Goede gewassenkeuze in
de vollegrondsgroenteteelt
van essentieel belang
H et jaar 1980 is inmiddels enkele weken verstreken. Traditiegetrouw
zullen velen hun balans weer hebben opgemaakt. Hieruit zal blijken dat
het in zijn algemeenheid voor de vollegrondsgroentetelers een redelijk
jaar is geweest. Het leeuwedeel van de gewassen gaf een behoorlijke
kg.-opbrengst, waarvoor bevredigende prijzen werden betaald. Natuur
lijk is dit ook hard nodig, gezien de sterke kosten die zich steeds blijven
aandienen. Overigens zullen er ook zeker een aantal telers zijn die
financieel minder goed uit de bus zijn gekomen. Oorzaken hiervan
kunnen velerlei zijn, waaraan echter vaak een verkeerde gewassenkeu
ze en of onvoldoende uitbuiten van bepaalde mogelijkheden ten
grondslag liggen.
A fzonderlijk willen wij hierbij de
vruchtwisseling nog noemen. Uiter
aard bestaat er een relatie tussen
vruchtwisseling en de gewassenkeu
ze. Het beoefenen van mono-kultu-
ren, waarbij jaren achtereen op het
zelfde perceel hetzelfde gewas wordt
geteeld leidt in de vollegrondsgroen
teteelt vrijwel altijd tot aanzienlijke
oogstredukties. Helaas valt dit pro
H et vollegrondsgroenteteeltbedrijf
heeft uiteraard als eerste doel een in
komen te verschaffen aan de onder
nemer en zijn gezin. Hiervoor is
noodzakelijk dat de te telen gewassen
tesamen op het bedrijf voldoende
ekonomische mogelijkheden bieden.
Er is namelijk een skala aan groen
tegewassen, welke vrijwel allemaal
onderling sterk verschillen in finan
ciële perspektieven. Het is voor elke
ondernemer de kunst om uit het om
vangrijke pakket aan groentegewas
sen een keuze te maken, waarmede
hij in staat is een inkomen te halen.
Grondsoort
Uitbuiten
Vruchtwisseling
Ekonomische-eenheid
De verwezelijking
13 e vollegrondsgroenteteelt karak
teriseert zich door haar grote ver
scheidenheid in teeltplannen.
ing. A.J. v. Oijen
Konsulentschap voor de
Tuinbouw te Tilburg
methode 1500-3000 uren per ha. Een
dergelijke teelt kan financieel riog zo
aantrekkelijk zijn, maar indien u er
als ondernemer om welke redenen
dan ook niet in slaagt de hiervoor
benodigde arbeidskrachten aan te
trekken, zal de teelt af moeten vallen.
Dit geldt uiteraard ook voor de an
dere intensieve gewassen zoals aard
beien, asperges etc. Per gebied ligt
het arbeidsaanbod anders. Als on
dernemer zult U steeds moeten vast
stellen welke mogelijkheden er voor
uw bedrijf zijn en uw gewassenpak-
ket hierop afstemmen.
Afzetgebied is een andere bepalende
faktor, enerzijds in relatie van af
stand van bedrijf tot de veiling en
anderzijds met betrekking tot het
produkt. Naarmate het bedrijf ver
der van de veiling is gelegen zullen
de volumineuze produkten zoals bij
voorbeeld spinazie, vanwege de hoge
vrachtkosten, erg moeilijk te telen
zijn. Ook kunnen moeilijkheden
worden verwacht wanneer men ge
wassen gaat telen waarvoor in het
gebied nauwelijks afzetkansen be
staan.
Augurkenteelt aan touw is arbeidsintensief.
Betere aspergerassen geven hogere rentabiliteit.
Met plastikfolie meer mogelijkheden.
bleem in de praktijk nog al eens waar
te nemen. Voorbeelden hiervan zijn
o.m. te vinden bij de aardbeientelers,
waarbij op een aantal bedrijven jaar
op jaar aardbeien op hetzelfde per
ceel worden verbouwd. De gevreesde
bodemziekten zullen hierdoor zeker
meer kansen krijgen.
Een ander gewas waarbij zich de
vruchtwisselingsproblemen levens
groot voordoen is spruitkool. De
ontwikkelingen bij dit gewas heeft de
belangstelling hiervoor doen toene
men, hetgeen echter in diverse ge
vallen aanleiding is geweest de teelt
niet 1 4 te beoefenen maar 1 3 en
nog erger 1 2. Knolvoetaantasting is
hiervan het gevolg, waardoor heel
wat kg-spruiten verloren gaan.
