DE TEELT VAN ZOMERGERST IN DE PRAKTIJK I n het algemeen stelt zomergerst voor het bereiken van hoge op brengsten minder stringente eisen aan de grond dan bijvoorbeeld aardappelen en bieten. Dit hangt ondermeer samen met het grote kompensatievermogen van zomer gerst via het aantal aren per plant, het aantal korrels per aar en het dui- zendkorrelgewicht. Deze tolerantie is uiteraard wel aan grenzen gebonden en tevens sterk afhankelijk van het ras, terwijl ook de zaaitijd hierop van invloed is. H oewel gerst van de zomergranen voor laat zaaien nog het minst ge voelig is, geldt dat vroeg zaaien ge wenst is. D e stikstofbemesting is van grote invloed op de groei en ontwikkeling van het gewas en is bepalend voor de opbrengst en de kwaliteit van het eindprodukt. Deze gift is niet een voudig vast te stellen, omdat bijstu ring of deling van de stikstof in ver band met doorwas niet wenselijk is. Konklusies verschenen! Eisen aan de grond Zaaien en opkomst Stikstofbemesting belangrijk voor opbrengst en kwaliteit Vulgewas Gewasbescherming verdient ekstra aandacht Is zomergerst financieel aantrekkelijk? BROCCOLI a i Zijn de zaai-omstandigheden rede lijk dan wordt bij voorkeur voor 1 maart gezaaid. Bij zaaien in april is de opbrengstderving al gauw 10%. Rasverschillen ten aanzien van zaai tijd komen eveneens voor. Een zaaidiepte van 2 - 4 cm geeft doorgaans een regelmatige opkomst en de meeste kans op een gelijkmatig gewas. Gerst heeft door de sterke uitstoe- lingsneiging wat minder planten per m2 nodig dan andere granen. Onge veer 150 gezonde planten per m2 geven een goede uitgangssituatie. Hogere plantaantallen maken het gewas gevoeliger voor legering en aantasting door ziekten. De zaaizaadhoeveelheid moet afge stemd worden op het duizendkorrel- gewicht. Hierbij speelt de kwaliteit van het zaaibed bij de kieming een belangrijke rol. Bij een grover zaai bed is de vochtvoorziening van het kiemende zaad wel eens de beper kende faktor. Een te nat kiembed is evenmin gunstig in verband met slemp. Een snelle kieming en begin- groei geven krachtige, goed bewor- telde planten en daardoor meer weerstand en herstellend vermogen bij minder gunstige omstandighe den. Door bovengestelde eisen vraagt de grondbewerking ekstra aandacht. Vooral als de voorvrucht laat en in een natte periode is geoogst. De belangstelling voor de teelt van zomergerst is ten opzichte van voorgaande jaren weer sterk af genomen. De belangrijkste oor zaak hiervan is het sterk achter blijven van de opbrengst tegen over wintertarwe. Anderzijds heeft de veredeling de laatste ja ren ook bij wintergerst meer vooruitgang geboekt dan bij zo mergerst, zodat voor sommige gronden wintergerst een beter al ternatief biedt. In de praktijk is er dan ook voor zomergerst alleen als nood- of vulgewas nog een plaats. Het Konsulentschap voor de Ak kerbouw en de Rundveehouderij te Zevenbergen heeft ter verrui ming van het inzicht en voor het vinden van aanknopingspunten voor onderzoek en voorlichting op een 15-tal bedrijven de teelt van zomergerst intensief gevolgd. Hier enige indrukken. C.A.R. Zevenbergen, bedrijfsvoorlichter akkerbouw, ing. J. Staal 1 n het algemeen wordt zomergerst geteeld op bietenland. Na bieten blijft het stro wat steviger, terwijl het percentage doorwas doorgaans minder is dan op aardappelland. Het laatste is speciaal voor brouwgerst erg belangrijk. Tevens kan na late bieten niet altijjd wintertarwe meer worden ingezaaid en is zomergerst dikwijls het enige alternatief. Op