Ontwikkelingen rond de graszaadteelt Zaaizaadpositie zomer granen ruim voldoende H et bouwplan is de laatste jaren steeds sterker belast met de verbouw van hakvruchten. Het aantal gewassen nam verder af. Een logische ontwikkeling als we het rentabiliteits-vraagstuk in de akkerbouw be zien. Om langs deze weg tot een beter financieel resultaat te komen zal echter de grootst mogelijke aandacht aan de bodemvruchtbaarheid, en daarmee aan het produktievermogen van de grond, moeten worden besteed. Juist in dit opzicht kan de graszaadteelt een zeer positieve funktie hebben. Akkerbouwers met langjarige graszaadteeltervaring erkennen dit en zouden hef bijzonder betreuren als de graszaadteelt door welke oorzaak dan ook onder druk zou komen te staan. T Wat staat er achter de Nederlandse graszaadteelt! I n het algemeen dus geen veront rustend beeld aan produktiekant. Ook aan de afzet-zijde konstateren we geen ingrijpende wijzigingen. De Engels raaigras-markt is wel terug houdend, waarbij de zogenaamde grasveldtypen nog volop in de be langstelling blijven. De gazongras sen-markt blijft goed op peil. Uiter aard zou een verdere teruggang van de konjunktuur en een blijvend hoog rentepeil een negatief effekt op de grassenmarkt kunnen hebben. Minstens zo belangrijk is de invloed van goede of slechte oogsten, evenals gunstig of ongunstig weer tijdens de Hernieuwde belangstelling voor blauwmaanzaad? Funktie in het bouwplan Graszaadteelt in financieel opzicht Markt In feite is de Nederlandse graszaadteelt omkleed met be langrijke zekerheden en waarborgen die niet door ieder een worden onderkend. In dit verband zou ik op het vol gende willen wijzen: Afzet U iteraard bepaalt ook bij graszaad de vraag- en aanbod verhouding de rentabiliteit van de teelt. Zo goed als bij andere gewassen zijn de finan ciële resultaten wisselend. De grote kern van vaste graszaadtelers weet dit en laat zich door een jaar met wat minder goede opbrengsten en/of prijzen niet afschrikken. Overigens komen deze teleurstellin gen niet alleen bij graszaad voor! In het algemeen wordt fiet financiële resultaat van de graszaadteelt verge leken met wintertarwe. Uit saldobe rekeningen van R.L.V.D. en P.A.G.V. (kwantitatieve informatie 1980 - 1981) blijkt het graszaad zich ondanks de nieuwe tarweteeltmet- hoden goed te kunnen handhaven. Hierbij dienen we dan nog in aan merking te nemen dat de indirekte voordelen van de graszaadteelt in deze berekeningen niet tot uitdruk king worden gebracht. En juist dit aspekt, dat moeilijk konkreet in gul dens kan worden aangegeven, acht de graszaadteler van grote betekenis. en aanzien van de graszaad markt kunnen we stellen dat deze zich in het algemeen niet ongunstig laat aanzien. Vooral veldbeemd en rood- zwenk handhaven zich uitstekend. Ook de Engels raaigras-markt blijft redelijk op peil. In feite is alleen het Italiaans raaigras reeds enkele jaren in mineur. Voor wat betreft de areaalontwikkeling zien we in Ne derland een vrij stabiel totaal-areaal rond 19.000 ha. Dit geldt ook voor 1981. Binnen de soorten zien we wel enige verschuiving. Mede door de gestegen vraag naar goede Neder landse rassen neemt het Engels raai verder toe van 8.40Ö ha naar 10.000 ha in 1981. Het roodzwenk- areaal laat zeer bescheiden toename a) Volledig kontrakt-gebonden, ge baseerd op A.T.V.-L. voorwaar den Teler en kweker/handelaar zijn dus gebonden aan een overeen komst op algemene teeltvoor- waarden zoals deze in het bekende A.T.V.-L. boekje zijn vastgelegd. Elke nieuwe teler ontvangt dit boekje. Deze A.T.V.