SCHOT GAF GEEN PROBLEMEN IN 1980
13 e lengte van de "schotvrije" pe
riode is korter naarmate de tempe-
ratuursom tijdens de deegrijpe fase
hoger is. Deze temperatuursom
wordt berekend door de gemiddelde
dagtemperatuur te verminderen met
Muskusrat moet
beter worden
bestreden
U
A,
E r was dan ook geen enkele aanlei
ding om voor enig ras een waarschu
wing voor het optreden van schot uit
te zenden. In de praktijk is geen schot
voorgekomen. Bij de nieuwe opzet
van de waarschuwingsdienst is het
Waarschuwingssysteem wordt gewijzigd
Deegrijpe fase
temperatuur
25-
20
Akkerbouw
Veehouderij
RUILVERKAVELING
TWELL0
AANGENOMEN
LANDBOU WSCHA P:
dr.ir. A. Darwinkel en dr. B. Belderok*
M et ingang van dit jaar worden de schotwaarschuwingen niet meer gegeven vanuit het Nederlands
Graancentrum (NGC), in samenwerking met het Instituut voor Graan, Meel en Brood (IGMB) te Wage-
ningen, maar vanuit het Proefstation voor de Akkerbouw en de Groenteteelt in de Vollegrond (PAGV) te
Lelystad. Verdere medewerking verlenen het KNMI en de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (RIJP).
Het daarbij gehanteerde systeem, waarmee het optreden van schot wordt voorspeld, de z.g. schotwaarschu
wingsdienst, is tezelfder tijd gewijzigd. In 15 RIVRO-rassenproeven wordt nu het begin en het einde van de
deegrijpe fase vastgesteld bij een beperkt aantal, meest voorkomende rassen. Dit jaar is uitgegaan van Okapi
als een schotgevoelig ras en van Arminda als een nagenoeg schotresistent ras. Tijdens de deegrijpe fase zijn
de dagelijkse maximum- en minimumtemperaturen gemeten. Alle gegevens zijn direkt na afloop naar het
PAGV doorgegeven.
it vroeger onderzoek van Belderok is gebleken, dat de gevoeligheid
voor het optreden van schot sterk afhangt van de temperatuur tijdens de
fase van deegrijpheid; dit is de fase die aan bindèrrijpheid voorafgaat.
Er blijkt een verband te bestaan tussen de som van de dagelijkse
temperaturen tijdens de deegrijpe fase en de vatbaarheid voor schot.
Deze vatbaarheid voor schot wordt uitgedrukt als het aantal dagen na
begin binderrijpheid, waarna bij regen schot kan optreden; de kans op
schot neemt toe naarmate dit aantal dagen kleiner is.
de. Komt de temperatuursom uit
boven een waarde, waarbij in tien
dagen schot zal kunnen optreden,
dan spreken we van de kritieke tem
peratuursom. Op basis van deze kri
tieke temperatuursom worden de
tijdens de deegrijpe fase.
Tabei'iTempera tuur sommen van Arminda en okapi rassen ingedeeld naar hun vatbaar
heid voor schot. Bij schotgevoelige
rassen ligt de kritieke temperatuur
som bij een lagere waarde (en wordt
dus eerder bereikt) dan bij minder
gevoelige rassen. Voor Arminda be
draagt de kritieke temperatuursom
120 gr.C.; voor Okapi is dit 55 gr.C.
13 e gegevens over 1980, die voor de
schotwaarschuwing van belang zijn
staan vermeld in de figuur en de tabel.
Op basis van de grote variatie in de
lengte van de deegrijpe fase, en als
zodanig ook in de temperatuur, kan
gezegd worden, dat het niet eenvou
dig is het begin èn het einde van de
fase precies vast te stellen. En bij ho
ge temperaturen kan een afwijking
van één dag al gauw een verschil van
10 gr.C. in de temperatuursom bete
kenen.
Arminda
Okapi
Lamswaarde (Z.-Vl.)
59
1)9
Colijnsplaat
58
1)8
Westmaas
71
56
De Heen (W.-Br.)
