Goede voorbereiding aspergeteelt van groot belang VOOR UW VROEGE AARDAPPELTEELT GLORIA HETTEMA ZONEN B.V Samenvatting T ot de voorbereidingen behoren Elektrostatisch bespuiten van gewassen Principe-akkoord over c.a.o.-Bloembollen- bedrijf 1980-1981 Voorbereidingen WatU NODIG heeft is het primeur ras De Ras eigenschappen van de GLORIA worden als volgt omschreven: Vraag prijsopgave via Uw leverancier, of rechtstreekse verkoop bij: Postbus 9 WEHE DEN HOORN 05957-2005 Asperge is een meerjarige teelt, waarbij tekortkomingen en na latigheden bij de aanplant zich wreken tijdens de gehele levens duur van 10 jaar. Een goede voorbereiding is daarom gewenst, waarbij grond, bemesting, grondbewerking, rassen en plantkwa- liteit een belangrijke rol spelen. U kunt beter de aanplant een jaar uitstellen dan dat U door tijdgebrek belangrijke zaken achterwege moet laten of niet meer kunt beschikken over goede rassen van hoogwaardige kwaliteit. Van de andere rassen is bekend dat ofwel de produktie of de kwaliteit achterblijft bij de voornoemde num mers 18 en 26 en met de nieuwko mers moet eerst wat meer ^ervaring worden opgedaan. Waarschuwing. Nu het plantmate- riaal van nummer 26 uitverkocht en van het ras nummer 18 schaars is, moet U er voor waken dat U toch planten krijgt van hoogwaardige kwaliteit en wees voorzichtig met andere rassen. Stel dan liever de aanplant een jaar uit. Immers, wat in het begin van dit artikel staat, geldt ook voor rassen en plamtmateriaal. Tekortkomingen of nalatigheden nu werken door in de latere jaren. Kweekgrasbestrijding. Indien er kweek in het perceel voorkomt waarop U asperges gaat planten, moet U zorgen dat deze vernietigd is vóór de aanplant. Vooral het eerste jaar is het moeilijk de kweek te be strijden, omdat dan de planten in een geul staan, waardoor schoffelen erg wordt bemoeilijkt. De kweekbestrij- ding kan worden uitgevoerd met één van de volgende middelen: 5 - 7 kg Amitrol 75%; 16 - 20 ltr Amitrol/t- hiocyanaat; 4 - 6 ltr Roundup. Deze middelen geven de beste be strijding als zij in de herfst worden toegepast op aanwezig onkruid. Zou Uw grond niet aan al deze eisen voldoen, dan kan deze misschien door verbeteringen aan te brengen beter geschikt te maken zijn. Zo kunnen b.v. storende lagen verbro ken worden of gronden die van na ture een dun bewortelbaar dek heb ben door een diepere grondbewer king dieper bewortelbaar gemaakt worden. Gronden die te hoog in het grondwater liggen, kunnen bijvoor beeld door drainage toch geschikt worden gemaakt. Als U zelf twijfelt of de grond wel geschikt is of als U niet weet welke grondbewerking het beste is en tot welke diepte deze be werkt moet worden, laat dan Uw grond door de bodemdeskundige van het Konsulentschap voor de Tuinbouw bekijken, hij kan U daar bij van advies dienen. Bemestingsonderzoek. Om te weten te komen welke meststoffen en in welke hoeveelheden ze toegediend moeten worden, is het van belang dat er een grondmonster wordt gestoken. Aan de hand van de cijfers op het Najaren van research en uitgebreide veldproeven door de Universiteit van Ontario, Canada, is men er in geslaagd de tot dan toe slechts in de industrie bekende methode van het elektrostatisch spuiten thans ook ge schikt te maken voor het bespuiten van gewassen. Men heeft hiervoor een reeds gepatenteerd systeem ont wikkeld. Prof. Inculet van de bovengenoemde Universiteit deed dit exklusief voor de Kinkelder nevelspuit, type Royal 250 in standaard uitvoering. Het ES-spuiten/vernevelen komt ook naar Europa! Voordelen die men in Noord-Ame- rika ziet, zijn: - gehele systeem wordt inkl. de nieuwe speciale poleyster spuit koppen in één set geleverd; - aanzienlijk betere dekking; - drift van nevelvloeistof bijna ni hil; - minder verlies aan gewasbe schermingsmiddelen - bodem- en lichtverontreiniging tot een minimum teruggebracht; - ES-systeem reeds geperfektio- neerd voor fruit. Het ES-systeem is gebaseerd op het eenvoudige principe dat elektrisch geladen deeltjes worden aangetrok ken tot elk elektrisch geleidende op pervlak (boom of anders) dat kon- takt heeft met de aarde. Via het ES- systeem