"U was een kleine vice-voorzitter van grote betekenis" "Bedrijfsaanpassing tegen de zin is zinloos" G.P.A. v. Nieuwenhuijzen op nieuwe schoenen E en kleine vice-voorzitter die voor de landbouw in het algemeen en voor die van Zuidwest-Nederland in het bijzonder van grote betekenis is geweest". Na het aanhoren van meerdere sprekers tijdens de algemene vergadering van de ZLM maandag j.l. in Etten Leur, drong deze kon- klusie zich samenvattend op: Woorden van respekt, bewondering en dankbaarheid die de scheidende vice-voorzitter van de ZLM de heer G. P. A. van Nieuwenhuyzen werden toegesproken in aanwezigheid van vertegenwoordigers van officiële instanties en van ZLM-leden waar onder uiteraard ook die van zijn eigen kring West-Brabant. D e pas geridderde en met veel lofgetuigen overgoten G.P.A. van Nieuwenhuyzen beantwoordde maandagmiddag tijdens zijn af- scheidsvergadering van de ZLM de sprekers in een voor zijn doen vrij lang betoog dat doorspekt was met de van hem bekende droge humoristische opmerkingen, merkingen. H ij gaf toch toe zich gestreeld te hebben gevoeld door de vele T ijdens het morgengedeelte van de algemene vergadering van de ZLM heeft de heer E. Talstra een inleiding gehouden over de moge lijkheden en de problemen die samenhangen met het introduceren van een tak van intensieve veehouderij op het akkerbouwbedrijf. Ir. Talstra, D e ervaring heeft éeleerd, aldus de heer Talstra dat bij een aanpassing van het kleine akkerbouwbedrijf de keuze dikwijls valt op de tak inten sieve veehouderij. Daarbij zijn twee zaken belangrijk: Voorzitter Doeleman bij afscheid van Nieuwenhuijzen: Ir. E. Talstra op algemene vergadering Z.L.M.: Aanpassing Boer bepaalt richting Groot vertrouwen LEDEN VAN VERDIENSTE Zij ook waren er getuige van dat de burgemeester van de gemeente Fijnaart, de heer E. B. Ockels, de heer Van Nieuwenhuyzen de ver sierselen opspeldde die behoren bij het ridderschap in de orde van Oranje Nassau terwijl voorzitter A. J. G. Doeleman de scheidende voorzitter namens het hoofdbestuur benoemde tot erelid van de ZLM. "Ik ben al, zo zei hij, twee jaar op afscheidstournee en bij al die af scheidsmomenten van andere funkties kreeg ik steeds iets nieuws aan van mijn vrouw. Er bleef voor deze keer niets meer over dan een paar nieuwe schoe nen, en die heb ik dan ook aan". O ver het feit dat er een streep wordt getrokken onder een be langrijk deel van zijn werkzaam heden merkte hij op: "Ik ben me wel degelijk bewust dat ik op een zijspoor gezet wordt, maar we moeten daar geen drama van maken want ik heb dat zelf ge wild en bovendien is een zijspoor geen dood spoor!" Van Nieuwenhuyzen betrok in zijn dankwoord ook alle mede werkers van de ZLM voor de sfeer waarvan hij zei al die jaren genoten te hebben. De geridderde "Gerrie" van Nieuwenhuijzen die de ontwikkelingen in de landbouw nauwgezet zal blijven volgen... lovende woorden die o.m. door voorzitter Doeleman, burge meester Ockels, door de heren Becu en Luteyn en door mevrouw Middelkoop tot hem waren ge richt." Onder luid gelach van de zaal: "Ze hebben gezegd wat ik allemaal gedaan heb en gelukkig niet wat ik allemaal niet gedaan heb want dan waren ze nu nog wel bezig geweest. Van Nieu wenhuyzen bracht ook zijn vrouw hulde voor haar opofferings gezindheid en steun. Hij waar deerde zeer dat de ZLM ook