bedrijven met intensieve graanteelt wordt gerst ook wel na tarwe of aardappelen geteeld. Wanneer naast de traditionele akkerbouwgewas sen ook grove groenteteelt voorkomt, zoals koolsoorten, witlof en knolselderij wordt, afhankelijk van de struktuur van de grond en de weersomstandigheden in het najaar, noodgedwongen ook wel zomer gerst verbouwd. Bij een dichtere stand neemt de kans op legering en aantasting door ziekten toe Te veel stikstof veroorzaakt legering en heeft een ernstige opbrengstde pressie tot gevolg. Uit praktijkervaringen is gebleken dat ook voor zomergerst grondon derzoek op stikstof bruikbaar is om meer inzicht te krijgen in de stikstof behoefte. Naast verschillen in N- gehalte door profielopbouw is er als regel ook een voorvrucht-effekt. De praktijk strooit gemiddeld 50 - 60 kg zuivere stikstof per ha, maar deze giften lopen uiteen van 0 tot 100 kg. rentie van onkruid. De mogelijkheid om in dit gewas wortelonkruiden te bestrijden, wordt helaas niet optimaal benut. In zomergerst komen voornamelijk meeldauw en in mindere mate gele roest en dwergroest voor. In de praktijk is een bestrijding tegen meeldauw meestal voldoende. Deze kan zowel plaatsvinden door zaad behandeling als een gewasbespui- ting. Rassen die vatbaar zijn voor meeldauw komen in aanmerking voor een zaadbehandeling. Niet al tijd kan hiermee worden volstaan en is een aanvullende gewasbespuiting noodzakelijk. Enkele fungiciden be strijden naast meeldauw tevens gele roest en dwergroest. Het overigens beperkte teeltonderzoek bij zomer gerst geeft ondanks wisselende ef- fekten duidelijk aanwijzigingen dat bestrijding van ziekten in zomergerst meer aandacht verdient. oor menig teler is het een vraag of het telen van brouwgerst met de hui dige prijsverhouding tussen brouw gerst en voergerst überhaupt nog wel interessant is. Hoewel sommige voergerstrassen meer produktief zijn, komen geen grote opbrengstverschil- len voor en zal een brouwgerstras meestal rendabeler zijn dan een voergerstras. Onderstaande saldoberekening geeft een beeld van de rentabiliteit. Het is noodzakelijk om hierbij steeds de in dividuele bedrijfsomstandigheden in acht te nemen. Dit geldt in het bij zonder voor het niveau van de bruto- opbrengst. Het saldo is berekend bij eigen mechanisatie. De eventuele kosten van loonwerk zijn dus niet opgenomen. Opbrengst korrel: 5.400 kg a 0.46 2.484 stro 2.800 kg a 80/ton 224 2.708 O, nkruidbestrijding: Met de be schikbare kontaktherbiciden en groeistoffen of met kombinaties daarvan, heeft gerst weinig konkur- Toegerekende kosten: Zaaizaad Bemesting N P205 K Onkr.bestrijding Ziektebestrijding Verzekering Rente Touw Drogen/schonen Totaal toegerekende kosten Saldo per ha bij eigen mechanisatie 110 86 68 12 50 40 6 11 13 95 491 f 2.217 Wees voorzichtig met stikstof bij zomergerst Als gevolg van het sterk achterblijven in opbrengst van zomer gerst tegenover wintertarwe neemt de belangstelling voor gerst steeds meer af. Meer teeltonderzoek en ekstra aandacht voor veredeling zijn noodzakelijk voor het behoud van dit gewas. Zomergerst wordt vaak (noodgedwongen) op laat bietenland verbouwd. Als gevolg van het grote kompensatievermogen is op een minder goede struktuur nog redelijke opbrengst te behalen. De juiste N-gift is niet eenvoudig te bepalen. Grondonderzoek op stikstof geeft hierin meer inzicht en is een bruikbaar hulpmiddel. Er zijn duidelijke aanwijzigingen dat de ziektebestrijding in zo mergerst meer aandacht verdient. ZOjUISL Vervolg van pag. 