-L. kwam tot stand en wordt regelmatig bijge steld in overleg tussen te lers/Landbouwschap en V.H.Z. (handel in zaaizaden). Ook de ta rieven voor drogen en schonen worden in dit overleg vastgesteld. b) Neutrale instanties als basis voor kwaliteitsbepaling en afrekening Hierbij denken we aan de ver antwoordelijkheid voor de veld- keuring, bemonstering en plom bering door de N.A.K. en aan de betrouwbare wijze van kwali teitsbepaling door een overheids instelling als het R.P.v.Z. te Wa- geningen, als basis voor de afre kening. c) Intensief en open kontakt tussen de kontrakt-partners Het gaat hierbij om een aantal toch wel unieke verbindingen tussen de beide kontrakt-partners waarvan we noemen: intensieve teeltbegeleiding. schriftelijke informatie aan de telers over technische aspek- ten en marktontwikkelingen. telersbijeenkomsten om de te ler ook via deze weg in de ge legenheid te stellen alle ge wenste informatie op te doen. Begeleidings/vertrouwens- kommissie als overlegorgaan tussen teler en kweker/han delaar. In dit verband kunnen we wijzen op de "Begelei dingskommissie teelt Zaai zaad- en Pootgoed" zoals die onlangs, bij Cebeco-Handels- raad werd geïnstalleerd. Deze kommissie zal werk zaam zijn als overleg- en ad viesorgaan ten aanzien van de teelt van zaaizaèd- en poot goed op leveringsovereen komst tussen telers en Cebe- co-Handelsraad, waarbij we derzijdse raadpleging en in- formering voorop zullen staan. Een gespreksforum dus waar arealen en afzetbeleid aan de orde komen met als gezamenlijke doelstelling het streven naar een optimaal re sultaat van de telers - ver meerderaars. Via deze kommissie kan wor den deelgenomen aan het landelijk overleg over deze zaken in een reeds funktione- rende Centrale Coördinatie kommissie waar ook de vej- trouwenskommissies elkaar ontmoeten. d) Betrokkenheid telers en kwekers handelaren bij het Landbouwkun dig onderzoek Via de programma advieskom missie (P.A.C.) waarin onder an dere telers, landbouwschap, kwe ker/handelaren, onderzoekinsti tuten en Ministerie van Land bouw zitting hebben, heeft het be drijfsleven volledig inspraak bij de samenstelling en de uitvoering van het landbouwkundig onder zoek met betrekking tot de gras zaadteelt. In gezamenlijk overleg worden de prioriteiten ten aanzien van dit onderzoek vastgesteld. e) Jaarlijkse publikatie van zaadop brengst per ras met de bedoeling om ook dit aspekt dat, naast de overige kontraktvoorwaarden, een duidelijke rol speelt bij de rentabiliteit van de teelt, voor de teler zichtbaar te maken. Op grond van het voorgaande kunnen we stellen dat deze kon- traktteelt toch wel een maximum aan openheid geeft in de verhou ding tussen de kontraktpartners. Een heel positief aspekt van de graszaadteelt mijns inziens. Binnen het moderne bouwplan heeft de graszaadteelt een zeer positieve funktie. Naast deze in direkte waarde kan het zichtbare financiële resultaat zich door de jaren heen meten met het gewas wintertarwe. Het kontrakt is om kleed met veel zekerheden en grote openheid. Als grootste van de kleine gewas sen blijft de graszaadteelt volop in de belangstelling. Op veel bedrij ven heeft het graszaadgewas een vaste plaats verworven. Op de volgende aspekten van deze teelt willen we wat dieper ingaan: Verdient graszaadteelt een plaats in het bouwplan? Is de teelt financieel aantrek kelijk? Op welke basis berust deze kontraktteelt? zien. Het veldbeemd gaat in 1981 in oppervlakte terug en het reeds eerder besproken Italiaans raaigras. is door de ongunstige markt voor dit