De keuze van zomertarwerassen Hl lp: Viasv:ililMllMl Haver De oppervlakte zomertarwe was in 1980 in het zuidwesten beperkt tot 2700 ha. Het kleine areaal met dit gewas is mede aanleiding geweest het aantal rassenproeven in het zuidwesten te beperken tot één. Op dit proefveld, dat op het bedrijf van A.C.J. Ooms te Lepelstraat lag, zijn de rassen bij drie teeltwijzen vergeleken. I normaal stikstof (100 kg N/ha) III normaal stikstof bestrijding afrijpingsziekten IV verhoogd stikstof (120 kg N/ha) bestrijding afrijpingsziek ten. In het voorbije jaar 1980 werd in het kleigebied van Zuidwest Nederland ±11.600 ha zomergerst verbouwd. Ten opzichte van 1979 en 1978 is dit achtereenvolgens 4.900 en 8.400 ha minder, zodat van een teruglopend areaal zomergerst kan worden ge sproken. Het achterblijven van de op brengst van wintertarwe is een ver- Pirouette geeft goede opbrengsten. Dé brouwkwaliteit is vrij goed. Ont wikkelt in het begin wat traag, maar stoelt goed uit. Het korte stro is mid delmatig stevig en matig veer krachtig. Is zeer vatbaar voor meel dauw en iets gevoelig voor gele roest en doorwas. Menuet geeft goede opbrengsten. De korrel heeft een vrij goede brouw- klaring hiervoor (tabel 1). Tabel 1 Korrelopbrengst van rassenproeven in Zuidwest Nederland kg/ha 1980 1979 1978 gemiddeld wintertarwe 7650 7160 7760 7520 zomergerst 5680 5000 ^0 5510 verschil 1970 2160 1910 2010 Zowel de bestrijding tegen afrij pingsziekten (III t.o.v. I) als de extra stikstof (IV t.o.v. III) hebben positief Uit het stikstofonderzoek van de grond van 13 februari bleek een voorraad van 81 kg N per ha in de laag van 0 - 100 cm en 42 kg N per ha in de laag van 0 - 60 cm. De groei van vlas ondervond van het droge weer in mei enige vertraging,. Later is het een goed gewas geworden van vrij normale lengte. Opbrengsten in verhoudingsgetallen aan de opbrengst.bijgedragen (zie tabel 1). Korte rasbeschrijving Hera heeft vrij stevig, goed veer krachtig stro. Het gewas is mooi egaal en heeft een hoge, korte vertakking. De stro- en lintopbrengsten zijn goed; de zaadopbrengst is zeer goed. Hera bereikt ook op de wat mindere vlasgronden een goede opbrengst. Beschrijving van de rassen Melchior geeft goede opbrengsten. Door de matige uitstoeling is vrij veel zaaizaad gewenst. Het stro is stevig. Is iets vatbaar voor gele roest, vrij weinig voor afrijpings ziekten en meeldauw en weinig vóór bruine roest. Rijpt laat. Bastion geeft goede opbrengsten. Heeft vrij kort, stevig stro en rijpt vroeg. Is nogal vatbaar voor gele roest, iets voor meeluw en sterk vatbaar voor bruine roest. Adonis geeft goede opbrengsten. Uitstoeling is matig. Heeft vrij stevig goed veerkrachtig stro. Rijpt vroeg. Is weinig vatbaar voor gele roest, nogal vatbaar voor bruine roest en vrij weinig voor afrijpingsziekten en meel dauw. Sicco geeft goede opbrengsten. Is wat traag in het voorjaar en stoelt sterk uit. Is gevoelig voor vroege legering. Is weinig vatbaar voor meeldauw, bruine roest en afrij pingsziekten, iets vatbaar voor gele roest. Is goed geschikt voor broodbereiding. Is gevoelig voor de bodemherbiciden metoxuron (Dosanex) en chloortoluron (bijv. Dicuran). Stratos heeft zeer goede opbrengsten gegeven. Heeft vrij lang en vrij stevig stro. Is in het voorjaar vrij traag. Is iets vatbaar voor gele roest, meeldauw, bruine roest en afrijpingsziekten. Rijpt vrij laat. Advies Naar opbrengst gerekend zijn de verschillen tussen de rassen klein. De keuze van een ras zal dan veelal gebeuren op andere pun ten, bijv. tijdstip van rijping in verband met oogstspreiding (Melchior erg laat, Adonis en Bastion vroeg) of mogelijke afzet voor