10 (al naar gelang de groei-omstandig- heden variërend van één tot tweeën halve week), zodat per oogstkeer een voldoende kwantum te snijden valt. Informatie omtrent de produktie van zijknoppen is daarom in dit rassen- bericht niet opgenomen. RASBESCHRIJVINGEN Southern Cornet Herkomst: Elsoms, Engeland. Vroege hybride met voldoende blad. Geeft een iets ronde, vrij zware, re delijk vaste, blauwgrijsgroene hoofdknop. Is weinig gevoelig voor doorwas en weinig vatbaar voor val se meeldauw. Geeft een goede op brengst. Beproëvenswaardig voor vroege, zomer- en herfstteeit. Groene Komeet Herkomst: Thomp son and Morgan, Engeland. Vroege hybride met weinig blad. Geeft een vrij platte, middenzware, vrij losse, blauwgrijsgroene hoofd knop die erg takkig is. Weinig ge voelig voor doorwas en weinig vat baar voor valse meeldauw. Geeft een lage opbrengst. Heeft onvoldoende voldaan in de vroege, zomer- en herfstteeit. Coaster Herkomst: Royal Sluis, Enkhuizen. Middenvroege hybride met vol doende blad. Geeft een iets ronde, vrij zware, redelijk vaste, blauwgrijs groene hoofdknop. Is weinig gevoe lig voor doorwas en weinig vatbaar voor valse meeldauw. Geeft een goede opbrengst. Beproevenswaar- dig in de vroege teelt. Heeft matig tot redelijk in de zomerteelt en matig in de herfstteeit voldaan. Corvet Herkomst: Royal Sluis, Enk huizen Middenvroege hybride met vol doende blad. Geeft een ronde, mid denzware, vaste, lichtgrijsgroene hoofdknop. Is weinig gevoelig voor doorwas en weinig vatbaar voor val se meeldauw. Geeft een goede op brengst. Voldoet goed in de vroege, zomer- en herfstteeit. Surfer Herkomst: Royal Sluis, Enk huizen Middenvroege hybride met vol doende blad. Geeft een vrij platte, matig vaste, blauwgrijsgroene hoofdknop met een vrij laag gewicht. Is weinig gevoelig voor doorwas en vatbaar voor valse meeldauw. Geeft een lage opbrengst. Heeft onvol doende in de vroege en in de herfst teeit en matig in de zomerteelt vol daan. Skiff Herkomst: Royal Sluis, Enk huizen Een vrij late hybride met voldoende blad. Geeft een iets hoogronde, vaste tot zeer vaste, donkergrijsgroene zware hoofdknop met een fijne kor rel en een vrij dikke stronk. Is weinig gevoelig voor doorwas en weinig vatbaar voor valse meeldauw. Geeft een zeer goede opbreftgst. Beproe- venswaardig voor vroege, zomer- en herfstteeit. Onlangs ontvingen wij van het PAGV de nieuwste uitgaven: "Teelt van spruitkool", samengesteld door N. J. Snoek en Tj. Buishand; teelthandleiding nr. 7, 69 blz., 7,-. In de meeste EG-landen neemt spruitkool een zeer bescheiden plaats in. Alleen in Nederland en Engeland is dit gewas een belangrijke groente. Na een inkrimping in het begin van de zeventigerjaren vond na 1973 een vrij sterke uitbreiding plaats. De toenemende mechanisatiemogelijk- heden hebben dat ongetwijfeld in de hand gewerkt. Minder telers telen nu dus een grotere oppervlakte, waarbij de handpluk steeds minder belang rijk wordt. Uitgebreide informatie over alle as pecten van de spruitkoolteelt is te vinden in de PAGV-teelthandleiding voor spruitkool. Gegevens over grondbewerking, vruchtwisseling, bemesting, rassenkeuze, zaaien en planten, onkruidbestrijding, ziekten en plagen, oogst, afleveren treft u achtereenvolgens in deze teelthand leiding aan. Tot besluit is veel aan dacht besteed aan de organisatie en de economie van deze teelt. In dit gedeelte zijn taaktijden en saldobe rekeningen voor uiteenlopende teeltwijzen opgenomen. 11

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 35