Konstruktieve aspekten van
aardappelstrokenspuiten
w anneer met één spuitdop per rij
wordt gewerkt, is mede door de rug-
vorm de hoeveelheid vloeistof onder
in de geul het geringste. Bovendien
worden veel geulen bereden door
trekker- of steunwielen, waardoor
het spuitresultaat onder in de geul
nog wel eens wil tegenvallen. Het
gebruik van twee (spleet) doppen per
rij kan hier veel aan doen. Mede
door de geringe hoogte onder de kap
hebben doppen met een grote spuit-
hoek (80 gr. - 110 gr.) de voorkeur.
Deze worden zo ingesteld, dat onder
in de geul, minstens tien centimeter
wordt overlapt. De twee doppen per
kap worden dan op een afstand van
ongeveer vijftien centimeter en iets
achter elkaar geplaatst. Als onder de
kap voldoende ruimte is voor deze
konstruktie met twee doppen, dan
verdient dit aanbeveling.
Samenvatting
H et doel van de bespuiting is oih zoveel mogelijk onkruid te bestrij
den. Zoveel mogelijk houdt in een zo groot mogelijk deel van de rug
bespuiten. Eigenlijk mag maar een kleine strook bovenop de rug on
bespoten blijven. Een tweede punt is dat we graag niet te vroeg willen
spuiten om eerst zoveel mogelijk onkruid te laten komen. Het gevolg
daarvan is dat het gewas dan bij het bespuiten al flink hoog of zelfs al
bijna dicht staat. Toch mag in zo'n gewas ook als hoog op de rug
gespoten wordt en bij het gebruik van agressieve middelen geen schade
aan het gewas ontstaan. Een andere eis is dat we ook moeten kunnen
spuiten als het waait. We hebben het weer tenslotte niet in de hand.
Voor een goed resultaat is het verder wenselijk dat zo weinig mogelijk
grond in beweging wordt gebracht.
E en probleem, dat bij het punt vier-
of achtrijïg niet ter sprake is geko
men, is de diepteregeling. Sommige
machines hebben hun diepteregeling
alleen via de fronthefinrichting van
de trekker. Aan de voorkant van de
kappen, waar ze aan het frame beves
tigd zitten, is dan meestal nog een
scharnierpunt. Hierdoor kan de
achterkant van de kappen vertikaal
op en neer bewegen. Als de kappen
vastzitten aan het frame is de diepte
regeling onvoldoende, maar ook met
die scharnierpunten is de diepterege
ling slecht. De kappen moeten dan
hun hoogte teveel bijsturen door over
de zijkanten van de ruggen heen te
slepen.
Overzicht van de te stellen eisen
Vier- of achtrijïg?
De vorm van de kappen
D,
Diepteregeling
Spuitdoppen
Nadruppelen
1 y
De laatste jaren komt er steeds
meer belangstelling voor een tus-
senrij- of strokenbespuiting in
aardappelen. Als de voiveldbe-
spuiting vóór opkomst van het ge
was het onkruid toch niet vol
doende heeft bestreden, kan een
strokenbespuiting op een later
tijdstip nog veel goedmaken.
Voor dit werk zijn fabrieksmatig
gebouwde machines in gebruik,
maar ook erg veel gewijzigde of
zelfbouwmachines.
Deze zelfbouwmachines wijken
vaak nogal af van de fabrieksma-
chines. Goede ervaringen zijn on
der andere bekend van de zelf
bouwmachines van de Gebr. Wit
hagen te Standdaarbuiten en de
heer Klompe te Oud-Beijerland.
In dit artikel wordt nader inge
gaan op een aantal eisen die ge
steld zouden kunnen worden aan
zo'n aardappelstrokenspuit. Ver
der wordt gesproken over ver
schillende mogelijkheden kon-
struktie met hun voor- en nadelen.
O trokenspuiten zijn er in vier-,
(vijf-) en achtrijïge uitvoering. De
vierrijïge machine kennen we in twee
uitvoeringen, namelijk met vier hele
kappen of met drie hele en twee hal
ve. De kapaciteit ligt natuurlijk het
hoogst bij de achtrijer, maar ook de
vierrijer heeft al een grote kapaciteit.
Een vierrijer heeft als groot voordeel,
dat precies de werkgangen van de
pootmachine en de frees gevolgd
kunnen worden. Bij een achtrijer
komt het probleem van de aansluit-
rijen naar voren. Een machine met
drie hele en twee halve kappen heeft
voor dat ook de afwijkende aansluit-
rijen goed kunnen worden gespoten.
