MET LEGE HA NDEN Doe-het-Zelf Zegge en Schrijve K.N.L.C.-voorzitter Luteijn: weerstandsvermogen agrarische bedrijven uitgehold D e genoemde aandacht voor het individuele (boe renbedrijf van kleine en middelgrote zelfstandige onder nemers is een thema dat op onze algemene vergadering wel eens heel centraal kan komen te staan. Immers, een bankier is gewend om uitsluitend te rekenen met de ak- tuele situatie waarin een bedrijf zich bevindt, het zit er in of het zit er niet in: aan liefdadigheid wordt niet gedaan. Niettemin komt de inleider van 's middags, drs. Faber, blijkbaar met enige perspektieven voor de ondernemer hetgeen op zichzelf bemoedigend is. Ook de inleider van 's morgens, ir. Talstra, zal zich blijkens de titel van zijn inleiding duidelijk richten op de bedrijfsvoering zelf. Aannemelijk is dat ook de algemeen voorzitter daaraan niet voorbij zal gaan. Op die wijze zullen wij aan de inlei ding van de minister-president gehoor geven: doe-het- zelf. Maar de minister-president moet nu bepaald niet denken dat hij van ons af is. Want wij zullen het ene inderdaad doen, maar het andere bepaald niet nalaten. Waarvan akte. Minister-President mr. A.A.M. van Agt spreekt de aanwezigen op de jaarvergadering van het Koninklijk Neder lands Landbouw Co mité toe. Van Agt zei onomwonden met lege handen te zijn geko men. De boerenknip van waarachter hij de ze mededeling deed, bleef dus ongeopend. Overigens ging Van Agt niet met lege handen naar huis; hij kreeg een prachtige kleurenets aangeboden door KNLC-voorzitter ir. D. Luteijn. Doe-het-zelf Perspektieven Prijsverhoging nodig van 10 a 15% Prijsverhoging zuidelijke landbouw maatschappij I n aansluiting op Onze afspraak van vorige week, dat we aanstaande maandag naar de algemene vergadering ook onze vrouw meenemen, wil ik op een paar agendapunten van de algemene vergadering nog even ingaan. Direkte aanleiding daartoe is de inleiding die de minister-presi dent deze week hield voor de algemene vergadering van onze landelijke organisatie het Koninklijk Nederlands Landbouw-Comitê (K.N.L.C.). Een inleiding overigens die op mij overkwam als het beproefde pappen en nathouden d.w.z. enerzijds alle begrip van de wereld voor de benar de positie van de zelfstandige ondernemer, anderzijds het beroep om zo nog maar even door te scharrelen omdat immers de kleine ondernemer altijd bewezen heeft over onvoorstelbaar veel elastiek te beschikken. Ik vraag me dan wel af ten koste van wat. De premier appelleerde daarbij overigens op meesterlijke wijze aan de diepere gevoelens die zelfstandigen altijd weer doen geloven dat ze een bevoorrecht soort mensen zijn. In die benadering paste ook wonderwel "de toegift" van de minister-president dat het zelfstandigenbeleid van zijn kabinet, op met name ook fiskaal gebied, gefaald heeft. Maar hebt geduld, in ieder geval zo'n jaartje of tien, voldoende om opnieuw duizenden kleine zelfstandigen te laten verdwijnen. U it het bovenstaande mag beslist niet afgeleid worden dat de minister-president de zaak voor de gek heeft ge houden. Bepaald niet, de goede verstaander heeft de boodschap goed begrepen. Een boodschap die luidt: doe-het-zelf, dop je eigen boontjes maar. Niks nieuws dus, gewoon de realiteit. Sinterklaas bestaat niet. Ik denk dat wij uit die boodschap ook als landbouworganisatie onze konklusies moeten trekken in die zin dat wij meer aandacht zullen moeten gaan schenken aan de ontwik keling van het individuele boerenbedrijf. Een stelling trouwens die ik hier wel eerder heb opgeschreven (en ook wel in de diskussie is betrokken) Oggel. "De opbrengstprijzen blijven steeds verder achter bij de stij gende kosten, waardoor een systematische uitholling van het weerstandsvermogen van de agrarische bedrijven plaatsvindt. Bovendien wordt het steeds moeilijker om de produktiviteit nog verder op te voeren. De druk van de kollektieve lasten maakt bovendien alle begin van reservevorming onmogelijk. Vandaag de dag moet veelal via sociaal onverantwoorde ar beidsinspanningen en uitholling van het financiële weer standsvermogen van het bedrijf een minimaal verteerbaar ge zinsinkomen bijeen vergaard worden". Dit zei ir. David Luteijn, voorzitter van het Koninklijk Ne derlands Landbouw-Comité (K.N.L.C.) in zijn openingsrede voor de algemene vergadering van het K.N.L.C. op maan dag 24 november te Den Haag. Er zijn aanwijzingen, aldus Luteijn, dat er op dit moment een toenemend aantal bedrijven in grote moeilijkheden is komen te verkeren en dat hier en daar slachtoffers vallen. Zo is het aantal aanvragen voor hulp bij de Rijksgroepsregeling Zelf standigen het laatste halfjaar zeer sterk toegenomen. De ervaring leert dat dit altijd nog maar het topje van de ijsberg is. Ook de halvering van de investeringen in gebouwen, outil lage, machines en traktoren in 1980 laat in vergelijking met het vorige jaar, zien dat er onvoldoende financiële ruimte aanwezig is. Volgens Luteijn zijn vele agrariërs gedwongen op de post' arbeidskosten te bezuinigen. Dat betekent een toenemende druk op andere gezinsleden om op het bedrijf mee te helpen. De K.N.L.C.-voorzitter waarschuwde ervoor dat het zo ge roemde gezinsbedrijf niet meer en meer afhankelijk wordt van gratis arbeid van de vrouw. Bij veel boerinnen ontstaat een toenemende weerstand tegen het feit dat ook de overheid maar al te gemakkelijk rekening houdt met sterk onderbetaalde vrouwenarbeid op de boe renbedrijven. De héér Luteijn (I.) feliciteert op de jaarvergadering van het KNLC de winnaar van de KNLC-prijs 1980, de heer G.J.H. Dijkhuis uit Borne (O.) die zich verdienstelijk heeft gemaakt door begrip voor de land- en tuinbouw te bevorderen bij bui tenstaanders. Herstel van de agrarische bedrijfsuitkomsten zal in de ko mendejaren veel minder via produktievergroting en veel meer via verhoging van de landbouwprijzen moeten verlopen. De K.N.L.C.-voorzitter is dan ook van mening dat het Europese markt- en prijsbeleid meer dan ooit de basis vormen waarop de toekomst van de agrarische sektor rust. Hij benadrukte nog eens dat de boerenwereld bereid is een bijdrage te leveren aan het herstel van marktevenwichten, zoals bijvoorbeeld de zuivelmarkt. Daar dient dan evenwel een redelijk beleid van de Europese autoriteiten tegenover te staan, hetgeen bete kent dat de boeren zodanige prijzen voor hun produkten krij gen dat zij in een met andere bevolkingsgroepen vergelijkbare ekonomische en sociale positie verkeren. In Europees verband verwacht ir. Luteijn dat de boerenorga- nisaties om een prijsverhoging tussen 10% en 15% zullen vragen. Hij baseert zich daarbij op de achtergebleven prijs aanpassingen in de afgelopen jaren, de aangewakkerde infla tie en de forse kostenstijgingen op de boerenbedrijven. VRIJDAG 28 NOVEMBER 1980 67e jaargang - No. 3559 land- tuinbouwblad

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 1