Aardbeving catastrofe voor boeren
De lelie
D e aardbevingscatastrofe in Zuid-Italië heeft voorlopig - zeker voor
de komende twee jaar - een einde gemaakt aan de produktie van een
enorm landbouw gebied. Zo'n 26.000 vierkante kilometer werden ge
troffen in de gewesten Basilicata en Campania, nabij Napels, meer dan
5.000 mensen, meest landbouwers, en hun gezinnen, vonden daarbij de
dood en 300.000 personen werden dakloos.
E r zal de eerste maanden nog geen
overzicht mogelijk zijn over de ge
volgen van de ramp voor land- en
tuinbouw. De honderden aard
schokken in veertien dagen tijds, na
de gigantische zevenklapper van de
eerste dag, hebben behalve grote
schade zulk een verwarrend beeld
van het enorme gebied (groter dan
de helft van Nederland) veroorzaakt,
dat een inventarisatie van wat er nog
is en wat niet meer, nog wel een jaar
kan duren. En dan zwijgen we nog
maar over de tijd die nog moet ver
strijken voordat de boeren weer op
hun land terug zijn om de eerste
verwoestingen te lijf te gaan.
H et gebied waarom het gaat vormt
daarbij een extra moeilijk element.
H et grote Italiaanse landbouw
probleem was al vóór de aardbeving
gekonfronteerd met een grote vraag:
zou het gunstig of ongunstig zijn als
andere landbouw-producenten lid
zouden worden van de EG? Oud
minister Marcora heeft wat dit be
treft steeds een uitbreiding van de
EG bepleit. Hij vond dat de gevaren
van een konkurrentie niet zouden
opwegen tegen het voordeel van een
gesloten landbouwfront, dat binnen
kort Griekenland en daarna ook
Spanje en tenslotte Portugal zou
gaan omvatten. Marcora vond het
eerder inspirerend dan konkurre-
rend, zo'n landbouwblok.
D e staatslandbouworganisatie
Confagricultura heeft na veel wikken
en wegen dan ook besloten dat een
zeer geleidelijke intrede van de an
dere drie landen de voorkeur ver
dient boven een onmiddellijke toe
lating en die organisatie heeft dan
ook het advies uitgebracht dat Italië
voorlopig zijn vetorecht moet ge
bruiken bij de beslissingen over toe
lating in de EG. En als dan tenslotte
Griekenland door de barrière zal zijn
heengebroken, en later ook Spanje
en Portugal, dan moet het zuidelijke
blok dat dan aan het ontstaan is,
meer aandacht besteden aan onder
linge hulp en aan de opdringende
konkurrentie van Noord-Afrika dan
aan konkurrentie onder elkaar.
D e man was ervan bezeten. Iedere dag zat hij met een flora op z'n schoot waar alle soorten lelies kleurig in
stonden afgebeeld. Z'n vrouw en z'n kinderen had hij er telkens op gewezen: "Zien jullie haar?" Kijk, ze heeft
een paars hart en is geel aan de randen. Wat zou ik die bloem graag hebben". Z'n vrouw had eerst wat
geglimlacht en daarna 'n museum gebeld.Maar de conservator had haar hoofdschuddend uitgelegd dat deze
lelie tien jaar geleden voor het laatst gezien was in Zuid-Australië. "Geen schijn van kans dat u haar ergens
nog bloeiend aantreft", zo stelde hij beslist. Maar de man liet zich niet van z'n stuk brengen. Rijk was hij niet,
maar wat hij had, gaf hij voor zijn ideaal. Hij maakte tot wanhoop van z'n huisgenoten een groot deel van z'n
bezit te gelde, nam een maand verlof en reisde naar Australië.
Hen
T oen stond hij op. "Hoe kan het",
mompelde hij", zo vlakbij, in mijn
eigen tuin en ik heb het niet opge
merkt".
