met het ouderlijk bedrijf. Naast een klei ne kapitaalsopbouw, komt dit de zelfstandigheid van de ondernemer ook dikwijls ten goede. Gezien de nog steeds groeiende groente export, zien bevoegde personen de toekomst weer wat hoopvoller tegemoet. Ho pelijk dat de Thoolse onzekerheid in de toekomst van hun bedrijfsmoge- lijkheden, spoedig mag overgaan in een gematigd optimisme. Ondanks alles zal, wanneer men zijn zelfstan digheid wil behouden, het positieve moeten uitbuiten tot verwezelijking van de doelstellingen die men na streeft. Per 15 maart a.s. is de benoeming te verwachten van mevrouw dr.ir. L. Dellaert (34) tot inspekteur van het Landbouwonderwijs. Zij zal worden belast met het toezicht op het Hoger Agrarisch Onderwijs en daarmee de vakature vervullen, ontstaan door de benoeming van ir. Kok tot adjunkt-direkteur Land bouwonderwijs. Mevrouw Dellaert heeft na haar stu die aan de Landbouwhogeschool een Uit de metingen bleek dat in een zo ne ter breedte van 5 m langs de kas gemiddelde koncentraties van onge veer 10 milligram per kubieke meter voorkwamen. Deze koncentraties vertoonden sterke fluktuaties met uitschieters tot 30 milligram per ku bieke meter. Uit berekeningen is gebleken dat uurgemiddelde koncentraties hoger dan 0,7 milligram per kubieke meter verwacht mogen worden tot een af stand van honderden meters van de kas. Deze koncentratie is in een re cent rapport - verschenen van het Rijksinstituut van de volksgezond heid - voorlopig als een verantwoor de waarde voorgesteld. De blootstelling aan methylbromide via de lucht is groter dan de tot nu toe gekonstateerde blootstelling via het drinkwater. Volgens TNO zou door verbetering van de ontsmettingsmethode, verge zeld van een geringer gebruik van het middel, de uitworp van methyl bromide in theorie viermaal lager kunnen worden. Het met ingang van 5 januari 1981 voor een periode van 6 weken gel dende verbod voor het gebruik van methylbromide is inmiddels voor onbepaalde tijd verlengd. Onthef fingen van dit verbod zullen nu aantal jaren aan een veredelingsin- stituut voor landbouwgewassen in Nepal gewerkt. Daarna was ze ver bonden aan het Instituut voor Toe passing Atoomenergie in de Land bouw (ITAL) te Wageningen, waar ze tevens gastmedewerkster bij de afdeling Erfelijkheidsleer van de Landbouwhogeschool was. Thans is mevrouw Dellaert werkzaam bij het Konsulentschap voor de Tuinbouw te Naaldwijk. slechts kunnen worden verleend in dien er, naast voldoende waarborgen dat het middel het leidingwater niet zal verontreinigen, onder meer ook voldoende afstand is tussen de te ontsmetten kassen en woonbebou wing. In feite betekent dit dat de aan- het begin van dit jaar gekozen zeer terughoudende opstelling ten op zichte van methylbromide nog ver der is verscherpt, hetgeen zal leiden tot een drastische vermindering van de uitworp van methylbromide. Binnen het bestuur van de Centrale Tuinbouwveiling Zeeland zijn de dagelijks bestuursfunkties opnieuw verdeeld. Met ingang van dit jaar is voorzitter geworden de heer J.S. Kind te Hoek. Deze was tot dusver sekretaris van de CVZ. In zijn plaats werd sekretaris de heer J.A. Nïeuwenhuyse te Krui- ningen. De heer J. Valkier te Kort- gene zal dit jaar vice-voorzitter zijn en de heer B. Leys te Kruiningen is gewoon dagelijks bestuurslid. De keuring van tot dekking bestem de hengsten voor 1981, die niet zijn ingeschreven bij een stamboekver eniging, zal op 20 februari 1981 te Ermelo (Federatie-Centrum, De Beek 125) worden gehouden. Heeft men het voornemen op deze dag een zodanige hengst te laten keuren, dan zal men dat minstens drie weken vóór de datum van deze keuring moeten opgeven aan de di- rekteur Veehouderij en Zuivel, mi nisterie van landbouw en visserij. Postbus 20401, 2500 EK Den Haag. 7

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 7