Nabeschouwing demonstratie "ophogen
van tomatenplukpaden"
D e belangrijkste doelstelling van
een goed rondliggend pad is tegen
gaan van struktuur bederf. Zodra er
piasvorming optreedt ontstaat er snel
struktuurbederf, waardoor geen
goede luchtverversing meer mogelijk
is. Hierdoor kan er zuurstofgebrek in
de grond ontstaan waardoor groei-
stagnatie kan optreden.'
Samenvatting
Een appel als
tussendoortje
Doelstelling
Opwerken met tweewielige
trekkers
Opwerken met vierwielige
trekkers
Vollegronds-
groenten: minder
kilo's.hogere prijzen
O p 14 november werd in Dongen een demonstratie gehouden over het
ophogen van plukpaden bij tomaten. Om deze demonstratie mogelijk te
inaken was door de gebr. Sprangers uit Dongen een kas van 5.000 m2
beschikbaar gesteld, waarin een 7-tal verschillende hulpmiddelen en
werktuigen werden getoond voor het ophogen van tomatenplukpaden.
De demonstratie was georganiseerd door Kring Midden-Brabant van
de Tuindersvakbond in samenwerking met het Konsulentschap voor de
Tuinbouw te Tilburg en het C.B.A. te Wageningen. Gezien de 150
bezoekers, bleek wel dat er behoefte bestond bij de tomatentelers om
alles op dit gebied eens naast elkaar te zien werken.
Doordat het pad droger blijft kan er
ook gemakkelijker worden gewerkt
bij de oogst- en verzorgingswerk
zaamheden. Daarom is het wenselijk
dat de tomatenplukpaden voor de
start van de teelt zo'n 10 a 12 cm
worden verhoogd en rondgelegd.
Kan men bij deze bewerkingen nog
een plantgeul of plantgaten maken,
dan wordt de arbeid voor het boren
van plantgaten teruggebracht of
komt dit te vervallen. Bovendien
geeft dit nog een beter rendement
van het water, vooral bij het aangie
ten.
1
Er werd gedemonstreerd met een
3-tal tweewielige trekkers waarvan er
Kombinatie van eggerol, vijzel, dia-
bool, aandrukrol en pennen voor het
maken van plantensleuven
In één werkgang spitfrezen, ophogen
van plukpaden en plantgaten maken.
Een idee van loonwerkbedrijf J.P.
Houtepen
2 uitgerust waren met een vijzel en l
met een tweetal schijven.
Firma Oerlemans BV uit Deurne
demonstreerde met de machine van
Koppert uit Bleiswijk. Het is een
tweewielige trekker met een vijzel
van l .40 m, waarmee de grond
naar de plukpaden wordt gewerkt,
en met een gladde rol wordt aange
drukt. De diepteregeling is instelbaar
met de rol. Het ophogingseffekt was
goed. Het nadeel van deze machine
was, dat het de grond te fijn sloeg en
de wielen te breed stonden.
De gebr. Sprangers uit Dongen
werkten met een vijzel van 90 cm
breed achter de tweewielige trekker.
Deze kombinatie wordt geleverd
door A. van Vüren uit Sprang Ca-
pelle. Het ophogingseffekt was goed
nl. 12 cm meteen voldoende diepe
"plantgeul".
Rijsnelheid is 3 km/uur en de
diepte is instelbaar door middel van
het steunwiel. Een nadeel van deze
machine is dat men achteruit moest
lopen. Met een betere afschermkap
boven de vijzel moét het mogelijk
zijn om vooruit te kunnen werken.
Gebr. v.d. Wiel uit Drunen demon
streerde een tweewielige trekker
waaraan beide zijden een schijf was
Konsulentschap voor de Tuinbouw -
Tilburg
L. v.d. Bosch - W. van Mullem
geplaatst, voor het omhoog brengen
van de grond en 2 wielen om de
grond aan te drukken. De werk-
breedte is 100 cm en het opho
gingseffekt 7 8 cm. De extra be
werkingen met de 2-wielige trekkers
voor het ophogen van de paden ver
gen zo'n 10 uur per ha.
De vier methoden voor het ophogen
werden getoond in kombinatie met
het spitfrezen.
Dhr. A. Chantrel uit 's-Gravenmoer
demonstreerde met twee schijven
achter de spitfrees. De werkbreedte is
90 cm en het ophogingseffekt 10 a 12
cm. De schijven zijn goed instelbaar
qua breedte, diepte en schuinte. De
leverancier is gebr. Gosens uit Gilze.
De rondlegging zou verbeterd kun
nen worden door een grotere diame
ter van de schijven. Na de demon
stratie werd nog gewerkt met een
"sleepketting" achter de twee schij
ven, hetgeen een prima resultaat gaf.
Het plukpad kwam nu egaal rond te
liggen.
De gebr. Goos uit Dongen lieten het
effekt zien van twee vorentrekkers
achter de spitfrees. Deze waren be
vestigd tussen spitfrees en tegen de
verkruimelrol, op een verstelbare af
stand. De diepte is middels de ver
kruimelrol instelbaar. Met dit sys
teem wordt het plukpad niet ver
hoogd maar wordt alleen een
Het ophogen van de plukpaden mid
dels een vijzel achter de tweewielige
trekker
"plantgeul" getrokken. Hierdoor
ontstaat tijdens de teelt toch wel een
iets rondliggend pad.
Het loon- en plantenkweekbedrijf P.