artikel inmiddels teruggevallen van bijna 3.000 ha in 1978 tot minder dan 1.000 ha in 1981. P. Berkhouwer Cebeco-H andelsraad verbruiksperioden van bijvoorbeeld de graszaadmengsels. Deze, en ande re, marktbeïnvloedende faktoren gel den uiteraard niet alleen voor de graszaadmarkt. Wanneer in de komende weken de bouwplannen voor 1981 vastere vormen gaan aannemen dan is daarbij de keuze van het zaaizaad een aspekt dat bepalend kan zijn voor de komende oogst. De keuze van het beste ras en het beste door de N.A.K. gekeurde zaaizaad is immers de basis voor ieder akkerbouwbedrijf De akkerbouwer kan zijn keuze maken uit een goed rassenpakket. Arealen zomergranen Bij het bestuderen van de C.B.S. areaalcijfers van de laatste 10 jaar van de verschillende zomergranen, valt het op dat de teruggang van deze gewassen in Nederland toch wel erg snel is gegaan. In onderstaande tabel worden de arealen van 1970 en 1980 ter vergelijking weergegeven. Oppervlakte zomergranen in ha 1970 1980 Zomergerst 96.400 41.100 Zomertarwe 37.200 14.100 Haver 55.500 18.100 Zomergranen noodgewas in Nederland? Door een vermindering van het areaal met een kleine 116.000 ha, in een periode van 10 jaar, zijn boven genoemde gewassen in de groep kleinere akkerbouwgewassen be land. De belangrijkste terugloop vond plaats bij het gewas zomergerst. In het bijzonder op de lichtere gronden heeft zomergerst plaats moeten ma ken voorsnijmais. In de kleigebieden heeft wintergerst een deel van het zomergerstareaal overgenomen. Bij de tarwetelers krijgt wintertarwe de meeste belangstelling, gezien de hogere hektare-opbrengsten. In ja ren dat men onvoldoende wintertar we kan zaaien wordt een beroep op zomertarwe gedaan. Haver heeft in ons land de grootste oppervlakte moeten prijsgeven. In 1962 werd van dit gewas nog ca. 120.000 ha verbouwd. In die tijd was haver één van de belangrijkste graangewassen in Nederland. In een periode van nog geen twintig jaar is dit gewas bijna tot eentiende gere duceerd. Zomertarwe De oppervlakte zaaizaadvermeerde ring van de belangrijkste zomertar- werassen, die in 1980 te velde zijn goedgekeurd, is als volgt: Zomergerst Hieronder een overzicht van de be langrijkste rassen die in 1980 door de N.A.K. zijn goedgekeurd: Ras ARAMIR ATEM DIVA GEORGIE HAVILA MAZURKA MENUET TRUMPF Ha 502 356 65 86 255 171 355 292 Voor het Zuidwestelijk kleigebied zijn de brouwgerstrassen TRUMPF en MENUET de meest gezaaide soorten. Haver Ook van zaaihaver is voldoende ge- G.D. van der Kuyl Koninklijk Kweekbedrijf en Zaadhandel D.J. van der Have B.V. produceerd. Uit onderstaande rassen kan een keuze worden gemaakt. Ras Ha ALFRED 156 ASTOR 47 DU LA 190 GAMBO 296 LEANDA 248 PERONA 56 Ras ADONIS ARKAS BASTION KASPAR MELCHIOR SICCO STRATOS Ha 112 118 167 55 243 90 105 STRATOS zomertarwe is in 1981 voor het eerst op de Rassenlijst ge plaatst. Uit bovengenoemde cijfers blijkt dat er voor de zomertarwete- lers een goede keuze is te maken. Bij de handelsgewassen, zoals blauwmaanzaad en karwij, zijn er geen problemen te verwachten met de zaaizaadvoorziening. De geteelde oppervlakte karwijzaad is in 1980 volgens de C.B.S.- gegevens uitgebreid tot 2.875 ha. De belangstelling voor de teelt van blauwmaanzaad is vanwege de lage prijzen tot een minimum gereduceerd en bedroeg in 1980 slechts 242 ha. Toch schijnt de interesse voor de verbouw van blauwmaan zaad weer wat te herleven nu gebleken is dat de goedkope importen uit Oosteuropese landen tot stilstand zijn gekomen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 31