haar door het aanbieden van een fraai boeket in de hulde betrok. Hij eindigde met de woorden: "Har telijk dank voor alles en het ga u hier aanwezigen en vooral de Land- en Tuinbouw in het Zuidwesten bijzonder goed in de toekomst. Ik hoop dat mijn vrouw en ik dat nog lang in goede ge zondheid mogen blijven volgen. Hartelijk dank". De heer Doeleman feliciteert v. Nieuwenhuijzen met het erelidmaatschap van de Zuidelijke Landbouw Maatschappij. Konsulent voor de Varkens en Pluimveehouderij in Noord-Brabant en Zeeland, betoogde dat een goede keuze uit de meerdere mogelijkheden die er zijn tot bedrijfsaanpassing, van groot belang is voor het welslagen van de veranderingen in de bedrijfsvoering; wijzigingen die noodzake lijk zijn om het verteerbaar inkomen aan te vullen. De heer Talstra die in zijn betoog vooral beklemtoonde dat het de ondernemer zelf is die richting aan zijn bedrijf moet geven. "I^-ies, zo adviseerde hij, als het enigszins mogelijk is die vorm van aanpassing die de voorkeur van de ondernemer heeft en zo mogelijk de meest dichtbij liggende tak (meer ei gen kennis en betere aanpassing bij de omgeving). Een bedrijfsaanpas sing tegen de zin is zinloos". Omdat er momenteel geen gat in de markt is wat het kleine akkerbouw bedrijf op zou kunnen vullen, is het volgens de heer Talstra duidelijk dat een extra inkomen niet wordt gehaald omdat men varkens of kippen houdt maar omdat men die varkens en kip pen beter houdt. Daarom ook be toogde hij, moeten ruimte en echte- interesse aanwezig zijn. er is voor deze aanpassing nau welijks grond nodig in vergelij king met b.v. een uitbreiding in de akkerbouw of melkveehoude rij het voordeel van de mest: een waarde van 10,15,— per m3 drijfmest voor de akker bouwgewassen. In andere gebie den ziet het er naar uit dat het kwijtraken van de mest evenveel zal gaan kosten. Een verschil dus van 25,— /m3 drijfmest ten gunste van het akkerbouwbedrijf. En dat betekent bij benadering een lagere kostprijs van 15,— /slachtvarken of 3A cent per ei. Ir. Talstra wees er evenwel op dat aan het houden van varkens of pluimvee ook andere nadelige kanten zitten. Veehouden vraagt toezicht; elke dag. Bovendien lijkt het soms, dat de ak kerbouwer het er moeilijker mee heeft om er een intensieve veehoude rij-tak bij te nemen, omdat het boer- zijn voor hem of zijn omgeving een ander gezicht gaat krijgen. De Konsulent ging ten slotte in op de betekenis van de introduktie van in tensieve veehouderij voor het ZLM- werkgebied. Er is een behoorlijk aantal Z.L.M.- leden met name in Midden en Zuid- Oost Noord-Brabant, maar ook in Zeeland en West-Brabant, dat met een intensieve veehouderij-tak een goede boterham verdient. Ook is het zo dat er op de kleinere akkerbouw bedrijven wat moet gebeuren. De ondernemer bepaalt dan of het be drijf zal kunnen blijven en/of aan gepast zal worden. Zijn omgeving - waaronder zijn organisatie en de landbouwvoorlichting - zal voor de beoordeling van de mogelijkheden een rem maar ook een stimulans kunnen zijn. Het gevaar bestaat om de beoor deling van de bedrijfssituatie uit te stellen in tijden met minder goede afzetmogelijkheden, en die lijken voor alle landbouwprodukten blij vend. Mijns inziens is het juist beter om nu waar nodig de bakens te verzetten. Als dat lukt, dan zal er in betere tijden zeker goed gevaren