"Zuid-Italië", Europa's armste platteland
Helft van Nederland
Onbruikbaar terrein
Geëvacueerd
Klachten verstomd
Uitbreiding EG
Veto
(van onze correspondent in Rome)
TT oen sneeuw en ijs als nieuwe vi
janden kwamen opdringen, moesten
de bewoners op last van de Italiaanse
regering gaan ontruimen, met
achterlating van de dieren en het
land. Tienduizenden hebben niet
gehoorzaamd, maar zij hebben in
plaats van hun vee de oude familie
leden en de kleine kinderen verloren,
door ziektes als bronchitis en lon
gontsteking; andere duizenden heb
ben evenwel hun koeien doodge
schoten voordat ze naar hun tijde
lijke nieuwe land gingen. De varkens
moesten om andere reden worden
afgemaakt: zij gingen bijten in de
lijken van de slachtoffers.
In plaats van vlak, makkelijk be
gaanbaar terrein, zoals in Nederland,
gaat het om een gigantisch gebied
van steeds wisselende grondsoorten:
vulkanische gedeelten wisselen af
met solide, diepgaande rotsgrond, en
die wordt weer opgevolgd door rus
tige, vruchtbare zandgrond. Die ver
schillende grondsoorten hebben op
de aardbeving dan ook zeer ver
schillend gereageerd. Maar het ge
hele gebied, verwoest of voor zo ver
nog in tact, wordt voor de landbouw
in de komende jaren onbruikbaar
terrein, nu regen, sneeuw en ijs er een
heel vroege entree hebben gemaakt,
terwijl de bewoners geen gelegen
heid hebben het te verzorgen.
Zo zijn akkerbouw, tuinbouw en vee
teelt als de belangrijkste sektoren van
Italië, in het zuiden, nu voor jaren
geblokkeerd, en afgezien van het lot
van de bewoners vraagt iedereen zich
af: hoe zal de ekonomie van Italië
deze tegenslag verwerken?
Een verdere klap werd door de
aardbeving toegebracht aan die an
dere belangrijke bron van inkomsten
in Italië: het toerisme. In de twee
getroffen gebieden zijn juist de laat
ste jaren meer dan duizend hotels
tussen alle boerderijen verrezen om
de sterke toename van het toerisme
het hoofd te kunnen bieden. Deze
nieuwe aktiviteit is nu volledig de
grond ingeboord. Ook de veel oude
re, beroemde toeristen-industrie aan
de kust van Napels, Amalfi en Sor
rento ligt voorlopig geheel stil. Ten
eerste zijn ook in dat gebied talrijke
hotels ingestort, en vervolgens zullen
heel wat van de overgebleven ge
bouwen gereserveerd blijven voor de
geëvacueerde boeren uit het binnen
land.
.A. lie klachten over de landbouw uit
4
Zuid-Italië zijn door dit drama ver
stomd. Het waren klachten over
wanbegrip in Italië's hoofdstad Ro
me, waar de bureaucratie al jaren
lang zich niets heeft aangetrokken
van de olijven- en tomatenproduktie
van het Zuiden en waar het beleid
van de wijnexport, ondanks de grote
aktiviteiten van Giovanni Marcora,
tot voor kort minister van landbouw,
chaotisch verliep. Grotendeels komt
dat door die bureaucratie, door een
ministerie bijvoorbeeld dat uitslui
tend gericht is op het beleid in het
doodarme Zuiden van Italië, maar
dat alles tot formulieren beperkt
heeft gehouden. Zo is Zuid-Italië al
tijd een achtergebleven gebied geb
leven.
Gelukkig is vanuit Brussel en Lux
emburg met algemene stemmen EG-
steun voor deze armsten van alle
EG-boeren toegezegd - nog voor de
aardbevingsramp. Maar deze hulp zal
na de catastrofe wel voor nog drin
gender zaken nodig zijn dan produk
tie en export: met name voor snelle
wederopbouw.
De Italiaanse landbouworganisatie is
het niet hélemaal met de ex-minister
eens. Allerlei redenen spelen een rol
bij de angst voor drie nieuwe land-
bouwpartners (en misschien Malta
dan nog als kleine vierde). Ten eerste
geldt natuurlijk de konkurrentiepo-
sitie, vooral voor wijn, olijven, to
maten en citroenen. Maar verder is
er ook het grote vraagteken, hoe de
waarde van de wankele Italiaanse
Lire zich zal gaan ontwikkelen, ook
ten opzichte van de valuta van de
omringende produktie-landen.
