Wettelijke maatregelen om energieconcerns van erf te houden Problematiek jonge agrariër groene draad in C.D.A.-beleid Konsumenten het alternatief van ongewijzigde landbouwbeleid voorleggen Schep zodanige produktie- voorwaarden dat agrarische ondernemer kan blijven Ir. D. Luteijn bepleit: CDA-Tweede Kamerfraktie schrijft NAJK Peter de Koeyer op jaarlijkse studiedag van het Z.A.J.K.: Voorzitter Lokhorst Cebeco-Handelsraad: Hopelijk spoedig besluit modernisering boerenbedrijven De heer Luteijn voorspelt dat het gebruik van agrarische grondstoffen voor energie en chemische produktieprocessen snel een wezenlijke invloed zal gaan krijgen op vraag en aanbod op de wereldmarkt. Op grond van gegevens uit Brazilië en de Verenigde Staten mag nu al worden aangenomen dat binnen een paar jaar tenminste 5% van de wereldproduktie aan suiker zal worden omgezet in alkohol voor gebruik als energiebron. De verschuiving zal ook tot gevolg hebben dat grote energieconcerns en multinationale ondernemingen zullen proberen invloed te krijgen op de agrarische produktie. Luteijn pleitte daarom voor een heroriëntatie en internationalisering van de boerenkoöperaties en voor wettelijke maatregelen die de boer tegen deze ontwikkeling beschermen. Afhankelijkheid onverantwoord Een belangrijk nevenaspekt van de ontwikkeling noemde Luteijn overi gens een verscherping van het wereldvoedselvraagstuk. De nood zaak van de ontwikkelingslanden om in hun eigen voedselproduktie te voorzien zal belangrijk toenemen. Voor de Nederlandse veehouderij en varkenshouderij is verder een be-' langrijke vraag of de stroom van vee- voedergrondstoffen wel zal blijven vloeien, met name waar het gaat om plantaardig eiwit in de vorm van so jabonen. Volgens Luteijn is de bijna totale afhankelijkheid van onze ei witvoorziening van aanvoer overzee zo langzamerhand onverantwoord. Hij pleitte er voor om althans een deel van de plantaardige eiwitten in de EEG te gaan telen. Tegenover dit duidelijke perspektief voor de akker bouw plaatste hij de verwachting dat de vraag naar dierlijke produkten zal teruglopen. Komputer Een heel andere ontwikkeling waar mee de boer te maken krijgt is de voortschrijdende automatisering op basis van mikro-elektronika. "In 2000", zo zei Luteijn, "zullen de komputer en het beeldscherm op het boerenbedrijf even gewoon zijn als de traktor nu". De nieuwe technie ken zullen boer en tuinder ontlasten van routinewerk (melken, voederen, klimaatregeling, oogst- en verpleeg- werkzaamheden) en hem helpen om zijn produktiemiddelen en hulp bronnen optimaal te gebruiken. Verder zal de mikro-elektronika van belang zijn bij de informatiever schaffing naar de individuele boer. Die boer zelf zal, aldus Luteijn, meer een manager moeten worden die be leid voert, regelt, koördineert en zich doorlopend oriënteert op nieuwe ontwikkelingen. Voor het werk zelf zal, behalve van de automatiserings systemen, meer en meer gebruik worden gemaakt van gespecialiseer de arbeid van buiten het bedrijf. De boer van 2000 zal meer achter zijn bureau en in zijn kantoor dan op het land of in de stal te vinden zijn. Financieringsinstituut Misschien wel het grootste knelpunt voor de bedrijfsontwikkeling in de komende jaren noemde Luteijn het vraagstuk van de financiering. Hij zei van mening te zijn dat een deel van het budget van de minister van Land bouw gebruikt zou moeten worden voor het oplossen daarvan. Voor de financiering van de grond zou de georganiseerde landbouw tot de op richting van een eigen gespeciali seerd financieringsinstituut moeten komen. Konkluderend stelde de heer Luteijn dat het uiterlijk van het boerenbedrijf in 2000 geen grote veranderingen zal hebben ondergaan, maar intern zal het er heel anders uitzien. De boer zal er daarnaast zelf voor moeten waken dat zijn belangen in de maatschappij niet naar de achtergrond worden ge schoven. "In de afgelopen drie jaar is onze opstelling in de Kamer gericht geweest op een beleid dat zoveel mogelijk levensvatbare bedrijven in de Land- en Tuinbouw mogelijk maakt, op een sektor waar redelijke inkomensvorming mogelijk is en blijft en waar een fiskaal en sociaal beleid heerst dat recht doet aan de positie van die sektor en aan de mensen die er hun bestaan in vinden". Dit o.m. schrijft drs. P.R.H.M. van der Linden namens de CDA-fraktiekommissie Landbouw aan het NAJK. Een en ander naar aanleiding van de kritische opstelling die het NAJK heeft ingenomen t.a.v. het CDA waar het de opstelling van die partij betrof bij o.m. de