Bij de teelt van witlofwortelen kun
nen door een te nauwe vruohtwisse-
ling of verkeerde voorvrucht moei
lijkheden ontstaan door een scleroti-
nia besmetting. Veel kuilrot tijdens
het forceren is dan het resultaat.
Kortom zo zijn er nog wel tientallen
voorbeelden aan te halen, die steeds
de opbrengst sterk negatief beïn
vloeden. Het kan best waar zijn dat
men een bepaald gewas om diverse
redenen graag wil telen, doch uit
ekonomische overwegingen zal blij
ken dat dit niet altijd kan.
Het telen van gewassen is een kost
bare zaak en is alleen maar verant
woord indien hoge kg-opbrengsten
van een goede kwaliteit kunnen wor
den behaald.
Evenals in diverse andere bedrijfs
takken hebben zich de afgelopen
jaren ook in de vollegrondsgroente
teelt diverse ontwikkelingen voorge
daan. Veranderingen in teeltmetho
den, introduktie van nieuwe en/of
"vergeten" gewassen en gebruik van
plastikfolie behoren hiertoe. Vaak
ontwikkelingen die extra mogelijk
heden aan het bedrijf bieden. Wij
denken hierbij o.m. aan de verlate
aardbeienteelt die duidelijk een ver
sterking is.
Met het forceren van witlof middels
de waterkuituur is het werk aangena
mer geworden. De verbetering van de
aspergerassen heeft de rentabiliteit
verbeterd. De toepassing van plas
tikfolie heeft oogstvervroeging en in
veel gevallen ook meer teeltzekerheid
gegeven. Vanzelfsprekend kan van
deze veranderingen alleen maar wor
den geprofiteerd indien men er ook op
inspeelt.
Nog geheel aan het begin van het nieuwe teeltjaar zullen wij trachten
hierover enkele facetten nader te belichten.
I nvloed op de gewassenkeuze kan
ook de grondsoort hebben. Naast de
voedingstoestand denken wij hierbij
vooral aan zand- of kleigrond. Beper
kingen doen zich o.m. voor op de
zwaardere kleigronden t.a.v. de wor
telgewassen. Dit laatste in verband
met de rooibaarheid. Nogmaals zo
zijn er nog meer beperkende faktoren
op te noemen. Bij de samenstelling
van het teeltplan is het zaak deze
steeds goed onder ogen te zien.
Bij deze rijst nog al eens de vraag:
welke oppervlakte moet een volle-
grondsgroenteteeltbedrijf omvatten.
Een wat lakoniek antwoord hierop
iS: variërend van 2-60 ha. De inko
mens-mogelijkheden van een bedrijf
worden bij de vollegrondsgroente
teelt nauwelijks bepaald door de op
pervlakten maar veel meer door het
te telen gewassenpakket. Extensieve
gewassen zoals doperwten, stamsla-
bonen, tuinbonen en spinazie voor
de verwerkende industrie vragen re
latief weinig arbeid, doch geven te
gelijkertijd een laag saldo per op
pervlakte-eenheid. Om dan toch nog
een inkomen te halen zullen derge
lijke gewassen in grote oppervlakte
per bedrijf moeten worden geteeld.
Anders is het gesteld met de inten
sieve gewassen waartoe behoren o.m.
augurken, asperges, aardbeien, prei,
bladgewassen etc. Gewassen die in
het algemeen erg arbeidsbehoeftig
zijn. maar een vrij hoog saldo per ha
opleveren. Hierdoor kan met een re
latieve kleine oppervlakte grond een
ekonomische-eenheid worden ge
vormd. Met deze wetenschap zal het
duidelijk zijn dat bij de samenstel
ling van een teeltplan steeds een kri
tische analyse van de ekonomische-
mogelijkheden per gewas en groep
van gewassen moet plaatsvinden. Pas
Stamslabonen voor de verwerkende industrie behoort tot de extensieve teelten.
als dit gebeurd is kan men een ver
antwoord teeltplan kiezen.
Op de eerste plaats is dit het gevolg
van de variatie in bedrijfsgrootte.
Een teeltplan, gekozen alleen op ba
sis van ekonomische perspektieven
moet ook nog te verwezelijken zijn.
Hierbij speelt een belangrijke rol de
arbeidsvoorziening. Een augurken
gewas vraagt afhankelijk van teelt-
14