DR. OTTO: "BEPLANTING
VERBINDT LANDBOUW EN
LANDSCHAP"
"5
i
"Rendabel boeren in
beheersgebieden kan
Nieuwe Landinrichtingswet
biedt vele mogelijkheden
Hout ook belangrijke energiebron
Ir. N. Molenaar op Landinrichtingsdag:
"De houtbehoefte in ons land wordt voor 90% door import gedekt. Dit
veroorzaakt een tekort op de betalingsbalans van 3 miljard gulden per
jaar. Op grond hiervan vraag ik mij af, of hier geen kansen liggen voor
een terugkeer binften het landbouwbedrijf - op ekonomische grondslag -
van erfbeplantingen, bomen, singels, houtwallen en kleine bosjes van
snelgroeiende houtsoorten op passende plaatsen. Wellicht zou ook hier
een brug geslagen kunnen worden tussen landbouw en landschap".
Dit o.m. zei dr. W.M. Otto, direkteur-generaal voor Landinrichting,
Grond- en Bosbeheer bij gelegenheid van de konferentie "Grondge
bruik" van de Nederlandse Christelijke Boeren- en Tuindersbond
(C.B.T.B.) in de Reehorst te Lunteren op 11 december 1980.
De direkte verbranding van hout, de
oudste energiebron van de mens, en
in de derde wereld nog steeds de be
langrijkste energiebron, begint bij de
huidige energieprijzen weer aan
trekkelijk te worden. De verbran-
dingswaarde van lm3 droog hout is
gelijk aan die van 200-220 liter olie,
en op niet al te slechte grond is een
houtproduktie van 6 k 8 m3 per jaar
per ha gemakkelijk bereikbaar,
in de landbouw werd tot voor kort de
kostenbesparing vooral gezocht in
arbeidsbesparing. In toenemende
mate zal ook gezocht worden naar
mogelijkheden tot energiebesparing
en energieproduktie. Niet met de"
gedachte, dat hiermee het energie
vraagstuk kan worden opgelost,
maar omdat ook alle kleine beetjes
bijdragen tot vermindering van im-
portafhankelijkheid en tot verbete
ring van de betalingsbalans. Boven
dien gaat het om milieuvriendelijke
en vernieuwbare energiebronnen.
Zo is het Staatsbosbeheer druk bezig
de tijdens de laatste wereldoorlog
bekende houtgasgeneratoren in een
moderne vorm weer nieuw leven in te
blazen. Met een kleine houtvergas
singsinstallatie kan energie gewon
nen worden, zowel direkt via be
staande verbrandingsmotoren als in-
direkt door tussenschakeling van een
elektrische generator.
Andere mogelijkheden zijn vergis
ting van mest en afvalprodukten tot
methaangas en windenergie.
De lagere bevolkingsdichtheid in
verspreide bewoning in het lande
lijke gebied biedt bij uitstek de mo
gelijkheid voor gedecentraliseerde
kleinschalige energie-opwekking.
Struktuurschema Landinrichting
In een ander deel van zijn rede ging
dr. Otto in op een aspekt van de
nieuwe landinrichtingswetgeving nl.
het Struktuurschema Landinrich
ting.
Verwacht kan worden dat dit be
leidsvoornemen van de regering
binnenkort gepubliceerd zal worden.
Op dit ogenblik is het Struktuur
schema Landinrichting het enige
struktuurschema, waarvoor in een
wettelijk systeem, n.l. de Landin
richtingswet, plaats en funktie wordt
geregeld.
Het struktuurschema bevat voor een
Direkteur Beheer Landbouwgronden:
99
Een ekonomische gezonde bedrijfsopzet binnen de doelstellingen van
beheer van natuur en landschap is mogelijk. In de beheersgebieden zal
exploitatie van een landbouwbedrijf met moderne machines en gebou
wen kunnen blijven plaatsvinden. Het gaat er om dat op een deel van
het bedrijf een minder intensieve bedrijfsvoering wordt toegepast.
Dit o.m. zei K. Wassenaar (direkteur Beheer Landbouwgronden van
het ministerie van landbouw) tijdens de algemene vergadering van het
Utrechts Landbouwgenootschap op 11 december j.l. te Woudenberg.