Houtepen uit Prinsenbeek demon
streerde met een vijzel achter een
S.B.O. spitfrees.
In dezelfde werkgang werden ook
plantgaten gemaakt. De vijzel van
1.50 m breedte zorgde voor een op
hogingseffekt van 12 a 15 cm. Achter
spitfrees en vijzel was een plantga-
tenmaker bevestigd, werkend met
een excentriek.
De plantgaten werden op 30 cm af
stand geslagen. Het is hierbij moge
lijk om op 60 cm afstand in het ver
band te planten. Met deze kombina-
Het ophogen met instelbare schijven
achter de spitfrees
tie is het mogelijk om in één bewer
king de grond plantklaar te leggen.
De demonstrateur en leverancier
Imants BV uit Reusel toonde ook een
vijzel achter de spitfrees met daar
achter een diaboolvormige rol. Hier
bij was de verkruimelrol over een
breedte van 90 cm vervangen door een
vijzel, die de grond naar het midden
bracht. Het ophogingseffekt is in
stelbaarvan 10 tot 15 cm. Naast de
diaboolvormige rol, die voor een sterk
aangedrukt rondliggend pad zorgde,
zijn twee sleepijzers gemonteerd voor
het maken van een "plantgeul".
De demonstratie gaf een leuk overzicht van enkele bekende en
nieuwe hulpmiddelen voor het ophogen van tomatenplukpaden.
Belangrijk is dat een goede bolronde rug wordt verkregen, dat de
grond niet te fijn wordt gemaakt en niet te sterk wordt aangedrukt.
De hulpmiddelen achter de tweewielige trekker vragen een extra
"vermoeiende" bewerking na het spitfrezen die zo'n 10 uur per
10.000 m2 vraagt. Voordeel is echter dat met vijzels of schijven er bij
een tweewielige trekker geen "bijwerk" meer overblijft. Als de
tweewielige trekker niet voor andere bewerkingen wordt gebruikt
blijft dit een behoorlijke extra investering.
Hulpmiddelen achter de vierwielige trekker hebben als voordeel
dat het ophogen van de plukpaden in een werkgang met het spit
frezen wordt uitgevoerd. Nadeel blijft het handwerk wat overblijft
^tegen de kasgevels. Zowel het gebruik van instelbare schijven (wel
in kombinatie met bijv. een sleepketting) als een vijzel met een
diaboolrol levert goed werk. De meeste besparing leverde natuur
lijk de kombinatie van P. Houtepen uit Prinsenbeek waarbij in een
werkgang wordt gespitfreesd, rondgelegd en plantgaten gemaakt.
Voor de individuele tuinder is deze methode vrij duur maar wellicht
een leuke ontwikkeling voor het loonbedrijf.
Het vers binnenlands verbruik van
appelen in Nederland daalt de laatste
jaren. Van rond 25 kg per persoon in
'75/'76 naar goed 20 kg in het seizoen
'79/'80. In diezelfde tijd is het totale
vers fruit verbruik vrij konstant rond
de 67,5 kg per persoon gebleven. Het
aandeel van appelen daalde dus en
wel van 37 naar 30%.
In plaats van appelen is men de
laatste jaren dus ander fruit gaan
eten maar niet meer fruit. De fruit-
soorten die we de laatste 5 jaar meer
zijn gaan eten, moeten we niet zoe
ken bij het z.g. uitheemse fruit (ci
trusvruchten en bananen) maar wel
bij fruit dat op ongeveer onze breed
tegraad geteeld kan worden. Te
denken valt aan perziken, druiven,
kiwi's e.d.
Wel meer importappelen
De verminderde belangstelling van
de Nederlandse konsument voor ap
pelen geldt niet voor het importpro-
dukt. De totale verse konsumptie van
importappelen is in een paar jaar
tijds gestegen van nog geen 70' naar
100.000 ton. In gezien is dat een
stijging van 19 naar 38%. Dit proces
voltrok zich ondanks het feit dat er
de afgelopen twee seizoenen volop
Nederlandse appelen beschikbaar
waren.
(Markt-Info PGF)
De teler van vollegrondsgroenten
haalde in 1980 van een 3,5% kleiner
areaal, 1% minder produkt. De oogst
per ha was dus gemiddeld ruim 2%
groter. Met name de natuursla, de
vollegrondsaugurken en de bonen en
erwten gaven abnormaal weinig ki
lo's. In mindere mate was dat het ge
val met de peen, de spinazie, de knol
selderij, de herfst- en bewaarkool en
de uien.
Dat werd echter goeddeels gekom-
penseerd door een goed beschot bij
de prei, het witlof, de asperges, de
bloemkool en de boerenkool.
Uit het feit dat de totale vollegrond-
sproduktie met 1% toenam, terwijl de
veilingaanvoer met 8% steeg, blijkt
wel dat juist die produkten die over
wegend niet geveild plegen te wor
den het lieten afweten: de grote in
dustriegroenten en de uien.
Maar het werd allemaal meer dan
goed gemaakt door de prijzen. Het
kleinere aanbod ontmoette een gro
tere vraag. Bracht de sluitkool in de
eerste helft van het kalenderjaar nog
70% minder op dan een jaar tevoren,
in de tweede helft van datzelfde jaar
was het andersom: +47%. Bij het
witlof was dat resp. -40% en +24%,
bij de spruiten -46% en +5% en bij
de prei -55% en +26%.
De uienprijzen waren in 1980 an
derhalf a tweemaal zo hoog al§ in
1979.
Marktinfo P.G.F.
17