Steun bij experimenten
met energiebesparing
Wormen op
luchtfoto's
H et Ministerie van Ekonomische
Zaken heeft al enige tijd een demon
stratieregeling. Ondernemers die een
energiebesparingsprojekt willen rea
liseren dat nieuw is, - dus nog niet
eerder in Nederland toegepast - kun
nen op de regeling een beroep doen.
Het projekt moet een demonstratief
karakter hebben, dus navolgbaar zijn.
Er moet een behoorlijke energiebe
sparing worden bereikt, in relatie tot
de benodigde investering. Kleine pro
jekten, namelijk met investeringen
beneden de 12.500,— komen niet
in aanmerking.
H et is bekend dat voor 1980 en
1981 de overheid een bijdrage van to
taal 35 min gulden beschikbaar heeft
gesteld voor het stimuleren en on
dersteunen van een energiebespa-
ringsbeleid in de glastuinbouw. Uit
deze pot is ook een bedrag van glo
baal 2/2 min gulden gereserveerd voor
de ondersteuning van experimenten,
zogenaamde geavanceerde projekten.
Het gaat hierbij om een subsidie in
de extra investeringskosten die mef
het projekt gepaard gaan. Van een
zelfde projekt kunnen één of enkele
objekten worden gesteund. Dat kan
afhangen van b.v. toepassing bij ver
schillende gewassen of regio's.
De bijdrage is o.a. afhankelijk van de
perspektieven t.a.v. energiebespa
ring, de navolgbaarheid, de risiko's
van het projekt etc. Globaal geno
men zal de bijdrage liggen rond de
25% van de extra investeringskosten.
Een hogere bijdrage is niet uitgeslo
H et bedrijfsleven heeft zelf zijn
taak ook goed begrepen. Behalve de
zekerstelling van het bedrijfsverlies
van het Denarkasprojekt middels een
eigen bijdrage is er voor 5 jaar een
eigen Energiebesparingsfonds inge
steld. De gelden komen deels uit een
heffing op het areaal en deels via het
Produktschap voor Siergewassen.
Dit fonds is vooral bedoeld voor het
ondersteunen van experimenten en
van aanvullende onderzoekprojekten
die in het normale onderzoekpro
gramma niet aan bod komen. Voor
beide onderwerpen geldt dat er een
direkte relatie moet zijn met energie
besparing in de glastuinbouw.
Financiële ruimte
Ir. U. Geling
Voor goede projekten is geld beschikbaar
Ministerie van Landbouw
en Visserij
Landbouwschap
Koördinatie
De noodzaak tot energiebespa
ring maakt vindingrijk. Opeens
komen vele goede ideeën op tafel.
Door de energieprijsstijging is
besparen zo'n harde zaak gewor
den dat hiermee snelheid geboden
is.
Vele bedrijfsgenoten en toeleve
rende bedrijven zijn dan ook aan
het experimenteren geslagen. Ex
perimenteren met en zoeken naar
energiebesparing is een goede
zaak die moet ondersteund wor
den, zeker als het gaat om experi
menten die door individuele on
dernemers op hun bedrijf worden
uitgevoerd. Zij nemen grotere of
kleinere risiko's waarvan de ge
hele bedrijfstak kan profiteren.
Het kan anderen afhouden van
ondoordachte investeringen
waarmee grote risiko's gepaard
gaan. Op drie plaatsen bestaat de
mogelijkheid om een ondersteu
ning van een experiment te krij
gen. Bij welke van de drie, dat
hangt van een aantal aspekten af.
Hier volgt een korte beschrijving
van de mogelijkheden die er zijn.
De projektleider van Denarkas L. Koop bij de registratiekast die door middel
van een meet- en regelset precies vaststelt hoeveel gas in de kassen wordt
verbruikt
In alle drie fondsen zit financiële
ruimte. Die mag worden benut voor
goede projekten. Bij alle fondsen
geldt dat er geen recht op een bijdra
ge bestaat. Alle aanvragen zullen op
individuele basis beoordeeld worden.