Een nadelig puntje is dat bij het
spuiten van de tweede helft van de
aansluitgeul de machine het gewas
daar eigenlijk "tegen de haren in
strijkt". met de kans op beschadi
ging. Bij het voor de eerste keer door
deze geul gaan namelijk duwt de kap
een flink ontwikkeld gewas enigszins
in de rijrichting. Bij het terugkomen
wordt het weer de andere kant op
geduwd. Bij het gebruik van vier hele
kappen echter kunnen afwijkende
aansluitrijen echter minder goed
gespoten worden. Toch verdient een
vierrijer de voorkeur boven een
achtrijer. Met een achtrijer kan ook
goed werk worden geleverd, maar in
de praktijk blijkt dat een achtrijer
een aantal extra voorzieningen, zoals
zelfzoekende kappen, nodig heeft
boven een vierrijer,- Zonder deze
voorzieningen wordt meestal niet het
best mogelijke werk geleverd.
Kontakt van de kappen met de zij
kant van de ruggen moet zoveel mo
gelijk vermeden worden, omdat dit
betekent dat er grond in beweging
wordt gebracht, die op het onkruid
terecht kan komen. Dit bevordert
een goede bestrijding niet. Het kan
zelfs voorkomen dat de kappen de
rugvorm verslechteren. Omdat de
rijenafstand van de aansluitrijen
vrijwel nooit helemaal klopt, is het
nodig om bij een achtrijer hierop te
korrigeren.
Een manier om dit te doen, is de
kappen zelfzoekend te maken door
voor tussen frame en kap een schar
nierpunt te maken zodat de achter
kant van de kap horizontaal heen en
weer kan bewegen. Dit voorkomt dat
de zijkant van de rug bij een onjuiste
rijafstand door de kap wordt wegge
drukt. Wel blijft kontakt met de rug
bestaan. Een mooiere oplossing kan
zijn die van de heer Klompe uit
Oud-Beijerland. Deze heeft ook
zelfzoekende kappen, maar gekom-
bineerd met een hydraulische cilin
der tussen de twee helften (ieder vier
kappen) van de machine. Met be
hulp van deze cilinder worden de
foutieve aansluitrijen gekorrigeerd.
J. Pollema
specialist landbouwwerktuigen
en arbeid
C.A. Barendrecht
Het valt echter niet mee om dit goed
te doen tijdens het rijden. Kleine af
wijkingen (bijvoorbeeld door het
sturen) worden gekorrigeerd door de
kappen zelf. Als deze kappen aan de
achterkant voorzien worden van een
steunwieltje of sleepvoet, volgen ze
steeds het midden van de geul. Een
andere methode om heen en weer
slaan van de kappen te voorkomen
is, om tussen achterkant kap en fra
me een rubber snaar te spannen.
Deze kappen volgen dan niet auto
matisch het midden van de geul,
maar indien nodig wijken ze wel uit,
zodat rugbeschadiging en stofop-
werken worden beperkt.
e voorkant van de kap moet het
loof geleiden. Een scherpe Vrvorm
van de voorkant bevordert een goede
geleiding. De kap van de heer
Klompe heeft aan de bovenkant ook
een omgekeerde V-vorm. Deze kap
loopt dus van voren op een punt uit.
Dit heeft twee voordelen; de gelei
ding vindt aan de onderzijde van het
gewas plaats, waar de weerstand het
geringste en de stengel het stevigst is.
Bovendien is het kontakt met de
plant minimaal, waardoor de kans
op het overbrengen van virusziekten
en of bladbeschadiging zo gering
mogelijk is. Een kap die rechtop staat
heeft deze voordelen niet. Het frame
van de machine speelt natuurlijk ook
een rol bij deze zaken. Met de kap
van de heer Klompe is het mogelijk
om nog te spuiten als het gewas al
dicht staat, dus om echt onder het
gewas door te spuiten.
De breedte van de kappen wordt
meestal genomen tussen de 50 en 60
cm. De windgevoeligheid en het
driftgevaar worden beperkt door de
kap ook aan de achter- en de boven
kant dicht te maken. Dan kan ook als
het waait, of in een flink ontwikkeld
gewas worden gespoten.
Als de ruggen altijd en overal precies
gelijk zijn en het land vlak is, kan zo'n
systeem wel goed werken. Maar dit
soort ideale situaties komen we in de
praktijk bijna nooit tegen.
Naarmate de machine breder is, wor
den de problemen met een centrale
diepteregeling met de hef groter. Als
bijvoorbeeld de eerste kap op de juis
te hoogte is ingesteld, kan de achtste
goed op een helemaal foute hoogte
zitten. Daarom is een diepteregeling
per kap beter. Dit kan onder andere
worden bereikt door een steunwieltje
voor aan de kap te bevestigen en de
kap aan de achterzijde op te hangen
aan het frame met een parallelogram.
Een andere, maar wat minder goede,
manier van hoogteregeling per kap is,
om onderaan de kap een sleepvoetje
te monteren en boven de kap een
scharnierpunt, zodat de kap achter
waarts kan uitwijken van onderen.
Het gevolg van deze manier van
diepteregeling is, dat steeds de rug tot
op een bepaalde ingestelde hoogte
wordt gespoten. Een nadeel van een
sleepvoet ten opzichte van een wieltje
is, dat een sleepvoet stof opwerkt,
waardoor de onkruidbestrijding min
der kan worden.