Voor boeren met intensief gevoerde
bedrijven, die moeilijkheden hebben
om hun bedrijfsvoering in beheers
gebieden aan te passen, zijn per 1
januari 1981 bovendien weer moge
lijkheden om via de Grondbank de
bedrijven te vergroten.
Overleg met de streek
Het beheer dient in goed overleg met
de streek plaats te vinden. Bij op
stelling van de plannen moet daar
om, meer dan tot nu toe, op gerichte
wijze kontakt met de streek worden
gezocht. De Stichting Beheer Land
bouwgronden bestudeert momenteel
of overlegkommissies als verbinding
tussen de streek en de advieskom
missies op provinciaal niveau, in dit
opzicht een funktie kunnen vervul
len. Bij beheersregelingen is dit van
belang, omdat er sprake is van om
schakeling naar een wat andersoor
tige landbouw, waarin natuur en
landschap een belangrijk aspekt
vormen. Diverse boeren staat niet
helder voor ogen hoe zoiets binnen
de eigen situatie kan worden gerea
liseerd. Daarom wordt gedacht aan
het opzetten van demonstratie-ob-
jekten, waar boeren kunnen zien hoe
de beheersmaatregelen op een be
drijf uitwerken.
Beheer en planologie
Regelmatig doen zich in de praktijk
vragen voor over de relatie tussen
beheer en planologie. Beide instru
menten dienen elkaar te ondersteu
nen en te versterken. In dit verband
K. Wassenaar
is voorstelbaar dat in het bestem
mingsplan enige bepalingen worden
opgenomen die de basis leggen voor
een verdere uitbouw door middel
van de beheersregelingen.
Bestuurlijk onaanvaardbaar zijn
echter planologische bepalingen
buiten de voorziene beheers- en re-
servaatsgebieden die niet anders
beogen dan eenzelfde situatie te
kreëren als in de beheers- en reser-
vaatsgebieden, zonder dat daar be
heersvergoedingen tegenover staan.
Bovendien past dit niet bij het ka
rakter van gebruiksvoorschriften
zoals die in bestemmingsplannen
kunnen worden opgenomen.
De Relatienota is er juist voor, bij
beperkingen in de agrarische be
drijfsvoering beheersvergoedingen
te verstrekken.
daarin vermelde tijd de hoofdlijnen
en beginselen van het nationale land-
inrichtingsbeleid en geeft in het
bijzonder inzicht in de ruimtelijke
aspekten van dat beleid.
Aldus vormt het de beleidsmatige
achtergrond voor het jaarlijks bij te
stellen voorbereidingsschema dat de
gebieden bevat, waar landinrich-
tingsprojekten worden voorbereid en
inzicht geeft in de aktuele stand van
de voorbereiding. Het is dus niet het
struktuurschema, maar het voorbe
reidingsschema dat als middellange
termijnplan funktioneert.
Landbouw, natuur en landschap
Tenslotte stond de heer Otto stil bij
het spanningsveld tussen landbouw
en natuurbescherming. Hij waar
schuwde beide ervoor elkaar niet te
veel ellende aan te praten.
Het heeft géén zin te roepen, dat de
strijd om de natuur een verloren
achterhoedegevecht is, evenmin
heeft het zin, te klagen dat de land
bouw gewurgd wordt door de na
tuurbescherming. We leven nu een
maal in een dichtbevolkte delta waar
natuur, landschap en milieu, als we
niet oppassen, er onderdoor gaan,
allereerst vanwege de verstedelij
king, de industrie, het verkeer en de
rekreatie, maar ook door bepaalde
ongekontroleerde ontwikkelingen in
de landbouw. Maar omgekeerd is
deze landbouw onmisbaar voor onze
betalingsbalans en werkgelegenheid
en onmisbaar als beheerder van ons
landelijke gebied.
We moeten samen naar praktische
oplossingen zoeken. Bij een ruimte
lijk beleid, zoals voorgestaan in de
Nota Landelijke gebieden, en bij
toepassing van het instrument van de
Relatienota kan in veel gebieden,
waar nu onvrede en onrust heersen,
gewerkt worden aan praktische op
lossingen.