Dat er wel eens projekten moeten
worden afgewezen mag geen belem
mering vormen om dan maór niet
aan te vragen. De energieproblemen
zijn er en de fondsen om experimen
tele projekten te stimuleren zijn er.
Maak van deze fondsen gebruik om
een bijdrage aan de oplossing van de
energieproblemen te geven. Het zijn
kollektieve middelen om individuele
projekten te helpen maar dit moeten
projekten zijn waar grote groepen
van bedrijfsgenoten profijt van kun-
nen trekken.
Voor alle projekten geldt dat men op
de investeringen ook de WIR-pre-
mies kan verkrijgen; zowel de basis
premie, de kleinschaligheidspremie
als de energietoeslag. Deze premies
moet men op de gewone wijze aan
vragen, zoals in de WIR is omschre
ven.
Het mislukken van een projekt moet
niet negatief benaderd worden. Het
kan het totale bedrijfsleven een hoop
ellende besparen.
„Twee jaar geleden kwam er ie
mand met luchtfoto's bij me en
die vroeg me: wat zitten daar toch
voor gekke strepen op uw per
ceel?"
Dit vertelde de bedrijfsleider van
een proefbedrijf in de Flevopol-
ders aan ir. M. Hoogerkamp van
het Centrum voor Agro-biolo-
gisch Onderzoek (CABO). Hoog
erkamp was betrokken geraakt
bij een typisch probleem van de
nieuwe polders: er komen in de
polders van nature geen regen
wormen voor.
Ongeveer zes jaar geleden zijn
regenwormen uitgezet op ver
schillende plaatsen in de polders.
Het gras stond er slecht bij, de
koeien trokken bij het grazen
plukken gras uit de grond en er
groeide veel onkruid. Men kwam
tot de conclusie, dat het totaal
ontbreken van wormen wel eens
een belangrijke factor kon zijn.
Later ontdekte men, dat de plek
ken, waa regenwormen uitgezet
waren, op warmtegevoelige
luchtfoto's als donkere strepen
konden worden teruggevonden,
d.w.z. dat deze plaatsen kouder
waren dan de rest van het land. 's
Nachts bleken dezelfde plekken
licht te zijn op foto's, d.w.z. war
mer dan de rest.
Als er geen wormen in de bodem
zitten heeft de graszode een slecht
contact met de ondergrond.
Temperatuurschommelingen
tussen dag en nacht worden dan
nauwelijks afgezwakt. Uil onder
zoek van de bodem is nu geble
ken dat de wormen op de plekken
die de luchtfoto's tonen het pro
fiel veranderd hebben. Ze heb
ben gezorgd voor een menging.
Het bodemprofiel heeft daardoor
veel betere eigenschappen gekre
gen.
Wat de verklaring precies is?
„Dat moeten we volgend jaar
eens uitzoeken. Ik hoop, dat we
dat met verschillende vakgroepen
van de Landbouwhogeschool sa
men kunnen doen. Het lijkt een
onderwerp dat ook studenten wel
zal aanspreken", aldus Hooger
kamp.
(Uit: Nieuws uit Wageningen)
Per onderwerp komt slechts één pro
jekt in aanmerking.
De bijdrage kan 25% van de extra
investeringskosten zijn als subsidie
en 25% als krediet tegen zachte
voorwaarden (5% rente). De beoor
deling geschiedt door het betreffen
de Ministerie. Aanvragen moeten
worden gericht tot de Direktie Alge
meen Energiebeleid van het Minis
terie van Ekonomische Zaken, Be-
zuidenhoutseweg 30, 2594 AV Den
Haag.
De aanvrager moet een omschrijving
van het projekt, een kostenraming,
tekeningen en een besparingsbere
kening bijsluiten.
Het Denarkas-projekt heeft uit deze
pot een subsidie en krediet gekregen,
zo ook projekten op het benutten van
afvalwarmte, kunststofkasbedek-
king, infrarood etc.
ten. Wel zal in het algemeen het
areaal waarop het experiment be
trekking heeft beperkt worden tot
3000 a 4000 m2 per objekt.