Maar de eerste jaren na de aardbe
ving heeft de landbouw in Zuid-Italië
wel wat anders aan zijn hoofd: wede
ropbouw van de toch altijd al arme
toestanden vanuit de rampsituatie
waarin het land nu gekomen is.
aar aangekomen bezocht hij, ge
wapend met z'n flora, alle leliekwe
kerijen, maar geen enkele kweker
had de bloem ooit gezien. Een pro
fessor die al jaren het leven van vet-
planten bestudeerde, wist te vertellen
dat hij de bloem vijfjaar geleden nog
had zien bloeien op een verlaten ei
land vóór de Japanse kust. De ogen
van de man schoten vol vuur. Zo snel
hij kon pakte hij z'n spullen en reisde
naar Tokio. Op zijn vraag naar het
eiland vertelde men hem somber dat
het slecht te bereiken was. "Het zit
daar rondom vol klippen en de zee is
gevaarlijk", zo meldde de haven
meester". Bovendien is het onbe
woond. Probeer maar een visser zo
gek te krijgen z'n schip en z'n leven
daaraan te wagen. "Maar wanneer
men vecht voor een ideaal is bijna
alles mogelijk. De man vond de vis
ser. Hij betaalde hem een flinke som
en na een levensgevaarlijke tocht
bereikten ze het eiland. Vier uur had
hij de tijd voor de vloed opkwam. Hij
speurde koortsachtig rond, zocht
overal tussen rotsen en onder strui
ken, maar toen het tijd was om te
vertrekken, stond hij nog steeds met
lege handen. Eenmaal aan land nam
hij verkleumd afscheid van de visser.
Tot z'n schrik ontdekte hij dat hij
nauwelijks genoeg geld had voor de
thuisreis en hij bedacht dat z'n
maand verlof al weken was verstre
ken. De man boog het hoofd en reis
de op crediet terug.
t was koud toen hij op Schiphol
aankwam. "Het moet hier winter
zijn", mompelde hij. In de aan
komsthal las hij '23 december'. Hij
viste de laatste tientjes Hollands geld
uit z'n portemonnee en nam de trein
naar huis. Toen hij met z'n koffer
door de beijzelde straten slofte, had
hij eigenlijk al weer spijt. Een ideaal
geeft niemand immers graag prijs.
Toen hij op z'n eigen huisbel drukte,
voelde hij zich een vreemde. Maar
binnen dacht men daar anders over.
Z'n vrouw vloog hem om de hals en
z'n kinderen kraaiden het uit. Hij
moest gaan zitten en vertellen. De
kaarsen werden aangestoken en er
was koffie met kerstkrans. Ze keken
hem aan alsof hij een held was, ze
wilden weten van ieder gevaar, elk
avontuur.
oen hij was uitverteld, stond z'n
vrouw op. "Ik heb hier wat voor je",
zei ze en gaf hem een lang plat pakje.
Door het papier heen las hij de let
ters: 'Plakboek'. "Je moet voorzich
tig zijn. Vouw de middelste bladzij
eens open". De man deed het. En
daar, gevouwen tussen vloeipapier
lag een lelie. Haar hart was niet meer
zo paars als op de plaat in de flora en
haar gele randen waren verbleekt.
Maar de man straalde, z'n ogen
schoten vol. "Dit is nog niet alles",
glimlachte z'n vrouw", ga maar eens
mee, maar doe je jas aan want het is
koud. Ze liepen via het grintpad naar
de achtertuin. Z'n vrouw scheen met
een lamp door de donkere avond. Bij
de ligusterstruiken stond ze stil. Zie
je daar die uitgebloeide stengel?
Daar heeft ze gebloeid. Toen de na
zomer overging in herfst. We konden
je niet bereiken, anders hadden
we...". Maar de man hoorde niets
meer. Hij knielde neer bij de afges
torven plant en tastte haar af tot bij
de wortel. Minutenlang lag hij daar
als in gebed.
Hij draaide zich om en keek in de
lachende ogen van z'n vrouw en
kinderen. Ook die ogen had de man
nooit opgemerkt. "Ik heb meer ge
vonden dan ik zocht", mompelde hij.
"Mijn reis is niet vergeefs geweest,
kom, laten we naar binnen gaan,
daar brand het vuur.
R.E. da Costa