behandeling van de Landbouwbegroting. "Met ver bazing £n teleurstelling, zo schrijft de Landbouwkommissie, hebben we het kommentaar van het NAJK, waarin de houding van het CDA on begrijpelijk wordt genoemd en waarin wordt gesteld dat in feite nu voor het eerst aandacht wordt ge- De 8e jaarlijkse studiedag van het Z.A.J.K., die op woensdag 17 de cember in de Caisson plaats vond, is eigenlijk nog lang niet afgerond. Het onderwerp "producent-konsument" heeft evenveel vragen opge roepen als beantwoord. Nu, maar ook volgende week willen we terug blikken op deze voor het agrarische jongerenwerk in Zeeland belang rijke gebeurtenis. De studiedag heeft naast een aantal vragen ook nog een aantal interessante uitspraken opgeleverd die we u niet willen onthouden. In dit artikel beperken we ons tot het inleidingswoord dat Peter de Koeyer. voorzitter van het ZAJK bij opening van de studiedag heeft uit gesproken. Peter de Koeyer wees erop dat men op een studiedag vorig jaar voor wat betreft de bedrijfsaan- passing tot de konklusie was geko- "Het zal voor de ekonomische positie van ons land van niet te onder schatten betekenis zijn, dat de agrarische sektor aan het bedrijfsleven zijn ondersteunende bijdrage ZAL BLIJVEN LEVEREN. Van groot belang hierbij is dat voor boeren en tuinders in de toekomst de pro- duktievoorwaarden zodanig zijn dat het hen mogelijk blijft om als ondernemer te blijven funktioneren". Dit zei voorzitter W.J. Lokhorst van Cebeco-Handelsraad donderdag 18 december j.l. bij de opening van de algemene vergadering van dit concern te Amsterdam. Hij onderstreepte met een reeks cij fers het grote belang van de agrari sche sektor voor onze ekonomie en deed gelijktijdig een beroep op de landelijke overheid en op het bestuur in Brussel tot het doen voeren van een werkelijk communautair beleid. Gezien de teruggang in de ekonomie zei de heer Lokhorst van mening te zijn dat binnen de Nationale Coöpe ratieve Raad overleg dient plaats te vinden over de vraag op welke wijze adviezen en goede diensten kunnen worden aangedragen wanneer één der grote koöperaties in moeilijkhe den geraakt. Dit op basis van onder linge verwevenheid en wederzijdse verantwoordelijkheid. Voor de toe- 14 komstige positie van land- en tuin bouw is naar de mening van de heer Lokhorst een positieve benadering daarvan in de publieke opinie zeer belangrijk en dringend gewenst. Meer informatie zou door moeten dringen naar de algemene dagblad pers, opdat iedere Nederlander zou weten welke belangen in velerlei op zicht ook voor hem zijn gemoeid met een gezonde land- en tuinbouw. Hij besloot zijn openingswoord met te wijzen op hef grote belang dat voor boeren en tuinders in samenwerking, in koöperatie is gelegen,- juist in tij den dat het bedrijfsleven moet funk tioneren op het scherp van de eko nomische snede. men dat het beter zou zijn als er een ander landbouwbeleid kwam dat voor meer boeren een bestaansgrond biedt dan het huidige doet. "Voor dat andere landbouwbeleid is de medewerking van de consumen ten echter noodzakelijk. Zij immers zullen bereid móeten zijn wat meer onze produkten over te hebben, zo dat er uiteindelijk eens iets kan ge beuren aan de kern van onze pro blemen, de nauwer wordende marge tussen kosten en opbrengsten." De laatste jaren zien we zo vervolgde hij een toenemende belangstelling van groepen konsumenten voor onze manier van produceren en het on derhouden van het landschap. Het is onze taak die belangstelling (of be moeienis zoals sommigen het noe men) te benutten en die groepen er van te overtuigen dat handhaving van een bestaande situatie alleen bereikt kan worden als er iets veran dert in de economische vooruitzicht van de boeren. Volgens de ZAJK -voorzitter is het ook nuttig hen te vertellen hoe snel de kosten van de produktie stijgen: het afgelopen jaar 15%. "Als dus de boeren 15% prijsverhoging vragen, vragen zij geen inkomensverhoging maar kompensatie voor gestegen kosten!. Alternatief Het is nuttig hen er dan gelijk bij te vertellen dat 10% prijsverhoging voor de boer nog maar 1%> voor de konsu- ment is. Het is ook nuttig hun het alternatief voor te leggen: Binnen korte tijd een extra stroom WW-ers waar Volvo-car maar een kleintje bij is. Daarnaast de dan onafwendbare grootschaligheid in de landbouw. Die misschien hier en daar onderbro ken wordt door een klein stukje re servaat. Veel zal dat vermoedelijk niet zijn, gezien de financiële situatie bij de overheid. Misschien is dat overigens maar goed ook. Als heel