INVLOED LANDBOUWZOUTOPOPNAME GRASKUIL
De prijs van varkensvlees
voor konsument en boer
STRIKTE KONTROLE OP GEBRUIK
HORMONEN IN VEETEELT
DAG VAN HET
SCHAAP
Verloop temperatuursom in 1981
zojuist:
verschenen
RUNDVEESTAPEL BIJNA 2% GROTER;
VARKENSSTAPEL TOEGENOMEN
MET 4%
MANIFESTATIE
Drs. R. Zijlstra
vice-voorzitter
Cebeco-Handelsraad
De Europese Kommissie heeft op 20
januari enkele ontwerpverordeningen
gepubliceerd, die ten doel hebben tot
een sluitende kontrole te komen op
het gebruik van hormonen in de vee
teelt. Het is de bedoeling een einde te
maken aan het kontroversiële gebruik
van hormonen bij dieren die uit
eindelijk bestemd zijn voor de men
selijke konsumptie.
In oktober van het vorig jaar heeft de
Kommissie al voorgesteld het ge
bruik van alle natuurlijke en synthe
tische stoffen met hormonale wer
king in de hele veeteelt te verbieden.
Zoals bekend hebben konsumenten
in Italië, Frankrijk en België verle
den jaar geageerd tegen de verkoop
van ingespoten kalfsvlees; residuën
van hormonale stoffen werden ver
antwoordelijk gesteld voor abnor
male groeiverschijnselen bij kinde
ren en voor bepaalde vormen van
kanker.
De nu voorgestelde ontwerp-veror-
deningen richten zich op de kontrole.
De eerste heeft te maken met het
toegelaten gebruik van drie stoffen
(oestradiol, progesteron, testosteron)
bij therapeutische behandelingen;
de tweede met de opsporing van re
siduën van stoffen waarvan het ge
bruik niet is toegestaan, of waarvan
het gebruik wèl is toegelaten, maar
waarbij de residuën de vastgestelde
tolerantie-normen overschrijden.
De Europese Kommissie wil in alle
lidstaten een uniform kontrole-sys-
teem invoeren, waarbij hetzij in het
slachthuis, hetzij in het bedrijf van
herkomst, van de dieren onderzoek
op residuën wordt verricht. In geval
van overtreding moeten het vlees en
de dieren in beslag worden genomen
en worden vernietigd.
Volgens het voorstel moeten de na
tionale veeartsenijkundige diensten
onverwijld op de hoogte worden ge
bracht van elke overtreding, zodat zij
het bedri jf en de stapel van herkomst
De schapenhouderij heeft geen eigen
vakbeurs of vaktechnische demon
stratiedag. Daaraan zal dit jaar een
einde komen. Op initiatief van de re-
daktie van "Het Schaap" zal op 3 juni
1981 op detHevohof te Biddinghuizen
een manifestatie worden opgezet on
der de naam "Dag van het Schaap".
Deze manifestatie wordt in samen
werking met het ministerie van
landbouw en het bedrijfsleven geor
ganiseerd en zal geheel in het teken
staan van het schaap en de schapen
houderij. De aktiviteit zal een vak
technische benadering krijgen waar
in de presentatie van produkten ten
behoeve van de houders van schapen
en de demonstratie van uiteenlopen
de handelingen, zoals scheren, was
sen, klauwbehandelen, ontwormen
en selekteren centraal zal staan. Na
tuurlijk zullen onderzoek en voor
lichting, alsmede de gezondheids
zorg grote aandacht krijgen. Buiten
deze direkte voorlichtende aktivitei-
ten wordt gedacht aan de opzet van
het Nationale Kampioenschap
Schapenscheren en het demonstre
ren van het drijven en selekteren van
schapen met goed getrainde honden.