worden. De boer, de ondernemer bepaalt daarbij de richting en het tempo. oorzitter Doeleman opende de rij sprekers. Hij wees op de veranderin gen de laatste jaren in het bestuur van de ZLM: "Vorig jaar namen we afscheid van vice-voorzitter Visser, vandaag van onze Brabantse vice- voorzitter. Met opzet noem ik het Brabantse omdat u met de heer de Jager de enige bent die van het be stuur van de Brabantse Maatschap pij van Landbouw in ons bestuur zitting hebt. Na al die jaren zei hij voorts raak je vertrouwd met elkaar, zeker wanneer je weet dan je op elkaar aankunt waardoor het ook plezierig vergade ren was". De heer Doeleman onder streepte dat van Nieuwenhuyzen vanuit de Brabantse Maatschappij duidelijk mede het beleid en de koers heeft bepaald van de Zuidelijke Maatschappij van Landbouw. De integratie-commissie waarvan hij lid is geweest heeft de grondslag ge legd voor de nieuwe Z.L.M. die naar een hechte organisatie is gegroeid. "Wij hebben ervaren dat bij u voor op stond om eensgezind in het be stuur te werken. U deed dat op een nuchtere en bijzondere vasthouden de wijze zonder u gemakkelijk onder tafel te laten praten. Wanneer het erg moeilijk werd wist u met scherpe humor, net de grens wetend niet sar castisch te zijn, een geladen stem ming te ontladen, terwijl u toch ge moedelijk bleef." De heer Doeleman besloot zijn korte toespraak met de konklusie de de ZLM Gerard en ook zijn vrouw Nel zeer veel dank verschuldigd is omdat zij het haar man mogelijk heeft ge maakt ook in moeilijke periodes zijn werk voor de organisatie te doen. O ud-voorzitter J. B. Becu sloot zich in zijn toespraak geheel aan bij de laatste woorden van de voorzitter. Over van Nieuwenhuyzens inbreng in het bestuur van de ZLM zei hij het volgende: "U zat niet te zeuren over kleinigheden maar bepaalde u tot wat van belang was. U voelde aan wat niet bereikbaar was maar voor het bereikbare zette u zich volledig in. Door dit alles genoot u een groot vertrouwen en gezag". De heer Becu wenste Gerard en Nel nog vele jaren in goede gezondheid toe in het De heer Ir. D. Luteijn liet het licht vallen op de verdiensten van van Nieuwenhuyzen op landelijk nivo. De Landbouwschapsvoorzitter:" U hebt nooit moeilijke klussen geschuwd de vele klachten rond de toewijzing van het suikerbietenareaal hebt u met veel inzet en kennis van zaken aan gepakt. Daarbij heb ik ervaren dat u de landelijk en regionale zaken erg goed van elkaar wist te onderschei den." Op de algemene vergadering zijn de volgende personen benoemd tot lid van verdienste vanwege hun 50-jarig lidmaatschap: I. L.J. Boone, Middelburg; 2. N. Boot, Kerkwerve; 3. C. Dekker, Middelburg; 4. M. Fieman, Kats; 5. A. Gaakeer, Oud-Vossemeer; 6. A. de Jager, Nw. en St. Joosland; 7. J. Kallewaard, Goes; 8. H.C. de Kater, Wissenkerke; 9. J. Koster, Axel; 10. P. Lampert, Veere; 11. J. Maljaars, Oostkapelle; 12. C.H.P. Maris, Kamperland; 13. G. Minderhoud, Oudelande; 14. A. de Nood, Veere; 15. J. Priem, St. Maartensdijk; 16. J.W. Scheele, Zaamslag; 17. K. v.d. Stelt, Nieuwendijk; 18. D. Verburg, Kamperland; 19. L.P. Wisse, Vrou wenpolder; 20. L. Wisse, Kamper land. De Commissaris der Koningin in Zeeland, dr. C. Boertien was één der eersten die v. Nieuwenhuijzen met zijn onderscheiding feliciteerde. 9

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 9