baktarwe. Natasja, een blauwbloeiend ras, is gevoelig voor minder goede omstan digheden. Natasja heeft stevig stro en bezit een goede resistentie tegen fusarium-verwelkingsziekte. Groeit aanvankelijk wat traag, bloeit en rijpt laat; kleurt dan in korte tijd mooi bij. Natasja geeft goede tot zeer goede stro- en lintopbrengsten. De zaadopbrengst is zeer goed. Reina is een goed oogstzeker ras. Reina heeft het vermogen om op wat minder goede vlasgrond de op brengst hoog te houden. Bezit een goede droogteresistentie. Geeft een goede stro-opbrengst en een vrij goede lintopbrengst. De zaadop brengst is matig. Regina, een witbloeiend ras, heeft een vlotte beginontwikkeling. Het stro is vrij stevig, goed veerkrachtig en van goede lengte. Geeft een mooi egaal gewas. De stro-opbrengst is zeer goed en de lintopbrengst hoog, terwijl de zaadopbrengst goed is. Belinka, eveneens een witbloeiend ras, dat een vrij vlotte beginontwik keling heeft. Het stro is stevig, goed veerkrachtig en heeft een goede lengte. Vormt een mooi, egaal gewas. Belinka geeft zeer goede stro- en lint opbrengsten, De zaadopbrengst is erg hoog. r Evenals vorige jaren werd in 1980 door de proefboerdrij "Rusthoeve" een proefveld met haverrassen aan gelegd op het bedrijf van A. C. J. Ooms te Steenbergen. De proef werd genomen op een kalkrijke zavel grond. Het meest verbouwde ras was in 1980 Trumpf, dat 60% van de oppervlakte zomergerst innam. De gerst kon in 1980 tijdig worden gezaaid. De groei was als gevolg van het uitblijven van neerslag in mei wat traag. De snelle lengtegroei welke volgde doordat in de periode van schieten wel neerslag viel, leidde hier en daar tot wat slappe gewassen. Bij de niet stevige rassen kwam nogal wat legering voor. Ziekten deden zich weinig voor. De rassen zijn op drie plaatsen vergeleken. Trumpf 95 99 103 103 Pirouette 95 89 85 90 Menuet 103 103 96 98 Atem 97 95 96 99 Havila 107 104 106 107 100=..kg/are 57. i 8 58.? 55.0 5^.5 •i i i i i i i i De stikstofvoorraad in de grond in de laag van 0 - 100 cm bedroeg op 28 februari 28 kg N per ha. De rassen zijn bij twee stikstolhoe- veelheden vergeleken en wel bij 54 en 74 kg N per ha. Dit om het bedrag van kwaliteit. Heeft een wat trage begin ontwikkeling en vrij stevig stro. Is nogal vatbaar voor gele roest en meeldauw en wat gevoelig voor doorwas. Rijpt vrij laat. Atem geeft goede opbrengsten met vrij goede brouwkwaliteit. Heeft wat trage beginontwikkeling. Heeft ma tig stevig, maar veerkrachtig stro. Is weinig vatbaar voor gele roest en meeldauw en weinig gevoelig voor doorwas. Voergerstrassen Havila geeft hoge opbrengsten. Het zuidw.zeeklei gem. 1974/80 107 102 97 91 90 98 96 99 99 93 96 98 110 107 104 58.1 56.8 54.0 de rassen ook bij een zware stand te kunnen vergelijken. Korte rasbeschrijving Leanda heeft vrij kort stevig stro. Het gewas is bladrijk en heeft daardoor een goede grondbedekking. Het ras geeft goede opbrengsten. Bij minder goede structuur of droogte geeft Leanda wel een duidelijke reactie in groei, zonder dat dit de opbrengst sterk drukt. Het ras is gevoelig voor korreluitval. De korrel is vrij klein. Gambo geeft vrij kort en vrij stevig stro. Het ras is vrij weinig vatbaar voor meeldauw. Groeit aanvankelijk wat langzaam, maar geeft later een goed dicht gewas. Gambo geeft goe de opbrengsten. Vervolg op pag. g rassen ongerepeld Sluiskil Landelijk gemiddelde opbrengst van goede vlasgronden - 1971 tot en met proeven 1979 op 1980 gerepeld lint zaad Hera 96 97 97 103 Natasja 98 100 101 102 Reina 97 98 94 91 Regina 104 102 108 100 Belinka 106 102 105 112 100 kg/are 89,1 68,1 15,5 14,7 Geen van de in de Rassenlijst voorkomende rassen is resistent tegen Botrytis en dode barrel. Zaadontsmetting kan hiertegen in verband met de infectie vanuit de grond niet altijd afdoende beschermen. Vlas wordt nog steeds op een beperkt aantal bedrijven met succes geteeld. 