70
59
Rijsenhout
63
59
Biddinghuizen
53
56
Wier i ngerwerf
51
1)8
Kloosterburen
«•3
38
Nieuw-Beerta
55
1)8
Wi jnandsrade
66
66
Vredepeel
-
53
Randwijk
<16
56
Emmercompascuum
-
62
Rolde
-
59
Borgcrcompagn ie
-
38
Gemiddeld:
58
53
J In twee artikelen in de landbouw-
vakbladen van juli is aandacht be-
i steed aan de gevaren van schot i
J voor wintertarwe. Er is ingegaan J
1 op het optreden van schot, op de
2 gevoeligheid van de rassen voor
J schot en op schotwaarschuwin
gen. Achteraf is gebleken, dat in
het afgelopen oogstjaar in geen
enkel ras schot van betekenis is
voorgekomen.
12l/i gr.C., en de gevonden waarden
op de tellen over de deegrijpe perio
ds gevolg van klimatologische
omstandigheden heeft het gewas in
het zuiden een voorsprong in ont
wikkeling, hetgeen in de ligging van
de deegrijpe fasen in de figuur ook
naar voren komt. In 1980 viel de
deegrijpe fase in de laatste week van
juli en de eerste twee weken van au
gustus. Juist in deze periode trad een
aanzienlijk temperatuursverval op;
van 25 juli tot 4 augustus was de
temperatuur gemiddeld 20 gr.C, van
5 tot 15 augustus echter ruim 17 gr.C.
In het noorden van het land begon de
deegrijpe fase 5 a 7 dagen later dan
in het zuiden. Als gevolg daarvan
was in het zuiden de temperatuur
tijdens de deegrijpe fase hoger dan in
het nöorden. Voor beide rassen werd
in het zuiden dan ook een hogere
temperatuursom gemeten. Dit houdt
uiteraard in dat de kans op het op
treden van schot in het zuiden groter
is geweest dan in het noorden. Met
name bij Okapi werd de kritieke
temperatuursom dicht benaderd en
soms overschreden. Door het tame
lijk gunstige weer kon dit ras echter
vroegtijdig worden geoogst. Bij Ar
minda werd de kritieke tempera
tuursom bij lange na niet bereikt en
heeft geen gevaar voor schot bestaan.
aantal meetpunten drastisch terug
gebracht tot 15 rassenproeven. Ge
bleken is, dat dit systeem een snelle
werkwijze in zich heeft, hetgeen een
eventueel waarschuwend optreden
met betrekking tot het schotgevaar
ten goede komt.
dr.ir. A. Darwinkel is werkzaam op het
'PAGV te Lelystad en dr. B. Belderok op
het IGMB te Wageningen.
15-
°C
Kloosterburen
Borgercompagnle
Emmercompascuum
Wierlngerwerf
Hieuw-Beerta
De Heen
Biddinghulzen
Rl jsenhout
Vi jandsrade
Col Ijnsplaat
Rolde
Westmaas
Lamswaarde
Randwijk
Vredepeel
5 10
aug ustus
Figuur 1. Overzicht van het verloop van de temperatuur (KNMI; De Bilt)
en de periode van de deegrijpe fase van de diverse waarnemings
plaatsen (ras Okapi).
WA T NIETS KOST MAAR wel
veel opbrengt, is een goed bemes
tingsplan. Vanzelfsprekend moet
er rekening gehouden worden met
de voorvrucht en de bemestings
toestand van de grond. Werd
schuimaarde, organische mest of
groenbemesting gebruikt dan kan
dat van grote invloed zijn op het
bemestingsplan. Wilt U nog verder
gaan en bouwplanbemesting toe
passen, dan moet U het geheel
kunnen overzien voor een juist be
mestingsplan. Uw voorlichter kan
U er bij helpen.
WE LEVEN IN HET computer
tijdperk. Ook voor de akkerbouw
is het mogelijk om naar het juiste
bedrijfsplan te zoeken voor uw be
drijf. Gewassenkeuze, basiswerk
tuigen en arbeidsbezetting maar
ook al of niet gebruik maken van
loonwerk kunt U in de alternatieve
plannen betrekken. De basisgege
vens worden via een standaard-
matrix verzameld en de computer
doet de rest. Aan het eind is af te
lezen hoe hoog in elk plan het
overschot of het verlies bedraagt
en in welke periode U in de knoop
raakt met de arbeid. Verwacht
geen wonderen maar wel goede
resultaten die U zelf dan waar
moet maken.
VEEL MENSEN GAAN UIT
van hun eigen ervaringen. Soms
houden ze rekening met praktij
kervaringen van kollega's uit de
buurt. Toch zijn deze gegevens
vaak vol tegenstrijdigheden.