Wie aan schapen denkt, denkt ook
aan haar produkten: wol, melk, hui
den en vlees. Een dag als deze is niet
kompleet als ook niet aan de ver
werking daarvan en aan de eindpro-
dukten wordt gedacht. Daarom zal er
naar worden gestreefd om een
kleurrijk geheel van schape-rassen
en eind-produkten te presenteren.
(Informaties betreffende deze mani
festatie zijn te verkrijgen bij de re-
daktie van Het Schaap, tel.
08340-31031, toestel 118).
snel kunnen identificeren en een na
dere kontrole kunnen uitvoeren.
Ingeval bij het onderzoek op resi
duën van natuurlijke stoffeh waar
van het gebruik voor therapeutische
behandeling is toegestaan blijkt dat
deze residuën de vastgestelde nor
men overschrijden, mogen de be
trokken dieren pas worden geslacht
als de residuën tot een toegestaan
niveau zijn afgenomen.
Het Londense dagblad The Finan
cial Times bericht uit Brussel, dat de
EG-ministers van Landbouw in fe
bruari vergaderen over het verbod
op het hormoon-gebruik. "Maar er
zijn al genoeg meningsverschillen
aan de dag getreden om te suggere
ren, dat de Gemeenschap zich niet
naar een dergelijke beperking zal
spoeden", aldus korrespondent John
Wyles, die ook weet te melden, dat
de voornaamste protesten tegen het
hormoon-gebruik zijn geuit in lan
den waar de bestaande wettelijke
beperkingen het meest worden om
zeild. In feite laten alleen het Vere
nigd Koninkrijk, Ierland en de
bondsrepubliek Duitsland het ge
bruik van enkele zwak aktieve hor
monen voor het bevorderen van de
groei toe, aldus de Londense krant.
(Europa van Morgen)
In het verleden heeft het Instituut voor de Bewaring van Landbouw-
produkten (IBVL) in ons land vrij veel onderzoek verricht naar de
conserverende werking van zout bij het inkuilen van gras. Uit dit
onderzoek bleek duidelijk dat zout het inkuilresultaat in positieve zin
beïnvloedt. Met suiker of suikerhoudende produkten, zoals melasse,
wordt een hoeveelheid voederwaarde toegevoegd die grotendeels in het
kuilvoer aanwezig zal blijven. Zout heeft daarentegen geen voeder-
waarde. Het vormt eerder een extra belasting voor het dier, aangezien
het zout via de nieren moet worden uitgescheiden. Er is tot op heden
echter nog niet gebleken dat de dieren enig nadelig gevolg ondervinden
van een behoorlijke portie zout.
Uit oogpunt van opname lijkt het
dus wenselijker suiker of melasse in
plaats van zout als inkuilmiddel te
gebruiken. Suiker komt echter bij de
huidige prijssituatie voor inkuildoel-
einden niet meer in aanmerking.
Melasse heeft ten opzichte van zout
het nadeel dat het moeilijker in
voorraad is op te slaan en moeilijker
is toe te voegen. Zout is daarentegen
gemakkelijk in voorraad op te slaan
en op een eenvoudige wijze met een
kunstmeststrooier op het land aan
het gras toe te voegen. In de meeste
gevallen zal dus toch zout gebruikt
worden. Daarom werd het wenselijk
geacht de opname van kuilvoer met
zout te vergelijken met die van kuil
voer zonder zout. Daartoe zijn op de
ROC's Heino en Zegveld in totaal 4
proeven uitgevoerd. Bij 3 proeven
werd gehakseld en lang gras inge
kuild met en zonder zout. De vierde
Als de groei begint dient het gras
over voldoende stikstof te beschik
ken. Het begin van de groei wordt
benaderd door de temperatuursom.
De optimale aanwendingstijd van
stikstof in het voorjaar ligt tussen de
temperatuursommen van 180 gr. en
280 gr.C.