Nederland reservaat was, zou men in andere landen proberen dat gat in de markt op te vullen. En terwijl wij dus een aantal kruiden en veldmuizen zouden proberen te bewaren, zou elders misschien de Europese bison voor goed verdwij nen. Of monidaal gezien, de ocelot, de neushoornvogel of zou er een streep gezet.worden onder de laatste oerang-oetan. Tenslotte vroeg de Koeyer zich af hoe we de relatie producent - konsumenten kunnen veranderen, zodat het eindresultaat voor ons gunstiger uitvalt. En is dat eindresultaat dan per definitie on gunstiger voor de konsument? Be denk daarbij ook dat we soms zelf konsumenten zijn. Denk bv. maar aan veevoer, zaaizaad en pootgoed. "Misschien is relatie geen goed woord. Producenten en konsumenten zijn tot elkaar veroordeeld. De pro ducent is afhankelijk van de waarde die de konsument aan het produkt toe kent. Als verkopers zijn wij verplicht die waarde aan te tonen. En dat is meer dan-een verhaal over kale kost prijsberekening. Dat is een verhaal over een produkt dat tot stand komt in een natuurlijke omgeving. Een produkt van de voortploegende boer. En zo'n boer mag niet uitsterven". Aardappeloogst Polen De Amerikaanse landbouwattaché in Polen verwacht voor dat land dat de aardappeloogst 1980 ongeveer 30% kleiner zal uitvallen dan die van 1979. Geraamd wordt een produktie van bijna 37 miljoen ton, wat ongeveer 25% kleiner is dan vorig jaar en de kleinste oogst sinds de laatste 20 jaar. Het betreft een voorlopige raming, die inmiddels door het Poolse minis terie van Landbouw is teruggebracht tot bijna 30% beneden het peil van vorig jaar. De kleinere oogst zal vooral een na delige uitwerking hebben op de var- kensmesterij op de partikuliere landbouwbedrijven die doorgaans 60% van hun aardappeloogst ver voederen. Op de staatsbedrijven worden de varkens met granen gevoerd, een si tuatie die het land zich uit monetair oogpunt bezien niet of nauwelijks kan veroorloven. schonken aan de problematiek van de jonge agrariër, gelezen. De heer van der Linden schrijft voorts dat de problematiek van de jonge agrariër als een groene draad door het beleid van het CDA loopt. Hij verwijst daarbij om naar de door de CDA ingenomen standpunten in zake de noodzaak van het handha ven van het Europees landbouwbe leid, een produktie en kostenbeheer- sinêsbeleid, een snelle wijziging van de pachtwet m.b.t. beperking van het kontinuatierecht en op de rol die de fraktie heeft gehad bij de bespreking van de wet agrarisch grondverkeer. Ten slotte wordt in de brief verwezen naar het feit dat geen diskussie voor bij is gegaan zonder dat de betekenis van een gezonde agrarische sektor wordt benadrukt en een sektor waarin de jonge agrariër de startkansen ont nomen worden kan geen gezonde zijn. "Onze inzet heeft daar gelegen. Land- en tuinbouw mag op ons blijven rekenen". Wanneer ze deze maand weer in Brussel bijeenkomen zullen de negen ministers van landbouw proberen om het eens te worden over een breed gamma van maatregelen ter stimulering van de modernisering van landbouwbedrijven in de Ge meenschap. De plannen werden in maart 1979 door de Commissie voorgesteld, beogen verbreding van de bestaande wetgeving en houden bijzondere programma's in voor bepaalde pro bleemgebieden in de Gemeenschap. Ze omvatten regelingen voor be- drijfsmodernisering, voor stimule ring van vervroegde bedrijfsverla- ting, verbetering van het optreden van koöperatieve en producentenor ganisaties en voor hulp aan jonge boeren. Bijzondere geïntegreerde ontwikke lingsprogramma's zijn opgesteld voor de eilanden ten Westen van Schotland, de Belgische provincie Luxemburg en het Franse departe ment Lozère. Het pakket bevatte oorspronkelijk een plan voor tien jaar ter ontwikke ling van de landbouw in het Westen van Ierland, dat door de ministers werd goedgekeurd toen ze de prijzen vaststelden voor 1980-1981. Later werden twee bijzondere maa tregelen ten behoeve van Noord-Ier- land opgenomen, de ene voor de graansektor, de andere voor minder begunstigde gebieden. Toen de ministers de voorstellen de ze maand behandelden bleek men algemeen van gevoelen dat onvol doende voorbereiding nog geen be sluitvorming mogelijk maakte. Gehoopt wordt dat de problemen ondertussen uit de weg worden ge ruimd zodat de Gemeenschap het lage niveau van de hulp voor struk- tuurverbetering kan optrekken boven de huidige 1,36 miljard gul den, slechts 2,4% van de totale be groting van de Gemeenschap. (Euroforum)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 14