De landbouw is echter het beste uit
met de gegevens van de proefvel
den en de andere onderzoekinstel
lingen. Neem die uitslagen als
hoofdlijnen en dan aanpassen aan
uw eigen bedrijf dat geeft de beste
resultaten.
PLOEGEN ONDER NATTE
omstandigheden is vragen om
problemen. Wordt bij het ploegen
de natte bovengrond ondergewerkt
dan wordt deze "blubber" zo weer
geen goede teeltaarde en dat is in
oogst 1981 weer terug te vinden.
Om dit te voorkomen, moet U deze
percelen eigenlijk omploegen na
nachtvorst of bij beginnende vorst.
Profiteer daar volledig van dan
kan U de dag niet lang genoeg
maken.
BIJ STIJGENDE energieprijzen
lopen ook de prijzen van kunst
mest op. Er zijn dan ook veel boe
ren die hun kunstmest al vroeg
bestellen, ontvangen en betalen.
Zorg dan wel voor een goede be
waring! Droge opslag is nodig om
hard worden te voorkomen. Door
vroeg te kopen en te betalen staat
uw geld wel langer vast. U mist
dan de rente over circa vier maan
den. De verwachte prijsstijging
moet dit wel weer goed maken.
NA bE GEBOORTE VAN het
kalf voldoet een opvangstal die
voorzien is van eenlingboxjes, zeer
goed. Naast gemakkelijker drin
ken geven, kunnen de kalveren el
kaar niet belikken en bezuigen.
Hierdoor wordt het overbrengen
van besmettingen zoveel mogelijk
voorkomen. Tevens is een indivi
duele kontrole op de voeding maar
ook op de mest gemakkelijker. De
boxjes waarin ze slechts 2 weken
verblijven, zijn meestal van
achteren tegen een wand geplaatst.
Is er achter de kalveren een mest-
gang, dan is de kontrole-moge
lijkheid nog beter.
WILT U BIJ DE TIJD blijven,
dan zult U steeds moeten leren.
Met een geleerd woord, wordt dit
bijscholing genoemd. Ook door
het bezoeken van bijeenkomsten
van studieklubs is heel wat te leren
aan praktische kennisNiet alleen
door wat de "geachte spreker"
daar vertelt, maar ook voorpl door
uitwisseling van ervaringen en op
merkingen die door kollega's wor
den gemaakt. In de meeste plaat
sen is er wel een studieklub. Wan
neer U nog geen lid bent, aarzel
dan niet maar geef U op als lid.
IN DE HERFST WORDEN op
de meeste bedrijven nog verse pro-
dukten van het land bijgevoerd. De
koeien zijn meestal wat dunner op
de mest zodat bevuiling van uiers
gemakkelijker voorkomt. In deze
periode moet U ekstra sekuur zijn
bij het schoonmaken van de uiers.
Zorg echter dat het middel niet
erger wordt dan de "kwaal". Ge
bruik van vuile doeken zijn vaak
de oorzaak van mindere kwaliteit
melk.
Op 20 november is in Twello de
stemming gehouden over de ruilver
kaveling Twello (5.369 ha - 1.338
stemgerechtigden). De ruilverkave
ling is aangenomen met 62% van de
gestemde oppervlakte.
De muskusrat,"Mie op steeds grotere schaal in ons land voor
komt, moet volgens het Landbouwschap veel beter worden be
streden. Er zullen op korte termijn maatregelen getroffen moe
ten worden, die leiden tot een efficiënte bestrijding van de steeds
verder oprukkende muskusrat. In de IJsselmeerpolders en an
dere delen van het land wordt deze rat steeds meer gesignaleerd.
Naast het gevaar voor wateroverlast als gevolg van ondergraven
waterkeringen levert het graafwerk van de rat ook gevaar op
voor de boeren, die met hun werktuigen op het land plotseling
kunnen wegzakken.
Het Landbouwschap heeft de problematiek van de muskusrat
opnieuw aan de orde gesteld in een brief aan de Vaste Kamer
commissie van Verkeer en Waterstaat. De begroting van dit
departement wordt een dezer dagen in de Tweede Kamer be
handeld. Het Landbouwschap heeft voorts aandacht gevraagd
voor de ontwikkeling van Zeewolde in Zuidelijk Flevoland. Er
moet haast worden gemaakt met deze nieuwe kern, omdat al
gevestigde agrariërs in Zuidelijk Flevoland uit sociaal oogpunt
in een onhoudbare situatie verkeren.
13