De heer Otto riep de landbouw op,
op bepaalde gebieden zelf initiatie
ven te nemen door kritisch te bezien
welke mogelijkheden er zijn om be
heersvormen voor eigen grondge
bruik na te streven, die - zonder na
delen voor de landbouw - ten op
zichte van natuur en milieu gunstiger
dan wel minder nadelig uitwerken.
Het onderzoek in Wageningen, in
het bijzonder onder leiding van prof.
dr. P. Zonderwijk, heeft in de afge
lopen tien jaren zoveel resultaten
opgeleverd, dat de tijd nu rijp is, om
deze op meer grote schaal in de
praktijk te gaan toepassen.
Tenslotte zit er ook bij het gebruik
van bestrijdingsmiddelen op de ak
kers en weilanden zelf nog zeker
ruimte om tot bepaalde beperkingen
te komen. Hiervoor is dan wel nodig
de resultaten van het onderzoek in
gang te doen vinden in de praktijk.
Een moderne landbouw behoeft hele
maal geen ecologische woestijn te
veroorzaken. Hiermede worden niet
alleen natuur en milieu gediend, maar
vooral ook de landbouw zelf. Als
waardevolle systemen van het na
tuurlijke milieu bij normaal grondge
bruik kunnen worden gehouden of
hersteld, zal er ook minder behoefte
bestaan hiervoor speciaal reservaten
te stichten.
Tijdens de Landinrichtingsdag, die de Kultuurtechnische Vereniging
12 december j.l. te Utrecht had belegd, wijdde ir. N. Molenaar, direk
teur van de Landinrichtingsdienst in zijn inleiding o.m. de nodige aan
dacht aan de betekenis die de Landinrichtingswet voor de praktijk kan
hebben. Zoals bekend, is de ontwerp-Landinrichtingswet, die dient ter
vervanging van de Ruilverkavelingswet 1954, de vorige maand bij de
Tweede Kamer ingediend.
Ir. Molenaar verwacht, dat de Landinrichtingswet voor de langere
termijn vele moqelijkheden in zich bergt. De procedures, die zij omvat,
zijn veelsoortig.
Afhankelijk van de omstandigheden
kan uit deze procedures een keuze
worden gedaan. Deze lenen zich
voor eenvoudige en meer komplexe
projekten, kleinere en grotere, voor
realisering van doeleinden van eni
gerlei aard zowel op agrarisch, als
niet-agrarisch terrein, in meerdere en
mindere mate in kombinatie met el
kaar en al dan niet in kombinatie met
herverkaveling. Daarbij is er keuze
tussen projekten, waarbij de deelne
mers zich vrijwillig verbinden, waar
bij de uitslag van een stemming be
palend is en waarbij een besluit op
bestuurlijk niveau doorslaggevend
is.
In de Wet wordt voorgesteld, dat het
landinrichtingsprogramma een be
schrijving dient te bevatten van de te
verwachten gevolgen van de te ne
men maatregelen en voorzieningen
voor de ekonomische toestand met
inbegrip van de werkgelegenheid, de
leef- en werkomstandigheden, de
natuur en het landschap en de ge
steldheid van water, bodem en lucht.
Deze bepaling beoogt een toetsing
van het programma, teneinde binnen
het kader van de ruimtelijke orde
ning gegeven funktie te kunnen ko
men tot in maatschappelijk opzicht
optimale plannen. Daardoor wordt
dan tevens bereikt, dat de toege
dachte funkties na uitvoering van de
plannen zo goed mogelijk kunnen
worden vervuld.
Als grondslag voor de voorgenomen
waardering geldt ljet rapport van de
werkgroep Herziening Evaluatie
Landinrichtingsplannen (H.E.L.P.)
dat de Centrale Kultuurtechnische
Kommissie (C.C.C.) heeft aanvaard
als vertrekpunt voor de invoering
van een herzien waarderingssysteem
voor landinrichtingsprojekten. Zeer
belangrijk is de hieruit te verwachten
ontwikkeling rond de milieu-effekt-
rapportage.
Het feit, dat een evaluatie in de
Landinrichtingswet wordt voorge
steld voor alle projekten betekent een
voortrekkersrol. Evaluatie als vaste
verplichting voor alle projekten,
heeft voor- en nadelen. Ir. Molenaar
meent dat de voordelen overwegen,
met name door de mogelijkheid van
positieve beïnvloeding van de plan
vorming.