Nu komt het vaak voor, dat we op een
perceel wisselende grondsoorten
hebben. Het gevolg is meestal wisse
lende rughoogten. Als we dan spuiten
op een bepaalde ingestelde hoogte,
dan spuiten we op veel plaatsen de
rug lager dan wel zou kunnen. Dit
probleem heeft de heer Klompe op de
schermkappen
zijdelings beweegbaar
beperkt door
rubber snaar
Van deze kapvorm zijn goede ervaringen bekend.
volgende manier opgelost; hij heeft
steunwielen (in hoogte verstelbaar)
voor de kappen, maar de kaphoogte
kan tijdens het rijden bijgesteld wor
den met de fronthefinrichting. Hier
voor is het nodig, dat geen topstang
wordt gebruikt, maar een extra lange
ketting die alleen tijdens het heffen
fungeert als topstang. Nu kan tijdens
het rijden de spuithoogte op de rug
aangepast worden aan de rughoogte
en -vorm. Op veel percelen is dit zon
der meer een voordeel.
Het is gewenst dat de twee spuitdop
pen ten opzichte van elkaar instel
baar zijn. Hierdoor kan de overlap
ping in de geul en de te bespuiten
oppervlakte van de rug worden ge
regeld.
/Vis het spuiten goed verloopt, dan
zijn we er nog niet. Op de wendakkers
mag tijdens het keren ook geen scha
de door bladverbranding worden toe
gebracht aan de planten die daar
staan. Schade kan ontstaan door
druppels die van de spuitdoppen of de
kappen afvallen.
Nadruppelen van de spuitdoppen kan
voorkomen worden door een anti-na-
druppelinrichting, zoals die ook bij de
spuitmachines gebruikt worden. Een
goede oplossing daarvoor zijn de
membraanafsluiters. Goedkoper,
maar minder zeker, is het systeem
met het kogeltje en het veertje.
Als het nieuw is en als met schoon
water wordt gewerkt, dan doet dit het
goed. In de praktijk vallen de resul
taten van dit systeem erg vaak tegen.
De kappen worden meestal aan de
binnenkant nat van de spuitvloeistof.
Gevolg hiervan kan zijn dat zij tij
dens het keren gaan druppelen. Door
aan de binnenkant van de kap bene
den een gootje te maken waar de aan
de kap klevende vloeistof in wordt
opgevangen, kan dit worden voor
komen. Door het heffen van de ma
chine moet de vloeistof vanuit het
gootje in het afgesloten achterste
stuk komen. Bij de volgende spurt
gang moet het er weer uit lopen en op
de grond terecht komen. Om afvegen
van de kappen aan het gewas te
voorkomen bij het keren, is het nodig
dat ze voldoende hoog geheven
kunnen worden. Het langste gewas
waarin gespoten wordt is daarbij
maatgevend.
druipgootjes
Het gewas mag ook bij gebruik van agressieve middelen geen
schade van de bespuiting ondervinden. Toch moet een zo groot
mogelijk deel van de rug behandeld worden. We kunnen daarom
wat betreft de machines het volgende opmerken:
een gesloten kap geeft de minste kans op wegwaaien van de
spuitvloeistof;
een vierrijïge machine verdient, in verband met ongelijke aan
sluitrijen, de voorkeur,
zelfzoekende kappen zorgen voor een minimale verstoring van
de rug;
een minimaal kontakt van frame en kappen met de plant is
gewenst, terwijl toch een goede gewasgeleiding nodig is. Kap
pen die van voren op een punt uitlopen hebben dit.
een goede diepteregeling is nodig, in ieder geval bij brede
machines. Diepteregeling met een sleepvoet of liever een
steunwiel per kap zorgt voor een vaste spuithoogte. Een moge
lijkheid tot bijregelen tijdens het rijden is nuttig.
twee spuitdoppen per kap kunnen het resultaat onder in de geul
verbeteren;
schade tijdens het keren kan voorkomen worden door een goede
anti-nadruppelinrichting aan de spuitdoppen en door opvang-
gootjes aan de kappen. De kappen moeten voldoende hoog
geheven kunnen worden.
Dit zijn zo een aantal punten waar rekening mee kan worden ge
houden bij de konstruktie van een strokenspuit. Dan kan ook als
onder wat minder gemakkelijke omstandigheden moet worden ge
spoten een goed resultaat worden bereikt. Onder gemakkelijke om
standigheden, een klein gewas met mooie gelijke ruggen en een
niet-agressief middel kan met een eenvoudige konstruktie ook goed
gewerkt worden. Deze omstandigheden komen we in de praktijk
echter weinig tegen, zodat het mij toch belangrijk lijkt om te kiezen
voor een machine waarmee onder alle omstandigheden goed werk
kan worden geleverd.
12