De beoordeling geschiedt door over
heid en bedrijfsleven samen.
De aanvragen moeten zo goed mo
gelijk omschreven worden, dus met
bijsluiten van tekeningen, investe
ringsbegroting en berekeningen van
het besparingseffekt en kunnen wor
den ingediend bij de Direktie Ak
kerbouw en Tuinbouw, Ministerie
van Landbouw en Visserij, Bezui-
denhoutseweg 73, 2594 AC Den
Haag.
Een aantal infrarood projekten en
twee projekten met warmtepompen
hebben een principiële goedkeuring
gekregen.
Per jaar komt er ongeveer
400.000,— in dit fonds dat begin
1980 operationeel geworden is. Een
eerste serie projekten heeft een
goedkeuring gekregen. Het gaat
hierbij om 7 projekten met een totale
bijdrage van 70.000,— aan subsi
die. Er zitten nog een tiental projek
ten in de pijp waarvan er zeker ook
een aantal in aanmerking komen.
Daarnaast is gedurende 5 jaar aan de
overheid een toezegging gedaan om
2 energiebesparingsvoorlichters op
fifty-fifty basis te betalen. Dit kost
zo'n 80.000,— per jaar.
De eerste rij projekten was beperkt
tot het voorkomen van warmtever
liezen. Nu is de doelstelling ver
ruimd, n.l. tot alle direkte energie
besparing in de glastuinbouw.
De bijdrage ligt globaal tussen 20%
en 30% van de extra investeringskos
ten en is afhankelijk van de risiko's,
de navolgbaarheid, het energiebe-
sparingseffekt etc. Per objekt zal er
een beperking tot max. 4000 m2
worden toegepast.
Uit het bovenstaande blijkt al dat het
in principe om de bijdrage in de ex
tra investeringen gaat. Ontwikke
lingskosten komen niet in aanmer
king.
De bijdrage kan - voor hetzelfde ob
jekt - gericht worden op enkele be
drijven.
Voorstellen gericht op bestaande
kassen hebben de voorkeur doch
projekten samenvallend met nieuwe
kassen zijn niet uitgesloten. De aan
vragen moeten gericht worden aan:
Energiebesparingsfonds. Land
bouwschap, Raamweg 26, 2596 HL
Den Haag.
Ook hier geldt dat een goede be
schrijving, tekeningen en berekenin
gen voor de beoordeling noodzake
lijk zijn.
De beoordeling geschiedt door over
heid en bedrijfsleven samen, waarna
het Landbouwschap het formele be
sluit neemt.
W ellicht dat sommige lezers zul
len konkluderen dat er weer langs el
kaar heen gewerkt wordt. Dat is ech
ter schijn. Er is bij de beoordeling van
alle drie de mogelijkheden een goed
overleg tussen de overheid en be
drijfsleven. Als er ergens een aan
vraag binnenkomt dan wordt bezien
of deze ergens anders ondergebracht
kan worden wanneer de ontvangende
instantie er niet op in kan gaan. Ge
brek aan koördinatie behoeft dus niet
gevreesd te worden. Ten overvloede
dient nog eens duidelijk gesteld te
worden dat zo'n projekt echter
slechts éénmaal een bijdrage krijgt.
Voor alle fondsen gelden enkele
voorwaarden.' De projekten moeten
uiteraard uitgevoerd worden zoals ze
aangevraagd zijn.
Men moet de voorlichting op zijn
bedrijf toelaten om het projekt te
volgen en zonodig metingen te laten
verrichten. Bovendien moet men be
reid zijn de ervaringen en resultaten
van het projekt beschikbaar te stellen
aan de voorlichting en aan degene
die de bijdrage geeft.
Veehouder W. Wouters uit Vrouwenpolder bespaart energie door terugwin
ning van warmte bij het koelen van de melk
13