Aan de hand van de gemiddelde
temperaturen van voorgaande jaren
wordt een globale schatting gemaakt
van het bereiken van de tempera
tuursom van 200 gr.C. Deze schat
ting komt neer op het bereiken van
200 gr.T som begin maart waarbij het
noorden enkele dagen later is dan het
zuiden en westen.
Evenals voorgaande jaren ligt het in
onze bedoeling om éénmaal in de
week deze gegevens, af te drukken
tot de temperatuursom van 300 gr.C.
is bereikt.
Weerstation
Datum
28/1*
5/2
Leeuwarden
80
112
Eelde
58
87
Den Helder
97
131
Twente
50
73
Schiphol
95
130
Soesterberg
77
107
Valkenburg
109
144
De Bilt
72
101
Deelen
56
80
Rotterdam
102
137
Zierikzee
112
146
Volkel
73
100
Gilze Rijen
86
113
Vlissingen
120
152
Eindhoven
80
108
Zuid-Limburg
68
94
Temperatuursom van 1 januari tot 28 januari
Globale schatting van de datum waarop een bepaalde waarde van de tem
peratuur wordt bereikt
Weerstation
Schatting uitgaande van de temperatuursom op
5/2
200 o
WAARDE TEMPERATUURSOM
Leeuwarden
8/3
Eelde
14/3
Den Helder
3/3
Twente
17/3
Schiphol
3/3
Soesterberg
9/3
Valkenburg
26/2
De Bilt
11 /3
Deelen
15/3
Rotterdam
2 /3
Zierikzee
26/2
Volkel
11 /3
Gilze Rijen
8/3
Vlissingen
23/2
Eindhoven
9/3
Zuid-Limburg
12 /3
proef betrof alleen lang gras met en
zonder zout. Het droge-stofgehalte
van het gras bij inkuilen varieerde
van 19 tot 35%. Twee van de proeven
zijn uitgevoerd met gras van de eer
ste snede, dat licht werd voorge-
droogd. Beide andere proeven betrof
nazomer- en herfstgras, waarbij van
voordrogen nauwelijks sprake was.
De opname proeven zijn uitgevoerd
met oude melkkoeien, waarbij de
krachtvoerhoeveelheid de gehele
proefperiode steeds gelijk is gehou
den.
Het volgende kan uit deze proeven
worden geconcludeerd:
Het opnameniveau van de voor-
jaarskuil (niet gehakseld en met
25 tot 35% ds) varieerde van 10,5
tot 14,2 kg organische stof (os) per
dier per dag. Bij de nattere na-
jaarskuilvoer was dit duidelijk
lager.
Een toevoeging van landbouw-
zout bij het voorjaarskuilvoer
verlaagde de opname met 1,0 tot
4,0 kg os.
Bij het nattere kuilvoer (nazo-
mer-herfst) was er geen effect of
een gering positief effect van het
zout op de opname.
(Dit alles staat uitgebreid behandeld
in een nieuw rapport van het Proef
station voor de Rundveehouderij
rapport nr. 70, Invloed van Land-
bouwzout op de opname van gras-
kuil. U kunt het rapport verkrijgen
door storting van 7,50 op giro
nummer 2307421 van het Proefsta
tion voor de Rundveehouderij, Run-
derweg 6, 8219 PK Lelystad met
vermelding van: zend mij rapport nr.
70.)
Zowel in ons land als elders in de EG
blijken prijsschommelingen voor de
varkenshouders op korte termijn
nauwelijks door te werken in de kon-
sumentenprijs van varkensvlees. Die
prijsverschillen waarmee de produ
centen te maken hebben komen in
hoofdzaak tot uitdrukking in de mar
ges van de distributiekanalen. De
slager heeft daarbij, uit ervaring, ge
leerd, dat het op korte termijn door
geven van prijsveranderingen aan de
konsument indruist tegen zijn belan
gen op langere termijn.
Het is trouwens lang niet zeker, dat
de konsument gebaat is bij het door
berekenen van de prijsveranderingen
van groot- en kleinhandel. Ook prijs
stijgingen worden bij de huidige ge
dragslijn immers afgevlakt.