8 Tabel 1 Opbrengst in verhoudingsgetallen ras teeltwijze zuidw. zeeklei I III IV gem. 1980 gem. 1973/80 Melchior 90 90 100 94 102 Bastion 92 96 100 96 101 Adonis 96 99 108 101 101 Sicco 98 100 103 101 102 Stratos 98 101 106 102 104 100 .kg/are 54.5 56.2 59.8 57.1 52.9 Tabel 2 Waardering van enkele raseigenschappen volgens 56e Rassenlijst 1981 1) laat stevig vroeg resistentie tegen zaai heid rijp gele bruine afrijpings ras en stro heid roest 2) roest ziekten Melchior 6 7,5 5 6/5 8 6,5 Bastion 6 7,5 8 5/4 6 4 Adonis 7 7 8 8/6 5 6,5 Sicco 6 5 7,5 6/6 7,5 7,5 Stratos 6 7,5 6,5 6/5 6 6 1) Hoe hoger cijfer, hoe gunstiger uit landbouwkundig oogpunt. 2) Eerste cijfer uit veldwaarnemingen, het tweede geeft risico aan bij uit breiding van het desbetreffende fysio. I - CONSULENTSCHAPPEN VOOR DE AKKERBOUW EN DE RUNDVEEHOUDERIJ IN HET ZUIDWESTELIJK KLEIGEBIED - PROEFSTATION VOOR DE AKKERBOUW EN DE GROENTETEELT IN DE VOLLEGROND TE LELYSTAD - RIJKSINSTITUUT VOOR HET RASSENONDERZOEK VAN CULTUURGEWASSEN TE WAGENINGEN - PROEFBOERDERIJEN "RUSTHOEVE" EN "WEST MAAS" In vergelijking met 1979 was er in 1980 landelijk een uitbreiding van de oppervlakte vlas met 13%. Dit grotere areaal werd hoofdzakelijk in Zeeland aangetroffen en dan vooral in Zeeuwsch-Vlaanderen. Van het landelijk areaal van bijna 4100 ha werd bijna 3100 ha in Zeeland geteeld. In 1980 trad een verschuiving in het rassensortiment op. Ho-a liep terug evenals Reina. Het aandeel van Regina werd bijna 3 maal zo groot, terwijl Natasja ook toenam. Ook voor Belinka was er duidelijk be langstelling. In het zuidwestelijk zeekleigebied lag de vlasrassenproef in 1980 op het bedrijf van de heer A. van Driessen te Sluiskil. De grondsoort bestond uit kalkrijke klei van 38% afslibbaar. Gezaaid werd op 25 maart. Tabel 2 Opbrengst in verhoudingsgetallen Westmaas Colijnsplaat Lepelstraat gem. ras TiÖN SÖN ~5ÖN ÖON 90N 1980 In 1980 werd in Nederland ruim 18.000 ha haver verbouwd. Daarvan kwam in het zuidwestelijk kleigebied slechts 1400 ha voor. Alhoewel haver bekend staat om zijn gunstige eigen schappen in de vruchtwisseling, blijft de teelt, vooral om bedrijfseconomische reden, beperkt. Van de 1400 ha nam het ras Leanda ruim 55% en Gambo 40% in beslag. Daarnaast was er nog enige verbouw van Astor en Dula. Tabel 3 Waardering van enkele raseigenschappen volgens de 56e Rassenlijst 1980 l7 ras stevig veer resistentie tenen geschiktheid heid kracht door gele meel v. dekvrucht stro stro was roest dauw Trumpf 8 9 6,5 8 7,5 7 Pirouette 6 6 6 6 6 4 Menuet 7 7 6,5 7 5 5 Atem 6 6 7,5 8 7,5 8 Havila 7 7,5 7 7 5 5 1) hoe hoger cijfer, hoe gunstige r uit landbouwkundig oogpunt. Beschrijving van de rassen Voor de brouwerij Trumpf geeft gemiddeld goede op brengsten en heeft een goede brouwkwaliteit. Het heeft een trage beginontwikkeling en matige grond- bedekking. Rijpt laat. Is vrij weinig gevoelig voor meeldauw en weinig voor gele roest en doorwas. Ver draagt laat zaaien en minder goede omstandigheden slecht. stro is vrij kort en vrij stevig. Is nogal vatbaar voor gele roest en meeldauw en wat gevoelig voor doorwas. Advies Voor de teelt van brouwgerst worden de rassen Trumpf en Menuet aanbe volen. Wordt gerst geteeld om hoge korrelopbrengsten te behalen, dan kan het voergerstras Havila worden gekozen. Bij zomergerst is een indeling gemaakt in brouwgerst- en in voergerstrassen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 32