worden de druppels die aan de rand van de nozzles gevormd worden, elektrisch geladen. Als deze "geladen" druppels in de nabijheid van de bladeren komen worden zij aan vóór- en achterzijde door de bladeren aangetrokken. In de Sociale Kommissie van het Bloembollenbedrijf van het Land bouwschap is een principe-akkoord bereikt over een c.a.o. voor het kon- traktjaar 1 maart 1980- 1 maart 1981. Dit principe-akkoord zal aan de werkgeversverenigingen in het Bloembollenbedrijf en de Voedings bonden CNV en FNV ter goedkeu ring worden voorgelegd. In de loop van de maand december zullen zij hun mening over het akkoord geven. Konsulentschap voor de Tuinbouw te Tilburg, A.M. Zegers gemene richtlijn kunnen de volgende hoeveelheden worden gebruikt. Bij een diepe grondbewerking tot 1 meter: 100 m3 stalmest of champig nonmest -I- 100 - 150 m3 drijfmest. Bij een grondbewerking tot 0,5 me ter: 100 m3 stalmest of champignon mest 30-40 m3 drijfmest. Hierbij is het van belang dat de mestgift voor de diepe grondbewerking wordt uit gevoerd, dat dit tijdig plaatsvindt en dat er een regeninstallatie aanwezig is. Is er geen regeninstallatie be schikbaar dan is het raadzaam om de drijfmest achterwege te laten in ver band met de hoge zoutconcentratie, waardoor het eerste jaar veel top- sterfte kan optreden. De keuze van het meest geschikte ras. De thans meest geschikte en verkrijgbare rassen zijn de Limbras 18 en 26. Ofschoon de beide nummers goed en produktief zijn, vertonen zij onderling toch verschillen. Nummer 18 is een selektie die laat in produktie komt en daardoor niet aan te raden is voor latere gronden. Op de wat vroe gere gronden geeft dit nummer hoge produktie en dikke stengels van goe de kwaliteit. Nummer 26 geeft de hoogste produktie met dikke stengels en is daarmee toonaangevend. Dit ras is aan te bevelen voor zowel vroege als late gronden en is door zijn vroegheid zeer geschikt voor het ver vroegen met plastik folie. O mdat de asperge een meerjarige teelt is en de zorgen van nu ook de latere jaren nog doorwerken, is een goede voorbereiding van bijzonder groot belang. Bovendien moet U niet vergeten dat een aspergeaanplant vóór deze in produktie is, dus tot het derde jaar, 20.000,— heeft gekost aan investering. Deze kosten lijken natuurlijk hoog, maar zijn nog steeds verantwoord als er een goede opbrengst tegenover staat. De opbrengst is van diverse faktoren afhankelijk en kan over de gehele levensduur variëren van 30.000 - 60.000 kg. Dus een groot verschil in opbrengst, terwijl een groot aantal kosten gelijk blijven. Daarom is een zorgvuldige voorbereiding de basis voor een geslaagde teelt. o.a.: - profielonderzoek - bemestingsonderzoek - doelmatige grondbewerking - keuze van het meest geschikte ras - aankoop van hoogwaardig plant- materiaal - onkruidvrij maken van de grond, vooral van wortelonkruiden zoals kweekgras. Profielonderzoek Asperge stelt de volgende eisen aan de grond: - een diep bewortelbare grond (minimaal 1 meter) - een goede vochthoudendheid - de hoogste grondwaterstand moet minstens 1 meter beneden maaiveld blijven - sterk leem- en grindhoudende gronden zijn ongeschikt - storende lagen mogen niet in het profiel voorkomen. analyserapport kan dan een goed advies worden gegeven. Vooral de pHKCl en het magnesiumcijfer zijn van belang. Omdat er veel gronden momenteel diep bewerkt worden (tot 1 meter) door diepspitten, is het van belang te weten hoeveel kalk er toegediend moet worden, omdat de ze dan tegelijk met de diepe grond bewerking door het hele profiel kan worden gemengd. De gewenste pHKCl voor asperges is 5,5 - 6. Organische bemesting. Bij de aanleg is het van het allergrootste belang dat er grote hoeveelheden organische mest worden toegediend. Hiervoor kan stalmest of afgewerkte cham pignonmest worden gebruikt. Als al- - Rijptijd zeer vroeg tot vroeg; goede opbrengst - Knollen; lang-ovaal geelvlezig en uitstekend van smaak - Loof is goed dekkend en vlug ontwikkeld - Zeer weinig phytophthora in de knollen, weinig vatbaar, voor virusziekten resistent tegen AM I 1898 19

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 19