De ontwikkeling van de landbouwtechniek ondergebracht in museum te Wageningen Een halve eeuw onderzoek in de IJsselmeerpolders D, Vol huis Vrijwilligers Financiële injekties F>r is geen stad in ons land waar zo veel aspekten van de moderne land bouwtechniek zo intensief worden bestudeerd en waar zoveel speurwerk wordt gedaan naar nieuwe landbouw methoden als juist in Wageningen. Wat ontbrak was een tastbaar over zicht van de ontwikkeling van de landbouwwerktuigen van vroeger tot nu. Een aantal mensen dat nauw bij de landbouw is betrokken komende uit het bedrijfsleven, van de Land bouwhogeschool, het IMAG en van de landbouwvoorlichtingsdienst er voer dit gemis ook al langer en in 1977 werd er een stichting opgericht die zich ten doel stelde een zo kom pleet mogelijke verzameling oude landbouwwerktuigen en gereed schappen in Wageningen bijeen te brengen. Dit zou dan, verwachtte en hoopte men, moeten leiden tot een interes sante verzameling die gebruikt zou kunnen worden bij bijvoorbeeld de ontwikkeling van nieuwe werktuigen ten behoeve van de ontwikkelings landen. Voorts zou men kunnen be- Handmelkmachine, uitgevonden door Pijttersen teSneek, 1895. schikken over een bron voor histo risch onderzoek. 'e stichting heeft na enige jaren hard werken haar wens in vervulling zien gaan: het nieuwe gebouw waar in het museum historische Land bouwtechniek is ondergebracht is gerealiseerd. Dit dank zij de finan ciële bijdragen van partikulieren en bedrijfsleven. In feite zijn enige tientallen fabrikanten, importeurs en dealers van landbouwwerktuigen de oprichters van de stichting. Hun na men zijn als blijk van dank vermeld in de overigens sober ingerichte toe gangshal. Het hele gebouw is trou wens opgezet naar een ontwerp waarin geen plaats was voor minder eeds bij de opening van het nieuwe museum die 1 oktober werd verricht door de minister van land bouw ir. G.J.M. Braks, was het stichtingsbestuur in de gelegenheid een vol huis te tonen: men had van de Landbouwhogeschool een grote en belangrijke kollektie oude land bouwwerktuigen in bruikleen die gekompleteerd werd door een aan de stichting overgedragen verzameling van het voormalig Nederlands land bouwmuseum. Maar nu al, zo ver telde de voorzitter van de stichting prof. ir. G.J. Quast tijdens de ope ningstoespraak, hebben veel land bouwers van onze aktiviteiten ge hoord en ons werktuigen aangebo den. Zoveel dat vrijwilligers alle aangeboden materiaal nog niet heb ben kunnen ophalen. Het museum draait geheel op ge motiveerde vrijwilligers. Het budget van de stichting is zo minimaal dat zelfs geen personeel in dienst kan worden genomen. Enthousiaste me dewerkers zijn er veel nodig want werk is er in overvloed. Zo blijkt veel waardevol materiaal ernstig aange tast door de tand des tijds. Een des kundige herstel is dan vaak nodig en dat vergt veel tijd. Ook vrijwilligers voor bij het bezoek van groepen en individuen aan het museum tijdens de gewone openingsuren. Dit alles presentatie van het tentoongestelde zal nog veel bijgeschaafd dienen te worden: Prof. Quast: "U zult begrij pen dat de kollektie voorlopig nood gedwongen het karakter heeft van een studieverzameling, waarin ieder zijn weg zelf moet zoeken. Na ver loop van tijd hopen we geleidelijk te kunnen groeien naar een meer mu seale opzet. De presentatie van de voorwerpen zal worden verbeterd, er komen verklarende teksten bij enz. enz." Het tempo waarin een en ander kan plaatsvinden hangt uiteraard mede af van de financiële injekties die het museum kunnen worden toege diend. Voorlopig lijkt het erop dat die Wan, ca. 1880. praktische of luxe zaken. Daardoor mede werd een maximale opper vlakte aan expositieruimte verkre gen. Groningse graanzeef, 1854. stand houdt, heeft de bijdrage van overheidswege hier tot nu toe slechts bestaan uit een vrijwillige bijdrage van minister Braks: de openingshan deling. Neemt niet weg dat het ten toongestelde een bezoek zeer zeker waard is. Het museum is gevestigd nabij het bezoekerscentrum van het IMAG aan de Mansholtlaan 12 te Wageningen. Het is slechts geopend op werkdagen onder kantoortijd want het is nog steeds vrijwilligerswerk... WIERENGA vergt veel improvisatievermogen en vooral veel toewijding aan werktui gen waarmee onze ouders en voor ouders hun brood hebben moeten verdienen. Aan de opstelling en de Noord-Brabantse rolploeg, ca. 1870. Kunstmeststrooier uitgevonden door baron van Brakell te Lienden, 1849 (model). uitsluitend moeten kom^n van dona teurs en uit de rijen van ondernemin gen en partikulieren. Anders dan in de meeste west-europese landen, waar de overheid werktuigenmusea in Medio 1980 heeft de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders in samenwer king met het Ministerie van Verkeer en Waterstaat een met veel foto's verlucht boek uitgebracht waarin de hoofdlijnen uit de geschiedenis van het onderzoek in deze polders wordt weergegeven. Het betreft hier het eerste van twee delen. Het tweede deel dat nog niet is verschenen, is meer specialistisch van aard en gaat in op recent natuurwetenschappelijk onderzoek en op het sociaal-ekono- misch en planologisch onderzoek in de polders. Aanleiding tot de uitgave is geweest het feit dat het onderzoek in de IJs selmeerpolders een halve eeuw gele den in feite is begonnen met de op richting van de Rijksdienst. In het voorwoord stelt prof.dr.ir. R.H.A. van Duin dat het na een halve eeuw de moeite waard werd geacht om eens terug te blikken en na te gaan hoe het onderzoek zich in de loop van die periode heeft ontwikkeld. Na een belichting van de geschiedenis van het onderzoeksapparaat, wordt in hoofdstuk twee ingegaan op de ge schiedenis van het onderzoek zelf waarbij aan de orde komen het Landbouwkundig, sociaal-ekono- misch het archeologisch, het opera tionele, het biologische en het tech- nisch-stedebouwkundige onderzoek. Zo blijkt hieruit o.m. dat ir. Lely lang niet de enige is geweest die plannen heeft gemaakt voor de inpoldering van de voormalige Zuiderzee. De geschiedenis van het landbouw kundig onderzoek is een tamelijk ruime plaats toegemeten. Ir. H. Smits gaat in dit onderdeel uitvoerig in op de vraagstukken waarvoor men kwam te staan toen bijv. de Wierin- germeer droog viel. Hij geeft veel details over de ontsluiting van de met zeewater verzadigde grond over de ontginning en de inrichting ten be hoeve van de landbouw. Onderzoek naar de bodemgesteldheid was hier bij uiteraard van groot belang omdat de resultaten daarvan van invloed zouden zijn op de gewaskeuze en op het 4>edrijfstype. Een boeiend boek over het ontstaan van de IJsselmeer polders met als rode draad de ont wikkeling van de landbouw op deze jonge gronden. J.W. Diepspitten van grond in 1937. Het doel van het bovenspitten van klei en het onderspitten van zand. 13

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 13