Afgaande op de behoefte aan toe
passing, zowel uit agrarische als uit
niet-agrarische overwegingen, ver
dient de. Landinrichtingswet een
goede toekomst, aldus de heer Mo
lenaar. Voor de toepassing op korte
termijn zijn de thans heersende
maatschappelijke omstandigheden
mede bepalend. In elk geval zal bij
de inwerkingtreding direkt van de
kwalitatieve mogelijkheden kunnen
worden geprofiteerd. Een van de be
langrijkste aspekten daarvan is het
feit, dat de praktische realisering van
voorgenomen niet-agrarische bes
temmingen, ook juridisch gezien,
beter gegarandeerd is. Veel zal af
hangen van de wijze, waarop zowel
de diverse belanghebbenden als de
verantwoordelijke besturen deze
realisering waarderen.
Hoe meer algemene bestemmings
wijzigingen worden aanvaard, hoe
gemakkelijker deze verlopen. Daar
bij kunnen zich, mede afhankelijk
van de objektieve behoefte verschil
len voordoen tussen de provincies.
Het laat zich echter aanzien, dat het
voor toepassing van de mogelijkheid
tot onteigening in veel gevallen ge
wenst zal zijn te beschikken over
gronden ter kompensatie met name
voor hen, die hun bedrijf willen
voortzetten.
Belangrijk daarbij is het ekonomi
sche, sociale en financiële kader,
Ir. N. Molenaar (Foto: Landénrichtinasdienatl
waarbinnen de toepassing van de
Landinrichtingswet plaats moet vin
den.
De laatste tijd heeft de begrotings
post voor aankopen van reservaten,
ook die in het kader van landinrich
tingsprojekten, grote aandacht ge
trokken. De mogelijkheden om bin
nen de gewenste termijn tot aankoop
van de reservaten over te gaan, lijken
verkleind. Bij sommigen leidt dit tot
de reaktie, dat dit zou moeten leiden
tot vermindering van het uitvoerings
programma van landinrichtingspro
jekten. Dit vormt echter geen oplos
sing, omdat zonder dergelijke pro
jekten de vermindering van de waar
den van natuur en landschap binnen
het raam van de vastgestelde funkties
doorgaat, dan wel reeds ver is voort
geschreden, zodat de behoefte aan
reservaatvorming zich evenzeer voor
doet of gaat voordoen, zonder uit
voering van landinrichtingsprojekten,
aldus ir. Molenaar.
BESTEMMINGS
PLANNEN
Vlissingen Vanaf 15 december ligt
gedurende een maand ter inzage het
vastgestelde bestemmingsplan
"Lammerenburg". Zij die tijdig be
zwaren hebben ingediend bij de ge
meenteraad kunnen bezwaren in
dienen bij G.S.
Tevens ligt gedurende bovenge
noemde termijn ter inzage het vast
gestelde bestemmingsplan "Riool
waterzuivering". Zij die tijdig be
zwaren hebben ingediend bij de ge
meenteraad kunnen bezwaren in
dienen bij G.S.
Als laatste ligt gedurende bovenge
noemde termijn ter inzage het ont
werp van de 3e planverandering van
het bestemmingsplan "Bloemen-
laan". Bezwaren kunnen worden in
gediend bij de gemeenteraad.
Axel Vanaf 12 december ligt gedu
rende een maand ter inzage het ont
werp van de eerste herziening van
het bestemmingsplan landelijke be-
bouwingskonsentraties. Bezwaxen
kunnen worden ingediend bij de ge
meenteraad.
Tevens ligt gedurende bovenge
noemde termijn ter inzage het ge
deeltelijk goedgekeurde bestem
mingsplan "Smitschorre". Zij die tij
dig bezwaren hebben ingediend, zo
wel bij de gemeenteraad als bij G.S.
kunnen beroep instellen bij de
Kroon.
Kapelle Vanaf 8 december ligt gedu
rende een maand ter inzage het ge
wijzigd vastgestelde bestemmings
plan "Eliwerve, 1c planvëriinoe-
ring". Zij die bezwSrefi hebben tegen
de wijziging kunnen bezwaren in
dienen bij G.S.
13