Tot deze konklusies komt het sekre-
tariaat van het produktschap voor
vee en vlees (pvv) in een notitie ten
behoeve van de op II februari in
Rijswijk te houden openbare pvv-
bestuursvergadering. De vraag ligt
daarmee op tafel, wat eigenlijk de zin
is van prijsschommelingen in de op-
brengstprijs voor de producenten.
Die vraag beantwoordt het pvv niet.
Wel wordt gekonkludeerd, dat een
prijsdaling voor de boer kennelijk
niet uitwerkt in een groter binnen
lands verbruik. Het omgekeerde
trouwens evenmin. De tussenhandel
ziet alleen zijn marge toe- of afne
men. ""Bit zou betekenen, aldus de
pvv-diskussienota, dat de stijging
van het varkensvleesverbruik in de
afgelopen jaren niét het gevolg is van
lagere konsumentenprijzen maar
van gestegen inkomsten, verschui
vingen in het verbruikspatroon of
van een in verhouding grote prijs
stijging van produkten die een zekere
konsumptieverwantschap hebben
met varkensvlees.
Het pvv-sekretariaat konkludecrt,
dat het te verwachten verband tussen
enerzijds een lage producentenprijs,
een dalende konsumentenprijs en een
toenemende konsumptie met als ge
volg een stijgende prijs af-boerderij
en anderzijds een hoge producenten
prijs, een hogere konsumentenprijs,
een dalende konsumptie en daardoor
druk op de prijs af-boerderij, zich op
korte termijn nauwelijks voordoet.
De totale rundveestapel bedroeg per 1 november 1980 5.013.000 stuks;
een toeneming met 86.000 dieren of 2% ten opzichte van 1 november
1979.
Dit blijkt uit de uitkomsten van de steekproef Landbouwproduktie van
het C.B.S.
De melkveestapel was eveneens toegenomen met ca. 2% van 2.282.000
koeien tot 2.321.000 stuks. Het aantal stuks gedekt jongvee steeg
beduidend met 6% en kwam daarmee op 671.000. Ander rundvee be
stemd voor de fokkerij was daarentegen met 3% afgenomen ten opzichte
van dezelfde datum het jaar daarvoor; het aantal bedroeg nu 1.263.000
stuks. De mestveestapel nam toe van 716.000 tot 758.000 6%).
Varkens
De totale varkensstapel w^s ruim
400.000 groter en kwam daarmee op
10.273.000 stuks 4%). Het aantal
jonge dieren tot 50 kg was 2% groter
en bedroeg 5.583.000. Vooral de
mestvarkens van 50 kg en meer na
men sterk toe met ruim 250.000 die
ren tot een totaal van 3.411.000 stuks
8%). In de kategorie fokvarkens
was het aantal gedekte zeugen toe
genomen van 716.000 tot 742.000
stuks 4%). Het aantal jonge fok-
zeugen bedroeg 184.000 stuks; een
toename van ca. 14%.
Leghennen
Het totaal aantal hennen aan de leg
op 1 november 1980 was gelijk aan
het aantal op 1 november 1979 nl.
28,7 min. stuks. Het aantal kuikens
en nog niet legrijpe jonge hennen
steeg met bijna 18% tot 13,3 min.
stuks, hetgeen een toename was met
2 min.
Zoals bekend is, trad in december jl.
de heer R. Renkema uit Valther-
niond af als bestuurslid van Cebeco-
Handelsraad. Daarmee kwam ook
de funktie van vice-voorzitter van
het bestuur vakant. Drs. R. Zijlstra
uit Drachten, die in de Algemene
Vergadering van Cebeco-Handels'-
raad tot bestuurslid werd gekozen in
de vakature Renkema. is door het
bestuur in zijn vergadering van 12
januari jl. benoemd tot vice-voorzit
ter.
15